Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
waarin tevens opgenomen de „ONZE EILANDEN".
I7de Jaargang
Zaterdag 9 Juni 1917.
No. 31
Uitgave der
Flakkeesche
Boek- en Handelsdrukkerij
te MIDDELHARNIS
VOORUIT!"
Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Nieuwe groepeering.
De Vrijzinnige-democralen wist n zeer
goed wat ze deden, toen ze in hun brief,
waarin ze de voortzetting der Concen
tratie afwezen, tevens een pleidooi hielden
voor tweeërlei partijgroepeering der vrij
zinnigen, eene van den linkervleugel en
eene van den rechtervleugel, of, wil men
zeggen van de vrijzinnige democraten
en van de vrijzinnige behoudenden.
Waar zou dit echter in de practijk op
uitloopen? Natuurlijk nergens anders op
dan op een verdwijnen van de I.. U.,
wat gelijk zou staan rnet de nederlaag
van de vrijzinnige beginselen voor jaren.
Wij zouden krijgen eene versterking
van den Vrijzinnig-Democratischen Bond,
die ze thans meer dan ooit behoeft, nu
meer dan één van zijn invloedrijke leden
dien Bond om zijn polttiek den rug beeft
toegekeerd, of de positie heelt ingeno
men van iemand, die nog lid is en er
niet meer aan doeten wij zouden zeker
tai van leden van de L. U. krijgen, die,
hoewel principieel de Vrijzinnig-Demo
cratische wenschen beamende, er niet
toe zouden te bewegen zijn zich bij die
partij aan te sluiten om haar optieden
in de politiek, en die er evenmin aan
denken zouden zich bij de Vrije Liberalen
te laten inlijven. Daargelaten, dat het
doctrinarisme en de inquisitoriale geest
van de V. D. hen het recht zouden doen
opeischen te toetsen wie van de L. U.
waardig zou zijn de Vrijzinnig-Democra
tische partij binnen 1e treden, en wie
in de termen zou vallen in de Vrije
Liberale gelederen zijne toevlucht te
zoeken. Eene fusie tusschen Unie Libe
ralen en Vrije Liberalen zou eveneens
ten gevolge hebben, dat misschien een
deel der Unie-Liberalen daartegen geen
bezwaar zou hebben, dat misschien een
ander deel zich dientengevolge bij de
Vrijzinnig democraten zou aansluiten,
maar ook dan zou het overgroote deel
der L. U. op zichzelf blijven slaan. De
nieuwe groepeering, die de Vrijzinnig
democraten willen, en die in .-ehijuzoo
mooi is, dat enkelen uit onzen kring
daardoor ook bekoord zijn, zou inderdaad
dan ook nergens p neerkomen, dan dat
wij in plaats van drie, vier vrijzinnige
partijen zouden krijgen.
Of wij dan de tegenwoordige partij
groepeering logisch vinden? Dat zeer
zeker niet. Er is al dadelijk de hoofdfout,
dat de. Vrijzinnig democraten die de L. U.
hebben verlaten, toen deze in 1901 de
urgentie van het algemeen kiesrecht
niet erkende, niet zijn teruggekomen,
toen in 1908 deze niet algemeene stem
men in de L. U. is aanvaard. Dat zou
toen reeds de poliiieko constellatie enorm
hebben verbeterd, maar het is nu een
maal het noodlot van iedere doleerende
fractie, dat voor haar het oogenblik
komt, dat ze zoo gehecht raakt aan het
eigen kleine kerkje, dat ze niet meer
weet of ze hoopt dan wel of ze vreest,
dat ook de Moederkerk de juistheid zal
erkennen van de reden, waarom de afge
scheidenen uittrokken Maardanzijn
wij er nog niet; er is dunkt ons voor
de Vrije Liberalen geen reden, om, waar
nu ook zij in 1913 den eiscb van alge
meen kiesrecht hebben erkend, verdere
stappen te weigeren op den democrati
scher) weg, waar nu de stap van het
meeste belang is gedaaD. Dat zou bun
natuurlijk te staan komen op afval vau
hun uiterste rechtertiaclie, want het
gemeenschappelijk program zou beslist
democratisch moeten wezen, maar dat
zou toch geen verlies aan liberalen
zijn. Menscben b.v., die het goed recht
van de vakorganisatie ontkennen, betwis
ten wij den eerenaam van liberaal; in
welk licht komen zij b.v. te staan tegeu-
overonze geestelijke liberale voorouders,
die nog geen democraten waren en die
juist door hun liberaal beginsel er
toe kwamen, het goed recht van staking
voor de arbeiders te erkennen?
