Rechtzaken. Buitenland. daarom nog even de aandacht wordt ge vestigd. De in Juli 1915 door de Staten-Generaal aangenomen wijziging van de Landstorm wet, die geworden is de wet van 31 Juli 1915 tot nadere uitbreiding van den land storm, bepaalde gelijk men weet dat tot den landstorm zullen behooren de vroe ger vrijgestelden en vrijgeloten tot den leef tijd van 30 jaar. Dezen zijn meerendeels opgeroepen. Maar in diezelfde wet komt voor een artikel, 4, en in dit artikel wordt uitgemaakt dat de Koningin het recht heeft te bepalen, dat de vrijgestelden en vrijgeloten tusschen 30 en 40 jaar voor den landstorm zullen worden „ingeschreven". Men lette op dit laatste woord. De Konin gin kan dus een inschrijving van de bedoelde personen gelasten, maar daarmee is gelijk hetzelfde art. 4 uitdrukkelijk vermeldt niet uitgemaakt, dat zü tot den landstorm zullen gaan behooren. Dat is niet bet geval. Art. 4 geeft dus alleen de bevoegdheid tot een administratieven maatregel. Deze is nu genomen. De „Staatscourant" bevat een Koninklijk Besluit, waarbij de Koningin van haar be voegdheid, in art. 4 bedoeld, gebruik maakt. In dit Besluit wordt dus uitgemaakt'dat alle personen tusschen 30 en 40 jaar, die vroeger zijn vrijgeloot of vrijgesteld of ten plaatsvervanger hebben gekocht, zich voor den landstorm moeten laten inschrijven. Wanneer die inschrijving zal plaats hebben zal nader door den minister van Oorlog wor den vastgesteld. Ook zullen dan voorschrif ten in zake de eventueele keuring worden uitgevaardigd. Voorshands hebben de betrok- keu personen, dus niets anders te doen, dan de nadere mededeelingen van den minister af te wachten. Ten overvloede zy er nogmaal op gewezen, dat deze inschrijving niet beteekent: indee ling bij den landstorm. Als de minister de personen tusschen 30 en 40 jaar eventueel onder de wapenen wil roepen, moet hij daartoe bü speciale wet aan de Staten- Oeneraal machtiging: vragen. Men heeft dus louter met een administratieve bepaling te doen. Verbouw van gewassen. De minister van Landbouw enz., heeft bepaald, dat de beperking van den verbouw van gewassen niet van toepassing is op de teelt van peen, koolrapen, knollen, kool, spinazie, snijboonen en spersieboonen op in den winter van 1916/17 gescheurd of in het voorjaar van 1917 nog te scheuren grasland, geen klaverland of kunstweide zynde. Vader en kind. De politie te Vlaardingen heeft zekeren M. aangehouden, wegens beroovtng van de 80-jarige weduwe H. Met behulp van zijn dochtertje, dat bij de weduwe H. dienstbode is, wist hij zich geregeld toegang te ver schaffen tot haar woning; hij heeft er succes sievelijk voor eenige honderden guldens aan gouden en zilveren en andere voorwerpen «ntvreemd, alsmede eenig geld. Vele voorwerpen zijn reeds door de politie in beslag genomen. Onze tarweschepen. Naar aanleiding van een bericht in de Times, volgens hetwelk de Engelsche re geering besloten beeft, onze te Halifax lig gende graanschepen toe te staan naar Nederland te vertrekken, zonder een Britsche haven aan te doen, meldt het Ned. Corr. bureau, dat hiermede gedoeld wordt op onze schepen, welke met tarwe geladen zyn. Immers, schepen met mais en ander vee voeder evenals schepen, welke met kunst mest geladen zyn, konden reeds eerder Halifax verlaten. Omtrent het tijdstip van aankomst van de schepen welke ïegeeringstarwe vervoeren bestaat bier te lande tot op heden echter nog geen zekerheid, hoewel het in de Times vermelde besluit van de Engelsche regeering reeds ongeveer een week oud is. Vingers afgekapt. BORCULO. Terwijl de landbouwer J. W. alhier bezig was hout te kappen, trof hy zyn 5-jarig zoontje, dat bij hem liep te spelen, per ongeluk met de bijl, zoodat drie vingers van de rechierhand werden afge