Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Sverflakkee en Goedereede EERSTE BLAD waarin tevens opgenomen de „ONZE EILANDEN". 16de Jaargang. Zaterdag 28 October 1916. No. 51 DE WIJDE, WIJDE WERELD Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. SE JONG-, Lid van de Tweede Kamer Staten-fieneraal, 'h-GHIVDMUGE. Uitgave der Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te 9£iddelharai§. Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Een vrouwenparlement? De algemeene beschouwingen over de Grondwetsherziening zijn Dinsdag j.l. ingeleid met een redevoering van mr. Van Idsinga, den christelyk-historischen afgevaardigde van Bodegraven. Wie onze politieke geschiedenis heeft gevolgd, weet dat mr. Van idsinga menigmaal in de Kamer een van zijn partijgenooten sterk afwijkend standpunt inneemt. Dat bleek o.a. bij de Invaliditeitswet-Talma. Dit maal bereidde de heer Van Idsinga de Kamer, en in 't bijzonder zijn partijge- genooten, een ware verrassing. Dat hij tegen vrouwenkiesrecht zou zijn, was te verwachten. Hij is er tegen, „omdat de gemeenschap gebaat wordt door bet stemrecht niet op te dragen aan de vrouw in het belang van de hooge zedelijke roeping, die zij heeft te vervullen in de maatschappij." De heer Van Idsinga trachtte niet het bewijs voor zijn stel ling te leveren. Het zou hem ookonmo- lijk zijn geweest. Inde zeer vele landen, waarin het vrouwenkiesrecht is inge voerd, heeft het in geen enkel opzicht hare hooge zedelijke roeping geschaad. Het is wel wonderlijk, dat die „roeping" verhindert dat haar een enkele maal in het jaar een stembiljet wordt uitgereikt, terwijl het met die „roeping"strookt, dat duizenden ongehuwde en gehuwde vrou wen zwaren loonarbeid verrichten in aar dewerkfabrieken, textielbedrijven, enz. Dat nu de vrouw om haar hooge zede lijke roepiug speciaal van de taak van het stemrecht ontlast zou moeten worden, kan kwalijk als ernstig argument worden aanvaard. Wat was nu de verrassing, die de heer Van Idsinga bereidde? Deze: Hij zou een Vrouwen-Raad van State willen, een lichaam alleengekozen door vrouwen, bestaande uit 25 leden, waarvan H. M. de Koningin voorzitster zou kunnen zijn, FEUILLETON. ELIZABETH WETHERELL. fieaothorfapflrde oferdrnk ran het gelijknamig hoek, rot- schenen bij de Firma i). BOLLE te Rotterdam. 65) Kom binnen, riep Juffrouw Fortuna, toen Ellen geklopt had, Zoo, Ellen, zijt gij daar? Ik ben bljj dat gij er zijt. Zjjt ge erg ziek, tante? vroeg Ellen. Och neen, kind ik zal morgen wel weer op kunnen staan; maar ik gevoelde mjj van ochtend zoo wonderlijk, dat ik meende, dat het 't best was te blijven liggen. Ik denk, dat ik kou gevat heb. Daar was geen twijfel aanmaar dit was het niet alleen Behalve gevatte koude, en dat wel door hare eigen schuld, had Juffrouw Fortuna te veel van hare krachten gevergd, en, door overdreven zuinigheid, huiselijke bezigheden en bedrijvigheid, zich zelve de zware straf op den hals gehaald, van daar ziek en hulpeloos neer te liggen, en dat voor vrjj wat langer lijd dan zjj in het eerst gedacht had. Wat kan ik voor u doen, tante? zeide Ellen Och, niets, voor zooveel ik weet, zeide wat luister zou geven aan de vergadering. De heer Van Idsinga zeide omtrent dit Vrouwenparlement; „Dat lichaam zou de bevoegdheid moe ten hebben voorstellen te doen aan de Staten-Generaal over zekere onderwer pen, bij voorbeeld betreffende belangen van vrouwen, opvoeding en gezondheid der jeugd, openbare zedelijkheid en ge zondheid en dergelijke. De heer Yan Leeuwen Die onderwer pen zijn hier ook aan de orde. De heer Van Idsinga: Natuurlijk, maar dan zou de vrouw de gelegenheid heb ben om datgene wat zij als onvolddende erkent, aan te duiden