Buitenland.
Binnenland.
Ingezonden Stukken.
„Waa heiazt 'a Waa meinen Sie
„C'eat (ja, dan weten we 't al. Sluit u
maar by ons aan. Hé? Versteh niet? An-
schlieazen, bitte. Wir machen 'n groszen Spa
ziergang, Allen zusammen
Daar licka in 't veld bewoog zich eerst
iets en nu staat 't stil. De oogen van grens-
couimiezen zien scherp. „HaltRijksambte
naar 1" klinkt al 't vermanend woord. Dn
tegelijk gaat klik-klakkend de handle van
de karabijn. Zoo'n enkel metaal-geluidje ver
richt soms wonderen.
Buitengewone tijden eischen buitengewone
maatregelen. Natuurlijk zijn de gemeente
lokalen er niet op berekend, om tientallen
vreemde elementen die aldus bij elkaar ge
dreven worden te herbergen. Haar de be
lasting-administratie heeft vlug de knoop
doorgehakt en een danszaal bij een der dorps-
cafó's ais tiideljjk klabakkarium ingericht.
Daar is plaats voor velen.
Eén uur nadat de jacht begonnen is, zit
er al een clubje mieserig bijeen geschoven
op de lange banken te weerszijden langs
de muren. Ze begrijpen niet recht, wat er
aan de hand ia vanavond. Ze hebben het
blijkbaar nog nooit medegemaakt. In't mid
den van de zaal paradeert de chef van de
ambtenaren, bruine bontkraagop zijn winter
jas, karabijn achteloos aan den riem over
den rug hangend.
Roetschzwaait de zaaldeur open. En
oogknippend tegen 't licht van 't viertal
lampen ;in de zaal komt een nieuw clubje
binnen. Met lachende snuiten glunderen de
geleiders over hun vangst. Hoe voller 't
loopt, hoe meer stemming er komt onder
de luidjes. Er zijn nu klanten bij, die dit
zelfde almeer hebben meegemaakt. En al
pruttelen ze ook eens wat, ze weten wel,
dat 't kwaad vechten is tegen de Bierkaai.
Als de deur weer openzwaait, gaat er al
een hoeraop onder de wachtenden. En
lachend stuift de volgende bende binnen.
Over en weerziet men kennissen.Menschen
uit Crefeld, Dusseldorf, Elberfeld ontmoeten
elkaar op een plaats waarvan ze nooit ge
droomd hadden. En als er één met de aan
matiging, die een Pruis nu eenmaal eigen
is, 't militaire lijflied „Deutschland,Deutsch-
land über alles 1" aanheft, dan vallen allen
in koor in en davert de zaal van den zwaren
tweestemmigen zang. Met een klaterenden
lach besluiten ze hun veroveraarslied.
Maar de dorpsveldwachter kentzijn volkje.
In de eene hand een groot mes, in de andere
een wittebrood ter grootte van een baker
kind stapt hy de zaal binnen. En wegzinkt
ineens de Pruisische hoogmoed. Zooals eens
voor de burgemeesterswoning de Leidsche
burgerij zich verdrong met smeekend opge
heven armen, toen door der Spanjolen be
legering de stad was uitgehongerd, zoo
kwamen ze aandringen van alle hoeken der
zaal rondom den veldwachter, deDuitsche
mannen en vrouwen en kinderen, weggris
send de sneden brood, die Hermandad af-
jaapte van den zwaren mik.
Op een van de banken bleef alleen een
bleeke uitgeteerde man. Trillend bewogen
zijn hoofd, armen en beenen. „Kriegsinva-
lide," beduidden de anderen, wijzend naar
den stakkerd. Een zenuwschok had zijn
spieren totaal ontredderd. Maar ook een
kommiezenhart hoeft plaats voor medelijden
en vóórdat de groote uittocht zal beginnen
wordt de man kalmpjes de zaal uitgeloodst
en in vrijheid gelaten.
