Binnenland.
Buitenland.
6
geven van tafreelen uit de aardrijkskunde,
enz. door den heer Bakkerus van Amsterdam.
By deze voorstelling werd alzoo het nuttige
aan bet aangename verbonden.
- Op Zaterdag 23 Juni a.s. zal des na
middags te 2 ure ten huize van den plaat
selijken geneesheer alhier gelegenheid wor
den gegeven tot kostelooze inenting en
herinenting.
De Zeppelin boven one land.
We hebben, o, historisch oogenblik in
dezen grooten oorlog, een zeppelin gezien,
een echte Zeppelin.
't Was 's avonds half tien.
Rustig zaten we in ons tuintje te lezen
in een wijk, die ver buiten het centrum der
residentie ligt (de laan van Nieuw Oost-
Indié), toen een troepje soldaten ons haastig
voorbijvloog en naar hetmiddenpadstormde.
„Kijk daar", riep er een, „een Zeppelin,
daar gaat iel"
Opgewonden klonk de stem van den land-
verdediger en z'n arm hield hy uitgestrekt
naar de hooge verte.
In een oogwenk was er een club menschen
bjjeen in de rustige laan, op den prachtigen
zomeravond. We liepen er ook op af, en ja
wel, in de verre lucht boven de huizen lag
een groote zwarte gedaante, een sigaar, die
niet anders kon zijn dan een van die ver
maarde luchtschepen, die in deze dagen
weer hun heldhaftig werk doen onder de
vrouwen en kinderen van Londen.
Het was een Zeppelin, en hij lag rustig
in de lucht, en, voor zoover methetbloote
oog te bespeuren was, onbeweeglijk. Het
geroep werkte electriceerend. Voorbijgangers
snelden toe, de menschen kwamen uit de
huizen gedraafd en ze werden er stil van.
Daar was nu een Zeppelin.
Maar waar was het luchtschip? Bevond
het zich boven ons grondgebied Zoo uit
de verte zou dit niet worden gezegd, maar
wel waren we verrast door de bijzondere
duidelijkheid, waarmede het te zien was en
de scherpte waarmee het zich afteekende
tegen den avondhemel. Ook moest het wel
verbazend hoog zijn. Terwijl wij zoo ston
den, werden wij aan de telefoon geroepen
door iemand, die beweerde, dat er een Zeppe
lin „boven de stad" was, een mededeeling
die wij onmiddellijk tegenspraken, omdat
wij wel konden zien, dat het luchtschip zich
in ieder geval boven zee moest bevinden.
Het is echter een bewijs- voor de duidelijk
heid, waarmee het gevaarte kon worden
waargenomen, dat verschillende personen,
die het zagen, volhielden, dat het boven
Scheveningen is geweest. Het werd ons later
op den avond met stelligheid verzekerd,
maar het was onjuist.
Na een kwartier ongeveer konden we con-
stateeren, dat het luchtschip zich voortbe
woog want het was nu op een andere plaats
te zien dan eerst.
Het wekte veel sensatie.
Het lag echter zoo lieflijk in de glans-
golven of het aan 't spelemeien was in de
laatste glans golven van de zomerzon.
Dadelijk nadat hij de Zeppelin bespeurd
had, waarschuwde een der bewoners van
onze wijk, die een departementale functie
bekleedt, de autoriteiten. De opperbevelheb
ber, de generale staf en de minister Loudon
werden ook van andere zijde onmiddellijk
op de hoogte gebracht. Na eenigen tijd
er waren toen bijna 25 minuten verloopen
viel er een versnelling van de vaart van
de Zeppelin te constateeren, want het wijzig
de nu met Verrassende zichtbaarheid van
plaats, en het werd nu ook snel kleiner. De
vorm werd vager en vager, het beeld werd
nevelachtiger, de Zeppelin werd een lijn,
daarna een stip en eindelijk was de donker
blauwe hemel weer schoon en rein en viel
er niets meer te zien. Het monster, was weg.
Vlak daarop kwam er een telefoontje van
het Departement van Marine: „DeZeppelin
was niet boven ons grondgebied geweest
maar 5 mijlen erbuite n." Zoo heb
ben duizenden in de residentie op dezen
Juni-avond met treffende scherpte een Zeppe
lin gezien. Velen zal heteven ontroerd hebben
en zullen er niet geweest zijn. die heradem
den toen het monster, dat daar zoo bedrie-
gelijk vredig in de late lucht lag, eindelijk
nit het gezicht was verdwenen?
