Buitenland.
2
in groote meerderheid er toe meege
werkt heeft de mo lie-Limburg te doen
verwerpen.
l)e uitoop van de heele zaak is, zoo
als wij onzen lezers niet behoeven te
zeggen, voor ons teleurstelling; wij had
den naast de paeilicatie op onderwijs
gebied ook zoo gaarne die op sociaai-
verzekeringsgebied tot stand zien ko
men. Ln de Rechterzijde blijft de schuld
dragen, dat zoovele ouden van dagen,
die geen arbeider zijn in den zin dei-
wet, verstoken blijven van het Ouder
domspensioen Taltna. En nu tracht zij
wel de meening ingang te doen vinden,
dat de Nederlandsehe arbeider wan
hopig is, omdat hij den zegen van de
Invaliditeitsverzekering nog niet deel
achtig werd, maar deze arbeider blijft
daaronder zoo koud als een steen
iedere manitestatie ten behoeve van
die wet bleef toch uit. Ten slotte zij
gewezen op de misleidende voorstelling
van Rechts, dat deze Regeering de in
voering van Talma's wetten opzettelijk
zou hebben vertraagd. De oorlog slechts
heett de schuld daarvan, ware die er
niet geweest, de Staten-Generaal had
den reeds in 1915 eene keuze kuunen
doen tusschen de ongewijzigde invoe
ring van de wetten-Talma en de verbe
terde editie-Treub, en dat in het stel
len van die keuze niets onconstitutio
neels lag, is indertijd door niemand min
der dan den heer Lohman erkend.
De Positie van ons Parlement.
De interpellatie-Warchant over de
oproeping van de landstormjaarklasse
1908 is ten slotte geheel in bet zand
vertoopen, doordat de logische conse
quentie van zijn optreden door den
interpeilant niet werd aangedurfd, te
weten eene motie van afkeuring tegen
het geheele Kabinet. Eene motie, die
natuurlijk met overgroote meerderheid
verworpen zou zijn, wat echter voor den
interpeilant geen reden mocht zijn van
het indienen daarvan af te zienwie in
zulke zaken A zegt, moet voor de B
niet terugdeinzen.
Wij voor ons vinden het jammer,
dat door het onhandig optreden van
den heer Marchant de positie van het
Parlement, die hij zeer terecht ver
zwakt noemde, alweer iets minder is
versterkt. Wat is toch grooter bewijs
van zwakheid dan de Regeering toe te
roepen: Wij zouden ons volle recht wel
laten gelden, als gij niet onmisbaar
waart; daarin ligt eerder vrijbrief om
het Parlement in het vervolg als quan-
tité negligeable te beschouwen, dan waar
schuwing om weer op den rechten weg
te komen. Inderdaad, als men de rede
van den heer Marchant, hoe knap die
ook in. menig opzicht was, legt naast
het Voorloopig Verslag over de Export-
Centrale, dan zal ieder onbevooroordeelde
moeten erkennen, dat in dat laatste stuk
op veel beter, veel ernstiger en bezadig
der wijze opgekomen is voor de rechten
des Parlements, dat zich niet kan en
mag tevreden stellen met vage inlichtin
gen van de Regeering nopens hare plan
nen en bedoelingen.
Het zou echter onbillijk zijn de schuld
van de verzwakte positie van het Parle
ment uitsluitend of zelfs in de eerste
plaats aan de Regeering te wijten. Op
1 Augustus 1914 hebben de Staten-Gene
raal in 's lands belang, en den oorlog
van korten duur rekenende, zich uit
kon, besloot zij met de grootste zorgvuldigheid
te doen, wat hjj gaarne had, opdat, wanneer zij
hem zag, hij haar mocht vinden, zooals hij haar
verlangde.
Zij had nu uitgeweend, en toen het laatste
gezang opgegeven was, hief zij het hoofd omhoog
en nam haar boek om het op te zoeken. Tot
hare groote verwondering zag zij Mijnheer
Lindsay aan het andere einde van de bank
zitten, met de armen over elkander, gelijk
iemand, die niet denkt aan hetgeen er rondom
hem voorvalt. Ellen was verschriktde inspraak
van haar hart volgende, die haar zeide, wat
hem aangenaam zou zijn, liep zij terstond de
bank door en stond naast hem. terwijl het laatste
gezang gezongen werd; en als Ellen dien namiddag
ook al aan het overige van de godsdienstoefening
geen deel genomen had, zoo vereenigde zij zich
met dit gezang toch van ganscher harte. Zjj
wandelden vervolgens naar huis, zonder beiden
een woord te spreken. Mijnheer Lindsay liet
hare hand niet los, voordat hij haar in de
bibliotheek gebracht had Daar deed hij haar
hoed en haar doek af, en haar in zjjne armen
nemende, riep hij uit:
Mjjn arme kleine lieveling! wat scheelden
vanmiddag toch?
