99
Officieel Nieuws- en Advertentieblad vonr Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
waarin tevens opgenomen de „ONZE EILANDEN".
Zaterdag 21 April 1917.
Uitgave der
Flakkeesche
Boek- en Handelsdrukkerij
te MIDDELHARNIS.
17 de jaargang.
No. 24
IGECz.
IMI
„VOORUIT!
Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post 0,50.
Afzonderlijke nummers
0,05.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Nieuwe leiders der Liberale Unie.
Verscheiden jaren achtereen was mr.
Goemau Borgesius voorzitter der Kamer-
club en der Liberale Unie. Na zijn op-
Leden als voorzitter der Tweede Kamer
werden deze functies gesplitst en dus
door twee personen vervuld: mr. Fuck
werd voorzitter van het Hoofdbestuur
der Partij, mr. de Meester werd de leider
der Kamerfractie.
Door den do d ontviel Goeman Borge-
sius aan de Partij, die n-'g steeds zijn
adviezen op zoo hoogen prijs stelde. Mr.
Fo k volgde hem op als voorzitter dei-
Tweede Kamer en nam daarmee afscheid
van het Hoofdbestuur der Liberale Unie.
Zijn plaats in het Hoofdbestuur zal op
de aanstaande Algemeene Vergadering
vervuld .worden. Thans is door de. be
noeming van Mr. de Meester tot lid van
den Raad van State zijn medewerking
aan de practische po'itiek geëindigd en
wordt de Kamerfactie voor de kmze van
een nieuwen leider gesteld.
Wij wenschen van harte, dat door ge
lukkige keuzen de Partij zijn nieuwe
voermannen weer met vertrouwen zal
willen volgen en doen voorgaan.
Uit elkaar.
Zooals onze lezers reeds weten uit ons
vorig nummer, is op 130 Maart 1.1. in de
vergadering van het Centraal Comité der
Vrijzini igen de vraag behandeld of,
voor het geval de Grondwetsherziening
tot stand komt, door de drie vrijzinnige
partijen in beginsel zou worden besloten,
behoudens goedkeuring door hare leden
vergaderingen, de Concentratie in 1918
bij de verkiezingen onder het stelsel van
Evenredige Vertegenwoordiging voort te
zetten, indien men er in mocht slagen
tot overeenstemming te geraken omtrent
een gemeenschappelijk program. En ze
weten tevens, daj die vraag door de
Vrije Liberalen en de Liberale Unie
bevestigend is beantwoord, maar
door de Vrijzinnig-democraten ontken
nend, en daarmee is de zaak uit; bij
de verkiezingen van 1918 zullen, zooals
het in dtn brief luidt, die de Vrijzinnig-
democraten aan het Centraal Coniilé dei-
Vrijzinnigen heb en gericht, „de ver
schillende politieke stioorningen zich zoo
juist mogelijk in de verlegenwoordiging
weergeven.''
De verschillende politieke stroomingen
Daaronder zullen dus ook te verstaan
zijn de drie fracties der vrijzinnigen, die,
en dat is voor ons het moeilijke van het
geval, niet door een beginsel geschei
den zijn, maar slechts iti de toepassing
daarvan, en die misschien nng het meest
in liet tempo d -r toepassing daarvan ver
schillen. Stond de zaak zoo, als ze een
dertig j iar eeleden stond, dat men tegen
over vrijzinnigen, die vooistanders zijn
van sociale hervorming en van een zoo
uitgebreid mogelijk kiesrecht, voor man
nen en vrouwen, andere vrijzinnigen had
aan te wijzen, die elke inmenging van
den staat op economisch gebied- uit den
bonze verklaarden, en iedere uitbreiding
van het kiesrecht tegen wilden houden,
men zou van „verschillende politieke
stioorningen" kunnen spreken, ook ten
aanzien van de drie fracties der liberalen,
maar thans kan men dat niet. De stem
ming op drie lijsten van vrijzinnigen zal
dan ook tot grenzenlooze verwarring lei
den de voorkeur voor de eene of andere
lijst zal maar al te vaak bepaald worden
door de voorliefde van een persoon,
en dat alles had kunnen voorkomon
worden door een gezamenlijk program,
dat ons weer even grooten stap verder
bracht op den vrijzinnigen endemocra-
tischen weg als in 1913 is gezet Enfin,
klagen helpt niet, gedane zaken nemen
geen keer, wij moeten nu verder zien,
al betreuren wij het dan ook, dat het
besluit is gevallen, waarmee al wederom
bewezen wordt, dat de splijtzwam ner
gens vruchtbaarder terrein vindt dan in
FEUILLETON.