Wy, Hagenaars, houden van hoog bezoek,
maai niet van d i t soort.
Maar gezien hebben we 'm.
Het conflict in den Raad te
Geldermalsen.
In de laatste raadszitting werd voorlezing
gedaan van het volgende schrijven van den
heer Th. H. Klinkhamer, tot voor korten tijd
burgemeester dezer gemeente.
Het zal wel geen uwer hebben verwon
derd, dat ik niet bijster er op gesteld was
van u afscheid te nemeu in eene openbare'
raadsvergadering.
Dn laatste tijden toch hebben een ver
houding tusschen u en mij geschapeB, die
niet nader behoeft te worden uitgewerkt.
Deze is voldoende bekend in geheel den
lande. Ik kan dan ook niet anders dan met
weinig genoegen terugzien op de twee jaren
die ik bier mocht staan aan het hoofd der
gemeente en in de eerste plaats als voorzitter
van uwen Raad.
Deze jaren zyn echter voor mij leerrijke
jaren geweest, waarin ik veel ondervinding
en vooral veel menschenkennis heb opge
daan. Ik heb hier ontmoet menschen van
verschillenden aard, menschen van wie het
geweten zelfs niet spreekt als zij goedsmoeds
iemand trachten te gronde te lichten zon
der meer, menschen, die met God in den
mond en met den duivel in de zielloopen,
echter ook goede menschen, die bereid zijn
iemand te helpen en te steunen en deze
zijn in den rechten en goeden zin des woords
„mannen uit één stuk".... Wat ik van
uwen Raad heb ondervonden, wij zullen
het verder met den mantel der liefde bedek
ken en de diverse aantijgingen tegen
mij gedaan, niet in den breede uitpluizen,
maar dat zij onbillik waren, het is genoeg
zaam bekend. Ik ga nu heen naar een
mooie gemeente in de provincie Zuid-Holland,
de provincie, waar ik volgens beweren van
sommigen uwer, wel nimmer een plaats
meer zou kunnen krijgen, doch waar ik nu
toch benoemd ben
Had, uw Raad en de direct boven mfj ge
stelde autoriteit mij inderdaad bijgestaan in
den hopeloozen chaos, door mij hier gevon
den, een beter resultaat ware zeker verkre
gen.
Met de hoop, dat mijn opvolger in uwe
oogen beter moge behartigen de belangen
dezer gemeente en minder aan een onverdien
de, vernietigende critiek moge bloot staan,
besluit ik met de beste wenschen voor Gel-
dermalsen's bloei."
Op voorstel van den heer Bloemsma, werd
dit schrij ven voor kennisgeving aangenomen.
(Tel.)
De leger-opleiding.
„De Avondpost" brengt een bericht, dat,
als het juist is, zeer teekenend moetwoiden
genoemd.
Het blad deelt mede, dat de opleiding van
de nieuw opkomende militairen in de depóts
die tot dusver 4 maanden duurde, op 6 maan
den zal worden gebracht, omdat „men de
opleidings-tijd te kort vindt".
Men
Wie is die „men"? de opperbevelhebber?
de chef van het veldleger? de nieuwe mi
nister? de camarilla? Wij hebben altyd
voorspeld dat meu later aan die 4 maanden
zou gaan tornen, angstig als men was, dat
er (en zeer terecht), na den oorlog een
argument uit zou worden geput om ook in
vredes-tyd de eerste oefening te verkorten.
Maar dat men nu reeds die 4 maanden op
6 zou gaan brengen, nadat men twee jaar
lang het systeem heeft gehandhaafd, hebben
wij toch niet verwacht. Natuurlijk zal nu
ook de aflossing langzamer gaan.
Als het bericht van „De Avondpost"juist
is, moge de Kamer er straks spoedig bij
zijn, zoowel in het belang van vele soldaten
als met het oog op de nieuwe leger-organisatie
na den oorlog. Tel.
Een woord van mr. De Beaufort over het
koningschap.
In de altyd interessant® „Staatkundige
Opstellen" van mr. W. H. de Beaufort, den
staatsman-historicus, vonden wij een woord,
dat wij, met het oog op de tijdsomstandig
heden, even in herinnering willen brengen.
Het staat in het artikel „Koningschap",
de beschouwing, waarin ook deze karakte
ristieke uitspraak voorkomt: „Het is een
algemeen waarneembaar maar tevens zeer
verklaarbaar verschijnsel, dat, naarmate de
koninklijke macht meer is beperkt en het
parlementaire regeeringsstelsel krachtiger
wortel heeft geschoten, het aanzien van het
koningschap is gestegen."