Er was weder zulk eene vriendelijkheid in
zijn toon, dat Ellen, van blijdschap buit- n zich
zelve, zjjne liefkoozingen hartelijk beantwoordde
en hem verzekerde, dat haar nu niets meer
deerde,
Niets? zeide hjj, haar gelaat teeder tegen
eigen beweging ietwat teruggetrokken
van het terrein, waarop hun volle
zeggenschap toekomt. En nu de oorlog
lang duurt, is het moeilijk den evenaar
weer in het huisje terug te brengen,
en ongelukkiger object om daartoe eene
poging te doen, was er niet te vinden
dan de landstormquaestie. In de eerste
plaats, omdat de Kamer in zake de defen
sie in hare overgroote meerderheid (ook
Dr. Bos stond op dat standpunt), aan
de Regeering de vrije band liet; in de
tweede plaats, omdat bet zoo uiterst
moeilijk is voor een Kamerlid om te
beoordeelen of de Regeering in deze al
of niet mis was. De heer Marchant heeft
wel du haut de sa grandeur verklaard,
dat Minister Rambonnet niet competent
was, om zich een oordeel te vormen
over de vraag of op het besluit, om de
landstormjaarklasse 1908 op te roepen,
nog kon teruggekomen worden, maar
wij zouden toch de vraag willen stellen,
of een Minister, die de leiding van een
der takken van defensie voor zijne reke
ning heeft, en die in den Ministerraad
aan de overweging deel heeft genomen,
of dat nog kon, daartoe niet meer be
voegd is dan de legerspecialiteit Marchant,
die de provinciale adjudanten met
de militiecommissarissen verwarde.
Wij hopen, en daar geeft het wetsont
werp op de Export-Centrale alle aanlei
ding toe, dat de vraag van de positie van
het Parlement, nog eens, maar dan door
de geheele Kamer, op bezadigde wijze
onder de oogen zal worden gezien.
De Concentratie en de gemengde
Vrijzinnige Kiesvereenigingen.
In de laatstgehouden vergadering van
de Centrale Liberale Kiesvereeniging in
het district Ridderkerk, kwam o. m.
in behandeling de dreigende beëindi
ging van de Concentratie in 1918.
Met algemeene stemmen werd beslo
ten, dat door deze Centrale eene actie
zal worden gevoerd, waarbij de mede
werking van alle vrijzinnige kiesvereeni
gingen zal worden gevraagd, om de
versnippering van krachten, die het ge
volg van de voortgezette scheuring zou
zijn, te voorkomen. Daartoe zal, zoo
dra de Juniverkiezingen achter den rug
zijn, een manifest tot de Kiesvereni
gingen worden" gericht.
De Centrale meent, dat van bene
den af, door de kiezers getracht moet
worden om de groote liberale partij in
ons land bij elkaar te houden, tegen
over het h. i. verderfelijk pogen der Par
tijbesturen, die op doorgezette splitsing,
scheiding en verbrokkeling aansturen.
De vrijzinnigen zijn in dit district
steeds in een Centrale vereenigd ge
weest, in eene organisatie, waarvoor
allen plaats was, en 'tis juist
alleen daardoor geweest, dat
die organisatie de kracht kon
ontwikkelen, waardoor hetin
1913 gelukte het district, dat
zestien jaar lang in Recht-
sche handen was, te veroveren.
Een rede van generaal Alexejef.
Generaal Alexejef heeft een treffende toe
spraak tot de afgevaardigden der soldaten
aan het front gehouden, die in het groote
hoofdkwartier vergaderd waren. Hij ver-
klaatde hun, dat zij moesten weten, dat het
het zijne drukkende, niets? en dat niet zulke
bleeke wangen, en natte oogen deert u nu niets
Ellen?
Ach, ik ben zoo blip u weder zoo vriendelijk
tegen mij te hooren spreken. Mijnheer.