Tweehonderdvijftig, misschien driehonderd
menschen zijn er nu bijeen. Buiten slaat 't
reeds elf uur. De chef der ambtenaren praat
met een juffrouw, 't Is d® visiteuse, die een
voor een de vrouwen aan den lijve zal onder
zoeken of ze nog verboden waar bij zich
hebben. Een paar kommiezen nemen de
mannen reeds onderhanden. En dan, vlug
voortwerkend, wordt de optocht georgani
seerd, de groote nachtelijke optocht van
vreemdelingen, die uitgeleid zullen worden
en aan de grens overgegeven aan de Duit-
sche wachtposten.
Vier aan vier, gearmd of hand aan hand
gaat 't de dorpsstraten door en verder den
grensweg op. Vóórop, achter en terzijde
stappen de ambtenaren en hulpkommiezen.
Lustig klinkt het eene Duitsche marschlied
na het andere door den donkeren nacht. Nu
en dan flitst een lichtglimp van een elec-
trisch zaklampje over de rijen. Dan verzinkt
alles weer in 't zwart van den nacht en
't rythmisch gestap verraad de vreemde
processie.
De buit in Roemenië.
Men schrijft uit Zurich aan de N. R. C.:
De Roemeensche medewerker van deNeue
Zürcher Ztg. brengt vandaag weereen van
zijn veel-gelezen artikelen over den loop
der gebeurtenissen in zijn vaderland. Dezen
keer behandelt hij de waarde der econo
mische voordeelen, die de centrale mogend
heden met redelijkheid uit het veroverde
gebied kunnen verwachtea. En dan hangt
hij een tafreel op, dat maar heel weinig
belooft.
Daar zijn b.v. de fabelachtige graanvoor
raden. Hoe staat bet daarme nu in waar
heid En wat is er te verwachten van de
olie-productie?
Graan levert de Roemeensche veldtocht
voor decentrale mogendheden, volgens dezen
schrijver, niet noemenswaardig op. Er liggen
niet als in andere winters overjarige oogsten
ia de groote opslag-plaatsen; alles is voor
het uitbreken van den oorlog, in het voor
uitzicht van de dingen, die gebeuren gingen,
te gelde gemaakt. De oogst van 1916 werd
om dezelfde reden aan het eigen landvolk
verkocht, dat daarmede tegen den hevigsten
nood gedekt was. De terugtrekkende Rus-
sisch-Roemeensche troepen hebben deze par
ticuliere voorraden echter overal opgegeten
en de hen volgende centrale legers ver
slonden de rest. Wat nog in de opslagplaatsen
voor rekening van Engeland en voor reke
ning van Duitschland lag, werd bijtijds over
Braila afgevoerd, verzekert hij.
Ook kon er van geen winterzaaikoren
sprake zijn. De oorlog maakte de bebouwing
der akkers onmogelijk, of verwoestte wat
reeds bewerkt werd. Voor den zomer van
1917 is dus niets te verwachten. Eerst in
het voorjaar zou met het akkerwerk een
begin kunnen worden gemaaktmaar er
is gebrek aan arbeiders, er is ook gebrek
aan het trekvee, dat voor de onafzienbare
landerijen van Walach(je onmisbaar is.
Tegen alle kranten-berichten in, hebben dan
ook de officieel® Duitsche organen steeds
tegen groote verwachtingen gewaarschuwd.
Wel is officieel gemeld, dat de centrale
legers meer dan twee-derden van dit vrucht
bare gebied hebben veroverd; doch gebied
en voortbrengselen zijn tweeërlei I
Niet anders staat het met de vooruit
zichten voor de olie-putten. Engelsche sap-
peurs hebben bijna alles radicaal verwoest;
en wat niet tot diep onder het aardopper
vlak vernietigd worden kon, is zoo zwaar
beschadigd, dat de herstelling een geweldig
stuk arbeid kosten zal. Als het mogelijk is
herstellingen uit te voeren 1 Want daarvoor
zijn nieuwe machinerieën, nieuwe buizen
noodig en in de centrale landen zijn nage
noeg alle metaal-fabrieken voor den minutie-
arbeid in beslag genomen. In Galiciëishet
dan ook om diezelfde redenen nu, na een
jaar van beleg, nog niet mogelijk 2/3 van
de gewone productie te halen. Hoe zal het
dan in deze benarde tijden voor de Roe
meensche putten mogelijk zijn?
