Binnenland.
Verkoopingen.
Burgerlijke Stand.
ellende", welke Kogeland zou dwingen tot
den vrede.
Wat hy tegen den vijand sprak 't
Lloyd George sprak derhalve tot zyn eigen
volk, ook tot den vüand en aldus is ook
deze redevoering weer een politieke manoe-
vre in net groote oorlogs- en vredes-tour-
nooiin Duitschland schijnen sinds enkele
weken de verwachtingen van een spoedigen
„Duitschen vrede" op grond van de gebeur
tenissen in Rusland en de resultaten van
den duikboot-oorlog gestegen te zijn de
kanseliers-redevoeringbewees het 1 welnu,
Lloyd George laat nu nog eens aan de
beeren in Berlijn weten, dat Engeland door
do duikbooten niet op de knieën geworpen
zal worden. Eu dit is in verband met de
houding der nieuwe Russische Regeering,
die naast alle vredesverlangen toch een
nieuwen aanval voorbereidt, op te vatten
als een antwoord op de redevoeringen van
Bethmann en Helfferich.
Wat een hospitaal-personeel alzoo ondervin
den kan.
In de Nw. Ct. lezen wijMiss Cicely Jones,
die behoorde tot het naar een der fronten
vertrekkend hospitaal-personeel, deelde aan
gaande het torpedeeren van de Transylvania
de volgende bijzonderheden mede. Het was
omstreeks tien uur in den ochtend, toen
de gezagvoerder bemerkte, dat een duikboot
een torpedo afschoot. Het schip werd ge
raakt, maar de machines bleven intact. Een
uur later trof een andere torpedo de machi
nekamer. Het reusachtige stoomschip begon
te kantelen. De verpleegsters en de soldaten
hadden allen zwemvesten aan. De booten
werden toen neergelaten. Een sloeg te plet
ter, maar met de andere ging het goed.
De mannen, die op het schip achter bleven,
begonnen te zingen toen de booten zich in
beweging zetten en riepen den vrouwen een
hartelijk vaarwel en tot weerziens toe.
In een lek bootje op de zee.
Om 20 minuten over elf, nadat een nieuwe
torpedo haar geraakt had, zonk de boot.
De boot, waarin miss Jones zich bevond,
was geweldig overladen en had een zwaar
lek. Hoewel men voortdurend met hoeden
en laarzen het water trachtte weg te scheppen
rees het onrustbarend. Na verloop van een
uur stonden de opvarenden tot aan hun hals
in het water en toen het vloed werd, sloegen
de golven over hen heen.
Hiss Jones werd uit de boot geslagen,
maar kon er weer heen zwemmen. Om half
twee werden de opvarenden door een tor
pedojager opgepikt, een van de booten, die
later nog meer schipbreukelingen opgepikt
hebben en ze in behouden haven brachten.
Geen van de verpleegsters is omgekomen,
de gezagvoerder daarentegen vond den dood
in de golven. Verscheiden mannen zwommen
naar de kust, anderen werden in de buurt
van de kust opgepikt.
Vier dagen nadat de ramp plaats had,
vertrokken de verpleegsters naar Engeland.
Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman.
De minister van Staat, oud-minister van
Binnenlandsche Zaken, Jhr. mr. A. F. de
Savornin Lohman, lid der Tweede Kamer
voor Goes, werd Dinsdag 80 jaar oud,
Hen heeft hem deswege een huldiging
voorbereid. Een groot aantal vrienden ver-
eenigden zich, en Toon Dupuis zal opdracht
krijgen het borstbeeld van den jubilaris te
vervaardigen.
Ook hier sta een enkel woord.
Men moge over de politiek en over de
beginselen van dezen Christelijk-bistorischen
staatsman denken zoo men wil, dit zal men
moeten toegeven: hij is een figuur en bij is
een karakter. Deze merkwaardige man, on
danks zijn ouderdom nog vol bronzen vita
liteit, die in. geestdrift en welsprekendheid
met den jongste in het parlement wedijveren
kan, heeft zich door zijn temperament wel
eens te veel laten beheerschen. Maar ondanks
een langdurige politieke loopbaan, die één
groote actie is geweest (strijd tegen de
liberalen, tegen de socialisten en tegen....
Kuyper), heeft h« zijn vaandel ongerept
gehouden, en dat zegt wat, want de politiek
is als de liefde: vol verleiding.
lederen keer, dat hij nog het woord voert,
is hij ons opnieuw een verrassing door zijn
levenskracht, zijn welsprekendheid, zijn
enthousiasme. In hem brandt het vuur, dat
niet wordt uitgebluscht. Het was vooral
het bijzonder onderwijs, waaraan hü zijn
krachten gaf. Zooals voor Troelstra algemeen
kiesrecht het levensideaal werd, zoo werd
voor Lohman het christelijk onderwijs het.