FEUILLETON.
DE WIJDE, WIJDE WERELD
ELIZABETH WETHERELL.
««••nthnrlseerile orerdruk tmj het «eltjknamis: hook, T«r-
«ehenon hij do Firma P BOLLE fo Rotterdam.
96)
Ge wilt toch niet zeggen, zeide Mijnheer
Lindsay, dat die Mijnheer en Juffrouw Dinges
die menschen, ik ken hunne namen niet...
Er is nog slechts één. Mijnheer.
Nu, die persoon dan. dien ge uw broeder
noemt. wilt ge zeggen, dat ge voor hem
dezelfde genegenheid gevoelt, alsof hjj uw eigen
broeder was?
Neen. zeide Ellen, terwijl hare wangen
eensklaps begonnen te gloeien, wel duizend
maal meer!
In het volgende oogenblik speet liet haar ont
zaglijk, dat zjj dit gezegd had, daar zjj wist, dat
het hun ongenoegen in hooge mate gaande ge
maakt had. Er volgde geen antwoord. Ellen
durfde niemand aanzien, en had er ook geen
lust toe, zjj verlangde, dat hel stilzwijgen mocht
verbroken woiden; maar niets werd er gehoord
dan een zacht lang hm! van Mjjnheer Lindsay,
totdat hjj opstond en de kamer verliet. Ellen
hield er zich van overtuigd, dat bij zeer misnoegd
Wij moeten rius op den duut' weer
naar ééiie groote, maar dan ook gezond
democratische liberale partij, en waar wij
zelven wel inzien, dat fusie vau de drie
of zelfs fusie vau twee alleen door tactiek
gescheiden groepen met buitengewoon
groote moeilijkheden gepaard zou gaan,
is en blijft eene zeer krachtige L.Ü. on
misbaar om daartoe te geraken. Vandaar
dat wij steeds de Concentratie der drie
fracties hebben voorgestaan, vooislaan
en zullen voorstaan, omdat ieder geza
menlijk program nader tot fusie leidt,
en omdat ieder stuk democratie, dat
veroverd wordt, zooals door de Concen
tratie van 1913 is geschied, het zaad van
nieuwe democratische overwinningen in
den schoot bergt.
Maar zegt „De Vrijzinnig-Demo
craat", dan zou men o k met de sociaal
democraten moeten samengaan. Eilieve,
zouden wij hierop willen antwoorden,
wanneer met dezen, dhr! iederen dag-
meer op den beganen grond komen, iets
voor de gezonde democratie te bereiken
is, waarom zouden de democratische
vrijzinnigen dit afwijzen, en nog wel zij,
die hun heil verwachten in de toekomst,
zooals de Vrijzinnig-Democraten dat doen
van de democratische katholieken?
