Landbouw. Binnenland. Op het telefoonkantoor alhier zyn de vorige maand behandeld 96 telegrammen, 313 gesprekken en 7 oproepberichten. De rnuand Mei. Als dit opstel onder de oogen der lezeres sen en lezers komt, is de grillige en zeer koude April weer heengegaan zonder eenige aangename herinnering aan hetgeen hij ons in de natuur had kunnen doen genieten, achter te laten. Een ijzig koude wind, en weinig zon, werkte mede om te doen ont breken wat gewoonlijk reeds in April kon genoten worden. Groen en bloesem bekoorden in deze tweede lentemaand gewoonlijk het oog, terwijl thans beide nog op zich laten wachten. Toch staat de tijd niet stil, en de steeds gevierde Meimaand heeit haar intrede gedaan, waarvan Laurillard zong'. „Tijd van lach en lied en lusten, Feestseizoen van hoop en min; Tijd van kuoppen en van bloesem, Heel de toekomst schuilt er in". Mogen deze woorden de vertolking zijn van hetgeen deze Meimaand ons te zeggen heeft en dat zij, haar traditie getrouw, ver goeding geeft voor alles, wat we dit voorjaar hebben moeten missen. Veel, zeer veel wat door de weersomstandigheden in April is moeten achterwege blijven, moet nu nog aan den grond worden toevertrouwd. Als het weer en de bodemtemperatuur willen medewerken, kan er nog veel terecht komen. De kans daarop wordt met dendaggrooter, immers de zon, de groote levenwekster krijgt steeds meer kracht en laat haar licht langer genieten. Met de heerlijke maand Mei komen ook geuren, kleuren en gezang in de natuur. Haar naam Bloeimaand zal ze wellicht meer dan anders te recht dragen, omdat in de vrije natuur heel wat bloei in haar voorgangster tegengehouden is. Hoewel de zon al meer haar kracht in deze maand zal doen gelden, en de wispel turige April achter ons licht, zoo heeft de ervaiing in vorige jaren geleerd, dat zelfs in de Meimaand, na schoone heldere dagen, ook nog nachtvorsten kunnen optreden. Gevreesd zijn immers bij land- en tuinman de zoogenaamde „drie strenge heeren" of ijsheiligen: Mamertus, Pancratius enServa- tius, die soms ongeveer midden Mei door hun bar optreden heel wat schade kunnen veroorzaken. We willen hopen, dat ze ons dit jaar, na al hetgeen wij reeds van de koude geleden hebben, wat goedgunstiger zullen zijn, en den zoo hoog noodigen oogst niet zullen bedreigen. Wat nu de werkzaamheden gedurende Mei aangaat, deze bepalen zich voor den akker, voor zooverre hij op den gewonen tijd bemest en bewerkt is geworden, tot overbemesting, dat wil zeggen, tot bet uit strooien of besproeien met Chilisalpeter over de gewassen. Bij aardappelen, granen, bieten en ook bij vele tuinbouwgewassen, heeft dit gunstige resultaten, 't Is daarom te hopen, dat het bericht waarheid behelss, dat de vastgehouden schepen met kunstmest, veevoeder en granen weldra onze havens zullen kunnen bereiken. Vooral zal het dit jaar bij de uitstrooiing der granen noodig zijn, om overbemesting toe te passen. De voornaamste arbeid is in deze maand, zoo wel op akker als in tuin, schoffelen, hakken en wieden! De moestuin vraagt voortzetting van het- o-een in de vorige maand begonnen is, of wellicht beginnen, omdat de koude April verhinderd heeft, nl. zaaien en planten, vooral van die groenten, die om tot ont kieming te komen, meer warmte in den grond vereischen. Zoo worden in gewone omstandigheden augurken, komkommers, bieten en stokboo- nen gelegd en postelein gezaaid, vooral in de laatste helft van deze maand. Verschillende keukenkruiden, alsboonen- kruid, basilium, Maroraan, enz., kunnen nu aan den grond worden toevertrouwd. Ook kan men bij herhaling nog koolsoorten planten, sla en spinazie zaaien en stamboonen leggen. Heeft men leiboomen tegen muren en schuttingen, dan is het nu de tijd de jonge scheuten te controleerenwant