en te verbeteren, zooals zij meent dat het verbeterd moet worden en bier in de Kamer die voor stellen te doen verdedigen, door leden uit die vergadering aangewezen, of daar buiten. Men zegt hier „de Koningin", het is natuurlijk de bedoeling de leiding op te dragen aan een president, die door de Koningin wordt benoemd, als in den Raad van State. Die voorstellen zouden hier ingediend kunnen worden, op dezelfde wijze als alle andere en hier verdedigd kunnen worden door aange wezen personen. Het vooronderzoek moet ook geschieden door den Raad van State. Op die wijze kan de vrouw invloed oefenen op den gang van zaken, veel meer dan wanneer iaar een kiesrecht werd toegekend, dat zij te midden van de mannen en den strijd om de stembus moet uitoefenen. Als op deze wijze aan de vrouw ge legenheid wordt gegeven zich uit te spreken, heeft zij daaraan veel meer dan waarvoor zij thans ten strijde wordt ge roepen. Spreker begrijpt, dat, wanneer derge lijke voorstellen worden gedaan, men gekscherend zegt, dat het een aardigheid is, maar in ernst hoopt spreker, dat de vrouwen de zaak in overweging zullen willen nemen, of niet op die wijze het vrouwenprobleem beter kan worden op gelost, dan door de toekenning van het kiesrecht." Juffrouw Fortuna, laat mij maar alleen, vraag mij niets, en houd de menschen uit het huis. Hemel, hemel, het is alsof mijn hoofd bersten zal'. Ellen, kijk hier, zeide zij, zich op haar elle boog oprichtende, ik wil niet, dat er iernaud in huis komt, al lag ik hier ook tot den oordeels dag, ik wil het niet hebbent denk daaraan. Ik weet, dat ik u vertrouwen kan! Ellen beloofde het, grootelijks verblijd door de laaste woorden harer tante; zij vroeg haar nogmaals, of zjj iets voor haar doen kon. Och, ik weet het niet, zeide Juffrouw For tuna, zich weder in het kussen werpende; het is mij onverschillig, wat ge doet, als ge slechts het huis schoon houdt. Er staat eene mand met strjjkgoed beneden onder de tafel, die moogt ge wel gaan strijken, het is juist strjjkdroog.Maar kom mij verder niets vragen, ik kan het niet verdragen. Ellen, laat geen sterveling in de provisiekamer komen, behalve gij. En, Ellen! ge moest mjj ook wat kruizemuntthee zetten. De kruizemunt is boven in de provisiekamer, de laatste deur op het portaal, hier zjjn de sleutels. Maar snuffel nergens anders in, hoort ge? Toen Ellen in de keuken kwam, scheen alles haar droevig toe. Het was er weliswaar in orde en zindeljjk; doch de meesteres scheen er te ontbreken. Het vuur was bijna uitgegaan, de kamer was koud, en een weinig kruizemuntthee te zetten scheen vrij wat moeite te zullen kosten. Terwijl zjj naar de groote blokken op den haard, die zjj nauwelijks kon optillen, stond te kjjken en dacht, hoe treurig het hier gesteld was, kwam Wat blijkt uit dit cidaat: lo. Dat mr. Van Idsinga geen be zwaar heeft de vrouw het kiesrecht toe te kennen, als het het kiezen voor een college, alleen uit vrouwen bestaande, betreft. 2o. Dat hij haar geen kiesrecht wil geven, dat zij met mannen gezamenlijk moet uitoefenen. Zijn doel is, de vrouw te houden buiten den strijd van de stembus. Zou zoo'n bekwaam man als mr. Van Idsinga is, nu waarlijk meenen, dat zijn ideaaigedachte, Vrouwen-Raad van State, zal kunnen bestaan buiten de groote beweging in de maatschappij? Zal zijn Vrouwen-Raad een lichaam van betee- kenis zijn, dan zal zich in zijn samen stelling onherroepelijk afspiegelen, wat in de politieke partijen tot uiting komt. Meent de heer Van Idsinga dat de vrouwen, die het stemrecht voor dit college zullen krijgen, niet even volijverig hun verkiezingscampagne zullen voeren dan wanneer haar het stemrecht voor de Tweede Kamer werd toegekend Wat de heer