KOF J. Evenals de E G G E de aarde los maakt V. v. PUYVELDE, c D spécialités en verpakte geneesmiddelen Cement-Betonwerken. Gewapend en Ongewapend beton ABDIJSIROOP De Flakkeesclie Stoom verscli gebrande, tot de gewone, bekt P. KASTELEIN - verwijt van een anders bekwaam tac ticus, die in zake de Grondwetsherzie ning buitengewoon onhandig heeft ge- mauoevreerd. We willen de bedoeling van deze onze woorden wat nader toe lichten wij hebben daarmee natuurlijk op het oog Dr. Kuyper's houding tegen over de Pacificatie. Dat ze hem een doorn in het oog is, dat hij zich van meet af aan tegen het plan van Gort van der Linden in deze heeft verzet, is bekend. Maar zijne fout is geweest, dat hij zichzelf overschat heeft, en ge dacht heeft dat zijn veto in deze be slissend kon zijn voor de beide andere partijen van Rechts. Op dien gedenk- waardigen Zaterdag in December 1913, toen l.oeff en Lohman, namens hunne partij sprekende, zich bereid verklaar den in de Staatscommissie zitting te nemen, is aan Dr. Kuyper eene groote nederlaag toegebracht, die niet verbor gen bleef, maar juist het tegendeel, door het tegenstribbelen van den op dien dag zoo diep beklagenswaardigen Van der Voort van Zijp. De nederlaag was des te giooter, omdat Dr. Kuy per's houding het de Regeering feite lijk onmogelijk maakte hem in de Staats commissie te benoemen, wat ze, als de leider der anti-revolutionaire partij behoord had tot hen, die verklaard had den, dat het denkbeel t van bevredi ging op schoolgebied hen toelachte, zeker moeilijk liad kunnen laten. En als Dr. Kuyper in de Staatscommis sie had gezeten, zou hij, met zijne be kende virtuositeit om roet in het eten te gooien, naar onze overtuiging daar van zoo'n ongenadige portie in den spijsketel der Staatscommissie hebben geworpen, dat het gerecht nooit zou hebben kunnen worden opgediend. Dr. Kuyper heelt dan ook zelf spoe dig ingezien, dat hij een groote tac tische fout heeft begaan, toen hij de Regeering in de onmogelijkheid stelde hem uit te noodigen in de Staatscom missie zitting te nemen. Vandaar zijne klacht in „De Standaard" zeer kort na de benoeming der Commissie, dat geen enkel lid der Eerste Kamer daarin op genomen was, waardoor de Commissie de voorlichting van den onderwijs-pe- cialiteit Woltjer zou moeten missen. Wij hebben hierin een nieuw bewys van de overdreven bescheidenheid van den anti-revolutionairen staatsman ont dekt, want er had niet moeten staan: Woltjer, maar: Kuyper. In al die boozigheid aan het adres der Katholieken, over hun meegaan met den stemplicht en het passieve vrouwenkiesrecht, kunnen wij dan ook slechts als ondergrond zien de teleur stelling over zijne nederlaag in zake art. 19*2 hem door de Roomschkatho- lieken en Christelijk-Historischen toe gebracht. Dat die zich echter op de Katholieken in hoofdzaak ontlaadt, is natuurlijk, omdat, als deze met de anti revolutionairen van de Bevrediging niets hadden willen weten, daarvan niets ware gekomen. En de nederlaag is wel volkomen, want trots art. 192, stemplicht en vrouwenkiesrecht, durft Dr. Kuyper eene campagne in de Eer ste Kamer tegen de Grondwetsherzie ning niet aaD. Toch zou' hij daar bij zijn eigen 9 getrouwen, maar 8 man meer behoeven te krijgen, om ze te doen mislukken, en dat zoo'n onmacht den eens almacntige in de Coalitie on aangenaam stemt, heeft niets verwon derlijks. Maar men kan ook te lang de lakens willen uitdeelen, en hij is niet de eenige 80-jarige in de politiek, die niet begrijpt, dat er een tijd van komen en van gaan is. Wat jammer is. Dr Kuyper is eene van die buitengewone liguren in ons staatsleven van zoo ge- compliceerden aard, dat eerst het na geslacht hem volkomen billijk zal kun nen beoordeelenmaar dat behoeft toch zeker ons als zijn politieken tegen stander niet te beletten, het te betreu ren, dat een-van onze eeiste politieke mannen hard bezig is zichzelven te overleven. geleende som, en wierp natuurlijk de brieven in hare doos, daar het afleveren daarvan de geheele zaak bekend