de bladlui zen ontwikkelen thans sterk. Waar deze insecten dan ook voorkomen is het noodig de vele middelen, die in den handel daar tegen voorkomen, aan te wenden Desnoods kan men de bladluizen ook bestrijden door besproeiing met een oplossing in water van een afkooksel van tabak, vermengd met groene zeep; zelfs een bespuiting met krach tige stralen koud water kan baat geven. Wie kruisbessen in zijn tuin heeft, dient deze nu goed na te zien, of erbladwespen aanwezig zijn en deze dan te dooden. Verder komt nu de tijd, om de vrucht- boomen te bespuiten met Bordeausche pap, wat voor de eerste maal dient gedaan te worden, voor het opengaan der knoppen; vervolgens zoodra de jonge vrucht zich gezet heeft, en voor de derde maal, als de vrucht de grootte van een hazelnoot bereikt heeft. Dit alles dient, om de schurft op appel-en pereboomen te bestrijden of tegen te gaan. In den bloementuin kunnen bij -zacht weer de Fuchsia's en Pelargoniums buiten gezet en Dahba's en Knolbegonia s in den grond gebracht worden. Velerlei bloemen. die eigenlijk leeds in April gezaaid moesten zijn, maar door de guurheid van 't weer en de langdurige koude in den grond tot deze maand hebben moeten wachten, kunnen nu gezaaid worden, als O. I. Kers. Anjers, Nemopbila's, Leeuwenbekken, Afrikaantjes, Phlox, Resida, Amaranthus, Goudsbloem, Zonnebloem e. a. Bozen en sierheesters zyn nu dankbaar voor wat verdunden koe- of goeden bloemenmest, terwijl het gieten bij droog weer, liefst vóór den middag, niet verzuimd mag worden. Bommen op Zierikzee. Men meldt uit Zierikzee van 30 April: Hedennacht omstreeks halfdrie heefteen vliegmachine met zeer korte tusschenpoozen zes bommen op ons stadje geworpen met het treurig gevolg, dat een huis in de St. Domiusstraat geheel verwoest werd. Het gezin Leijdekker, hetwelk dit huis bewoonde en uit man, vrouw en kind bestond, is op slag gedoodde lyken zijn, geheel misvormd, op grooten afstand gevonden. Tal van huizen zijn getroffen, zoodat de materieele schade zeer groot is. In de Molen straat zijn twee pakhuizen in vlammen op gegaan. De huizen van advocaat Pol vliet en notaris Biermasz hebben veel geleden; in den tuin van laatstgenoemde is een bom neergekomen. Op de geheele Oude Haven is schier goen huis, of het heeft schade geleden. Groot is de ontroering en diep de ver slagenheid der burgerij. De militaire autoriteiten en de commissa ris der Koningin zijn naar Zierikzee ver trokken. De brand, die ontstaan was, werd spoedig gebluscht. Uit alle huizen kwamen men- schen aanloopen, van wie velen in nacht gewaad. Er ontstond een paniek, die gelukkig slechts van korten duur was. Men meldt ons, dat het vliegtuig, dat te Zierikzee zulke groote verwoesting heeft aangericht, ook even te voren te Middelburg is gehoord. De tot nu toe ontvangen berichten melden niet, van welken landaard het vliegtuig is geweest, dat dit onheil over het vredige Zeeuwsche stadje heeft gebracht. Dit zal waarschijnlijk in de duisternis van den nacht aan waarneming ontsnapt zyn, doch men mag vertrouwen, dat van de zyde, waar de schuld is, daar rond voor uit zal worden gekomen. Blijkbaar is Zierikzee, immers, het slachtoffer geworden van een totaal uit den koers geraakten vlieger, die in de meening heeft verkeerd, boven de kust van Vlaan-1 deren of misschien zelfs wel van Noord- Frankrijk te verkeeren een analoog geval van dat uit het allereerste begin van den oorlog, toen een bom werd geworpen op Maastricht. Deze diep droevige gebeurtenis, nu wij opnieuw van zóó naby ondervinding hebben opgedaan van de gruwelijke middelen, welke in dezen Joorlog worden gebezigd, zal niet nalaten hier te lande groote deelneming te verwekken, en men krijgt weer eens een levendig beeld van de nameleoze