Buitenland. besteed, toch leverde, volgens een opgaaf van een agent te Londen, In 1908 de Lon- densche markt verkoopprijzen, die varieer den tusschen f3 en f7.50 per 100 stuks voor zomervellen, en f 10 tot 110 40 voor wintervellen. Om kort te gaan, de mollen jacht leverde voor hen, die dit bedrijf u't' oefenden, genoeg winst op, om met alle macht de mollen te dooden. Gelukkig is de aandacht van vele grondbezitters gevestigd op de groote schade, die een algeheele ver delging der mollen moet berokkenen, en is het eindelijk zoover gekomen, dat wettelijke maatregelen die jacht beperken Toch zjjn er nog genoeg eigenaren van gronden, die het mollenvangen toelaten terwijl vele land- en tuinbouwers in den mol niet anders dan een schadelijk dier zien. Vooial nu, onder de tegenwoordige omstandigheden, er zoovelen zij adie zich aan den tuinbouw wijden, acht ik het wel neodig de aandacht te vestigen op het nut, dat deze onvermoeide insectenjager onder den grond voor den bodemcultuur heeft. Laat ik dan beginnen met een beschrijving van den eigenaardigen lichaamsbouw, waar door hij zoo uitmuntend in staat is, om in den grond te woelen. Het lichaam is dik en bijna cylindrisch, daarbij voorzien van een vacht, uit fijne, dicht bijéén staande haren gevormd; terwijl het gesteund wordt door korte pooten. De achterste ledematen zijn dun en teer, maar de voorste breed en plat, zijn zooveel te krachtiger. Deze spadevormige handeu zijn eigenlijk voor- pooten, die duchtig tot graven ingericht zijn. De spitse, kegelvormig toeloopende snuit, eindigende in een breederen schijf, op welks uiteinde zich de neusgaten bevin den is het voornaamste zintuig van den molhet is zijn tastorgaan. De oogen van den mol zijn klein en onder de haren dei- vacht geheel verscholen het gezicht is dus slecht. De benaming echter „blinde mol" of het gezegde „zoo blind als een mol" gaan dus niet op. Wel leeft er in Zuid-Europa een soort mol, welks oogen bedekt zijn door een doorschijnende huid, waardoor het hoog stens de aanwezigheid van licht kan waar nemen, maar geen voorwerpen kan onder scheidendeze is dan werkelijk „deblinde mol". Uitwendige ooren zijn bij onzen mol niet aanwezig, want bp zulk een onder- aardsch dier hebben de ooren voor waar nemingen van geluiden geen recht van be staan. De trillende aarde zelf komt bii hem in onmiddellijke aanraking met den schedel, zoodat de voortplanting van het geluid langs dezen weg geschied. Eigenaardig is de vacht ingerichtde haren kunnen namelijk aan alle kanten overhellen, daardoor alsmede door den dichten stand blijft er nooit aarde in de vacht kleven. In welke grondsoort dit dier dan ook gewroet heeft, altijd blijft de vacht even zuiver en schitterend. De mol behoort tot de insecteneters, wat het gebit ten duidelijkste uitwijst. Men vindt hem dan ook op eiken bodem, waar tamelijk veel insecten of wormen te vinden zijn. Op schra len, drogen zandgrond komt hij hier niet voor; hp heeft voor zjjn terrein vetten, vochtigen, maar tevens lossen bodem noo- dig. Nergens wordt hjj zooveel aangetroffen, als in de uiterwaarden aan weerszijden van den Rijn, vooral in de nabijheid van ffa- geningen. De grond van die uiterwaarden is zeer geschikt voor den mol, om zijn gan gen te graven, en evenmin ontbreekt het hem daar aan voedsel, waar millioenen engerlingen (larven van meikevers) en dui zenden aardwormen huizen. Dat het den mol aan geen overleg ontbreekt, bewjjst zijn kundig gebouwd nest, dat, als het ware een doolhof gelijkt, waarin hp zijn belagers, die soms in zijn gangen dringen, zooals wezel3, gemakkelijk verschalken en ontko men kan. Het eigenlijke jachtveld van den mol ligt er ver van verwijderd. Aldaar verneemt hij door zijn fijngevoelig snuitje reeds op eenigen afstand de aanwezigheid van een of ander insect of worm. De mol heeft ook behoefte aan water, daarom loopt er steeds van het jachtveld een gang naar een sloot of gracht, wanneer deze zich op niet te grooten afstand bevinden. Is in de nabijheid geen water