kapt. Aan de grens. ZEVENAAR. Te oordeelen naar het groot aantal vluchtelingen, dat van uit Duitsch- land de laatste dagen ons gebied weet te bereiken, zou men mogen veronderstellen, dat de wachten aan Duitsche zijde nume riek zijn ingekrompen. Schier iederen dag, kwamen hier den laatsten tijd Polen en Duitsche deserteurs ever de grens. Vooral het aantal deserteurs in burgerkleeren loopt in de dozynen. Relletjes te Rotterdam. Bij het uitgaan van de gewone wekelyk- sche vergadering van het Revolutionnair Socialistisch Comité hebben weer wanorde lijkheden plaats gehad. De politie dwong de bezoekers de zaal langs 't stillere gedeelte van den Goudschenweg te verlaten. Een S*roep van ongeveer vijftig man scheen dit niet naar den zin te zijn. 31echts voetje voor voetje gingen zy in de aangewezen richting en bleven zelfs af en toe stilstaan, ondanks het herhaaldelijk bevel om door te loopen. De politie was nu genoodzaakt eenige malen met gummistok en sabel te chargeereo waar- by ook de bereden politie behulpzaam was. Er vielen nog al harde klappen. Een jongen, die met steenen wierp en een vrouw, die weigerde door te loopen, werden gearresteerd. In de buurt van den Goudschenweg was de politie genoodzaakt nog geruimen tyd te patrouilleeren, alvorens de rust was terug gekeerd. De glazen wassetter J. V., woonachtig op de Kruiskade te Rotterdam heeft by het zeemen der glazen van pand no. 262 op de Hoogstraat alhier aan de zijde van de Was- boomsteeg, het evenwicht verloren en is van de tweede verdieping op de straat ge vallen. Zwaar gekwetst naar het ziekenhuis gebracht is hy daar, kort na aankomst, aan de bekomen verwondingen overleden. Geen zoet winstje De bierbottelaar A. van F. uit Dordrecht heeft op de Gelderschekade te Rotterdam van zekeren H. F. 17 kilogram sacharine gekocht voor f10 per kilogram. Later bleek hem, dat hy suiker heeft gekocht met een spoor van sacharine er in. Op de Noordzee troffen de torpedojager E 8 en de poliiieboot De Zeemeeuw twee stoomtreilers aan, die voorgaven op reis naar Delfzijl te zyn. Vermoed werd echter dat de vaartuigen naar Duitschland verkocht waren, zoodat ze verplicht waren naar Harlingen op te stoomen. Het zijn deIJM. 47 Majestic en de IJM. 208 Olympic van de IJmuider reedery Witte Ster. Thans liggen de vaartuigen te Harlingen in het dok en worden door militairen be waakt. De schepen liggen zwaar geladen hoewel geen netten aan boord aanwezig is. Deze douane vermoedtdatsmokkelwaaraan wezig is. Zeer waarschijnlijk zullen de vaartuigen hier moeten lossen; de bemanning is groo- tendeels vertrokken. Brood en vleesch voor de militairen. De opperbevelhebber heeft bepaald, dat tengevolge van de stoornis, welke de aan voer van graan vooi de broodbereiding voor de bevolking ondervindt, het noodigis, ook het verbruik van brood by het leger en de geïnterneerden te beperken. In verband hiermede wordt met ingang van 20 April het rantsoen brood voor alle militairen en geïnterneerden vastgesteld op 0.5 K.G. per dag, terwyl het rantsoen vleesch met ingang van genoemden datum wordt verhoogd en gesteld op per man en per dag: Versch rundvleesch met been, 0,325 K G., of in vervanging daarvan; varkensvleesch, 0,325 K.G.; schapenvleesch, 0,35 K.G.rook- of pekelvleesch, 0,20 K.G. Voorts is bepaald, dat van alle troepen- onderdeelen het brood gesneden moet wor den verstrekt, waarbij gr, ote zindelijkheid by het gebruik van broodsnymachines en by het opbergen van brood op den voorgrond moeten staan. Vóór 15 Mei wordt by den opperbevel hebber bericht ingewacht in hoeverre het „gesneden verstrekken" van brood tot ver mindering van het dageljjksch gebruik heeft geleid. De opperbevelhebber heeft verder de auto riteiten van de landmacht uitgenoodigd