Dit is treffend juist.
Maar wy hebben die uitlating slechts ter
loops geciteerd. Wij wilden meer speciaal
de aandacht vestigen op de volgende woor
den
„Het is wellicht in onze dagen over
bodig er bij te voegen, dat hjj (de moder
ne vorst) afkeerig moet zijn van allen
oorlogsroem. In dit opzicht zijn de
vorsten van Europa op dit oogenblik
wijzer dan hun onderdanen. Zy gevoe
len het instinctmatig, dat zy de over
tuiging van hunne onmisbaarheid niet
sterker kunnen vestigen dan door zich
het bewaren van deu vrede tot taak te
stellen. Mocht door onverhoop
te gebeurtenissen een oor-
logstydperk voor Europa
aanbreken, dan is het een
groote vraag, of het koning
schap dit ongerept zoude
kunnen doorstaa n."
Aldus mr. de Beaufort in 1904.
Wij hebben den laatsten zin van dit citaat
onderstreept. Hooren wij dit woord van den
liberalen staatsman thans niet als een profe
tie? Wannéér wij den blik wenden naar
andere landen, is het dan niet bezig werke
lijkheid te worden?
Hongerende grijsaarls en kinderen I
Kolossaal groot is het aantal Duitsche
kinderen en grijsaarts, dat dag aan dag de
deuren van de bewoners van Kerkrade komt
plat loopen. Allen klagen bitter over den
honger en de armoede, zy vragen brood,
aardappelen en alles wat maar eetbaar is:
midden in den nacht worden de kleine
zwervers in het dorp aangetroffen. Zy zien
er physiek allertreurigst uit, zegt De Tijd!
Onder buurvrouwen.
Al maandenlang hebben twee buurvrou
wen op het Amstelveld te Amsterdam da
gelijks de grootste ruzie. Scheldpartijen en
beleedigingen wegens woeker en andere
hebbelijkheden waren aan de orde van den
dag. Eindelijk is het tot een uitbarsting
gekomen. Toen de juffrouw van een hoog
de juffrouw van twee hoog op de gemeen
schappelijke trap tegenkwam. Bij de woor
denwisseling, die hierop volgde, sloeg de
eene juffrouw de andere met een byl op
het hoofd. Het slachtoffer werd naar het
Wilhelminagasthuis gebracht, waarna ze
na te zijn verbonden naar huis kon terug-
keeren.
De goedhartigheid van een arm vrouwtje
ruim beloond!
Een der groote Amsterdamsche geld mag
naten werd in een der Amsterdamsche
ziekenhuizen verpleegd.
Herstellend kreeg hy van den geneesheer
verlof zich eens naar z'n huis te begeven,
maar de dokter verbood hem daar heen te
loopeD.
Hy ging met de tram. Als het zijn beurt
is te betalen tast hij in alle zakken, maar
bevindt, dat hij geen geld by zich heeft,
zoodat hy geen tramkaartje betalen kan.
En zyn crediet in de tram blijkt niet
groot. Hy vraagt den conducteur hem het
geld voor te schieten, maar deze is weiger
achtig. Hy zegt den heer, dat hy aan de
volgende halte moet uitstappen. Deze ver
telt, dat hy uit het ziekenhuis komt, maar
het helpt niets.
In de tram zit ook een vrouwtje, schraal
tjes net, maar heel armoedig gekleed. Zy
vraagt aan den man zonder geld of zij hem
een dubbeltje mag voorschieten.
De conducteur meent haar te moeten
waarschuwen, ze zal het nooit terug zien.
Maar het vrouwtje geeft bet dubbeltje, de
zieke koopt zich een retour en vraagt het
vrouwtje haar adres om het geld te kunnen
teruggeven.
De bekende geldmagnaat liet onderzoek
doen en nu bleek, dat het menschje, van
wie hy een dubbeltje geleend had, in zeer
behoeftige omstandigheden leefde. Zy ont
ving een paar dagen later een wissel van
f 1000 en 10 cent.
'tls te hopen, dat de conducteur het leest.
Het geval is beslist historisch. R. N.
Kunstmestdistributie.
De Kunstmestcommissie maakt bekend,
dat ten behoeve van de bemesting voor
den oogst 1917—1918 binnenkort gelegen
heid zal worden gegeven tot het besteilen
van superfosfaat, zwavelzure ammoniak,
cbilisalpeter, ammoniak, super en groente-
mest.