Altijd paraat, altijd scherpzinnig, altijd slag
vaardig, een gevreesd en geharnast tegen
stander, maar een edelman; zoo bezit hij
nog tot op den huidigen dag den eerbied
van het gansche parlement, welke feil hij
soms ook beging, en als hij het woord
vraagt, is er altijd gespannen aandacht.
Wij wenschen hem geluk.
Bijna immer hebben wij vèr van hem af
gestaan in opvattingen en denkwijze en
menigmaal hebben wy ons zelfs wel eens
een scherpcritisch woord aan zijn adres
veroorloofd.
Maar op zyn feestdag vergeten wü wat
ons scheidt en brengen wij den stalen
strijder, den staatsman van talent en karak
ter, onzen eerbiedigen groet.
Rust wenschen wij hem niet, want hij
behoort tot die gelukkigen en bevoorrechten
die sterk en jong blijven door den arbeid.
DE VEENBRAND IN DRENTE.
(Een Drentsche schets.)
„En hoe is het vuur nu eigenlyk aange
komen?" vraagt de belangstellende lezer,
als hij het nieuws over den veenbrand in
Drente leest, en wij moeten het antwoord
daarop schu dig blyven. Met zekerheid is
dienaangaande nog niets uitgemaakt, en er
zal ook wel nooit volkomen klaarheid in
deze konten.
Zooals men weet, geeft de een de schuld
aan een der locomobielen, die hier in de
venen by het baggeren worden gebruikt en
welker vonken by eenigszins sterken wind
meters ver weg spatten. Anderen weer wij
ten den brand aan koffievuurtjes, welke in
de nabijheid van plaats 78 in Valthermond
moeten zyn gestookt. En dan zyn er nog,
die aan kwaadwilligheid denken. „Moar dat
mot je nait leuven," zei ons een verweerde,
bonkige veenarbeider, „doat duur 'k mien
kop wel op verwedden, dat dat nait zoo is.
Wie binnen wel gain katjes om zunder
handschounen aan te pakken en bie 'n sloa-
king ken 't 'r wel ais wat rauw tougoan,
maar zukke gemaine streiken het gain ain
van ons op zien kompas. Dei dat verunder-
stelt mout zulf 'n hail gemaine kerel wezen."
Trouwens, er zyn maar heel, heel weinigen
in deze streken, die aan eenig opzet denken.
Vrijwel algemeen wordt de oorzaak aan
zorgeloosheid toegeschreven, want zorgeloos,
heel zorgeloos is men tot dusver wel in het
veen geweest. Hoe dikwyls is 's zomers
achteloos weggeworpen een lucifer in het
kurkdroge veen. Hoe vaak is een nog bran
dende, uitgeklopte pyp niet de oorzaak van
een veenbrand geweest. Hoe dikwyls hebben
de koffievuurtjes, die de werklieden geregeld
in 't veen stoken, de droge massa niet in
vlam gezet? Eiken zomer welhaast zyn er
veen- en heidebranden in Drente, al nemen
ze gelukkig niet dikwijls die reusachtige
afmetingen aan van thans. Toch is het
meermalen bar geweest in Zuid Oost-Drente
en in Valthe deed een oude vervener er ons
tal van verhalen van.
'„Aij goud kieken, ken je doar gunder
Weerdinge liggen zain", zei hij, en wees Daar
het Zuid-Oosten. „Hier liek oet langs mien
handl Zogst nog niks? Nou ik ook nait. Dat
kumt deur de rook. Moar doar iD Weerdinge
het 't vrouger, 'k leuf dat 'tin negentig
of zoo west is ook meroakel huushollen.
'k Wait nait houveul hoezen toun nait ver
brand binnen, moar 't was 'n haile buide.
Moar menscbenlevens binnen dr tou geluk
kig nait vallen; nee dat goddank nait."
En meewarig schudde hij met zijn hoofd,
als hij van de dooden sprak, die de veenbrand
thans heeft geëischt.