De schrijver besluit- zijn artikel met de
voorspelling, dat Roemenië, evenals het ver
woeste Polen en Servië, een lastpost voor
de centralen zal worden. Dus precies anders
om als men gehoopt had.
Daar zouden Boerenleenbanken nuttig zyn
„Grooter woeker ondenkbaar" plaats Ma-
taram boven het volgende verhaal:
Door toevallige omstandigheden kregen
wij inzage van een aanklacht, die een dezer
dagen door een Chineeschen geldschieter
tegen een Javaan, bjj de rechtbank is in
gesteld. Bedoelde Javaan had contanten
noodig en sprak er met zoo'n rondloopen
den Chineeschen geldschieter over of hij,
met zyn zoon als borg en twee huizen als
vastigheid, f 300 ter leen zou kunnen krijgen.
Nadat de geldschieter zich eerst over
tuigd had van de soliditeit van geldopnemer
en borg, zeide hij er met z'n chef over te
zullen praten, 'n Paar dagen later verscheen
de baas in hoogst eigen persoon bij de be
doelde desa-Javanen en had hij honderd
twintig klinkende rijksdaalders in zijn
tasch, terwijl het schuldbewijs ook reeds
opgemaakt was.
De geldleening werd gesloten onder de
voorwaarden dat de hoofdsom niet binnen
het jaar mocht, maar uiterlijk over twee
jaar moest worden afgelost, dat de geld
opnemer iedere maand vier-en-twintig gul
den rente had te betalen, ongeacht de
tusschentijdsche afbetalingen en wanneer
na twee jaren de hoofdsom plus 24 maanden
rente ad f 24 per maand niet was voldaan,
dat dan de twee, als waarborg gestelde
huizen het eigendom waren van den geld
schieter.
De geldopnemer had na veertien maanden
op de hoofdsom meer dan f 200 afgelost,
hij had ook eens tien picols padi (rijst) in
mindering gegeven en rente betaald. Dit
alles geschiedde niet aan den chefwoeke
raar in persoon, doch aan 's mans hand
langer, met wien o.m. ook de te sluiten
geldleening was besproken. Nu kwam de
geldopnemer plotseling te sterven en zien
we den chef-woekeraar voor de vierschaar
staan om van de erfgenamen te eischen aan
hoofdsom f 800, aan rente vijftien maan
den, ad f 24 per maand of f 360, samen
f 660.
Alle tusschentijdsche betalingen benevens
de levering van padi, worden door den chef
woekeraar ontkend, als zijnde geschied aan
zijn koelie-woekeraar, die niet gerechtigd
was geld te ontvangen. Natuurlijk zal de
chef-woekeraar de zaak winnen en zien we
de twee huizen, die onder broer en zuster
duizend gulden waard zijn, in eigendom
overgaan aan den chef-woekeraar.
Naar aanleiding hiervan twee vragen:
Is het niet meer dan tijd, dat hier ook
credietbanken voor Javanen worden op
gericht en is het nu te verwonderen, wan
neer zoo af en toe eon Chineesche geld
schieter in een kampong of desa als een
gevaarlijk beest wordt doodgeknuppeld?
In een Duitsch blad vinden "wü een ver
taling van een artikel van Austin Harrison,
den redacteur vau de Englisch Review, in
de Sunday Pictorial.