Aan eiken besteller, die een bestelkaart
voor 1916 1917 heeft ingediend met
uitzondering der bestellers by den kleln-
verkoop zal thans rechtstreeks eene
bestelkaart voor 1917—1918 worden toege
zonden, dus ook aan wier aanvragen destijds
werden afgewezen.
Voor belanghebbenden, welke tot dusver
geen bestellingen by de commissie indienden,
zullen bestelkaarten worden verkrijgbaar
gesteld bij de daartoe aangewezen hande
laren.
Tegelijkertijd zal de gelegenheid worden
opengesteld, voor gebruikers van minder
dan 2 H.A. land, tot het bestellen van
superfosfaat, zwavelzure ammoniak en cbili
salpeter, door bemiddeling van de afdee-
lingssecretarissen der Provinciale Landbouw-
maalschappijen en bonden.
De prijzen der meststoffen voor het seizoen
1917/18 zullen vrij zeker niet minder bedra
gen dan voor superfosfaat f 12, zwavelzure
ammoniak f 40, cbilisalpeter f 35, ammoniak
super 7X9 /25, groentemest 5X6X8 22,
alles per 100 K.G., met inbegrip van de
provisie voor den handel, doch zonder
boot- spoor- en andere vrachten van de ber
kende plaatsen van levering.
Vergoeding voor inkwartiering met
voeding enz.
Krachtens het Kon. besluit van 28 Oct.
1915 brengt de minister van Oorlog ter
kennis, dat de schadeloosstellingen tot uit
voering van de Ink wa.rtieringswet, zooals
dat besluit sedert herhaaldelijk is gewijzigd,
te rekenen van 1 Juli 1917 voor de militai
ren en voor andere personen, die uit den
aard van hunnne betrekking geacht worden
b(j het krijgsvolk te bebooren, nogmaals
worden verhoogd met een bedrag van f 0.10,
en alzoo nader worden vastgesteld op f 1.10
voor huisvetting met voeding van een mili
tair, buitengewoon kommies zijnde: 1 voor
huisvesting met voeding van een militair
beneden den rang van officier, geen buiten
gewoon kommies zijnde; ƒ0.80 voor voeding
zonder huisvetting door de ingezetenen en
voor de hoeveelheid spijs en drank of levens
middelen. (St.-Ct.)
De ruilhandel der Regeering in aardappelen
en steenkolen.
Sinds omstreeks Februari levert de Duit
sche mijnindustrie aan hier te lande geves
tigde importeurs eene hoeveelheid van on
geveer 350,000 ton steenkool per maand,
terwijl sindsdien de import, van Engelsche
kolen stil ligt, hoofdzakelijk als gevolg van
den onbeperkten duikbootoorlog. Wel wor
den van tijd tot tijd ten behoeve van spe
ciale industrieën beperkte hooveelheden uit
Engeland aangevoerd, maar deze zinken in
het niet tegenover het quantum van 220,000
ton, dat indertijd was toegezegd.
Van Duitsche zyde is bij de levering van
steenkool vooropgesteld, dat in ruil daar
voor landbouwproducten zouden worden
geëxporteerd, overeenkomstig het tusschen
het Lapdbouw Export-Bureau en de Deut
sche Handelsstellung Den Haag afgesloten
provisorium. Zoo zal van de teelt der vroege
aardappelen 25 0/0 naar Duitschland worden
uitgevoerd. Intusschen wordt ook geëxpor
teerd in verband met het tusschen het L.
E. B. en de General Trading Cy gesloten
agreement.
In totaal gaat de helft, voor zoover die
niet uitsluitend in het binnenland moet
worden geveild, de grenzen over.
Verhoudingsgewijze is dat evenveel als
ten vorige jare. Toen bedroeg de totaal
export 5000 wagons a 10,000 kg. en thans
zal de hoeveelheid waarschijnlijk geringer
zijn. Wij vernemen nog, dat het quantum
aardappelen van den ouden oogst, bestemd
om naar Engeland te worden uitgevoerd,
12,000 ton bedraagd. In verband met de
geringe houdbaarheid der nieuwe aardap
pelen zijn de oude een meer begeerd pro
duct dan de vioege.
Ten slotte kunnen wy mededeelen, dat
zich nog op dit oogenblik verschillende met
kolen geladen schepen in Engeland bevin
den, bestemd voor Nederlandsche impor
teurs, maar dat het uitvaien van deze vaar
tuigen belemmering ondervindt in verband
met de aan de betrokken reederijen gestel
den eisch voor elk schip, dat uitvaart, er
een van dezelfde grootte beschikbaar te
stellen ten dienste van bet vervoer van
steenkool van Engeland naar Frankrijk.