gemaakt zou bebben. En daar lagen zij, totdat Nancy ze vond. Den volgenden morgen, terstond na bet ont bijt kwam Ellen in de keuken, en verzocht Marga- retha, aan Thomas te vragen, Bruintje voor te brengen. Verwonderd over de beslistheid in baai- toon en in hare manieren, gal' Margaretha hem de boodschap, en voegde er bij, dat de jonge juffrouw Ellen bijzonder opgewonden scheen; zjj bad haar sedert het vertrek van Mijnheer Jan niet zoo beslist booren spreken. Bruintje was spoedig voor de deur, maar niet zoo spoedig als Eden, die zich in koortsachtige overspanning gekleed had. Bruintje was echter niet alleen; de oude Jan was er ook, gezadeld en opgetuigd, en Thomas Grimes er bij. Het is niet noodig, Thomas, dat ge die moeite doet. zeide Ellen; ik ben volstrekt niet bang, alleen te gaan. Ik vraag 11 verschooning, jongejnlTrouw Ellen (Thomas nam even den hoed af; maar Mijnheer heeft uitdrukkelijk bevolen, dat ik de jongejnlTrouw Ellen zou vergezellen, zoo dikwijls het haar behagen mocht te rijden, onverschillig wanneer. Hepft hij dat gedaan? zeide Ellen, maar komt het u juist nu wel gelegen, Thomas? ik wilde heel naar vrouw Vawse toe. Het komt my altijd gelegen, jongejnlTrouw Ellen, altijd; ge behoeft u daarover volstrekt niet te bekommeren; ik ben altjjd gereed. Ongewisheid? De Vrijzinnig-democraten hebben, zoo als wij hierboven reeds in herinnering brachten, de voortzetting der Coucentra tie afgewezen, op grond, dat deze in strjjd zou zijn met het wezen en de bedoeling van de Eveniedige Vertegen woordiging. Blijkbaar bebben zij dit argu ment zeiven niet zeer sterk gevonden, want anders ware er niet als tweed argument aan toegevoegd: de ongewis heid, welke onderwerpen van wetgeving en staatsbestuur bij de verkiezingen van 1918 het meest op den voorgrond zullen treden. Die ongewisheid is er en wordt natuurlijk niet door ons ontkend; wij voor ons hadden niet noodig daarvoor gewezen te worden op de „geweldige tijden, die wij beleven.". Maar er brstaat toch ook zeker eenige gewisheid over de zaken, waarvoor wij wèl zullen hebben te strijden. Inde eerste plaats voor eene dekking van de oorlogskosten, die niet ingaat tegen het vrijzinnig begin-el, kos'en, die zoo hoog opgeloopen zijn, dat zij, die reuzensom- men willen halen uit eene verhooging vat) het Tarief, eene kans krijgen als nooit te voren. De keuzeVerlaging der belastingen door tariefsverhooging, zal velen, die anders tot geen pn s van protectie willen weten, vangen, en de belastingen worden voornamelijk voor de menschen van 4 tot 10 duizend gulden inkomen, bijzonder drukkend. En nu heeft Minister Treub ons wel verblijd met de mededeeling van eene dekking der oorlogskosten, die buiten Tariefsver- huoging omgaat, die uaasting door den Staat van het Levens en Brandverzeke- ringsbedrijf lijkt ons echter iets van langen adem, en wij zouden zelfs op dit oogenblik ons niet gaarne verdiepen in de vraag, of hij daarvoor eene meer derheid in de Staten-Generaal zal kun nen vinden. In de tweede plaats zullen wij, vrijzin nigen, pal hebben te staan tegen allerlei socialistische maatregelen, waartoe de nood der tijden deze Regeering dwong, en waarvan wij haar dus allerminst een verwijt maken, maar waarvan het groote gevaar is, dat de sociaal-demo craten hemel en aarde zullen bewegen, om ze te laten voortduren. Daarnaast zullen wij bebben op te komen voorde rechten van het parlement, die in alle landen, ook al tengevolge van den oorlog, belangrijk zijn verkort. Wij zullen dat des te eerder hebben te doen. waar in tijden als deze de gewone werkwijze van onze volksvertegenwoordiging niet doel matig is gebleken, wat thans de reactio naire elementen in onze samenleving wèlkome aanleiding is om er voor te strijden dat de constitutioneele rechten, die aan de vertegenwoordiging toekomen, en die in 1848 met zooveel moeite zijn verkregen, voorgoed zuilen worden ver kort. En niemand zul tocli zeker beweren, dat de Vrije Liberalen in dien strijd niet volbloed vrijzinnig en