„'k Heb ze hoast allemoal goud kent, hoast
allemoa), want 'k bin hier geboren en ge
togen. 'k Woon hier nou al zeuvenzestig
joar op dezulfde ploats. Jan Helder, 'n jonge
flinke kerel, 'n stewige warker heur, doar
heb 'k altied respekt veur had, en den schip
per Brands! Verlejen week had 'k em nog
bie mie. Hei sprak de'r altied'n beetje roar
uut, en 'k zee nog zoo tegen 'm: Brands,
zee ik, ie motten toch wat fatsounleker
proaten; je doun ja net zoo, of je van 'k
wait nait hou hooge komaf binnen. Wie
hebben doar toun allebaide om lacht, moar
wil je wel leuven, dat 't mie nou spiet, dat
'k 'm toun ploagt heb. En dan dei baide
kinder van Van der Ley. Ze zeggen, dat ze
ze vonden hebben in't veen baide met opge
trokken knyen (knieën), en 't aine jongie
huil (hield) 't andere zien armpjes an d'
hals vast. Als je doar over denken goan,
kommen joe de tranen in de oogen. God,
God nog es tou, wat toch 'n ellende."
En de oude, bonkige kerel pinkte heimelijk
een traan weg.
DÉ BRAND NOG NIET GEBLUSCHT.
„Zou het nog lang duren voor de brand
geheel uit is?" vroegen we.
„Nou doar ken je donder op zeggen. Kiek
moar es hier. Overal ken je 't nog zain
rooken, overal zit 't vuur nog."
Ja, het vuur zit nog overal. Dat is helaas
maar al te waar. In de Boermastreek (Ex
loërveen) vreet het vooral in de bouw- en
groenlanden, evenals ten Noord-Oosten van
Weerdinge; ook in het nog ruwe veen by
Valthermond, achter Nieuw-Weerdinge en
ten Noorden van Exlo stygen nog steeds
de rookkolommen de lucht in. Neen, 't is
nog lang niet pluis, en zoolang er geen
regen komt, een die een paar dagen duurt,
blfjft het gevaar dreigen.
De brandspuiten, met de beide Haagsche
vooraan, werken rusteloos voort. Maar wat
richten zij uit tegen den brand, die over
een geweldige oppervlakte woedt en voort
woekert? En wat doen de militairen? Zeker,
zij werken hard, doen hun uiterste best,
maar wat vermogen zy met hun zeven- of
achthonderd of duizend. Er is in sommige
gedeelten geen water en in de andere weer
geen zand om het vuur te bestrijden. Ook
zijn er niet voldoende mannetjes. Want
willen ze op deze onafzienbare vlakte iets
uitrichten, dan moeten ze er met duizenden,
tienduizenden zyn. Zoo zeggen de lieden
hier, en ze begrypen niet waarom niet veel
meer soldaten naar hier gezonden z(jn.
DE VOLKSAARD.
Ik heb in een der Hollandsche bladen
gelezen, dat de menschen hier zoo stug en
zoo weinig mededeelzaam zyn. Zeker, tegen
over den vreemdeling zyn ze stug en achter
houdend, maar als je hen in hun eigenaardig
dialect aanspreekt,als ze hooien dat je een
„landsman" bent, komen hun tongen los en
raken ze niet uitgepraat over het verschrik
kelijke dat over hen is gekomen. Dan toonen
ze je het armzalige weinige dat ze uit den vuur
poel hebben weten te redden: 'n paardekens,
'n paar gouden of zilveren voorwerpen, die
ze nog inderhaast uit het mahoniehouten
kabinet hebben weten mee te nemen.
Anderen weer waren gelukkiger, hebben
grootendeels hun huisraad nog bytyds naar
buiten weten te brengen, en dat nu by
kennissen of tijdelijk op een schip onder
gebracht, maar er zyn er ook en tal
rijken die alles letterlijk alles hebben
verloren.
„Mien haile inboudel is verbrand", klaagde
in Valthermond een nogjonge vrouw, moeder
van vyf kinderen, diegelukkig allen gespaard
bleven voor den vlammendood of den dood
door verstikking. „Niks is d'r van overbleven
en niks hadden wie verzekerd. Verlejen
joar het mien man d'r nog over docht om
in de verzekering te goan, moar ja d'r was
ja gain geld om de verzekeringspremie te
betoaleD. Nou binnen wie alles kwiet, niks,
niks ken we weer 't onze nuimen."
En snikkend trok ze haar jongste kind
naar zich toe.
We namen afscheid van Valthermond,
met al zijn ellende en af zyn wee en achter
in den Mond kwamen we den zwarten,
eenroudigen lyk wagen tegen, die een jonge
voor het vuur gevluchte en toen in het
water geloopen en verdronken vrouw naar
het voor in Valthermond gelegen kerkhof
bracht. Zwijgend volgden de sombere, zwart
gekleede werklieden en veenboeren, familie
en vrienden en in den stoet liep ook voor
aan de vader, stoere en bonkige kerel,
uiterlijk geheel onbewogen.