aanwezig, dan weet hp wel op een andere wijze in zijn behoefte aan water te voorzien. Hp graaft nameipk gaten in den grond, waarin zich het regenwater kan verzamelen. Waar een mol zijn jachtterrein heeft, behoeft men niet te vreezen, dat al daar ook anderen buizeD. Elke indringer op zjjn gebied wordt onder den grond be streden en daar beeft onder de oppervlakte dikwijls een strijd plaats op leven en dood. Gedurende den zomer maakt de mol zijn ritten dicht aan de oppervlakte, omdat in secten en wormen zich dicht boven in den grond bevinden. Molshoopen ontstaan indien de mol zijn gangen recht naar beneden maakt. Ofschoon die molshoopen en ritten, vooral in een tuin minder aangenaam aandoen, zou het toch niet in her, welbegrepen belang van den tuinier zjjn om den mol te dooden, of te weren. Heel wat schadelijk gedierte, dat anders de planten zou dooden, wordt door den mol verslonden, De meening, dat mollen, ook plantaardig voedsel gebruiken en dus de jonge plantjes zouden verorberen, berust op een dwaling. Dit heb ik zelf door het volgende feit, kunnen constateeren In mijn grooten tuin, waarin ik naast aardappelen, ook volop allerlei groenten teelde, vond ik 's winters toen een dikke laag sneeuw den grond be dekte, het spoor van den mol, dat van de plaats, waar zich een groote molshoop be vond, liep naar het raampje van mijn kel der. Door eeu opening daarin, ofschoon die zich ruim eeu meter boven den vloer van den kelder bevond, had hij zich waarschijn lijk laten vallen en had daarna ter dege huisgehouden in twee bakken met bloemen. Rondom lag de aarde, die er uit gewroet was. verspreid. Al zpn wroeten had hem geen voedsei verschaft, zoodat ik hem dood vond te midden van velerlei groenten, die in den kelder bewaard werden. Wel kan de mol schade toebrengen door het loswroeten van de plantjes, toch weegt die schad6 niet op tegeu het voordeel, dat hij aanbrengt. Er zpn echter gevallen of liever plaatsen, waar men de mol niet kan dulden, b.v. in kweekerijen, waar kostbare planten gekweekt worden, of in broeibakken alsmede in bepaalde stukjes grond, waar snpgroenten geteeld worden, die voor mol- lenntten bedorven zouden worden. Van zulke plaatsen is het niet zoo moeilijk den mol verwijderd te houden. Men weet, dat hp tamelijk fijn van reuk is, zoodat men door het graven van een greppel om zulke perkjes of bedje en daarin onaangenaam riekende stoffen te brengen, b.v. stukjes zwavellever, lappen gedrenktmet petroleum, baringkoppen enz. den mol kan weren. In weilanden, alsook in graanvelden, kun nen door molshoopen, die de wroeter op werpt, veel last veroorzaakt worden. Men vergete echter niet, dat op land, waar veel zulke hoopen gevonden worden, ook veel schadelijke insecten aanwezig moeten zpn, terwpl in het voorjaar het verspreiden der aarde dier hoopen eene goede weidebemes- ting is. Natuurlijk kunnen geen mollen ge duld worden bp dpkeD, zoodat men wel ver plicht is hem daar te dooden. Niettegen staande de schade, die op sommige plaat sen door den mol kan worden aangericht, verdient hij toch tegen uitroeiing beschermd te worden, want zonder de aanwezigheid van mollen in onzen bouw- en tuingrond, zouden de daarin levende insecten, die echte plantenvreters zijn, heel wat meer vernie len, dan de mol onwillekeurig door zpn jacht daarop doet. De vraag, of de mol bescherming verdient, kan gerust met j a beantwoord worden. Goede ooft-vooruitzichten. HOORN. De eigenaars der groote boom gaarden in Blokker en omgeving voorspellen een overvloedigen oogst van appelen en peren. Bijna nooit kwam het voor, dat de boomen zoo dicht met bloesems waren bezet. En waar de bloeitijd dit jaar zooveel later is dan in andere jaren, is de kansop nachtvor sten zooveel geringer geworden. 