Buitenland.
6
zyn van nieuwe levende wezens geven;
kortom, van alles, wat het plantenleven
noodig heeft, en van de wijze, waarop de
grond daarin het best kan voorzien. In één
woord: „Kennis van de gewichtigste leer
stukken der landbouwacheikundige" werd
een eisch van den tijd. Het waren vooral
de naburige volken, die den stoot gaven,
en ook ons dwongen mee te gaan met de
nieuwe eischen, wilden we niet geheel van
de wereldmarkt verdrongen worden. In een
werkje, getiteld: „Scheikunde op de Hoeve",
door Paul de Vuyst, vinden we de volgende
teekenende woorden: „Wie zou durven be
weren. dat de strijd eenige kans van over
winning kan geven aan een leger, dat nog
niet voorzien is van snelladende en op
verren ajstand dragende geweren, maar
slechts over oude keigeweren beschikt"?
Op landbouwgebied vooral, dient men met
den tijd mee te gaandit is gelukkig geschied.
Het landbouwonderwijs heeft zich baan ge
broken; heeft reeds veel bijgedragen, om
die algemeens ontwikkeling aan te brengen,
waardoor het land- en tuinbouwbedrijf zich
reeds krachtig ontwikkeld heeft. Als gevolg
daarvan is de aanwending der kunstmest
stoffen gaandeweg toegenomen, en al blijft
voor vele gronden de stalmest hoofdzaak,
zoo heeft men toch in den kunstmest een
krachtige aanwinst, om het ontbrekende
of het te weinige van de noodige planten-
voedende stoffen aan te vullen, teneinde
daardoor den grond tot een verhoogde pro
ductie te dwingen niet alleen, maar ook de
beste gewassen voort te brengen.
Zoo kom ik dan vanzelf tot de behandeling
van de noodige kunstmeststoffen. De oudste
brieven heett onder de reeks van die stoffen,
ongetwijfeld de guano, die door van Hum
boldt reeds in 1S02 in Europa gebracht werd.
Deze eerste guano hevatte 14% stikstof;
terwy'1 andere soorten 3% of nog minder
bevatten. Voor den plantengroei is de stik
stof van groote beteekenis. Ze is, als het
ware, de stuwkracht bij den groei, en hoe
intensiever de plantenteelt gedreven wordt,
hoe grooter de behoefte aan stikstof is.
Vooral in den tuinbouw, waar men liefst
twee of drie oogsten van denzelfden grond
trekt, is deze meststof van veel belang. De
bevordering van den snellen groei, zooals
de stikstofbemesting doet, is dan ook voor
den tuinier van het grootste belang, omdat
vroege geschiktheid van marktgroenten de
meeste voordeelen aanbrengt. Ofschoon de
stikstof in vele mestsoorten tamelijk goed
aanwezig is, zooals in verganen stalmest,
compost, kippen- en duivenmest, paardemest
e.a. waarmee dan ook in den tuinbouw
bemest wordt, kan het toch gebeuren, dat
er voor de planten geen direct opneembare
stikstof aanwezig is. Gewoonlijk ,toch komt
ze daarin voor als zwavelzure ammoniak
die eerst door inwerking van bacteriën
onder de noodige bodemwarmte omgezet
moet worden in salpeter. In zulke gevallen
is het Chilisalpeter een stikstofbemesting
by uitnemendheid, omdat ze zeer oplosbaar
is en de stikstof in den vereiscbten vorm
heeft; dus den planten onmiddellijk ten
goede komt.
Onder de stikstofmeststoffen rekent men
ook de volgende: zwavelzure ammoniak,
bloedmeel, hoornmeel; terwijl, als gemengd
met andere mestsoorten nog genoemd mogen
worden: ammoniak-superphosphaat, Chili-
salpeter-superphosphaat, kalisalpeter; ook
de kalistikstof, de stikstofkalk enhetkalk-
salpeter treden in de laatste jaren meer op
den voorgrond.
De meest bekende, en ook meest gebruikte
stikstofbemesting, is echter het Chilisalpeter.
Ook wel salpeterzure soda, landbouwzout
of sodanitraat genoemd. De naam Chilisal
peter duidt reeds de herkomst aan, n.l.,
uit Chili in Zuid-Amerika. We zien dus, dat
deze stof van overzee moet aangevoerd
worden, wat in dezen oorlogstijd niet weinig
vertraging geeft.
De lagen sodastikstof vindt men namelijk
in Chili en ook in Peru, vooral op de hoog
vlakten van het gebergte Cordilleras. Op die
groote vlakten, waar wegens gebrek aan
regen geen plantengroei gevonden wordt,
liggen uitgestrekte salpeterlagen, soms eeni
ge meters dik, die daar uitgegraven kunnen
worden.