Tegen den smokkelhandel.
SLUIS. Alhier worden tegenwoordig druk
huiszoekingen gedaan en nietZondersucc.es
want hier en daar haalt men verboden
waren voor den dag. Sluis werd dan ook
een smokkelplaatsje. Voorbeelden trekken.
Er werd daar met den uitvoer, waarin de
bekende en beruchte dokter Dumont, van
Brugge, lid van den Raad van Vlaanderen
en O. W.-er, zoo'n rol speelt, veel geld ver
diend. Men sprak er over 100.000 mark als
over een kleinigheid en stelde er in den
koers van de Mark zooveel belang als op
de beurs; maar aan de grens heerschtook
favoritisme. Weinigen zyn uitverkoren om
met pacha Dumont te mogen handelen,
Vandaar, dat anderen op hun manier wat
willen verdienen. By dien uitvoer kan men
gemakkelijk allerlei afspraakjes maken. Ook
velen kennen de Duitsche soldaten by hun
voornaam. Er is verbroedering. Zyne Majes
teit het geld brengt de harten samen. Dat
er daar op een boogscheut afstands burgers
met wie men vroeger verkeerde, als slaven
onder de Duitsche zweep moeten werken,
dat men te Knokke en Heyst, waar men in
vredestyd als eigen zonen van 'tland welkom
was, honger lijdt... och, sentimenteel kan
men nu niet zyn. En sommigen zullen nog
met iets teeders in de stem, als beroerde
diep medelijden 't harte, u zeggen dat men
juist voor die ongelukkigen smokkelt, al
weten ze heel goed, dat alles naar de soldaten
gaat. En valt er iets voor de burgers af,
dan is het tegen woekerprijs.
Zoo breidde de smokkelplaag zich uit. Maai
de overheid treedt streng op. Men maakt
tegenwoordig korte metten. En zoo is er hoop
dat ook hier 't smokkelbedrijf spoedig onder
drukt zal zijn.
Alles bezet.
MAASTRICHT. Niettegenstaande er pas
een zolderverdieping is ingericht voor de
voorloopige opsluiting der smokkelaars of
wel voor hen die wegens verboden uitvoer
of verboden vervoer, voorloopigin hechtenis
worden gesteld, is het Huis van bewaring
alhier en tevens de andere inrichtingen van
dien aard zoowel hier als elders zoo stamp
vol, dat er geen plaats meer open is. Vooral
de „fine fleur" van het vreemde element is
sterk vertegenwoordigd. Het is te hopen,
dat spoedig voor de minst gevaarlijke ele
menten onder hen, een a part kamp wordt
geopend, waar zij in hun eigen onderhoud
kunnen voorzien, of waar ten minste deze
rijks-logeer-„gasten" nuttigen arbeid vinden.
Een kranige redding.
BLOKZIJL, 19 Juni. Gisteravond circa 7
uur viel het 7-jarig zoontje van Dose, alhier,
onopgemerktinhetdiepe vaar water. Me vrouw
J. W. Loos— De Vogel, de vroegere secre-
resse van deRotterdamscheDameszwemclub
„Lotos", thans hier woonachtig, toevallig
uit haar raam ziende, bemerkte het knaapje
in reeds zinkenden toestand. Direct spoedde
zij zich naar de plaats, waar het knaapje
gezonken was,' ontdeed zich van haar
schoeisel sprong zonder aarzeling het kind
na en mocht het genoegen smaken het
behouden boven te brengen, waarop zy, al
zwemmende den wal bereikte en het knaapje
aan de toegesnelde aanwezigen overreikt 3.
Inbraak.
GORINCHEM. In den afgeloopen nacht
zjjn drie beruchte Rotterdamsche individuen
door de gemeentepolitie gearresteerd, terwijl
zij bezig waren om in een handelskantoor
in te breken. Zy waren in 't bezit van een
tasch met inbrekersgereedschappen.
Doof een zeis gedood
MILHEIJE (N.-B.) Een vreeselij
trof den 26jarigen landbouwer if,
alhier. Doordat zyn paard schroll
hy zoo te vallen, dat de zeis diej
zijde drong, waardoor de ougeluiH
de plaats dood bleef.