DE WIJDE, WIJDE WERELD
ELIZABETH WETHERELL.
n.nlruk >an liet, eelljknnmle l.oek. rer-
«ohenen Mj .le Urm» D HOLLE t,i> llotter.lnn.
89)
.Uwe goede vrienden, Mijnheer en Juffrouw
Humphreys, zullen, daar houd ik mij van verze
kerd. ii hierin wel helpen.
„Ik zou hun veel kunnen zeggen, als ik er
«Ie kracht ,toe had. Maar woorden beleekenen
niet veel. Als zege wenschen en gebeden van
een vol gemoed eenige waarde hebben, dan zijn
j rijk. Mijne liefde en dankbaarheid voor hen
kan niet
Hier had de schrijfster afgebroken; en wat
er in den brief stond, was blijkbaar op ver
schillende lijden geschreven. Kapitein Monlgo-
mt-rry schreef over hetzelfde onderwerp. Hij
beval Ellen, de eersle gelegenheid waar te nemen
om met geschikte beschermers den Atlantischen
Oceaan over te steken, en zich Ie vervoegen
N" Oeorge Street te Edinburg. Hij zeide,
dat Juffrouw Fortuna het noodige geld zon
geven, daar hij het haar geschreven had, en
dat Ellen den inliggenden brief met zich mee
de vrijzinnige gelederen. Waarbij nog
komt, dat wij het een groot nadeel achten,
dat door de houding der Vrijzinnig-demo
craten, het voortdurendecontacttusschen
de vrijzinnigen onderling zal worden
verbroken. Als wij bedenken, dat de tal
rijke vergaderingen in 1912 over het
Cuncentratiemanifest door de 9 gedele
geerden van de drie vrijzinnige partijen
ook gegeven hebben, een veel beter be
grijpen van eikaars bedoelen en niet
zelden waardeering daarvan, en dat die
nu plaats moet maken voor felle onder
linge bestrijding, betreuren wij het des
te mee' ,-, dat de beslissing van 30 Maart
ons terug voert naar de period waarin
absoluut geen rekening gehouden werd
met wat wij gemeen hebben, maar bij
voorkeur werd gekeken naar wat ons ver
deelt. En onze overtuiging, dat dit zal
leiden tot eene débacle van de vrijzin
nigen en van de democraten, is zoo on
wrikbaar, dat wij ons ten minste daar
mee troosten, dat wij tot het laatste toe
eene poging hebben gedaan om de Con
centratie bijeen te houden
Wij willen het blok'aan het been, dat
de Vrije Liberalen zijn, kwijt, z o hooren
wij het dikwijls uit Vrijzinnig-Democra-
tischen mond. Eilieve, zouden wij hierop
willen antwoorden, ons in den gedach-
tengang van de V. D. verplaatsende:
Wanneer waren de Vrije Liberalen meer
een himie.paal vpor de vervulling van
democratische wenschen; was het, toen
zij op zichzelve'n slonden, of was het, toen
de beide andere partijen met hen in con
centratie gingen1? De vraag stellen, is ze
beantwoordenNiet de afscheiding van
de V. D. in 1901, noch het gestadig wer
ken voor de L U. om al de partijge-
nooten tot voorstanders van het algemeen
kiesrecht te maken, wat in Februari 1908
zijn beslag kreeg, heeft ons dat gebracht,
het kon eerst verkregen worden door
het samengaan der drie partijen. En door
datzelfde samengaan is aan den anderen