1917 belooft dus een buitengewoon vruchtenjaar te worden. Tot ons genoegen kunnen we hier bp voegen dat ook op Flakkee de bloei overvloedig is met uitzicht op een rp ken oogst van boom vruchten. Rusland en de oorlog. De samenstelling van het nieuwe mini sterie in Rusland is vaQ dien aard, dat wij er op mogen rekenen, dat de orde onder het volk en in het leger onmiddellijk zal worden hersteld en men mag thans gelooven dat de wanhopige pogingen, die de laatste weken door de ontelbare Duitsche agenten te Petregrad zpn aangewend om den boel in het honderd te sturen, op niets zullen uit- ioopen. Er komen in de jongste regeeringsver- klaring eenige zinsneden voor, die zeker niet in den smaak vallen van diegenen, die rekenden op een verraad van Rusland aan de zaak der geallieerden en een afzonder lijken vrede met Rusland. Inzonderheid vestigen wp de aandacht op dezen zin: „Ten stelligste overtuigd, dat een nederlaag van Rusland en zpn geallieerden een groot ongeluk zou zijn, die het verkrijgen van een vrede op genoemde basis zou vertragen of onmogelpk maken, is de voorloopige regeering er vast van overtuigd, dat. het revolutionaire leger van Rusland niet zal dulden, dat de Duitschers onze geallieerden aan het Westelijk front overwinnen en daarna gelegenheid zouden vinden ons zich met al hun kracht tegen ons te keeren." Op de openingsvergadering van het con gres van boerenafgevaardigden heeft me vrouw Breskovskaya, de grootmoeder der revolutie, in een enthousiaste redevoering aangetoond dat er actieve operaties aan het front noodig zjjn, wpl daardoor alleen de vrede kan worden bespoedigd. Op het congres van gedelegeerden van het front, is een motie aangenomen, waarin een beroep wordt gedaan op de soldaten van het revolutionaire leger en op de ar beiders in de munitiefabrieken. De gtdele- geerden van de Zwarte Zee-vloot hebben gezegd, dat „diegenen, die een afzonderlijken vrede met Duitschland verlangen, verraders zijn, waarmede de zeelieden van de vloot niets te maken willen hebben." Tenslotte is de volgende resolutie met algemeene stemmen aangenomen door een geheime vergadering van de Doemaleden in het Taurispaleis: „De leden van de Doerna wpzen de voor- loopige regeering er op hetoogenblik barer reorganisatie met nadruk op, dat de basis harer buitenlandsche politiek, in het bijzon der voor wat de kwestie van oorlog of vrede aan belangt, nroet zpn, evenals vroeger de absolute en onveranderlijke trouw aan onze dappere geallieerden, want de levens belangen en de eer van Rusland zpn ten nauwste met deze trouw verbonden," Tenslotte zpn ook het terugnemen van hun ontslagaanvrage door de generaals Broussilof en Gouno en de door laatstge noemde afgelegde verklaring, dat „het Rus sische leger zich herstelt", gunstige ver schijnselen. (Tel.) Algemeene vrede. Terestsjenko, de nieuwe Russischeminister van buitenlandsche zaken, heeft Russische journalistèu, die hem naar zjjn program kwamen vragen, geantwoord, dat net kort maar gewichtig is, nl. het spoedige herstel van een algemeenen vrede zonder inlijving of oorlogschatting, een vrede, die gegrond is op het recht van zelfbepaling der volkeren en bereikt moet worden in nauw onverbre kelijk verband met de demokratieën van Ruslands bondgenooten. Bij dit streven zit het verlangen voor der geheele wereld een rechtvaardigen vrede te schenken, die geen haat en vervreemding achterlaat, zooals steeds het geval is bij een vrede, waarbij de eene staat zich ver rijkt ten koste van zijn tegenstander. Dat treurige schouwspel heeft men in 1870 gezien. De wonde, toen aan Frankrijk geslageD, schrpnt thans na 45 jaar nog. De hoop van de Elzas-Lotharingers op een beteie toekomst is altijd gebleven en thans hebben zp het recht op verwezenlijking van hun ideaal te hopen. De tweede beweegreden van Rusland is het besef van de verplichtingen, welke het heeft jegens zpn bondgenooten, die terwpl het Russische leger onder den schok der omwenteling te lpden had, den strpd tegen den buitenlandschen vijand krachtig voort zetten en daardoor de revolutie voor een nederlaag van buiten hebben behoed. Het welslagen van de revolutie is dus ook met hun bloed gekocht en met voldoening mag men constateeren, dat in Rusland geen enkele partij een afzonderlijken vrede wil. Er