ellende, welke er verborgen ligt achter die, slag op slag in officieele communiqués voorkomende, kleine mededeelingen, dat „de militaire werken" van dit of dat plaatsje „kwistig" met bommen bestrooid zijn. Ook nü zal de vlieger zich wel hebben verbeeld, een mili tair werk van den vijand aan te vallen Er is een tijd geweest, waarin het werpen van bommen uit vliegtuigen algemeen als barbaarsch werd veroordeeld, en er werd toen zelfs een tractaat onderteekend, waarbij het verboden was voor vijf jaar. Wij herinneren ons het verhaal van een corres pondent in den eersten Balkanoorlog. Zelf militair en een ervaren vlieger, had hjj bij herhaling aan het hoofdkwartier, waarbij hy zich bevond, verzocht, eens een vliegtocht over de vijandelijke stellingen te mogen doen, doch het werd hem halsstarrig geweigerd. Eindelijk kreeg hij verlof, mits hy bereid was bommen te werpen. Doch deze eiscb was hem te zwaar, en hy vloog niet. Zoo was toen nog de opvatting van de meesten, die onder de Westersche beschaving opge groeid waren. Het militairisme heeft sedert wel verschrikkelijk rondgevreten, overal. „Groot is de ontroering en diep de ver slagenheid der burgerij" wordt ons ge meld uit het stadje,datnu met het eenmaal tractaatrechtelyk alsonmenschelükgebrand merkte middel heeft kennis gemaakt. Op de menschheid buiten ons land zal de ge beurtenis geen dieper indruk meer maken, dan die van eene „ongelukkige vergissing." Dat is het groote rampzalige van dezen tijd. Het plaatselijke maakt in beperkten kring indruk, doch de algemeene verwording waarvan de plaatselijke ramp niet meer dan een begeleidend verschijnsel is, wordt aan vaard als in de reden der dingen te liggen. Wat in Zierikzee gebeurd is, is een ramp, zooals ons land tijdens den oorlog nog niet. getroffen heeft. In den donkeren nacht heeft een vlieg tuig bommen op het plaatsje nieten laten vallen, tnaar geworpen. Er zijn drie menschenlevens by te betreuren, vijf huizen zyn in de vlammen opgegaan en in het stadje is enorme schade aan vele andere perceelen aangericht. Wie is de schuldige? Men weet het, op het oogenblik dat wij dit neerschrijven, nog niet. Is het een Duitsch vliegtuig? Is het een vliegtuig der geallieerden ge weest, welks bemanning zoo slecht georiën teerd was, dat men Zierikzee voor Zeebrugge of een andere plaats aan de Belgische kust aanzag In beide gevallen is en blyft het feit heogst ernstig. Daden, waarbij roekeloos menschenlevens in gevaar werden gebracht, hebben wy van de zijde der geallieerden tot dusver nog niet te dulden gehad. Maar we mogen méér eischen dan dat, dat ze ook de noodige voorzichtigheid in acht nemen en het nachtduister, waarby juiste oriënteering zeer moeilijk is, is daar voor geen afdoend excuus. Beide oorlogvoerende partijen hebben er nauwlettend voor te waken, dat zy alleen dermate geschoolde en geografisch onder legde vliegers uitzenden, dat zulke nood lottige vergissingen onmogelijk zijn. Het werpen met bommen, zonder dat de inzittenden in het vliegtuig met stellige zekerheid weten waar ze zich bevinden, is een daad die niet streng genoeg kan worden afgekeurd. Intusschen betuigen wi) onze diepgevoelde deelneming met het zwaar geteisterde plaatsje, dat door zulk een vreeselijke ramp getroffen is. Wy hopen van harte, dat een grondig onderzoek zal mogen uitwijzen aan welke zyde de schuldige zich bevindt en dat voor de toekomst eens vooral onze landgenooten voor zulke gevaren gespaard mogen blijven. Nader meldt men uit Zierikzee Een deel der bevolking heeft den nacht wakend en op straat doorgebracht. De Bel gische vluchtelingen stonden meerendeels gepakt en gezakt, teneinde by de eerste nadering van een bommenwerpende vlieg- i machine te kunnen vluchten. Op de haven alhier