kant de Staatspensionneering verkregen,
waartegen de Vrijzinnig-democraten, trots
de steeds wassende beweging daarvoor
in eigen partij, zich steeds,zeer ondemo
cratisch, zijn blijven verzetten, omdat zij
Treubs woord toen nog voor hen onaf
wijsbaar bevel achtten. Uit beide voor
beelden blijkt, wel, hoe voor de vrijzin
nige en democratische zaak alleen iets
te behalen is door onderling overleg en
samengaan der drie'pai tijen, maar dat
zal in 1918 uit zijn; wij gain dan uit
elkaar. En dat, terwijl men van Rechts
zich opmaakt om ook bij Evenredige
Ver egenwoordiging de Coalitie vóór
de stembus zoo hecht mogelijk te
maken. Men late zich toch niet op een
dwaalspoor brengen door de booze arti
kelen in „De Standaard" tegen de katho
lieken, dte zijn slechts het zelfverwijt
van een anders bekwaam tacticus, die in
zake de Grondwetsherziening buitenge
meen onhandig heeft gemanoeuvreerd.
moest nemen, en aan Mevrouw Lindsay, hare
grootmoeder, overhandigen.
Het was Ellen alsof haar hoofd bersten zou.
Zij nam dien brief op staarde den vreemden
naam en de woonplaats aan, die zulk een nieuwe
en verschrikkelijke bt teekenis voor haar gekre
gen had, en dacht er over, hoe vreemd datgene
was, dat haar hier werd opgedragen. Zij was
benieuwd, te weten welke vingers dien brief
toch wel zouden openen, of hjj wel ooif geopend
zou worden; en eindelijk, geheel bedwelmd, en
niet in staat te lezen, te denken of zelfs te
schreien, bracht zij het pakje brieven naar hare
kamer, die aan Alice toebehoord had, legde
zich te bed met de brieven naast zich, en viel in
een diepen slaap.
Tegen den avond ontwaakte zij, zoo beklemd
alsof er een berg op haar har! drukte Hare
gedachten en gewaarwordingen waren nog ver
bijsterd, en zelfs Mijnheer Humphreys kon niet
ernstiger en afgetrokkener zijn, dan de arme
Ellen dien avond was Zij had zoovele punten
te vereffenen en zoo menige vraag voor zieh-
zelve te beantwoorden, dat er een geruime lijd
verliep, eer zij ze kon ontwarren en wist. wat
7\j doen wilde.
Over één punt, was zjj het spoed'g met zich-
zelve eens, dal zij nameljjk ontzaglijk bedroefd
zou zijn, als zij verplicht was aan de bevelen
in de brieven te gehoorzamen. Maar behoefde
zij daaraan wel te gehoorzamen?
„Ik heb Alice beloofd," dacht Ellen, en ik heb
Mijnheer Humphreys beloofd, ik kan niet door
twee als kind aangenomen worden. En die Me
vrouw Lindsay, - mijne grootmoeder! zij kan
niet teergevoelig zijn, anders zou zij mijne
moeder zoo niet behandeld hebben. Zij kan geen
lief mensch zijn; zij moet zeker hardvochtig
wezen; ik verlang haar nooit te zien. Mijne
moeder! Maar mijne moeder had haar toch lief,
en was zeer blijde, dat ik bij haar zou komen.
Ach! hoe konden zij het doen! daar zij niet
wisten, hoe het mij hier ging, en welke geliefde
vrienden ik hier misschien zou moeten verlaten!