bljjft intusschen een kwestie bestaan die talrpke groepen in Rusland in opwinding brengt, daar zp vreezen, dat de handhaving der oude verdragen met de bondgenooten aan inlp vingsoogmerken dienstbaar gemaakt zou kunnen worden. Het verlangen om die verdragen openbaar te maken, wordt om die reden herhaaldelijk geuit. Dat gaat echter niet aan, betoogde de minister. Het zou gelijkstaan met een breuk met de bondge nooten en de eerste stap zpn op den weg naar een afzonderlijken vrede, dien het volk niet wil. Op dezen wereldoorlog moet een wereldvrede volgen, want slechts dan kan de gerechtigheid en het recht tot zelfbe stemming der volken worden gewaarborgd. De Russische regeering zal door persoonlijk contact met de vertegenwoordigers der westelijke mogendheden, den bondgenooten doen inzien, dat het idealisme van het nieuwe Rusland niet op zwakte berust. Daarvoor is noodig, dat het vrp'e Rusland bewjjst jegens de bondgenooten zjjn verplichtingen van gemeenschappelpken strjjd en weder- zpdsche hulp trouw na te komen. Eerst daarna kan de Russische regeering voorbe reidende maatregelen treffen voor een ovei- eenkomst met de bondgenooten, die berust op de verklaring van 9 April. Terestsjenko verzekerde dat hjj dit proces zooveel mogeljjk zal trachten te bespoedigen. Oorlogsdoel en vredeskans. De Times zegt, dat er geen „fundamen teel" verschil is tusschen de ooriogsoog- merken van de Westersche bondgenooten en het revolutionaire Rusland. Nu is inder daad al gebleken, dat de woorden: „vrede zonder verovering en oorlogsschatting" voor zeer verschillende uitlegging vatbaar zjjn. Met name hebben Cecil en Asquith dezer dagen nog betoogd, dat ook het oorlogsdoel van de entente in de bekende formuleering (met de verbrokkeling van Oostenrijk enz. erbij) zich wei in bovengenoemde leuze onder dak iaat brengen. Het komt er maar op aan, wat degenen, die de leuze laten hooren, er onder verstaan, en het lijdt geeD twjjfe), dat zij van Russische zijde het eerst is uitgesproken in volstrekte tegenstelling met de oorlogsoogmerken van de entente voor het Oosten, zooals die door de regeering van den Tsaar waren uitgedrukt in de nota van de entente aan president Wilson en zooals zjj later door Miljoekof waren over genomen. Ook nu nog gaat het nieuwe kabinet Lwof, dat de voormannen van den Raad van Arbeiders en Soldaten in zich heeft opgenomen, niet met het imperialis tisch Russisch oorlogsdoel accoord. Dat blijkt ook uit de omstandigheid, dat er verande ringen op til zjjn in de diplomatieke ver tegenwoordiging van Rusland in het buiten land, met name bij de andere ent.entelanden. Met dat al moet men, dunkt ons, bp de verklaringen, die van de nieuwe mannen in Rusland in de laatste dagen zijn bekend geworden, den indruk krijgen, dat zjj, ook al behouden zjj de leuze „geen verovering en geen schadeloosstelling", er meer en meer den nadruk op gaan leggen, dat het toch vooral een algemeene vrede moet wezen, op de samenwerking met de bondgenooten. die tol verkrijging van dien algemeenen vrede noodig is en vooral op het actief voortzetten van den oorlog, ook door Rus land. Zou het waar zjjn, dat Oostenrijk en Duitschland aan de nieuwe Russische regeering voorstellen zullen voorleggen, die een goeden grondslag zouden kunnen vor men voor besprekingen tusschen Rusland en de andere ententemogemlheden, bespre kingen, die een vredescongres zouden kun nen voorbereiden? Het is zeer wel mogelijk, maar als men daar eenige verwachting van wil koesteren, moet nreu aannemen, dat de andere ententemogendheden, Rusland als bemiddelaar in dezen welkom zouden heeten, en dat is een optimistische veronderstelling. De verwachting in Duitschland (geljjk onze Berlpnsche correspondent heeft bericht) is, dat het van den zomer wel uit zal zijn, maar deze verwachting houdt er vermoede lijk geen rekening genoeg mee, dat er voor het sluiten van vrede twee noodig zjjn. Oostenrijk heeft den aanval der Italianen weerstaan, op het Westelijk front hebben de Duitschers weten te