stond een dichte volksmassa naar het nachtelijk luchtruim te turen en inder daad nam men daar vliegtuigen waar, waar van 't aantal echter zeer verschillend wordt opgegeven. Deze waren op verren afstand, vermoedelijk nan de Vlaamsche kust en schenen in een hevig gevecht gewikkeld te wezen, althans het vuren werd hier gehoord en ook waargenomen. Wat de schade betreft, die door de bom men veroorzaakt is, deze wordt op f 100.000 geraamd. Het aantal woningen, door de bommen vernield of zeer ernstig bescha- digd, bedraagd omstreeks veertig, terwijl vijftig huizen min of meer beschadigd werden Vermeld mag nog worden, dat ook de militairen zich dapper geweerd hebben. Uit de woning, die naast de in vlammen opge gane pakhuizen gelegen is en die op het punt van instorten stond, werden door de sergeanten Mink. Romeyn, Teilekamp en door den soldaat Luinen twee zeer bejaarde vrouwen gered. In de putnhoopen van een door een bom vernield huis van het omge komen echtpaar Leydekker werden gelds waardige papieren tot een bedrag van twee duizend gulden gevonden. Behalve de commissarissen der Koningin en de schout-bij-nacht van Zeeland, die gis termorgen met de spoorboot hier kwamen, is gisterenavond de afgevaardigde van dit district mr. Patyn aangekomen. Uit alle deelen van bet land komt men de ruïnen bezoeken. Uit Zierikzee melde men Dinsdag: Het is voor de ingezetenen van onze stad' een verschrikkelijke nacht geweest. Schier de geheele bevolking werd door bet geweld van een neergeworpen bom uit den slaap wakker geschud. Aanvankelijk wisten velen niet, wat er gebeurd was, maar alras be merkte men, dat er by tusschenpoozen nog vyf bommen uit een vliegtuig, waarvan men het snorren kon hooren, op onze stad geworpen werden. Allen snelden angstig de straat op. Spoedig ontwaarde men, dat er niet alleen groote stoffelijke schade aan tal van huizen, vooral op de Oude Haven en in de dichtbevolkte arbeidersbuurt was aangericht, maar dat er ook drie menschen levens te betreuren vielen: een man, een vrouw en hun pleegkind waren het slacht offer geworden. Leydekker, aldus is de naam van den man, onderhield zyn hoogbejaarden vader en stond als een zeer oppassend man bekend. Een bom had zyn huis geheel verwoest. In twee pakhuizen in de Molen straat brak een groote brand uit, die, dank zy de brandweer, gebluscht werd. In de slaapkamer van mevrouw Polvliet en haar kind waren zulke ontzettende verwoestingen aangericht, dat het een wonder mag heeten, dat zy in het leven zijn geblevenhet ledi- kantje, waarin het kind lag, werd geheel verbrijzeld. Het kind kreeg in het gezicht eenige schrammen. Van tal van huizen is het dak naar beneden geslingerd, geen ruit bleef er heel. Ook de nog onlangs gerestau reerde woning van den directeur der gasfa briek werd ernstig beschadigd. Zondag zweefde ook overdag oen vliegtuig over do stad. Men kon zyn nationaliteit niet onderscheiden. Scherven van bommen worden bijeenver zameld, ten einde te kunnen uitmaken, tot welke nationaliteit de vlieger behoort, die de bommen opons rustig stadje geworpen heeft. Slechts één huis, dat van notaris Biermasz, was verzekerd. Een nader bericht luidt De bommen, die op Zierikzee geworpen zijn, zijn door autoriteiten onderzocht en bevonden van Engelsch maaksel te wezen. De slachtoffers te Zierikzee. Een gedeelte van de St. Domiusstraat is door militairen afgezet, maar we zien twee geheel vernielde en verscheidene zeer ge havende woningen. Waar de grootste hoop puin ligt is dezen nacht het vreeselijk drama geschied. De woning is een ruïne. Daar woonde de zadelmaker Leidekkers met zyn vrouw en een pleegkind, 't zoontje van een broer, wiens vrouw in 't kraambed was gestorven. Bij de belegering van Antwerpen had het echtpaar Leidekker