het gebruik van visch eenmaal per week te bevorderen in stede van het rantsoen vleesch. (Avondp.) Gebrek aan veevoeder. HOORN. Overal in deze omgeviDg heerscht by de boeren groot gebrek aan hooi en veevoeder. Daar in normale tyden het vee ongeveer half April in de weide kan worden gejaagd, hadden de meeste veehouders, mede in verband met de hooge prijzen, welke moestén worden besteed, slechts tot half April stalvoedsel ingeslagen. Maar nu is het door het koude voorjaar onmogelijk de beesten in de weide te zenden. Er is nog heelemaal geen gras, alles ziet er uit als in Januari en ook zyn de nachten nog veel te koud. In verband met de gföote aanvraagstijgt de hooiprys nu onrustbarend. Niet alleen is dit een groote schadepost, maar vele boeren die geen hooi kunnen bekomen, zyn genoodzaakt hun vee te verkoopen, wat blyvendeschade voorden veestapel beteekent. VOOR DE RECHTBANK TE ROTTERDAM. De 32-jarigen landbouwer W. G., te Stel lendam, had op 14 Februari een paal weg gehaald uit een land, dat by volgens den landbouwer A. v. Dam, met den geheelen inventaris en dus ook met dien paal aan Van Dam had verkocht. Deswege stond G. thans ter zake van diefstal terecht. Hy verklaarde, dat hy dien paal niet verkocht had. Van Dam stelde een vordering tot schade vergoeding in, tot een bedrag van ƒ2,50. Na verhoor van getuigen eischte het O. M. f 15 boete, subs. 10 dagen hechtenis, ter zake van diefstal. Vernietigd werd een vonnis van het kantongerecht te Sommelsdyk, dd. 17 Jan., waarbij de 34-jarige arbeider A. J. D. v. d. W. te Den Bommel, ter zake van stroopery van een hoeveelheid uien was veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. Opnieuw rechtdoende, veroordeelde de rechtbank bekl. tot ƒ10 boete, subs. 10 dagen hechtenis. Vernietigd werd een vonnis van hetzelfde kantongerecht en denzelfden datum, waarby de 28-jarige veldarbeider C. B. ten Den Bom mel, ter zake van gelijk misdrijf was veroordeeld tot dezelfde straf. Opnieuw rechtdoende, veroordeelde de rechtbank bekl. tot ƒ10 boete, subs. 10 dagen hechtenis. Een pakkende werfmanier heeft men te Sydney toegepast. Hughes, de eerste minis ter van het Gemeenebest, zoo verneemt de Times van daar, sprak op een groot plein een menigte van 20 000 menschen toe. Hij vroeg om soldaten. Terwyl hij sprak, voer den cavaleristen vijftig gezadelde paarden zonder ruiter binnen het open middelvak. De paarden voerden op een dekkleed de woorden „Wie vult er een leeg zadel En Hughes sprak: „Gy zyt Australiërs. Uw land is in gevaar. God zal met u zyn." Binnen tien minuten galoppeerden de vyftig paarden met een ruiter er op rond en de menigte was wild van opgewonden heid. Men verwacht, seint de correspondent nog, dat ditdramatische voorval de slinkende werving weer zal opwekken. De muzikale schildwacht De (Belgische) Legerbode doet de volgende mededeeling: Een onzer jonge en dappere onderofficieren Robert C., was onlangs op wacht in de om geving van de villa, die in vry Vlaanderen bewoond wordt door onze (de Belgische) Vorsten. Uit tydverdrjjf, en ook uit liefheb berij voor de muziek, begon hij de occarina te bespelen. Op dat oogenblik kwam de Koningin (der Belgen) voorbij. Zij bleef voor een oogenblik staan, als stelde zij belang in de melodie en naderde dan den muzikant. Ik wensch u geluk, zegde zy, voor uw aangename manier van spelen. De Koningin ondervroeg Robert C., over waar en wanneer hy geleerd had dit instru ment zoo bekwaam te bespelen. De onderofficier antwoordde, dat bij vóór den oorlog de klarinet bespeelde, waarvoor hij een groote voorliefde gevoelde. Helaas! Het bevel tot demobilisatie was plots geko men en in de haast van het vertrek had hy vergeten zijn geliefkoosd instrument mede te nemen; het was in zijn koffer te Ant werpen in de kazerne gebleven. Het is waarlijk spijtig, mijn vriend, zegde de Koningin glimlachend. De Vorstin verwijderde zich, na eerst den naam van den braven jongen gevraagd te hebben en eenige bijzonderheden over zijn familie. Eenige dagen later trok de afdeeling terug naar het rustkantonnement aan het front. Op 28 Februari bleef er een prachtige automobiel op het dorpsplein staan. Het was het rijtuig van de Koningin. Zij boog zich over het rijtuig uit en riep een soldaat, die daar voorbij g'n?