Qfficiëel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD waarin tevens opgenomen de „ONZE EILANDEN". I6de Jaargang. Zaterdag 4 November 1916. iVo. 52 DE WIJDE, WIJDE WERELD Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, 'h-GBAVF.YIHGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Jllddelharnls. Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. De Grondwetsherziening. Nog steeds houdt de Kamer zich bezig met de Algemeene Beschouwingen over de Grondwetsherziening en het laat zich aanzien, dat eerst Vrijdag de minister aan het woord zal komen. Wanneer wij nagaan, welke kans van welslagen er is voor de verschillende kwestie's, dan kan reeds thans worden vastgesteld le dat het algemeen mannenkiesrecht alle kans heeft tot stand te komen 2e art. '192 betreffende de finantieële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs zal worden aangenomen, waarschijnlijk met eenige wijziging van het door de regeering voorgestelde artikel 3e dat het vrouwenkiesrecht niet in de grondwet zal worden vastgelegd. Wat het vrouwenkiesrecht betreft, is wel gebleken dat er aan christelijk ge- heeten beginselen geen argument kan worden ontleend om de vrouwen het kiesrecht te onthouden. Mr. Van Idsinga (christ. hist.) wil de instelling van een Vrouwen-Raad van State. Mr. Lohman wil desnoods de ongehuwde vrouw het kiesrecht geven, doch in geen geval aan de gehuwde vrouw of de inwonende dochters. De antirevolutionaire heer v. d. Voort vast Zijp daarentegen wil, als het dan toch moet, juist aan de gehuwde vrouwen het kiesrecht geven, omdat die in den vollen zin des woords de taak vervullen haar door God gegeven. Voor de katholieken, zoo vertelt ons mr. Loeff, is het vraagstuk van het vrouwenkiesrecht geen beginselkwestie. Hij zou echter in de eerste vijt jaar zijn stem niet geven aan actief vrouwenkies recht. Uit deze uitlatingen blijkt vol doende, dat de rechterzijde van vast legging van het algemeen vrouwenkies recht in de Grondwet niet wil weten. Voegen wij daarbij dat ook de vrijlibe ralen er tegen zijn, dan is het duidelijk FEUILLETON. DOOR ELIZABETH WETHERELL. 9e»uthoriseerde overdruk Tan het tfelljknaml? boek, rer. schenen bij Je Firma D. BOLLE te Botterdam. dat een meerderheid voor het vrouwen kiesrecht in de Kamer thans niet is te krijgen. Het kiesrechtvraagstuk wordt dus maar ten halve opgelost. Na de Grondwetsherziening zal de strijd voor het vrouwenkiesrecht worden voortgezet en de politieke verhoudingen blijven beheerschen, totdat ook aan haar recht is gedaan. Het ware o.i. verstandiger geweest, indien Regeering en Parlement ook dit vraagstuk definitief hadden op gelost. 66) Het lezen ging slechts bij kleine gedeelten, en het wandelen en rijden was uit. Meermalen ge beurde het, dat zij, wanneer zjj reeds zeer ver moeid was, voor hare tante de trap op en af moest loopen, of haar gezicht en handen met azijn wasschen, of haar uit de courant voorlezen, daar Juffrouw Fortnna verzekerde dat zjj uit haar vel zou springen, ais zij niet iets anders hoorde dan den wind. En zeer dikwijls, ais zjj boven niet noodig was, verzocht hare oude grootmoeder haar, om haar iets te komen voor. lezen, - misschien juist op een oogenblik, dat Ellen het minst tjjd had. Ellen deed haar best. Nu en dan kwamen er wei eens oogenblikken, dat zjj weder begon te schreien. Doch dan her innerde zjj zich de woorden van Jan, en dik- wjjls. te midden van haar werk, werd zjj door een pjjnljjk gevoel van droefheid en vermoeid heid en het moeiljjke van recht te handelen aangegrepen, zoodat zjj dan eensklaps stilstond, hare handen samenvouwde, en bjj zich zelve Van rechts wordt er sterk op aange drongen, dat in de additioneele artikelen een termijn zal worden bepaald, binnen welke de nieuwe regeling van het onder wijsvraagstuk tot stand zal moeten zijn gebracht. Nu hechten wij aan zoo'n ter mijnbepaling weinig waarde. Het is meermalen gebeurd, dat in een wet werd bepaald, dat zij binnen een vastgestelden termijn zou worden herzien, terwijl jaren daarna de herziening nog op zich liet wachten. Er zijn zelfs grondwettelijke voorschriften, waaraan nooit uitvoering is gegeven. Het gaat echter niet aan thans een termijn voor het gereedkomen der onderwijsherziening vast te stellen, omdat hiermede zeker een 25 millioen zijn gemoeid en in den abnormalen tijd bij de volslagen