Ach, het was wreedMaar ze wisten het ook
niet, dat is het juist, zij meenden, dat ik
hier niemand had dan tante Fortuna, eu dus
is het niet te verwonderen, ach, wat zal ik
loch beginnen Wat moet ik doen Die menschen
in Schotland zullen mij nu reeds opgegeven
hebbenhet is laat eens zien hel is nu
reeds bjjna driejaren geleden iets mind r
sedert «lie brieven geschreven zjjn. Ik hen nu
ouder, en de omstandigheden zijn veranderd;
ik heb nu een broeder; mag ik niet voor mij
zelve oordeelen Maar mijne moeder en mijn
vader hebben het mjj bevolen, wat moet ik
doen? Als Jan maar hier was! Ten laatste kwam
zij gelukkig op hel denkbeeld vrouw Vawse ie
raadplegen: zjj wisf, dat zij dit doen kon zonder
Nancy ie verklappen; vrouw Vawse was veel
te bescheiden om haar te vragen, hoe zjj aan
die brieven kwam, en haar woord zou gemakke
lijk verkregen worden, over deze zaak tegen
niemand te spreken. Wat de handelwijze van
Juffrouw Forluna betrof, die moest bekend wor
Minder bij de stembus.
Dr. Kuyper gaat onverdroten voort in
„De Standaard" den katholieken min-
heursche bejegening te verwijten, die
voor stemplicht en vrouwenkiesrecht
met de liberalen zouden hebben ge
ijverd, en, zoo is het dreigement, als
men, door ons in plaats van een woord
van vargo-lijking daarvoor aan te bie
den, ons met verwijten overlaadt, met
de bedoeling voorgoed met ons te bre
ken, dan zullen wij weer als vroeger
in ons isolement onze kracht zoeken.
Maarzoo wordt er dadelijk ver
zachtend bijgevoegdminder bij de
stembus dan in de Staten-Generaal.
Van eenige stembusactie tegen de Ka
tholieken, van eenig eigen antirevolu
tionair program, dat tegenover bet Ka
tholieke zal worden gesteld, is geen
sprake, zoodat men ook alweer uit deze
schijnbare heel booze uiting mag con-
cludeeren, dat de Coalitie er niet aan
denkt in 1918 anders dan met een ge
meenschappelijk program uit te komen.
Wij zeiden hierboven reeds, dat wij
in die booze artikelen van „De Stan
daard" niets anders zien dan het zelf-
den, daar was niets aan le doen. Aldus werd het
bepaald, en Ellen haalde voor het oogenblik
weder wat ruimer adem; zij kon nu weder aan
andere dingen denken.
Waarom had Juffrouw Fortuna de brieven
teruggehouden? Ellen giste het tamelijk wel,
maar zij wist toch niet alles. Het pakje henevens
de daarbij liggende brief aan Juffrouw Fortuna,
was aangekomen kort nadat Ellen voor het eerst
van den dood barer moeder vernomen, en bjj
Alice in de pastorie een toevlucht gezocht had.
Op den tijd van het afzenden was het verblijf
van kapitein Montgomery verbazend onzeker, en
om aan de dringende beden zijnor vrouw te vol
doen, beval hij, dat Ellen, zonder zijne terugkomst
af te wachten, terstond naar Schotland zou ge
zonden worden. Een gedeelte van het geld voor
hare onkosten zond hij over; het overige ver
langde hij, dat zijne zuster er bjj zou doen, en
beloofde, alles bjj zijne thuiskomst te zullen ver
effenen.
Maar nu wilde het geval, dat hij reeds eene
kleine som aan deze dame schuldig was, en
Juffrouw Fortuna bet. zeer- betwijfelde, of zjj
deze wel ooit terug zou krijgen; zij besloot ter
stond, dat, wanneer zij ook al eenmaal zoo dwaas
geweest was hem geld le leenen, zij zich voor
de tweede maal wel wachten zou, die som te
vermeerderenals hij zijne dochter naar voor
name bloedverwanten wilde zenden, dan moest
hjj zelf maar overkomen en er in voorzien, dit
waren hare zaken niet. Zjj nam kalm het over
gezonden geld als eene vergoeding voor hare