> dat hy sergeant Robert C. onmiddellijk bij haar zou doen komen. De Koningin bleef eenigen tijd met den occavinaspeler praten, die terstond gekomen was; daarna gaf zy hem een foudraal en zegde: Ziehier iets voor u, mijn vriend; het is eene klarinet; zy zal degene vervangen die gy in Belgie gelaten hebt. Elisabeth voegde er bij: „Goede kans, goeden moed!" Dan drukte zy de hand van den onderofficier, die door zooveel lieftallig heid ontroerd was en de auto vertrok. De slag aan het Westelijk front. PARIJS. Een week na de Engelschen hebben de Franschen een slag van het hoogste gewicht aangebonden, den grootsten na dien aan de Marne wegens de uitgebreid heid van de krijgsmacht, die daaraan deel neemt. Het offensief werd voorafgegaan door een vervaarlijke voorbereiding van grof geschut. De vijand diende daaiop krachtig van bescheid. De eerste stellingen tusschen Aregny en Craonne zijn veroverd. Overal elders zyn behalve de eerste, vooruitgeschoven linies de tweede linies vermeesterd. Meer dan 10,000 gevangenen zijn reeds geteld. Het stroomt nog andeien toe. Ook is er aan zienlijke buit gemaakt. Het succes is te meer van beteekenis, daar van verrassing geen sprake was. De vyand toch had reserves aan mannen en oorlogstuig opgehoopt aan de linie die, dertig maanden aan één stuk versterkt, wat haar weerstandvermogen betrof in de puntjes was. De Franschen vielen even na acht uur aan, na een dubbel spervuur van 75 m.M. en zware kanonnen. De Duitschers waren op hun hoede en trachten de Franschen te stuiten. De kracht van de laatste veegde hen echter voor negenen weg. De gevange nen werden by honderden geteld. De heele eerste stelling, bestaande uit vijf schansli nies is totaal bemachtigd, ook de hoogvlakte van Craonne. Tegen den middag namen de troepen, na even te hebben uitgeblazeo, weer de wapens op. Ze drongen op verscheidene punten in de tweede linie door. 's Middags voerde de vyand, vooral tusschen Craonne en Juvin court, tegenbewegingen uit in de tweede linie, waar hoopen Duitschers sneuvelden. De vyand verdedigt met sterke reserves Craonne hardnekkig. De Franschen rukten ten W. en ten O. daarvan de stad voorbij. De opmarsch is vooral tusschen Craonne en Berry au Bac van belang. Zuidelijk van Juvincourt zijn de Franschen meester in de eerste en tweede stellingen. Tusschen Berry au Bac en Loivre zyn wy overal over het kanaal. Tusschen Loivre en Courcyzyn wjj aan den kant daarvan. De Franschen staan daarmee in de streek die rechtstreeks toe gang geeft lot de slerke hoogte vau Brimont, van waaruit de Duitschers Reims bombar deeren. Wij hebben de bekende stelling, die in het begin van den oorlog verloren ging en welke we in den slag aan de Marne niet konden hernemen, al ver achter den rug. Op enkele punten bedraagt die afstand vier tot vyf K. M. Volgens de Petit Parisien kan dit groot- scheepsche offensief nog in omvang toe nemen. De Matin zegt: we hebben Diet met een beperkten aanval te doen, doch met een algemeene hervatting van de werkzaamheid aan het Fransche front, wyl voor de geal lieerden het oogenblik was aangebroken om een gemeenschappelykeen beslissendepoging te wageD. De bladen verheugen zich over het aan beloften rijke begin en