De Kyksdagrede van von Bethmann-HoIIweg.
Hetgeen men van de rede van den rijks
kanselier verwachtte, heeft zich verwezen
lijkt. De kanselier heeft tot, de linkerzijde
gezegd: ik bindt my niet door een ver
klaring, waarmede ik van tevoren afstand
doe van inlijving en oorlogsschatting; tot
de rechterzijde: ik bindt my niet door het
opstellen van een oorlogsprogramtot beide
zyden: ik wensch my niet nader over het
oorlogsdoel te verklaren.
Zooals gisteren gezegd, heeft h(j dus noch
den inlyvers noch den socialisten wind in
de zeilen geblazen. Beide partijen kunnen
zich dus verheugen over het uitblijven van
succes voor haar tegenstanders, beide heb
ben zij ook reden zich te bedroeven over
het uitblijven van succes voor haar zelf.
Alleen de middenpartijen kunnen tevreden
zyn en zy hebben dan ook instemming met
de woorden van den rijkskanselier betuigd.
Duitschland wacht op de Russen. In deze
vyf woorden is heel de met zooveel span
ning verwachte rede van von Bethmann-
Hollweg samen te vatten.
De rijkskanselier wil niet zeggen, dat de
Duitsche regeering nog annexaties nastreeft.
Hij wil ook niet zeggen, dat zij afziet van
annexaties. Dat alles zal afhangeD van Rus
land.
Het beginsel van een vrede op grond van
vry's lotsbestemming voor alle volken stoot
Duitschland verre van zich af. Het wil
zooals de rijkskanselier zeide „zich niet
naar alle kanten aan een formule binden",
zoolang het nog niet alle kans op veroverin
gen verkeken ziet. En naarmate in Rusland
de boel in de war loopt, ziet het deze kans
weer stijgen.
Om België te onderjukken, om de Serviërs
over te leveren aan de Oostenrijkers en aan
de Bulgaren en om aan het democratische
Frankrijk nog een provincie te ontrukken,
rekenen de Duitschers op 't oogenblik hoofd
zakelijk... op de hulp der Russische anar
chisten 1
Zoo is de toestand, en al het mooie ge
praat der pacifisten van alle kleur zal daar
niets aan veranderen. In zyn hoogsten nood
heeft het Pruisische militarisme een bond
genoot gevonden in de dragers van het
internationalistische ideaal in Rusland.
Moesten deze werkelijk de leiding van het
Moscovitische ryk in handen krjjgen, dan
zou de „bevrijding" van Rusland een vloek
voor de wereld zyn.
Zoover zyn we nog lang niet, en dat ziet
van Bethmann óók wel. Vandaar zyn groote
terughoudendheid. Zélf gelooft hij niet zoo
sterk aan den zoo vurig gewenschten afzon
derlijken vrede met Ruslandmaar hy rede
neert: Veronderstel dat de elementen die
in Rusland ten allen pryze vrede sluiten
willen, tóch eens de overhand krijgen, en
de geallieerden in den steek latenzou 't dan
geen zonde zyn, als wij reeds openlijk ver
klaard zouden hebben, van alle veroverin
gen af te zien?
De annexatie-zucht der Duitschers staat
alzoo in rechtstreeksche verhouding tot het
pacifisme by de Russen.
Von Bethmann heeft aan 'tslot van zijn
rede tot Rusland een uitnoodiging om vrede
te sluiten gericht, di® weinig minder duide
lijk was dan die van Oostenrijksche en Bul-
gaarsche zijde. Er staat in te lezen, dat
Duitschland geen grondgebied van de Rus
sen begeert, als de Russen hunnerzijds van
alle annexaties willen afzien. Doch de kan
selier zegt niet, dat Duitschland dan even
ééns van alle verovering ten koste van an
dere landen afzien wil. Rusland moet zyn
annexatie-denkbeelden laten varen, opdat
Duitschland des te méér annexeeren kan.
Duitsche persstemmen over de rede van
den rijkskanselier.