verhinderen, dat de geallieerden een definitief succes behaalden. Maar zou dit de entente nopen den oorlog te staken? De kracht van de centralen is wei geenszins gebroken, maar van een offen sief hunnerzijds schpnt geen gevaar te duchten, het succes van hun verdediging zal voor een belangrijk deel aan de werke loosheid van Rusland toe te schrijven zijn. Die werkeloosheid van Rusland heeft nu kans op den duur te eindigen. Amerika kan zjjn kracht eerst langzamerhand laten gelden, omstandigheden, die voor de entente als redenen om vol te houden zullen gelden, ook al duurt het nog een jaar. Met een snelle beslissing door den duikbootoorlog valt niet te rekenen, al veroorzaakt hij groote schade en ongemak. Re verwoestingen in Noord-Frankrijk. Het Fransche departement der Sommeis thaDs geheel bevrjjd. Onder den druk der Engelsche troepen zijn er 40.000 hectaren bebouwbare grond aan het Fransche natio nale gebied teruggageven. Het is het vrucht bare land van Picardië, de vette klei van Santerre, waar in hoofdzaak beetwortel en tarwe verbouwd worden. De Matin vertelt van de pogingen, die er gedaan worden om al dit land weer in cultuur te brengen nu de dorpen er verbrand, de landbouwwerk tuigen vernietigd, de vruchtboomen omgehakt of doodeljjk getroffen, de waterputten on bruikbaar gemaakt zpn. Het land van San terre met de dikke kleilaag is er niet slecht aan toe, maar in Picardië is de vruchtbare laag, die een onvruchtbare krptachtigen ondergrond bedekt, slechts betrekkelijk dun en door het delven van loopgraven en door de tallooze granaten is deze grond dermate omgewoeld, dat volgens deD bijzonderen berichtgever der matin in deze streken misschien wel voor een eeuw elke hoop op oogst opgegeven moet worden. De natuur zelf, het onkruid, mos, gras, struik gewas, zal langzaam het leven in de 18,000 hectaren geteisterde grond moeten herstellen. De Fransche regeering is er, zoodra de Duitschers weggetrokken waren, op uit geweest de boeren te helpen hun land weer onder handen te nemen. In het centrum van Santerre, te Nesles, is vanwege het Fransche departement van landbouw een station geopend, dat. vee,landbouwwerktui gen en zaden verstrekt. Zjj, die van deze voorschotten gebruik maken, verbinden zich die d9n staat terug te betalen. Er is reeds heel wat gebruik van dit station gemaakt en particuliere vereenigingen hebben bijdra gen geschonken. Zoo heeft de laudbouw- vereeniging in Picardië voor het bezaaien "van de warmoezerpen te Ham, Nesles, Roye enz. 12,000 frank beschikbaar gesteld. De berichtgever der Matin spreekt voorts met groote instemming van den steun, die de Engelschen aan den landbouw in dit gedeelte van Frankrijk yerieenen. Niet tevre den, zoo zegt hij, meter voor meter den grond van ods vaderland te hernemen, willen de Engelschen uit overmaat van hoffelijkheid ons dien grond zoo teruggeven dat hp voor bebouwing geschiktis.Engelsche soldaten, die uit de loopgraven komen en in de achterhoede wat rust nemen, werken op het land. Het Engelsche leger stelt paarden, materiaal, vrachtauto's beschikbaar. Door de Duitschers bedorven landbouw werktuigen worden hersteld in een door de Engelschen in het leven geroepen inrichting. Zelfs hebben zjj landbouwmachines uit Engeland laten komen, die zjj tegen lagen prjjs aan de boeren verhuren, zjj stellen voor hen kolen en benzine beschikbaar enz. In de laatste drie maanden heeft de land- bouwdienst van een Engelsch legerkorps in Picardië 12,000 hectaren gronds bebouwd. Do mconing van eon Russisoh rovolution- nair. „Politiken" heeft in Stockholm een inter-, view gehad met Rubanowitsj, den beroem den leider der Russische revolulionnaire socialisten, welke thans in het Russische kabinet vertegenwoordigd worden doorTsjer- now, die overigens wat de vredeskwestie betreft nog radicaler is dan Rubanowitsj. Rubanowitsj houdt zich dezer dagen te Stockholm op, waar hjj uit Parijs is aange komen. Hij reist thans naar Petrograd, waor

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 6