democratisch zouden wezen. Eindelij k hebben wij te strijden voor eene uitwerking van de Onderwijswetten in den geest, zooals art. '192 die wil. Zoodat wij maar zeggen willen, dat er tegenover veel ongewisheid in 1918, toch ook een niet onbelangrijk deel van gewis heid bestaat. En of het strijden daarvoor gemakkelijk zal gaan na de stembus, als men eerst elkaar daarvoor ten telste heeft bestreden, achten wij hoogst twijfelachtig. Ellen besteeg haar paardje, met een zucht, daar zij de haud miste, die gewoon was, haar in den zadel te helpen; zij gaf het dier bij de herinnering de sporen, en vertrok op een snellen draf. Weldra bereikte zij de woning van vrouw Vawse, en daar zij haar alleen aantrof, had zjj spoedig al hare bezwaren voor haar blootgelegd, en haar de brieven ter lezing gegeven. Vrouw Vawse beloofde haar gereedeljjk, met niemand over het onderwerp te zullen spreken zonder Ellens toeslemming; hare vermoedens vielen op Van Brund, niet op hare kleindochter. Zij hoorde het gansche verhaal aan en las de brieven, voor dat zij eenige opmerking maakte, Nu, beste vrouw Vawse, zeide Ellen in spanning, toen de laatste brief dichtgevouwen en op de tafel neergelegd was, wat denkt gij er van V Ik denk, mjjn kind, dat ge gaan moet, zei de oude vrouw bedaard. Ellen keek haar scherp aan, om te ontdekken, of zjj ook een ander antwoord op haar gelaat lezen kon; haar eigen gelaat veranderde al meer en meer, tot zij het eindcljjk in hare handen liet zinken. Cela U0U8 donne beaacoup de chagrin, je le vois bien, zei de oude vrouw teeder. (Hare gesprekken werden altjjd in de taal van vrouw Vawse gevoerd.) Maar ik heb Alice toch beloofd, vrouw Vawse; moet ik nu heenvaan,en Mijnheer Hum phreys verlaten? Ach, vrouw Vawse,dut is toch Van de Oostgrens. Het nypt en knijpt geweldig bfj onze buren in het Oosten. En toch blijft bet volk 't volhouden. Men staat er eenvoudig paf van. Laat ik er iets van vertellen. 't Gebeurde in een van de meest bekende koffiehuizen in het grensstadje V. We had den er zitten praten met ons drieën, een Hollandsch en eenDuitschmachinefabrikant en ondergeteekende. De Duitscher zou dien dag weer naar zijn Heimat vertrekken, nadat bij een paar dagen voor zaken hier te lande had vertoefd. Zooals we dat gewend zijn van onze Duitsche buren, had hij zich bij het gesprek over den algemeenen oor logstoestand tamelijk groot gehouden. Er was wel geen overvloed thuis, maar men kon zich toch nog helpen. Er waren aard appelen, er was nog wel wat meel, en hij kon er ons werkelijk mee troeven er was nog petroleum en kou behoefde men althans niet te lijden. Maar even later zagen we hem in een geheimzinnig gesprek met den caféhouder. En geen kwartiertje daarna kwom de pic colo gewichtig aangestapt met een klein pakje, dat bij met een lachje van verstand houding onzen Duitschen buur in de haQd f. „Ja, ziet ge," vertelde ons deze, om zich een houding te geven, „'t is zoo lastig, als je geen stukje zeep in huis hebt. Daar is nu totaal geen aankomen aan. En je wilt je wel wasschen inet iets meer dan water alleen." Toen bukte hij zich en voorzichtig z'n pantalon opstroopend, werkte bü in z'n sokken te weerskanten van zijn enkels 'n klein vierkant doosje karnemelkzeep. „Dat vindt niemand," kwam hij bluffend weer overeind. Maar toen hij ter illustratie van zyn vin ding een paar passen door de caféruimte maakte, schoten we los in een daverend gelach. „Man, 't jongste kind van den eersten den besten kommies roept je na, dat je buk om je enkels hebt!" Werkelijk zijn pantalon stond in 't vierkant uitgezet om z'n enkels. Hjj moest toegeven, dat'tzéó in de gaten liep. En dus ging hij weer uitpakken. Toen verdween er in iedere sok één oningepakt atukje en in lederen broekzak een oninge pakt stukje. De ledige doosjes met't knusse Hollandsche melkmeisje mochten wij hou den. Enfin, we wisten dan toch, dat 't met de zeep al heel krap stond, als onze vriend, die toch waarachtig niet op een paar gulden behoefde te zien, thuis niet anders dan