Toen de Sommo-slag begon, schreef Han-
rison, was in Engeland algemeen de meening
verspreid, dat nu de harde noot word ge
kraakt. Toen nu de volgende maanden ver
streken en er meer schansen in onze handen
vielen, nam Londen weer zijn oude leven
op. In orgieën werd de overwinning gevierd.
Nooit waren de schouwburgen voller, maak
ten juweliers en bondhandelaars betere
zaken. We waren allen overtuigd, dat de
Duitschers al half verhongerd waren, dat
hun duikbooten de een na de ander in onze
netten gevangen werden en de Roemenen
de Duitschers weldra den genadeslag zouden
geven. Wie er anders over dacht, was een
dwaas of een pessimist.
Het Engelsche publiek leert nu als een jonge
kat de oogen te openen. Het brood blijkt
te Berlijn goedkooper dan te Londen. In
Engeland dreigt het ekonomische dwang-
bewind zich hoe langer hoe meer uit te
breiden. De levensmiddelen worden onheil
spellend duur. Men kan zeggeD, dat de
Somrne-slag voorbij is, en op een kaart van
gewone schaal is er nauwelijks een deuk
in het Duitsche front waar te nemen. De
vijandelijke legers dringen in Roemenië
door. Met schrik wordt men wakker en
merkt van drogbeelden te hebben geleefd.
Wat beteekent dat alles? Elke Eugelsch-
man heeft het recht, nu eindelijk eens de
waarheid te hooren, opdat hij zelf inzie,
welk een wanhopige strijd nog voor ons
ligt. Men heeft ons voortdurend in het duister
gelaten. Van den zeer interessanten toestand
in Ierland, Australië, Canada of de Ver-
eenigde Staten hooren we niets. Nu nog
wordt er over Roemenië geschreven, alsof
de verwonderlijke Engelsche strategie de
Duitschers kennelijk in een nederlaag voert.
Waarom die luchthartigheid, terwijl Roe
menië voor ons doodbloedt, gelijk Belgie en
Servië reeds hebben gedaan Aan dat uiterst
domme optimisme en de onkunde der pers
heeft voor een goed deel de zwijgpolitiek
van de regeering schuld. Alle oorlogsberich
ten ontaarden in het gebruikelijke overwin-
ningsgeschreeuw. De waarheid is, dat het
Engelsche volk als een .mol in het donker
omtast. N. R. C.
Uit Duitschland.
BERLIJN. Duitschland is het vorige jaar
met zjjn graanoogst goed uitgekomen, dank
zij de economische maatregelen der re
geering.
De oogst van dit jaar overtreft dien van
verleden jaar met 1.500.000 ton. Hieruit
volgt zonder meer, dat Duitschland er dit
jaar nog beter mee zal uitkomen, hetgeen
ook blijkt uit het toestaan van extra-rant
soenen aan jeugdige personen en aan hen,
die zwaar werk moeten verrichten.
De achterstand in den aardappeloogst, die
werkelijk aanzienlijk onder het gemiddelde
is geweest, wordt grootendeels goedgemaakt
door een zeer goeden rapenoogst.
Voorts heeft de verlaging van het mout-
contingent met 50 pet. zoo groote hoeveel
heden gerst voor de menschelyke voeding
vrijgemaakt, dat daardoor quantitatief het
tekort aan aardappelen meer dan goed
wordt gemaakt.
De rundveestapel in Duitschland is sinds
aanvang 1916 met meer dan 400.000 stuks
toegenomen (d. i. met 2.1 pOt.)de varkens
stapel met bijna 4.000.000 of 29.4 pCt. Uit
deze getallen volgt, dat Duitschland met
zekerheid kan rekenen op een verbetering
van zijn melk- en vetproductie, te meer wijl
de in Roemenië behaalde buit een belang
rijke verbetering waarborgt, althans aan
veevoedingsmiddelen.
De voorziening met voedingsmiddelen
heeft zich dus, wat Duitschland betreft,
vergeleken bij de eerste twee oorlogsjaren
in geen enkel opzicht verslechterd.