De „Frankf. Ztg." zegt o.a.:
Het is den heer von Bethmann-Hollweg
ook ditmaal gelukt voor een politiek, die
het midden houdt tusschen de buitenspo
rige eischen der annexionisten en die der
tegenstanders van annexatie en schade
loosstelling een meerderheid in den Rijks
dag te vinden. Hy heeft noch party geko
zen voor de oorlogsdoelen van een ver
overingen begeerend chauvinisme, noch
voor die der sociaal-democraten, die een
spoedigen vrede hopen te kunnen bereiken
door plechtig te verklaren van alle verove
ringen af te willen zien. Voorloopig heeft
de rijkskanselier het vertrouwen van de
meerderheid der volksvertegenwoordiging
gekregen en in parlementaire opzicht is hij
vooreerst daardoor gedekt, en ten slotte is
het toch de Rijksdag, en niet de een of
andere commissie of industrieel persorgaan,
dat den wil van het Duitsche volk vermag
te interpreteeren. De politiek der regeering
is nog versterkt door de uitdrukkelijke ver
klaring, dat er volkomen overeenstemming
bestaat tusschen de inzichten der regeering
en die der opperste legerleiding en tevens
door de verzekering van den rijkskanselier
betreffende onverbreekbare eensgezindheid
tusschen het Duitsche rijk en zijn bondge-
nooten.
De „Vossische Zeitung" spreekt aldus:
Wy stemmen met den kanselier daarin
overeen, dat een detailleering van onze
oorlogsdoeleinden niet noodig is. De woorden
van den kanselier over Rusland waren
duidelijk, duidelijker kan men niet zyn. Zy
beteekenen nog meer, wyl achter deze woor
den het geheele Duitsche volk staat, temeer
daar de kanselier er den nadruk op legde,
dat hij daarbij in overeenstemming was met
Oostenrijk. De kanselier heeft de aanhangers
en meeloopers gwonnen. Hij was voor de
eerste maal leider.
Het Duitsche oorlogsdoel.
De Duitsche Rijksdagafgevaardigde dr.
Müller-Meiningen, heeft in het te Weenen
verschijnende blad „Der Morgen" zyn opinie
over het oorlogsdoel uiteengezet.
Hy schrijft o.m.:
„Ik geloof, dat de overgroots meerderheid
van het Duitsche volk in eerste instantie
uitsluitend den waarborg tegeneen herhaling
van den overval van 1914 en tegen de daar
aan voorafgegane omsingeling als het
oorlogsdoel beschou wt. In dit opzicht is onze
oorlog slechts een verdedigingsoorlog. Maar
de meeningen loopen uiteen over de mid
delen, die noodig zyn, om dit doel te be
reiken en over hetgeen Duitschlands mili
taire, politiek# en oconomische toestand
vereischt eu in het bijzonder zyn de mee-
uingen verdeeld over de politieke gevolgen,
die uit annexatie zullen voortvloeien.
Zoolang het resultaat der militaire en
maritieme operaties niet geheel is te over
zien, houd ik een debat over het oorlogs
doel voor ontydig, ja, voor nadeelig. Thans
het program „vrede zonder annexatie en
zonder oorlogsschatting" als vaste basis op
te stellen, houd ik voor een ernstige tak-
tische fout en minstens even dwaas als de
onzinnige annexatieplannen.
De schrijver ontkent niet, dat de houding
van Oostenrijk Hongarije eenige ongerust
heid in Duitschland heeft gewekt, maar hij
merkte op, dat Oostenryk-Hongarije in
betere conditie verkeert dan Duitschland
wat de noodzakelijkheid van annexatie
betreft.
Overigens ontkent hy, dat in Duitschland
een sterke strooming ten gunst# van an
nexatie zou bestaan, waardoor de oorlog
wordt verlengd.
Ten slotte geeft dr. Müller-Meiningen als
zyn opinie weer, dat de annexatie-eischen,
die het Duitsche rijk noodig acht, ook ge
deeld moeten worden door zyn bondge-
nooten, terwijl Duitschland de annextie door
Bulgarije van Servisch gebied met alle
kracht zal steunen.
De kwestie „geen vrede zonder annextie"
vindt hij van geringe beteekenis. Zet men
compensatie voor annexatie, dan zal, vol
gens den schrijver, geen verstandig mensch
aan het goede recht van den overwinnaar
kunnen twijfelen en hy voegt er aan toe:
„Wy nemen thans de positie van over
winnaar in en zullen die behouden".
DE RUSSISCHE KABINETSCRISIS.
PETROGRAD, 16 Mei.
Miljoekof is uit het kabinet getreden. De
portefeuille van Buitenlandsche Zaken is
overgegaan in handen van Terestjenko.
Kerenski is minister van Oorlog en Marine
geworden.
Kerenski.