En intusschen brandt nog steeds het veen,
hier meer, daar minder verborgen, en toen
ik van Valthe naar Exlo fietste, zag ik overal
beoosten my de rookkolommen de lucht in
stijgen, dichte, zware rookkolommen, waar
zelfs het laaiende zonnevuur niet doorheen
vermocht te dringen.
Schriftelijke vragen.
De heer Van' Hamel heeft de volgende
vragen tot de regeering gericht betreffende
het beantwoorden van vragen, door leden
der Tweede Kamer aan de regeering gesteld
(ingezonden 22 Mei 1917):
Wanneer den 24sten Mei 1917 de zitting
der Staten-Generaal zal zyn gesloten, zal
daardoor tevens voor de leden der Tweede
Kamer de gelegenheid vervallen, volgens
art. 95 van het Reglement van Orde, vragen
te doen aan een of meer ministers.
Waar niettemin de gelegenheid tot het
stellen van zoodanige vragen ook gedurende
het tydvak, dat de Staten-Generaal niet in
zitting zijn, van publiek belang blijft, zou
het naar het oordeel van ondergeteekende,
wenschely k zijn, indien de leden der regee
ring zich bereid konden verklaren, op de
gedurende dat tijdvak door de leden der
Tweede Kamer aan hen in te zenden vra
gen, naar den geest van artikel 95 van het
Reglement van Orde den steller een even
tueel openbaar te maken antwoord te doen
toekomen.
Ondergeteekende veroorlooft zich derhalve
tot de regeering de vraag te stellen, of
hare leden hiertoe bereid gevonden zullen
worden.
De minister van Staat, minister van
Binnenlandsche Zaken, tijdelijk voorzitter
van den Raad der Ministers, de heer Cort
van der Linden, heeft hierop het volgende
geantwoord.
De ministers zijn bereid als regel ook te
antwoorden op vragen, door leden der
Tweede Kamer te stellen gedurende het
tydvak, dat er geen zitting van de Staten-
Generaal is.
Kamerverkiezing.
De Liberale Kiesvereeniging te Zierikzee
heeft met algemeene stemmen mr. R. J. H.
Patijn candidaat gesteld voor de Tweede
Kamer.
De Liberale KiesvereeDigingen te Haam
stede, Dreischor, EUemeet en Bruinisse,
candidateerden eveneens mr. Patyn, als
zoodanig.
Tot heden vernamen we nog niet van
tegencandidaten. 5 Juni moeten candidaten-
lijsten ingeleverd worden.
De dienst op Engeland.
De vaart op Engeland wordt door de Hol
landsche Stoomboot-Maatschappij met En-
gelsche schepeD hervat, daar de vaart van
schepen onder Britsche vlag en begeleid
door Engelsche torpedojagers, vanuit onze
havens iD convooi varend, minder gevaar
lijk is gebleken, dan de vaart van afzon
derlijke schepen onder neutrale vlag.
Onder de Nederlandsche zeelieden is dit
van zoo algemeene bekendheid, dat het niet
de minste moeite kosten zal, indien noo-
dig, Hollandsche bemanning voor de Engel
sche schepen te vinden.
Een Nederlandsch soldaat bij de Belgische
grens doodgeschoten.
In den nacht van 14 op 15 Mei 1.1. tracht
ten eenige personen van uit Nederland in
de nabijheid van St. Marguérite de Belgische
grens te overschrijden. Een Duitsche soldaat,
die op hen wilde schieten, miste zyn doel
en trof doodelyk een Nedorlandschen sol
daat, die deel uitmaakte van een naderende
patrouille.
Zoowel de Duitsche regeering als de chef
van den generalen staf der Duitsche strijd
krachten heeft een betuiging van diep leed
wezen daarover aan de Nederlandsche
regeering doen toekomen. De Duitsche
regeering verklaarde zich tevens bereid, aan
de betrekkingen van het slachtoffer een
schadeloosstelling toe te kennen, voor het
geval uit het'ingestelde onderzoek mocht
blyken, dat het ongeluk inderdaad aan den
betrokken Duitschen soldaat is te wijten.
Hooge graspryzen.
MEDEMBLIK. Als een bewys dat de land-
huren nog steeds stijgende zyn, moge gelden
dat het grasgewas der dijken, wegen en
kaden van den polder „de vier Noorder
Koggen" alhier, in 1916 verpacht voor f 8244,
dit jaar f10,784 opbrachten, een vermeer
dering alzeo van f2540 of ruim 80 0/„.
Weggeloopen.