Wij vreezen echter met groote vreeze,
dat de conservatieve roede eerst heel hard
over ons heen zal moeten gaan, om het
juiste inzicht te geven. Maar als in 1918,
waarin onze kansen slecht zullen staan,
omdat, zooals Mr. Kolkman reeds zoo
terecht opmerkte, de ontevredenheid
altijd ten nadeele is van de meerderheid,
die aan het roer is, de zaak ganscbeliik
voor ons verknold wordt, dan zal men
hier, zooals in België, aan den lijve
voelen wat het zeggen wil een langdurig
tijdperk van clericale regeering te heb
ben. Dan zullen wij, om maar één ding
te noemen, een Tarief krijgen, dat onze
uitvoer op alle gebied nekt, al zal het
dan ook de belastingbiljetten verlagen,
en dan zullen de Vrijzinnigen, die daar
van de schuld dragen, elkaar kunnen
toeroepen: Vous l'ave/. vouiu George
Dandin. (Gij hebt het zelf gewild.)
En daarom geven wij de hoop nog
niet op, dal men nog tot beter inzicht
zal gerakenmen vergete niet, dat het
Hoofdbestuur der Viijzinig-democraten
de Concentratie heeft opgezegd, zonder
de part ij daarin te kennen.
was. Zelfs de dames waren te zeer beleedigd
om verder over dit onderwerp te spreken; en
haar werd slechts bevolen naar hare kamer te
gaan. Zij ging er'heen, zette zich op den grond
neer en bedekte haar gelaat met hare handen.
„Wat zal ik toch beginnen?" zeide zij hij zich
zelve. „Ik zal mijne tong nimmer kunnen be
dwingen!
Zij Irachte nu in at hare bezigheden en haar
gedrag onberispelijk te zijn, maar zij gevoelde
met droefheid, dat hare vrienden het haar niet
vergeven hadden. Al wat zij deden of zeiden,
was even koel; de hand van teederheid werd
niet meer op haar schouder gelegd; zij werd
niet meer in liefhebbende armen gesloten, gelijk
zij wel een keer of twaalt daags gewoon was;
er werden geene kussen op haar voorhoofd of
lippen gedrukt. liet deed haar meer aan van
Mijnheer Lindsay dan van de beide anderen;
de moed ontzonk haarmen had haar ver
boden. over hare afwezige vrienden te spreken,
maar dat was niet de rechte wijze om ze haar
te doen vergeten: en er verliep nauwelijksceDe
minuut op den dag, waarop haar broeder tiaar
niet in de gedachten was.
De Zondag brak aan, - haar eerste Zondag
te Edinburg. In den ochtend gingen allen naai
de kerk; des namiddags bemerkte Ellen dat
niemand ging; hare grootmoeder was wat gaan
liggen. Zij vroeg vergunning alleen Ie mogen gaan
Verlangt ge te gaan, omdat ge denkt, dat.
ge moet, of voor uw genoegen? zeide Mevrouw
Lindsay.
Compromis mislukt.
Zooals onzen lezers bekend is, heeft
de poging van Minister Lely, om ver
zoening te brengen tusschen de voor
standers van de Ouderdomspensionee-
ring en van de Verplichte Verzekering,
niet mogen baten. Geheel Rechts heeft
hare stem aan de Aanpassingswet ont
houden, en daarmede viel het compro
mis in stukken. Evenals dat de Grond
wetsherziening in de Eerste Kamer on
afwijsbaar werd door het enkele feit,
dat'de Tweede Kamer daaraan zoo goed
als unaniem hare stem had gegeven,
zoo zou het Ouderdomspensioen in on
zen senaat slechts kracht hebben ge
kregen door eene Aanpassingswet in
de Tweede Kamer, met zoo goed als
algemeene stemmen aangenomen. Met
het afkeurend votum van Rechts over
die wet, was het compromis zoo sterk
als eene porceleinen vaas, die iemand
uit de banden laat glippen. Eene na
tuurlijke beweging is het in zoo'n ge
val te trachten om het gebrokene weer
heel te maken, maar het geelt niet.