onzekerheid omtrent den duur van den wereldoorlog niets is te zeggen van de finantieële toekomst van ons land. Mr. Tydeman zeide zeer terecht: „Het budget nu bezwaren met 20 25 millioenen 'sjaars zal in deze periode tot groote bezwaren aanleiding geven. Het zal de financiering van nieuwe leeningen, die noodig zullen blijken, zeer bemoeilijken. Daarom zou het getuigen van een luchthartigheid, die niet past bij een grondwetsher ziening. De finantieele kracht van een land is niet onbeperkt. Ik doe er niet aan mede een accept te teekenen, als ik niet weet dit te kunnen honoreeren". Rechts zal intusschen wel zoo ver standig zijn de tot-stand-koming van de herziening van art. 192 niet te laten zeide: „Ik wil trachten goed te worden!" Haar morgenuur tot het gebed was haar nu zeer dier baar,en haar bijbelwerdhaarallengskostbaarder. Zooals Juffrouw Fortuna voorspeld had kwa men er velen hunne diensten aanbieden. Nancy's verbljjf aldaar maakte het voor Ellen gemak kelijk, van hen ontslagen te worden. Menigeen betuigde zijne verwondering, dat Juffrouw For tuna haar huis aan twee meisjes als deze durfde toevertrouwen, en velen geloofden, dat zij het zich zou beklagen, als zjj weder over den vloer kwam. De menschen hadden echter ongeljjk. Alles ging zeer geregeld en ordelijk, en Nancy (hield zich zoo rustig, als zjj het slechts in weinig [huizen zon gedaan hebben. Er waren ook velen, die uit belangstelling kwamen, zoowel als om hunne diensten aan te bieden. Alice, en vrouw Van Brund en Marga- retha kwamen dageljjks bij beurten. Margaretha kwam somtjjds een baksel brood kneden; Alice bracht eene schaal met boter of eene mand met koeken; en vrouw Van Brund zond gansehe middagmalen. Van Brund was er alt jjd desnachts, en overdag zooveel als hem mogeljjk was; als hjj genoodzaakt was, zich te verwjjderen, liet hjj Samuël Larkens op het huis passen, hout en water brengen, en alles doen, wat hem gelast werd. Ondanks al de hulp echter die van buiten aangebracht werd, had Ellen toch geen gemakke- Ijjk leven; Van Brund begon dikwjjlsteverlangen, dat Juffrouw Fortuna weder over den vloer kwam. De beschrjjving van een dag moge een indruk geven van de geschiedenis van al die weken. afstuiten op den eisch van een termijn bepaling. Zij heeft te groot belang bij het tot stand-komen dezer Grondwetsherziening dan dat zij iets zou doen om haar in gevaar te brengen. Wie onze parlementaire geschiedenis naleest, zal zien, dat ongeveer om de 25 jaar een Grondwetsherziening plaats vindt. Het is daarom wel jammer, dat de regeering niet aan zeer urgente vraag stukken mede aandacht heeft geschon ken. Wij doelen daarmede op de zeer belangrijke vraag der troonopvolging. Wij citeeren, wat mr. Ter Spill ïierover zeide „Volgens de grondwetsbepalingen is de regeerende erfgroothertog van Saksen- Weimar Wilhelm Ernst de eerst geroe pene. Maar vermoedelijk zou deze, als drager van een kroon, niet in aanmer king mogen komen. Echter zou hij wel licht geen tijd van beraad hebben, om dat krachtens den regel le roi est mort vive le roi, hij koning zou zijn onmiddel lijk nadat die ramp ons land zou hebben getroffen. Intusschen, hier is al een twistpunt, want er zijn menschen die beweren, dat de regeerende erfgroothertog het recht zou hebben van tijd van beraad. Na dezen erfgroothertog volgt een prinsje van 4 jaar, diens zoon, tevens aange wezen op de erfopvolging in Saksen-Wei- mar. Tot diens meerderjarigheid zouden wij dus in onzekerheid verkeeren of deze in staat zou zijn op te volgen. Aanvaardt hij een opvolging in Saksen-Weimar, dan kan zich dezelfde onzekerheid weer herhalen. Spreker wil niet uitvoerig wezen over de opvolging in allerlei andere linies. Hij bepaalt zich er toe, dat reeds de onzekerheid ten aanzien van de naaste verwachters maakt, dat de tegenwoordige regeling in de Grondwet niet onveranderd kan blijven. In dezen tijd, met de ervaringen van het sombere tijdvdk dat wij doormaken, mag toch de vraag gesteld worden of het Het was in het begin van April. Ellen kwam vroeg beneden, maar hoe vroeg zij ook kwam, zij vond altijd het vuur aangemaakt en den ketel over het vuur hangen. Zij gevoelde zich niet volkomen uitgerust van de vermoeienissen van den vorigen dag; dat was echter niets, zij begaf zich weder aan het werk. Zij veegde de keuken aan, zette hare melkzeef en hare pannen op de