Voorzitter Eerste Kamer I
By kon. besluit is tot voorzitit-l
Eerste Kamer der Staten Generaal gel
de buitengewone vergadering derl
Generaal, die zal aanvangen op Dol
28 Juni 1917, benoemd J.J.G. bal
Voorst tot Voorst, lid van die Karl
(19
De Hijnwerkers actie. I
Men schrijft ons van de zijde van I
Ned. Mijnwerkersbond:
Merkwaardig is de groote hoeveel
richten, welke over de actie der Limtl
mijnwerkers de ronde doen,
Waar echter het Nederlandsche ver
heeft omtrent de stand van zaken, jul
licht te worden.
De werkelijke stand van zakerl
men die te midden der mijnwerkr
king, en met alle geledingen er I
aanmerking komende, kan waarnel
de volgende:
Er heerscht in het (mynrevier) gel
geruimen tijd een groote ontevrederl
de arbeiders. De duurte, vooral klernl
de mijnstreek ,desteedsintensieverero
en nog meer factoren, deden de onL
heid aangroeien.
De aandrang der mijnwerkers
Ned. Mijnwerkersbond overgaan tot
geestdrift begroette actie. Allereer:
geéischt een minimum loon en de hen
van het arbeidsreglement, met all
naamste onderdeel, de invoering v
8-uren dag. Deze actie sloeg in.
meetings, zooals de mijnstreek ze niet»
ondersteunden de eiscben van de.
Mijnwerkersbond. Zondag 10 Juni vl
laatste serie van 12 zeer druk b
vergaderingen gehouden.
Van den beginne af was hetstrev,
den Ned. Mijnwerkersbond er op f
zonder stagnatie in de kolenwinning,
tot een goed einde te brengen. Reeds el
moest een spontaan, door de myntjï
voorbereide staking, waarvoor de maiij
reeds gedrukt waren, onderdrukt tl
Een tot driemaal toe herhaalde co D
tie met de directies der Staats en n
liere mijnen, leverde echter geen
resultaat op, dan dat eenige concessl
opzichte van scheidsgerecht, boete en
toeslag werden gedaan, maar de voel
ste eischen het minimum loon en de,
dag werden afgewezen.
De actie is hiermede een ernstige
ingegaan. Zondag 17 Juni hield <i
Mijnwerkersbond een besturen-fonfe
waar de stand van zaken besproken
Met genoegen werd kennis genomt
de toegestane concessies, maar onvel
werden de eischen aangaande min
loon en 8-uren arbeidsdag gehindba
De situatie is op dit oogenblik zól
de eene zyde rekenen de myndirectl
eenige voor hen gunstige factoren. Z
kennen niet dat bij de huidige gJ
conjuctuur in het bedrijf de eischel
inwilliging vatbaar zjjn. Zij rekenen
op den Christelijk6n Mijnwerkersboil
aan de actie zyn steun heeft onthei
op de afhankelijkheid der Belgisch'
terneerden, benevens op eenige andej
gelijkheden.
Aan de andere zijde rekent de Ned.
Bond op zyn georganiseerde macht, 1
laatste weken met pl.m. 1500 leden t
en nog toeneemt.; op dealgemeenesym
voor zyn eischen, niet alleen by zyn
maar ook bij de ongeorganiseerden e
bij een zeer groot deel der leden va
Christelijken Bond, die de houding v;
hoofdbestuur betreuren.
Een mogelijkheid is nog, dat de regj
een poging tot arbitrage zal doen.
Een zoodanige arbitrage zou door de
Mynw. Bond niet gevreesd worden,
deze uit, dan staan ons ernstige dat
wachten.
Weinig hoop op vrede.
Ook de Hongaarsche Houvedministel
zich nu uitgelaten, dat er nog wel een
ja zelfs een vijfde oorlogswinter mot!
den verwacht, en wel op grond dal
dat er nog geen grondslag voor oJ
stemming is gevonden, en de Vere
Staten zyn besloten in Europa n
vechten.
Deze minister, die zegt, dat hy het
sche optimisme niet deelt, maakt ziel
baar ook niet de dupe van de in de ca
landen gangbare, althans gepropag
illussie, dat de duikbootoorlog in sta
*z\jn de entente te dwingen den oorlo;
geven. Te dien opzichte deelt dan de mi
de opvatting, die daarover buiten Di
land overheerschend is, namelijk, t
duikbootoorlog voor de entente wel h
hoogst lastig is en wel als een belemmt
factor voor de oorlogvoering in rek
nrag worden gebracht, maar toch nit
zeer, dat hij bijvoorbeeld kan verhin