De inoord met roof te Oss.
OSS, 30 Dec. De te Oss op-27 dezer be
gane moord met berooving, moet zich als
volgt hebben toegedragen.
De veekoopman Marinus v. Heesch, den
avond van te voren zich in het café „den
Engel" bevindende, moet zich daar uitge
laten hebben over zijn voornemen naar de
veemarkt te 's Bosch te gaan, daarbij aen
aanzienlijk bedrag noemende, hetwelk hy
by zich zou hebben om handel te drijven.
Onder de zich in het café bevindende per
sonen, was ook C. H. Stroop aanwezig. Bij
dezen persoon moet toen het plan zyn op
gekomen, v. Heesch van dit bedrag te
berooven. Hiervoor is hy in den nacht van
Dinsdag op Woensdag vertrokken naar een
plaats, waar zijn slachtoffer des morgens
zeer vroeg moest passeeren en heeft, toen
deze passeerde hem in den rug geschoten,
waarop v. Heesch kwam te vallen. Bemer
kende, dat deze nog leefde en hem herken
nende, heeft S. z'n wandaad volbracht door
den loop van de revolver voor het hoofd
van zy'n slachtoffer te plaatsen en voorde
tweede maal een schot te lossen. De afdruk
van den loop der revolver was duidelijk op
het voorhoofd van den verslagens zichtbaar.
Na de gevallene beroofd te hebben van de
mot ongeveer f 800 gevulde portefeuile,
welke in een binnenzak van het vest zat,
is de moordenaar-roover langs de spoorbaan
huiswaarts gekeerd, althans de ledige por
tefeuille is den volgenden dag langs de
spoorlijn in een sloot door een werkman
teruggevonden. De portemonnais, welke nog
een flink bedrag aan zilvergeld bevatte,
beeft de moordenaar ongemoeid gelaten.
Den broeder van den vermoorde, die een
eind verder woont en met dezen ook naar
Den Bosch zou gaan, bevreemde het lange
wegblyven van zyn broer, waarom hy den
weg naar'diens woning insloeg om hem te
gaan halen, doch op weg daarheen het in
bloed badende slachtoffer vond. De ongeluk
kige heeft nog slechts eenige uren in ver
doofden staat mogen leven, alzoo geunerlei
aanwijzing meer kunnende doen omtrent
den dauer.
Bij de schouwing en operatie in het zieken
huis alhier van het lyk, vonden de doktoren
de beide kogels terug, welke geheel over
eenkwamen met ue modellen alhier door
de gemeonte-pohtie in gebruik, waardoor al
dadelyk vermoedens opkwamen tegen den
buiten dienst gestelden politieman Stroop,
daar deze, zonder inkomsten zynde, steeds
's morgens en 's avonds in café's te vinden
was. Wegens het zich toeeigenen van aan
de gemeente Oss toebehoorende gelden was
Stroop reeds sinds einde October buiten
dienst gesteld en zou 1 Jan. e.k.zyn ontslag
volgen. Na op de marechaussée-kazerne
ontboden te zyn (naar men liet voorkomen
voor een nog hangend proces-verbaal tijdens
zyn politieambt door hem opgemaakt) werd
hy in hechtenis genomen en werd op hem
gevonden een nog ten deele geladen dienst
revolver, door hem na zyn buitendienst
stelling op het gemeentehuis ontvreemd,
waaraan twee patronen ontbraken, terwijl
in de zakken van den dader, die niettegen
staande alle tegen hem ingebrachte bewijzen
blijft ontkennen, twee ledige patroonhulzen,
passende op de revolver, gevonden werden.