plank in de provisiekamer gereed en be gon het ontbijt klaar te maken. Toen dit half gedaan was, kwam Samuël Larkens met twee groote melkemmers binnen, en Jan Lowe volgde met twee andere. Zjj waren veel te zwaar voor Ellen om ze op te tillen, doch getrouw aan haar last, liet zjj niemand in de provisiekamer komen behalve zij zelve; zjj bracht de pannen bij de deur, waar Samuël ze voor haar vulde, en elke, die gevuld was, zette zij weder op de plank neer. Hiermede verliep een geruime tijd, want er waren er acht. Zjj had nauwelijks de gestorte melk opgenomen, en de tafel verder gereedge maakt, toen Van Brund binnenkwam. Goedermorgen, zeide hjj. Hoe gaat liet u vandaag Zeer wel, Van Brund. Ik wenschte wel, dat uwe wangen wat kleuriger waren. Ge hebt het ook al te druk. Waar is Nancy Zjj is buiten met de wasch bezig. Boven is zeker alles hetzelfde? Wat hebt ge voor het ontbijt, Ellen Ik weet het niet. Van Brunder is geen gekookt eten in huis, wij hebben alles opgegeten. aangaat, aan het zuivere toeval over te laten, welke neigingen een vorst zal heb ben, neigingen die aan ons, onze historie en onze opvattingen geheel vreemd zal zijn. Is er eigenlijk niet alles voor te zeggen, dat wij, met dat stelsel van grondwette lijke troonopvolging, ons los maken van al die ver verwijderde magnaten van onze eigen dynastie. En als onze eigen dynastie dan eens mocht uitsterven, zou de Raad van State met de regeering be- hooren te worden belast tot tijd en wijle over de opvolging nader zou zijn beslist." Er is zeer zeker voor de Regeering alle aanleiding te overwegen of alsnog deze uiterst belangrijke kwestie aan de orde kan worden gesteld. NEDERLANDSCHE ANTI-00RL0G RAAD. Duitsche instemming met Grey's oorlogs doeleinden. In het „Berliner Tageblatt" van 28 Oc tober bespreekt het vrijzinnige lid van den Rjjksdag, Georg Gothein, de laatsterede van Lord Grey onder den titel van „De vredes doeleinden van Grey". Na beschouwingen van Grey omtrent de schuld van den oorlog en zijn verklaring, dat de Entente zal volhouden tot de beslis sende overwinning, als noodzakelijke be- standdeelen van de rede te hebben ter zijde gesteld, verklaard de schrijver als het essen- tieele van die rede te beschouwen, dat Grey in tegenstelling met Lloyd George, den wensch naar een soort van vredesbemid deling door de Vereenigde Staten, zij het dan ook indirect dan toch duidelijk genoeg, te verstaan beeft gegeven. Van den Vredesbond, dien de volkeren volgens Grey in de toekomst zouden moeten vormen, verklaart de Duitsche schrijver „Dat is een pacifistisch programma, waar mede na de verschrikkelijke ervaringen van dezen oorlog iedere staat instemmen kan". In den toestand na den oorlog, wanneer de uitwerking van den oorlog eerst in volle mate zal worden gevoeld, dan „zal het ge voel naar vreedzame toenadering tusschen de volkeren bij allen zóó sterk worden, dat daartegenover oorlogsgedachten niet meer Alles schoon op brood en al O, neen, er is nog genoeg brood, maar dat is ook alles. Nu, dat is nietsbreng mjj maar eene ham en een dozijn eieren, en ik zal tl spoedig een ontbijt gereedmaken. Ellen ging nu naar boven om hare grootmoe- der te kleeden, dat was altijd de laatste bezig heid vóór het ontbijt. Wie is er beneden bezig met ham en eieren te bakken? vroeg Juffronw Fortuna. Van Brund, zeide Ellen. Dit antwoord was onverwacht. Juffrouw For tuna schudde het hoofd op eene ontevreden wijze, en zeide tegen Ellen, dat zij hem zeggen moest toch zorgvuldig te zijn. Toen zij beneden kwam, was het ontbijt ge reed, maar niemand was er nog. Zij plaatste hare grool moeder aan tafel en riep Nancy, die al dien tijd bezig geweest was met de wasch te spoelen, en ze op eene lijn te hangen om te drogen. De maaltijden waren deze weken wat aangenamer dan gedurende al den tjjd. dien Ellen te Thirlwall doorgebracht had, zoo meende zjj ten minste. Dat scherpe oog aan het boven einde der tafel werd met genoegen gemist. Met algemeen goedvinden zaten zij langer aan den maaltjjder werd meer gepraat en gelachen niemand was bevreesd om afgesnauwd te worden. Van Brund prees Ellens koffie (hij had haar ge wezen, hoe zij ze zetten moest), en zij prees zjjne ham en eieren. Doch eindeljjk werden de stoelen van de tafel geschoven, en ieder ging weer aan

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1916 | | pagina 1