Vriendelijk? wel, ik wil uooit anders dan
vriendelijk tegen u spreken, mijne dochter;
kom! ik wil geene tranen meer zién, ge hebt er
vandaag genoeg vergoten, dunkt mijlicht uw
hoofd op, dan zal ik ze wegkussen, Wat scheelde
er toch aan, mijn kind?
Hij moest evenwel een poosje op antwoord
wachten,
Wat was het, Ellen?
Vooreerst, zeide Ellen, was ik bedroefd
over hetgeen ik u gezegd had,Mijnheer, even
voordat ik heenging.
Hoezoo
Ik wilde u in den waan brengen, dat het
was, om de stad en de nieuwe gezichten te zien,
waarom ik naar de kerk wenschte te gaan,
en dat was het in 't geheel niet.
Wat was het dan?
Ellen aarzelde.
Ik ben altijd graag naar de kerk gegaan,
Mijnheer, en behalve dat geloof ik, dat ik
verlangde alleen te zijn.
En mpt dal al waart ge toch niet alleen,
zeide Mijnheer Lindsay, hare wang nogmaals
tegen de zijne drukkende, want ik volgde u
daarheen Maar, Ellen, mijn kind, ge hebt u
zonder reden bedroefdmaar ge hebt niets gezegd
dat niet waar was.
aantal vijandelijke troepen tegenover hun
front steeds afneemt en gaf er zijn droef
heid over te keDnen, dat hij moest zieD, hoe
een leger van anderhalf millioen soldaten
tot patrouilles is gereduceerd,
„Ik richt een smeekbede en een bevel tot
u: Zegt aan uwe kameraden in den oorlog,
dat ik groote offers van hen verwacht. Ik
zelf zal spoedig naar de eerste linie ver
trekken, in de hoop, dat het leger zich zal
keeren tegen een misschien nog sterken,
maar toch reeds verzwakkenden vijand. Gil
moet hem de voorwaarden opleggen van
een vrede, waaruit Rusland niet verminkt,
verkleind en zwak te voorschijn treedt.
SÏen kan den ooilog ten onzen koste eiudi
gen. Als onze bondgenooten het vertrouwen
in ons verliezen, zullen zij dan onze vrienden
blijven? Maar onze vjjamlen zullen steeds
onze vijanden blijvenZullen wij die schande
kunnen overleven
Als wij dezen oorlog eerlijk uitvechten,
dan zullen wij onze kinderen en kindskin
deren onbevreesd in het gelaat kunnen zien.
Wek het geweten uwer makkers op, en ik
zal u eerbiedig diep groeten als gij dien
plicht vervult."
De generaal nam zijn uniformpet af en
groette onder de toejuichingen der aanwe
zigen.
Een soldaat antwoordde den generaal als
volgt:
„Een nieuwe slrooming begint zich baan
te breken. De ziekte heeft een keer genomen.
Regimenten, divisies, gansche legercorpsen,
vragen om te mogen sterven en voorwaarts
te rukken. Wij zullen voorwaarts gaan,
volgens uw bevel."
Alexejef omhelsde den spreker en dankte
hem als een goed Russisch burger, die nog
den nationalen, scheppenden geest bezit.
„Ik verlaat u, met nieuw vertrouwen be
zield", verklaarde de generaal. „Ik heb nooit
geheel en al de hoop verloren, ik heb er
steeds op gerekend, dat wij onzen plicht zou
den vervullen. Somtijds sloop, in slapelooze
nachten, de twijfel mijn hart binnen, maar
nu ik met u gesproken heb, gevoel Ik mi)
verkwikt en gesterkt."
Een grootsche ovatie begroette deze woor
den van den generaal,
Duitsche verwachtingen over Amerika's
hulp in Europa.
Kapitein Meyer bespreekt in het St. Galler
Tagblatt de vooruitzichten op de hulp van
Amerika op het_ gevechtsterrein in Europa,
Wanneer al mag worden aangenomen, dat
de Unie begin October een half millioeD
strijders heeft afgericht, die vervoerd moeten
worden, dan heeft zij daartoe, telkeu male
als zij twee legerkorpsen wil traDsporteeren
een millioen ton seheepsruimte noodig. In
October zal deze ruimte echter zeker niet
meer beschikbaar zijn, omdat dan ten minste
twee tot twee en een half millioen seheeps
ruimte meer tot zinken gebracht zal zijn.