En zoo achten wij het met alle waar
deering van de go de bedoeling, eene
fout, dat de heer Limburg door zijne
motie, om over de aangevraagde gel
den voor de uitvoering van de Raden-
wet later te beslissen, nog trachtte te
lijmen en te krammen wat onherroepe
lijk stuk was. Hier ging de verzoenings
gezindheid, hoe onbedoeld ook, zelfs de
politieke eerlijkheid schade doen, daar
de Eerste Kamer geen oogenblik na
de verwerping van de Aanpassingswet
in twijfel mocht blijven, wat er-met de
Raden wet zou gebeuren. Daarom ver
heugen wij ons, dat onze Kamerfractie
Voor mijn genoegen! zeide Ellen.
Ge moogt gaan.
Ellen maakte zich met groote blijdschap gereed
en spoedde zich door de gang naar de deur
toen zjj Mijnheer Lindsay ontmoette.
Waar gaat ge heeti?
Naar de kerk, Mijnheer.
Alleen? Waarom wilt ge er heengaan?
Neen, neen, ik laat u niet gaan. Kom eens hier,
ik verlang u bij mij; ge zijt er vandaag al eens
geweest, niet waar? Ge wilt toch immers niet
weder gaan?
Ja waarlijk, Mijnheer, zeer gaarne, zeide
Ellen, terwijl zij hem met weerzin naar de biblio
theek volgde. Als gij er niels tegen hebt. Ge
weet wel, dat ik Edinburg nog niet gezien heb.
Edinburg! dat is waar. dat hebt ge nog
niet gezien, zeide hij terwijl hij haar mistroostig
gelaat beschouwde. Welnu, ga, als ge zoo graag
wilt gaan.
Ellen ging lot aan de gangdeur, niet verder;
zij snelde naar de bibliotheek terug.
Ik zeide de waarheid niet, toen ik dat
zeide. barstte zij uit, dat was de reden niet,
waarom ik wenschte te gaan. Ik wil bljjven,
als ge het van mij verlangt, Mijnheer.
Ik verlang het niet, zeide hij verwonderd;
ik weet niet, wat ge bedoelt, ik heb er niets
tegen, dat ge gaat, als ge dat gaarne wilt Kom,
maak, dat ge weg komt! liet is tjjd
Ellen vertrok nogmaals, maar dezen keer met
een vol gemoed, zoo vol, dat zjj aan niets
dacht, dat zij onderweg zag. Hel was haar eene
bijzonder aangename gewaarwording, dat zij de.
kerk alleen binnentrad. Geen bekend gezicht
geen bekend voorwerp. Maar het was eene kerk
en zij was al een, geheel alleen, te midden dier
menigte; zij ging naar de ledige bank, en zette
zicb in den uitersten hoek neder, met een zeld
zaam gevoel van vrede en thuis zijn. Zij was
echter nauwelijks gezeten, en boog zich zooveel
mogelijk voorover, om niet opgemerkt te worden
met haar hoofd op haar schoot, of zij barstte
in een vloed van tranen uit. Het was eene groote
verlichting voor haar, dat zij eens vrij kon
uithuilen, tehuis was zij bevreesd, gezien of
gehoord of ondervraagd te worden, nu was
zij alleen en vrij, en zij stortte haar gansche
hart in tranen uit, zoodat zij moeite had, niet
overluid te schreien.
Onder het storten dezer hittere tranen bad
Ellen vurig om vergeving en hulp om getrouw
te zijn. Zij hoorde geen woord van de preek,
maar zjj had nog nooit van haar leven een
nuttiger uur in de kerk doorgebracht.
Deze gedachten en gewaarwordingen waren
het niet alleen, die hare tranen deden vloeien;
zjj vergoot raenigen traan om aan hare verkropte
droefheid van die week lucht te geven, andere
vloeiden om herinneringen die haar, o. zoo dierbaar
waren! of om verloren en verwijdesde vrienden;
hare moeder en Alice en Mjjnheer
Humphreys en Margaretha en Van Brund
en Mjjnheer George Marshman; en zjj verlang
de met een groot verlangen, alsof het hart breken
zou, haar broeder te zien. Daar dit echter uiet