zien de ontplooiing van den strijd met volkomen vertrouwen tegemoet. Ze drukken hun bewonderingen dankbaarheid uit voor de soldaten en offi cieren, die het grondgebied bevrijden en vragen, hoe de Duitschers zich zullen ge dragen ten opzichte van dezen nieuwen, schrikkely ken slag. Het Duitsche legerbestuur heeft den slag zien aankomen; zal het dien kunnen fnuiken De positie aan liet westfront. De Duitsche legerberichten geven, op de keper beschouwd, hetzelfde beeld van den toestand als de Fransche. Reeds Maandagavond vertelde het Duit sche hoofdkwartier, dat er „op een front van 40 kilometer een verbitterde strijd om de voorste stelliDg gaande was", hetgeen bij stilzwijgende afspraak met het publiek beteekent, dqt die eerste stelling verloren was. In een volgend legerbericht wordt iets van beteekenis voor de heele oorlogvoering gezegd, namelijk dat het voortgezette vuur gevecht de stellingen met het overige ter rein tot één veld van diepe en breede granaattrechters maakt, en dan wordt ge constateerd: „dientengevolge is de verdedi ging van een vaste Unie niet meer mogelijk." Hier wordt dus in een officieel Duitsch bericht geconstateerd, wat al meer en meer duidelijk was geworden, dat de geallieerden een einde aan den positieoorlog hebben ge maakt. Zy zyn artilleristisch zoo sterk ge worden, dat geen vaste stelling hun vuur meer weerstand kan bieden. Daardoor is de periode in de oorlogvoering, die in dezen oorlog voor het eerst zoo stelselmatig is toegepast, de periode van den stryd ia loop graven, die den grooten stilstand tengevolge had, ten einde Het is ook niet waarschijnlijk, dat die stilstand spoedig weer zal intreden, want het is gebleken, dat geen stellingen meer gemaakt kunnen worden, die tegen het nieuwerwelsche artillerievuur der geal lieerden bestand zyn. Hierdoor is tevens be slist, dat de oorlogsnjj verheid van Frankrijk, Engeland en Amerika tezamen de over winning heeft behaald op de Duitsch Oosten- rijksche oorlogsindustrie. Dit is niet te verwonderen, vooral als men nog in aan merking neemt, dat de laatste haar produc ten in mindere mate dan de eerste haar producten uitsluitend op het Westelijk fiont kan concentreeren. Voor het overige zal men opmerken, dat in de Dnitsche berichten de taal klinkt van de partij, die zich in de minderheid acht, Immers er staat dat de stryd nu niet meer gaat om een linie (ra.a. w., die kunnen we nu toch niet meer behouden), maar om een heele, diep geöchelonceerde verdedigings stelling Zoo golft, staat er verder, de worsteling om de voorste stellingen heen en weer, met het doel om, zelfs als daarby oorlogsmaterieel verloren gaat, (m. a. w.:er is oorlogsmaterieel verloren gegaaD) om de levende strijdkrachten te sparen en den vyand door zware verliezen aan dooden en gewonden op beslissende wyze te ver zwakken. Dit klinkt niet erg mooi. Wat het eigen lijke doel van alle oorlogvoering: de ver nietiging van de strijdkrachten des tegen standers wordt hier voorloopig, wegens diens overmacht, vooïal aan materieel, voorloopig terzijde gesteld. De eigen levende strijd krachten moeten worden gespaard en den tegenstander moeten verliezen worden toe gevoegd, waardoor hy op beslissende wyze wordt verzwakt. Op beslissende wyze, dat is dus zoo, dat hij ten slotte in de minderheid zal zijn en het hoofddoel van den strijd weer kan worden opgevat. Een moeilijk, een langdurig en ook niet ongevaarlijk proces, vooral als daarbij oorlogsmateriaal verloren gaat. Maar nu hebben wy ook al het ongunstige uit het Duitsche communiqué bijeengegaard. Er staat ook in, dat de leiding voortreffelijk was en dat de troepen schitterende dapper heid hebben tentoon gespreid, verder dat

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 6