Zelfs wanneer die door aanbouw van nieuwe
schepen en door indienststeliing van Duit
sche schepen wél beschikbaar zou zijn, zou
het nog zes of zeven maanden duren voor
een half millioen Amerikaanscbe troepen
in Europa zou zijn. Gedurende den heelen
winter zou dus een millioen ton aan het
verdere verkeer onttrokken zijn. Later zou
de verzorging van die troepen duurzaam
een half millioen ton in beslag nemen. Het
probleem van de vrachtruimte ontvouwt
zich hier in ai zijn ingewikkeldheid.
Uit bovenstaande beschouwing blijkt, dat
de veronderstelling, dat Amerika met een
of zelfs twee millioen man aan den oorlog
in Europa zou kunnen deelnemen tot het
gebied der phantasie behoort.
Uit de Fransche Kamer.
PARIJS. De motie van vertrouwen, die
de Kamer met 453 tegen 55 stemmen heeft
aangenomen als gevolg van de gedachten-
wisseling in geheime vergadering naar aan
leiding van de interpellatie betreffende de
conferentie te Stockholm, luidt als volgt:
De Kamer van afgevaardigden, directe
uitdrukking van de souvereiniteit van het
Ach, Mijnheer, maar ik heb u toch iels
wijsgemaakt.
op mijn woord, zeide Mijnheer Lindsay, ge
kunt verbazend redeneeren. En houdt gjj altjjd
de balans zoo recht?
Ik wenschte wel, dat ik het deedge ziet
echfer, dat het niet zoo is. Maar dat weet ik,
dal ik van al het andere een afkeer heb.
Nu, ik wil niet met u over de waarheid
twisten, zeide Mijnheer Lindsay, ik wenschte
wel, dat er in de wereld wat ineer van was.
Was dit nu de oorzaak van al die tranen van
middag?
Ik wenschte, da( ge mij niet verder vroeg 1,
ik bid u, doe het niet! ik zal u weder boos
maken,
- [k zal niet boos worden.
Ik dacht aan Mijnheer Humphreys, zeide
Ellen op een zachten toon.
Wie is dat.
Ge weet, Mijnheer, ge hebt gezegd, dat
ik hem den naam niet mocht geven van
Wat dacht ge van hem?
Ik verlangde zoo, hem nog eens weer te zien.
Wel, ge zijt oprecht, zeide Mijnheer Lindsay,
of brutaler dan ik meende.
Ge zeidet, dat ge niet boos zoudt worden,
Mijnheer,
Dat zal ik ook niel, mijne dochter; maar
wal moei ik toch doen, om u die menschen te
doen vergeten
Niets, Mijnheer;, ik kan ze niet. vergeten;
ik zou uwe liefde in het geheel niet verdienen,
Fransche volk, richt tot de Russische demo-
kratie en de andere demokratieên haar
groet. Zich eens verklarend met het een
stemmig protest, dat de vertegenwoordigers
van Elzas-Lotharingen dat haars ondanks
aan Frankrijk was ontrukt in de uationale
vergadering deden hooren, verklaart de
Kamer van den oorlog, die aan Europa is
opgelegd door de aanranding door het
imperialistische Duitschland, met bevrijding
van het bezette gebied den terugkeer van
Elzas-Lotharingen tot het moederland te
verwachten en een rechtvaaidige schade
vergoeding. Verre verwijderd van de ge
dachte aan verovering en onderwerping van
vreemde volken, rekem de Kamer erop, dat
de inspanning van het leger der Republiek
en van de legers der bondgenooten zal ver
oorloven om, wanneer het Pruisische mili
tairisme geslagen is, duurzame waarborgen
te verkrijgen voor den vrede en de onaf
hankelijkheid der groote en kleine volken
in de van nu af voorbereide vereeniging
van naties. De Kamer stelt vertrouwen in
de regeering om dit resultaat te verkrijgen
door militaire en diplomatieke samenwer
king onder alle bondgenooten. Elke toe
voeging afwijzend gaat de Kamer tot de
orde van den dag over.
Zweden en de duikboot-oorlog.
Als een maatregel tegen het tot zinken
brengen van Zweedsehe schepen door de
Duitschers heeft Branting voorgesteld, dat
Zweden verbiedt, iizererts naar Duitschland
uit te voeren en een razzia begint tegen het
Duitsche spionnenwezen, dat in Zweden zoo
floreert.