water had om zich te wasschen. Maar m'n Hollandsche fabrikant had hem al een's meer bezig gezien, om zoo 'n kleinigheid weg te moffelen. En om te toonen, dat hij zich niet geheel en al om den tuin liet leiden door z'n grootspraak, vroeg hij langs z'n Deus weg„Zeg, hoe is dat laatst afgeloopeD met die leverpastei „Wat weet jij van leverpastei?" „Nu ja, je had toch een pond leverpastei en een klein broodje in je binnenzakken gestopt." „Dat was consumptie voor onderweg." „'n Pond pastei ,,-Ja, jullie gelooven ook niks. Die kom mies ook niet. Want die voelde, dat ik wat in m'n binnenzak had en toen ie zag wat 't was, beweerde hy dat ik 't niet mee mocht nemen. Opeten vóór de grens wel. Toen heb ik daar midden op den weg tegen heug en meug m'n Brot rnit Pastete moeten opeten. 'tWas jammer, alles zoo ineens Maar de vorige maand had ik een worst langs m'n arm gebonden en die hebben ze n et gevonden!" Als menschen met geld op zulk een manier probeeren om toch een extraatje te kunnen mede nemen, dan kunnen ze met groote woorden niet weg redeneeren dat't er thuis beroerd uitziel. Een volgende keer kan ik wellicht eens wat meer vertellen van den toestand in sommige plaatsen. Deze week is weet iemand terug gekomen, een burgervruw, die enkele weken by familie geholpen heeft. Met een paar woorden vertelde 2e meal inderhaast, dat 't in de steden meer dan erg was. De eersten avond was ze bij ken nissen gekomen, die geen stukje beschuit of koek of ook maar een krummel brood in huis hadden. Er was niets, totaal niets eetbaars geweest meer. En by haar eigen familie was 't een en al misère geworden. Eerst welgestelde boeren menschen; voor hun stand in goeden doen, met drie zoons thuis en een dochter goed getrouwd. En thans een verarmelykt gedoetje, één zoon gesneuveld, één gewond en krygsgevangen, de derde met tuberculose terug van het front. De schoonzoon was een wrak ge worden, één zenuwbrok. 'n in elkaar gedo ken jonge kerel met schokkend en trillend hygend lichaam. En toch werd hy nog iedere veertien dagen onderzocht of hij nog niet weer in staat was om als militair te dienen. K. I)C centrale Proeftuin voor hard! Moet ik dat wel doen? Uw vader en uw moeder hebben het ge zegd, mijn kind. Maar zij zouden bet nooit gezegd hebben, als zij dit geweten hadden. Zij wisten het echter niet, Ellen, dat is nu niet anders. Ellen weende bitter, ondanks de liefkoozingen en de vertroostende woorden, waarmee hare oude vriendin haar overlaadde. Er is nog iets, zeide zij eindeljjk, haar hoofd opbeurende; ik weel niemand, die naar Schol- land gaat; en liet is ook niet waarschijnlijkals ik maar niet vóór den herfst behoef le vertrekken want dan is het geen goede tijd om le gaan, en dan komt de winter. Mijne lieve Ellen, zeide vrouw Vawse treurig ik moet u uwe laatsie hoop benemen. Weet ge dan niet. dat Mevrouw Gillespie met haar gan sche gezin vertrekt? ik meen, in de volgende maand. Ellen werd voor een oogenblik bleek en raad pleegde met droefheid haar eigen hart. Vrouw Vawse wist hij na niet, wat zjj verder zeggen zou Ge behoeft u niet over uwe reiskosten te kwellen, merkte zjj na eenige oogenblikken aan Mjjnheer Humphreys zal n hel geld gaarne geven en ge kunt het, als ge zulks verlangt, gemakke lijk terugbetalen, als ge in Schotland l>ij uwe vrienden gekomen zjj!. Ellen hoorde haar niet. Zij keek op met een zonderlinge uitdrukking van beslistheid in haar gelaat; zjj scheen een besluit genomen tc hebben. Ontploffingen en branden in de Vereenigde Staten. De „Times" verneemt uit New York De kalmte, die overal in de Vereenigde Staten sedert de oorlogsverklaringheerschte, werd verbroken ten gevolge van een reeks ontploffingen en branden in munitiefabrie ken. De ernstigste hadden plaats in de etablissementen van de Baldwin Locomotief- Maatschappy te Eddystone, nabij Philadel phia, waar tusschen de 5000 on 6000 man werken. Even vóór tien uur schudde Phila delphia, alsof er een aardbeving plaats had. De eene ontploffing volgde op de andere en