zich over het wicht ontfermd, 't Was immers zoo gevaarlijk in de Scheldestad en nu dezen nacht trof een bom dit buis, niemand weet natuurlijk iets van hetgeen er juist gebeurde. Den man vond men met afgeslagen beenen op zekeren afstand van zyn woning. De vrouw lag nog verder, eerst herkende men ze niet, een gedeelte van het hoofd is weg; 't kind trof men eveneens zeer verminkt in het puin aan. Dezen middag raapte men nog een stuk van een armpje op. Ds beugeltasch van de vrouw en de kachelplaat vond men eenige huizen verder in den tuin. Men heeft eerst de dooden naar het politiebureau en dan naar het lijkenhuis gebracht en als men nn de ruïnen ziet, zoowel in de Sint Domiusstraat als in de Molenstraat, moet men het een groot wonder noemen, dat er geen twintig of dertig dooden en zeer veel gewonden zijn. Ik treed een ander buurhuis binnen.'t Is een winkeltje, de ruiten zijn weg, de muur is gescheurd, het plafond staat geschoord en op het dak is schier geen pan meer. De vrouw moet een kooper bestellen, maar ze kan niets vinden, heel de boel is door elkaar geworpen en ik ben zoo suf klaagt ze, zoo'n nacht ook, ik werd wakker en riep tot mijn zoon sta op, de wereld ver gaat. Ze is al een bejaarde vrouw, wellicht geboren en gansch haar leven woonachtig in dit afgelegen rustige oude stedeke. Van den oorlog heeft ze hooren spreken, maar alles was zoo vaag en nu was die oorlog plotseling tot bij haar stil huisje gekomen en had haar gewekt, met zware slagen verblindend licht, met 't kletteren van gla zen, 't barsten van daken en muren en weenend vertelt ze, hoe haar goede buren daar tegenover haar deur lagen, en men eerst niet wist of 't een man of een vrouw was, zoo erg had de ramp het lyk verminkt, en Nederland leeft in vrede, meneer, en nu komen ze zoo ons stil stadje behan delen. Onder vroede vaderen. OUDE PEKELA. Na de opening der raads vergadering en behandeling van eenige pun ten kwam een verzoek van onderwijzers om salarisverhooging aan de orde. B. en W. stellen voor, het aan te houden tot Ged. Staten een nieuwe regeling wen- schen. Dit wordt verworpen met 6 tegen 4 stemmen. „Punt 7" zegt de voorzitter. „Neen" zegt dr. Boswijk, nu komt het verzoek der onderwffzers weer aan de orde". „Neen," miinheer Boswyk", zegtde voor zitter, „'t voorstel van B. en W. is verwor pen en andere voorstellen zyn er niet. Hier mee is de zaak eerst afgeloopen. Wenscht één der leden een ander voorstel in te die nen, dan kan zulks schriftelijk geschieden en kunnen B. en W. het vooraf overwegen" De heeren Klok, Kok en Boswyk dringen er ten sterkste op aan het verzoek der on derwijzers dadelijk weer in behandeling te nemen. De voorzitter weigert dit, waarna de hee ren dr. Boswijk, Klok, Bosscher, Hinders en Kok da vergadering verlaten en laatst genoemde zegt„Wij zyn geen kwajongens" De voorzitter moet nu wel sluiten, wy'l nu 8 van de 13 leden afwezig zyn. Zes punten bleven onafgedaan. Vliegtuigen. Men meldt ons, dat er Dinsdagnacht drie vliegtuigen boven Flakkee hebben gezweefd. Vooral boven de groentedrogerij van den heer J. C. de Gast te Sommelsdyk, welke 's nachts geheel electrisch is verlicht, heb ben zü zich opgehouden. Van waar ze ge komen waren, is niet vastgesteld. Zy ver dwenen langs de kust in Z W. richting. Een nader bericht spreekt het vermoeden uit, dat het Hollandsche vliegtuigen waren, die den bewakingsdienst tegen vreemde vliegtuigeu uitoefenden. Liberale l/nie-Kamerclub. Het Kamerlid, de hoer De Jong, hoeft wegens drukke bezigheden ontslag verzocht als secretaris van de Liberale Unie-club, hetgeen hom onder dankbetuiging op de meest eervolle wyjze is verleend. Tot zijn opvolger is gekozen prof. Eird- mans.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 6