Bij het onderzoek, in de door hem be
woonde woning ingesteld, werd van onder
de pannen in de nok van het dak een bedrag
van f 620 te voorschijn gehaald. Voeg hierbij
da verklaringen van verschillende personen,
welke Stroop voor en na den tyd, dat de
aanslag had plaats gevonden in den omtrek
hebben waargenomen, dan mag men wel
aannemen, dat de marechausiée's denjuis-
ten dader van dezen lagen moord in handen
hebben. Beklaagde werd Zaterdagmorgen
halfnegen zwaar geboeid naar de strafge
vangenis te 's Bosch overgebracht, uitgeleide
gedaan door vele hem minder goed gezinde
personen, waarvan iemand hem sarcastisch
nog „een zalig uiteinde" toeriep.
Aangespoelde mijnen.
OOSTEREND, ('J'exei 2 Jan. Reeds zijn 14
mijnen aangedreven, enkele naar de Wad
denzee. Geweldige knallen, tengevolge van
de ontploffing, worden over het eiland waar
genomen. Ook dry ven vaten olie en andere
zaken aan.
SEROOSKERKE (Eiland Schouwen). 1 Jan,
Aan het strand onder deze gemeente en ook
aan dat onder Burgh is eene mijn aange
spoeld. Beiden werden onder militaire be
werking gesteld,
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij.
Mijnheer de Redacteur
Verzoeke beleefd onderstaande in Uw blad op
te nemen.
De R. T. M. heeft met 1 Januari j.l. een wij
ziging in haar dienstregeling gebracht waardoor
het reizend publiek op een grove manier wordt
gedupeerd.
Het publiek wordt er door gedupeerd.
Zeker, hoeveel menschen zijn er niet die met
den tram van 7 u. 30 uit Rotterdam komen die
't Eiland voor 't een of ander hebben te be
zoeken.
Hoeveel menschen zijn er niet die met den
tram van 9 u. 15 uit Middelharnis en Souunels-
dijk 't Eiland in moeten voor hunne zaken.
De zakenmenschen, die naar den Beurs in
Oude Tonge en Dirksland gaan.
Deze alien kunnen nu niet meer per tram gaan
en zjjn genoodzaakt den voorheen voor hen
aangewezen weg te kiezen.
Verder zal de post voor de dorpen buiten
Middelharnis en Sommelsdijk, 3'/2 uur later
aankomen dan gewoonlijk, terwijl voor die dor
pen ook uitgesloten is den postdienst van 12 uur
naar Rotterdam.
Dit vooral is voor veel menschen een groot
ongerief.
Waarom heeft de R. T. M. niet wat meer reke
ning gehouden met de belangen van het pu
bliek en inplaats van den dienst 9 u. 15 den
dienst van 12 u. 30 uit Middelharnis doen ver
vallen waarmede zoo goed als niemand reist.
Zy had hiermede hetzelfde bereikt en het
publiek gediend.
Ik vraag my af waarom toch Overflakkee en
Goedereede zoo wordt achtergezet by Voorne
en Putten.
Sinds November is ons afgenomen den dienst
van 7 u. 30 uit Rotterdam en 10 u. naar Rot
terdam. Aan den dienst Voorne en Putten is
niet getornd, of durtt men misschien niet te
tornen, want daar valt alleen den dienst van
10 35 'savonds uit Rotterdam uit.
Maar mynheer de Redacteur, ik zal niet ver
der hierop ingaan. Ik houd steeds in gedachten
het adres van de Vereeniging van Burgemeesters
en Secretarissen van dit Eiland via heeren Gede
puteerde Staten aan Zijne Excellentie den Mi
nister van Waterstaat, mot 40 gegronde klach
ten tegen de R. T. M. en waarvan maar een
klacht is toegegeven n.ml. de klacht dat de tram
altijd overtyd aankwam.
De 11. T. M. heeft den ritduur Rotterdam-
Middelliarnis met een half uur verlengd. Over
lijd komen, ofschoon dit nog steeds dagelyks
gebeurt, was hiermede ondervangen.
Een handige zet van den ontwerper. Do tram
komt niet meer te laat.