LAREN. Mevr. de R. ontving op den lsten
Pinksterdag een briefje van haar 14-jarig
zoontje, waarin deze haar mededeelde, dat
hij weggeloopen was en zich aan boord van
een visschersvaartuig bevond, hetwelk een
dag of 14 op zee blijft. Dit is reeds de 6e
maal, dat dit veelbelovend jongmensch de
ouderlijke woning ontloopen is.
Op Woensdag 6 Juni 1917 in het tramstatio-n
P. A. Jacobs te Achthuizen bij AFSLAG telkens
des namiddags 6 uur (nieuwe tijd) van:
5 WONINGEN met ERVEN en TUIN aan
de Gallateescbe en Bommelsche dyk onder
Ooltgensplaat en aan de Zuidzijde te Den
Bommel, bewoond door Geerts, van Peper
straten, Vervloet, Holleman en Langeweg
alles breeder omschreven by biljetten, ten
verzoeke van den heer Adr. van Rijen te
Achthuizen. Notaris AKKERMAN.
Op Vrijdag 8 Juni 1917, bij INZET en
Op Vrijdag 15 Juni 1917, bij AFSLAG, telkens
des avonds 7 uur (zomertijd) in 't Logement
van G. Smits te Stad aan 't Haringvliet:
Het HUIS met ERF aan den Ouden Stad-
schen Zeedijk te Stad aan 't Haringvliet,
nummers 915 en 1083, samen groot 3 aren
27 centiaren; bewoond door A. P. A. Gou-
mare. Notaris VAN BUUREN.
Het bestuur van den polder Klinkerland
zal a.s. Maandag 11 Juni 's avonds om half zeven
(oude tijd) in het Raadhuis te Nieuwe Toüge,
het GRASGEWAS verkoopen staande aan
de Maartens- en St. Pietersweg.
Op Woensdag 13 Juni 1917 bij inzet en
Op Woensdag 20 Juni 1917 bij afslag telkens
des avonds 6 uur (zomertijd) in het café van
Mej. Wed. Lokker te den Bommel. Het
HUIS met ERF en TUIN aan de Zuidzijde
van de Voorstraat te den Bommel, kad.
Sectie B. nummers; 58 en 59 samen groot
4 aren 95 centiaren, ten verzoeke van den
Heer G. Borgdorff aldaar. Notaris VAN
BUUREN.
Woensdag 13 Juni 1917, des namiddags 2 uur
(nieuwe tijd) te Ouddorp nabij de haven voor
het sterfhuis van den heer A. C. de Graaf,
van MEUBILAIRE GOEDEREN, ten verzoeke
van de erfgenamen van wijlen den heer
A. C. de Graaf.
Notaris VAN DEN BERG.
Vrijdag 15 Juni 's avonds 6 uur (zomertijd)
te Ouddorp in het Logement van Akershoek
van 52 perceelen KLAVER- en GRASGE
WAS te velde onder Ouddorp en Goedereede.
Notaris VAN DEN BERG.
Vrijdag 15 Juni des voormiddags 9 uur (nieuwe
tijd) te Stellendam in het Logement van F.
Troost, van onderscheidene perceelen KLA
VER, te velde in de Adriana-, Eendrachts-
en Halspolder onder Stellendam en in den
Grooten Zuiderpolder onder Goedereede.
Notaris VAN DEN BERG.
Op nader te bepalen datums in Juni 1917
van 17.37.83 H. A. (37 Gem. 252 R. V. Maat)
BOUWLAND, te Dirksland, in den polder
Dirksland, schietende van den Blinden weg
tot aan den Smallen Blokweg, kad. Sectie
C. Nos. 85 tot en met 95 en No. 770.
Notaris VAN DER SLUYS.
MIDDELHARNIS.
Ondertrouwd: Jan Spee 29 j. te Sommelsdijk en
Dingena Koote 22 j.
Gehuwd: Adrianus Faasse 26 j. te Zeist en Chris
tina Vermaas 25 j. Cornelis van Houwelingen 27 j.
te Noordeloos en Maria Cornelia Tiggelman, 26 j.
Pieter Leendert Koster 40 j. en Maria Elisabeth de
Waard 43 j.;
Overleden: Jan van Strien 60 j. echtgenoote van
Teuntje Blok. Willem Taaie, 65 j.
SOMMELSDIJK.
Ondertrouwd Gerrit van Delft, jm.28j. en Neeltje
Groenendijk, jd. 23 j.
GehuwdJ. v. d. Tak j.m. 20 j. van Middelharnis
en H. Blok j.d. 20 j.
STAD AAN 'T HARINGVLIET.
GeborenDirk, z. van Johannis Geerit Bom en
van Adriana Diepenhorst.
Overleden: Adriaan Konings, 78 j., echtgenoot van
Pieternella Paasse,