Kerenski behoorde tot de Russische advo
caten, die hun gansche leven aan de ver
dediging van politieke misdadigers onder het
oude régime hadden gewijd. Hy- is één van
de leidende figuren in het Russische politieke
leven. Van jaar tot jaar moest men de rech
ters onder de oogen zien, een strijd voeren
op leven en dood voor duizenden menschen,
die als politieke misdadigers beschouwd
werden.
Europa kent dit type van politieke advo-
taten niet, die te zamen met hun cliënten
voor de vrijheid kampen en voortdurend met
verbanning en andere straffen bedreigd wor
den, en het als hun plicht beschouwen, hun
ter dood veroordeelde cliënten tot aan het
oogenblik der terechtstelling te steunen en
te schragen en hun een afscheidsgroet te
brengen.
Toen Kerenski eens in zyn kwaliteit van
advocaat wegens staatsgevaarlijke handelin
gen was aangeklaagd, hield hij voor de recht
bank een pleidooi, waarin hij o.m. het vol
gende aanvoerde:
„De Russische advocaten zouden hun
plicht tegenover hun stand verzaken en
tegenover het volk zondigen, indien zy niet
luide in het publiek zouden hebben verklaard,
dat het proces van den minister van Justitie
tegen een Jood te Kief, die beschuldigd is
christenbloed gebruikt te hebben, een
schaamtelooze politieke agitatie is geweest,
met het doel, het eene deel van het volk
tegen het andere op te zetten. De Russische
advocaten moeten deze daad van den minis
ter aan de openbaarheid prijsgeven, opdat
de gansche wereld kon vernemen, dat het
niet het Russische volk is, dat de schuld
draagt aan de wederopleving van de middel-
eeuwsche barbaarschbeid."
De president der rechtbank interrumpeer
de voortdurend, maar Kerenski sprak een
vol uur door en schetste het misdadig op
treden van den minister van Justitie.
Kerenski werd veroordeeld, maar de Doe-
ma weigerde hem uit te sluiten.
De minister wachtte tot de zittingsperiode
geëindigd was om zich op Kerenski te wre
ken, maar de zittingsperiode ging over in de
revolutie en op bevel van den minister van
Justitie, Kerenski, werd de vroegere minister
Tsjglowitof gearresteerd eD in de Peter en
Paul's-vesting gevangen gezet.
Het was de groote taak van de Russische
advocaten het rechtsbewustzijn des volks op
te wekken en de massa het begrip by te
brengen en in te scherpen, dat een volk
zonder rechtvaardige rechters niet kan be
staan. Hoe sterker het rechtsbewustzijn der
natie zou zijn ontwikkeld, des te eerder zou
zij een eind maken aan het oude regeer-
stelsel.
Eenige malen per jaar beklom Kerenski
de tribune der Doema, om onthullingen te
doen en te protesteeren tegen de wijze,
waarop de politieke misdadigers in Siberië
behandeld werden. En wanneer hy de afgrij
selijke martelingen der gevangene schilderde
en de Doema in ademlooze stilte naar hem
luisterde, vroeg hy hoe lang het land en
het volk deze vernederingen en kwellingen
nog moest verdragen. Zoo sprak dan het
lijdende volk door Kerenski.
Kerenski was in de Doema de vertegen
woordiger van de boerenbevolking de voor
naamste woordvoerder van de party dei-
zoogenaamde Trudowiski's De boeren, die
de communistische opvatting huldigen, dat
het land aan het volk behoort, zullen in de
revolutie een belangrijke rol vervullen. Het
land-vraagstuk is wel het hoofdpunt, van
welke oplossing -Ie ontwikkeling der nieuwe
politieke orde in Rusland grootelyksafhangt.
Dit punt zal aan de orde blijven, zoolang
de boer den grond niet in bezit heeft kun
nen nemen. Daar de boeren niet in staat
waren uit eigen kracht voor hun wenschen
propaganda te maken, wydden zich een
aantal der meest ontwikkelde personen aan
hun zaak, om overal in woord en geschrift
de belangen der boeren te behartigen en
hun goed recht te bepleiten. De meest op
den voorgrond tredende leider is Kerenski.
Eerst thans is een brief gepubliceerd, dien
Leo Tolstoi in 1902 aan tsaar Nicolaas
tieeft gezonden, waarin hij schreef:
„Voor het Russische volk aan de bevrijding
slechts bereikt worden door de vernietiging
van het grootgrondbezit en door de erken
ning van ue aarde als gemeenschappelijk
eigendom. Dit is het wat langen tijd het
innigste verlangen des volks heeft uitge
maakt. In onze dagen is het grootgrondbe
zit even onrechtvaardig als 50 jaren geleden
de lijfeigenschap. Wordt het grootgrondbe
zit opgeheven, dan geloof ik, dat 't Russische
volk een hooge trap van onafhankelijkheid
welvaart en geluk zal bereiken. Ik geloof
ook, dat daardoor de gansche socialistische
en revolutionnaire beweging, die thans onder
de arbeiders opkomt en regeering en volk
met de grootste gevaren bedreigt, tot rust
zal komen."