spoedige snelden de brandweerlieden van alle omringende plaatsen naar Eddystone. Negen gebouwen van het voornaamste ge deelte der onderneming zijn verwoest. Er waren 50 dooden en 300 a500 lichtgewon den. Een groot gedeelte van de slachtoffers zijn meisjes en vrouwen98 lijken, meest meisjes en vrouwen, zijn naar het lijkenhuis gebracht. Gedurende de opschudding, die na de ontploffing ontstond, schoot de politie een man Deer en arresteerde zy verschil lende verdachte personen. Toen de corres pondent zijn telegram verzond, hielden de ontploffingen bij tusschenpoozen Dog aan. Ongeveer op het hetzelfde uur, dat het ODgeval te Eddystone plaats had, brak er een brand uit bij de Mchie Press Company te Taunton, in Massachusetts. De aldaar aangerichte schade is nog onbekend. Te Pittsburg werden twee personen ge arresteerd, die een ontploffing hadden ver oorzaakt in het fort Pitt Plant en de Aet- net chemische maatschappij. Beide personen droegen Amerikaansche namen. De schade wordt op 10,000 pond sterling geschat. Te Minneapolis zijn twee graanelevators vernield. Ee schade woidt op een half mil- lioen dollar geschat50.000 bushels graan, die in spoorwagens geladen waren, welke zich in de elevators bevonden, zijn mede verbrand. Ale ik ook al ga, vrouw Vawse. dan zal ik daar toch niet blijven! ik denk, dat ik gaan zal, als ik moet; maar denkt ge, dat mij daar iets zal kunnen houden Nooit I Dezelfde reden, die u doet gaan. Ellen, zal u daar ook doen blijven; namelijk uw plicht te doen. Ja, totdat ik oud genoeg ben voor mij zelve te kiezen, vrouw Vawse, en dan zal ik terug komen. - als zjj het rnjj vergunnen. Wie bedoelt ge met „zjj?" Mijnheer Humphreys en Mijnheer Jan. Lieve Ellen, zei de oude vrouw op een vriendelijken loon, vergenoeg u voor het tegen woordige mei uw plicht te doen, en bekommer u niet over de toekomst. Ellen nam een droevig afscheid van hare oude vriendin en keerde naar huis terug- Toen Mijnheer Humphreys zich na den maal tijd weder naar zjjnestudeerkamer wilde begeven, hield Ellen hem beschroomd terug, gaf hem hare brieven, en verzocht Item. ze eens in te zien, als hij een oogenblikje tijd had. Zij vertelde hom ook, waar zij gevonden waren, en hoe lang zjj daar gelegen hadden, en dat vrouw Vawse haat- gezegd had. dal zij zo hém moest laten zien. Zij dacht wel, dat hy ze terstond zou lezen, en zij wachtte met een kloppend hart. Weinig lijds daarna hoorde zy zyne voetstappen door de gang komen. Hy kwam binnen en ging liy haar op de sofa zitten, terwijl hy Imre hand in do zijne nntn. Wordt vervolgd.) Goeree en Overflakkee te Middelharnis (Langeweg) keil werkdag voor belangstel j Is gkatis toegankei.uk. - Desgeweuscht geert de tuinman all. inlicht Uigen« die mochten worden ver- laugd. g BANKETBAKKER, g Westdijk 276 Middelharnis. r 9 Beveelt zich beleefd aan voor g het leveren van alle soorten 5i groote taarten, gebakjes en 3 alle soorten klein gebak, zoo r noodig thuis bezorgd of met g de tram verzonden. Beleefd aanbevelend. jot* opheffing der apotheek van A. TEEPE te Middel harnis beveelt ondergeteekendeI zich aan voor het leveren van die vroeger van daar werden betrokken. FIRMA ZAAIJER TEEPE. D1RKSLAND. Fabrikant van Speciaal adres voor als DRINK- en VOEDERBAKKEN. RIOOLBUIZEN in verschillende maten, PUTTEN met. en zonder bo dem, KRUISSTUKKEN, HALZEN, TEGELS, DRA1NEER-EINDSTUK- KEN, enz. enz. Beste adres voor het maken en plaatsen van CEMENTEN HEININGEN. Levering v. prima PORTLAND CE- M ENTtegen concurreerende prijzen Vraagt prij sspgave. bezit de ABDIJSIROOP de eigenschappen slijm los te maken, welke U op de borst vastzit. Lijdt gij aan Hoest Verkoudheid Bronchitis Kinkhoest Influenza Asthma? Gebruik dan de Heerlijk verzachtend, slijtnoplossend, hoeststil lend, zaiverend en ge nezend. Prys per flacon ran 230 gram t 1,25, van 550 gram f2,25, van 1000 gram f3.75. Alom verkrijgbaar. Eiscbt roo- den band met onze handteeke- ning: L. I. AKKER, Rotterdam.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 2