Hti' schrijft, dat het tot zinken brengen
van Zweedsehe handelsschepen, in den laat-
sten tijd, de algemeene verbittering over
Duitschlands oorlogsmethoden nog vergroot
heeft. Hoewel de tot ziDken gebrachte sche
pen blokkade-brekers waren, is het opnieuw
bewezen tot welke barbaarschheid de Duit
sche duikboot oorlog terugvoert. Bij de ge
wone, volkenrechtelijk erkende blokkade
loopen blokkade-brekers het gevaar, voor een
prijsgerecht te worden gebracht, maar de
duikboot-blokkade is geen systematische ver
sperring, doch een loerend gevaar, dat zich
sporadisch toont, en eischt slachtoffers. Als
erkenning van hun onmacht om tegen sche
pen op te treden, grijpen de Duitschers naar
't laatste middel: vernietigen.
Bij de algemeen volkenrechtelijk erkende
blokkade is het gevaar voor menschenlevens
betrekkelijk klein; de duikboot daarentegen
bekommert er zich niet om, dat het leven
der neutralen op de meest stuitende wijze
ten offer wordt gebracht.
Van Noorscbe zijde weet men met volle
zekerheid, dat duikboot-commandanten in
koeien bloede het vuur hebben geopend op
schepelingen, die zich reeds in de booten
bevonden, om ze zooals het heet „te lee-
ren niet weer in «en vrij zeegebied te komen,
dat de Duitsche terreur als haar „souverein
gebied" heeft afgekondigd."
De Ver. Staten en de onzydigen.
De Times schrijft: Zweden, Noorwegen,
Denemarken en Nederland vragen meer
voedsel van ons dan wij kunnen verstrekken.
Misschien hebben wij in de komende 12
maanden niet genoeg om in onze eigen
behoeften en die onzer bondgenooten in
Europa te voorzien. Canada heeft de vorige
week besloten zijn graan voortaan alleen
aan bondgenooten te leveten en misschien
zullen wij hetzelfde doen. Men gelooft hier
dat een deel van het uitgevoerde graan
naar Duitschland is gegaan; Noorsche werk
lieden verzekeren, dat Noorsche schepen
zulk graan overzee hebben vervoerd. Amerika
moet eerst zijn bondgenooten voorzien, voor
het aan onzijdigen verkoopt. Indien de
onzydigen van Noord-Europa meenen Acne-
rikaansch graan noodig te hebben, zullen
zij wellicht ervaren het alleen te kunnen
krijgen, als zij zich bij Engeland en Frank
rijk aansluiten en Duitschland den oorlog
verklaren.
als ik dat doen kon. Vergun mij, hen te blijven
liefbebbeu, en wees daarom niet boos op mij.
Maar het is mij niet genoeg, u hier te heb
ben, terwijl uw hart ergens anders is.
Ik zou al een bedroefd klein hart moeien
hebben, zeide Ellen, te midden van hare tranen
glimlachende, als er slechts ruimle in wasvoor
één nrensch.
Ellen, zeide Mijnheer Lindsay uitvorschend,
maakt ge mij daar geen onwaarheid diets?
Neen, Mijnheer.
In die oogen is eerlijkheid te lezen, zeide
hij, als er tenminste ergeus eerlijkheid in de
wereld is. Ik ben voldaan, dai wil zeggen,
half voldaan. Komaan, ga daar nu wat liggen,
inijne kleine dochter, en rust wat, zeide hij, haar
naar de sofa geleidende, ge ziet er wel uit, alsof
ge rust noodig hadt.
Ik heb nu niels meer noodig, zeide Ellen,
terwyl zij haar hoofd op het zachte kussen neer
legde, behalve één ding. dal grootmoeder het
mij ook vergeven wil.
Ge mooi zorgen, uwe grootmoeder niet te'
heleedigen, Ellen, want zij vergeel'! nist gemak
kelijk; ik denk echter, dal wij dit wel zullen
vereffenen. Ga nu wat slapen.
Ik wilde wel eens weten, zeide Ellen glim
lachende, terwijl zjj bare oogen dichtdeed, waarom
iedereen mij .klein" noemt: ik ben toch,dunkt
mij, zoo klein niet. Iedereen zegt „klein".
(Wordt vervolgd.)