Dit maanwoord van Tolstoi was echter
niet voldoende. Het ideaal der boeren moest
in een banier geschreven worden, die door
gansch Rusland moest worden gedragen,
om de massa's der boeren er van te over
tuigen, dat dit ideaal, deze droom- door het
volk zelf kon worden verwezenlijkt. In deze
propaganda moest worden gevoerd onder
het fluiten der kogels van de soldaten en
onder de slagen der „nagaika" van de ko
zakken.
Kerenski behoort tot degenen, die door
gansch Rusland het ideaal der boeren pre
dikte, zonder zich om de dienaren van het
oude régime te bekommeren.
Bij de eerste ontmoeting met Kerenski
hield men hem voor een fantast. Maar wie
hem lange jaren heeft gevolgd en geobser
veerd, getuige van zyn grootsche werkkracht,
van zijn onbuigzame hardnekkigheid, zijn
nooitverzwakte energie, de vroolijkheid, die
hem nooit verliet, heeft gadegeslagen, zal
kunnen begrijpen, waarom deze jonge poli
ticus en advocaat Kerenski is nog geen
.35 jaar die steeds het volk voor de
revolutie opriep, thans als minister zoo'n
grooten invloed heeft en in staat is geweest,
systeem in zyn ministerie te brengen, door
uitschakeling uit de Russische wetgeving
van alles wat het rechtsbewustzijn des voJks
aanrandde. De strijd tegen het oude régime
was n.l. een veldtocht, waardoor de wil
werd gestaald en het geduld beproefd.
Europa kan zich de leiders der revolutie
niet als barricade-helden denken. Het lijdt
geen twijfel, dat juist nergens anders de
Europeesche politiek zoo nauwgezet werd
gevolgd als in de progressieve kringen in
Rusland.
Op den dag, dat de Doemaleden tegen den
reactionnairenminister-presidentGoremykin
in verzet kwamen en voorgesteld werd de
obstructionisten voor vijftien zittingen uit te
sluiten, weigerden dezen de Doemazaal te
verlaten, werden soldaten in de Doema
gerequireerd. Dat was zelfs voor het oude
Rusland te veel!
Toen de chef der politie, baron von Ostin-
Saken, met een afdeeling soldaten op
Kerenski afkwam en hem verzocht zich te
verwijderen, verhief zich de slanke gestalte
van dezen jongen man in zyn volle lengte.
Hy beefde van opwinding, zijn oogen vlam-
nen. Hij bood echter geen tegenstand en
verloor geen oogenblik zijn zelfbeheersching.
„Wy zwichten voor de macht, maar de dag
zal komen Kerenski kon den volzin
niet voltooien, aangezien de lechterzyde
hem onder gejoel en gehoon overschreeuwde.
Daarop verliet Kerenski snel de zaal.
De obstructie werd voortgezet en na ver
loop van eenige uren werden alle sociaal
democratische Doemaleden uit de zaal ver
wijderd.
Op de ministerbank zat de minister van
Justitie Sjglowitof en lachte hartelijk, toen
men Kerenski dwong uit de zaal te gaan.
Sjglowitof lacbt echter thans niet meer.
Aan het feit, dat Rusland een gansche
generatie van politici van het slag van
Kerenski bezit, is het toe te schrijven, dat
de ten val gebrachte monarchie plotseling
in vergetelheid is geraakt.
Evenals regen en wind rotsblokken doen
afbrokkelen en verteren, zoo ondermijnde
Kerenski de monarchie, totdat het oogenblik
aanbrak, waarop het volk haar zwakte
aanschouwde. Toen verdween hel oude
régime, de dynastie, die een paar jaren te
voren haar 300-jarig bestaan had gevierd.
Tsaar Alexander is Alexander Romanof
geworden.
Amorikannsclio troepen voor Frankrijk.
LONDEN, 17 Mei. Aan de Daily Telegraph
uit New-Tork: De New York Times bevat
een telegram behelzende een boodschap van
generaal Pétain, waarin deze er op aan
dringt., dat de Amerikaansche vrijwilligers
binnen drie maand#» naar Frankrijk ge
zonden zullen worden om er door Franschen
intensief gooefend te worden. Deze vrij-