Van Idsinga wil, is een surrogaat van de mannen-Tweede Kamer, een Vrouwenparlement, dat gespeend zal zijn aan de veelzijdige voorlichting, die alleen in een door mannen en vrouwen gezamenlijk gekozen college te wachten is. Men mag hopen, dat zoo bekwaam en ernstig man als mr. Van Idsinga, die in principe geenszins ongeneigd blijkt de vrouw medezeggenschap te geven, het er op zal durven wagen de vrouwen voor de Tweede Kamer het actieve kies recht te geven. In alle landen, waar men het heett aangedurfd het vrouwenkiesrecht in te voeren, heeft de vrouw blijk gegeven haar „hooge roeping" te verstaan. De Hollandsche vrouw zal in dezen bij haar buitenlandsche zusteren niet achterstaan. Het zou een verstandige daad van Re geering en Parlement zijn, als het alge meen vrouwenkiesrecht in de Grondwet werd vastgelegd. Weldra zou blijken, dat mr. Van Idsinga met vreugde zou Van Brund met zijn goedaardig gelaat binnen en verlangde te weten of hij ook iets voor haar doen kon. De kamer zag er dadelijk gezelliger uit, zoodra zijne groote gestalte er gezien werd. Hij stookte terstond het vuur op, terwijl Ellen naar de provisiekamer ging. Het was eene wel voorziene provisiekamer. Onder anderen hingen er tenminste wel een dozijn bossen gedroogde kruiden aan een der daksparren. Ellen meende de kruizemunt wel te kennen maar na aan een paar bossen geroken te hebben, raakte zij er mee verlegen en was genoodzaakt, eenige soor ten naar beneden te brengen om Van Brund te vragen, welke zij hebben moest. Toen zjj weder beneden kwam, zag zij, dat hij den ketel voor haar overgehangen en den haard aangeveegd had dus nam zij, wijselijk denkende, dat Liet 't best was, zich aan het werk te begeven, de mand van onder de tafel, rolde het strijkgoed in el kander en zette de jjzers op het vuur. Inmiddels begon het water te koken, Ellen wist niet recht hoe zij kruizemuntthee moest zetten, maar meen de, dat zij er evenzoo mee handelen moest, als met de zwarte thee, die zij zeer goed zetten kon. Zij deed dus een paar lepeltjes kruizemuntblade* ren in den pot, schonk er een weinig water op, en liet ze trekken. Middelerwijl kwam de goede Van Brund binnen met een paar armen vol stukjes hout voor hel vuur, waarmee Ellen beier terecht kon komen. Ik wenschte, dat ik hier kon blijven, om u gedurig de behulpzame hand te bieden, zeide hijmaar ik ben hier dicht hg. Als ge iets noodig kunnen constateeren, dat het actieve kiesrecht voor de vrouw het land ten goede was gekomen! Eervolle vermelding. Onderstaande advertentie vonden we in de „Meppeler Courant" van 14 October. Aan betrokken Ouders en Verzorgers. Waar door ons in de verschillende scholen weer de gelegenheid wordt opengesteld tot het ontvangen van Herhalingsonderwijs, daar willen we nog eens in 't bijzonder de aandacht hierop vestigen. Over 't geheel wordt van dit onder wijs te weinig gebruik gemaaakt. Toch is herhaling en uitbreiding van wat op de Dagschool geleerd werd, van het hoogste belang. Op alle gebied en in alle bedrijf is ontwikkeling een eerste eisch. Het mag dan ook als een onafwijs bare plicht van Ouders en Verzorgers beschouwd worden, dat de opgroeiende jeugd, nadat ze de Dagschool veriatan heeft, deelneemt aan het Herhalings onderwijs en dit getrouw volgt. Ten einde de kinderen op de Her halingsschool geplaatst te krijgen, wende men zich tot het Hoofd der School in zijn omgeviDg vóór 20 October 1916. Met den wensch, dat deze aansporing ter harte genomen zal worden, blijkende uit een druk en geregeld bezoek der Herhalingsschool, zoowel door meisjes als door jongens. Het Gemeentebestuur van Havelte, P. A. LOOS, Burgemeester. H. BOOIJ, Wethouder. We zijn zoo weinig verwend door onze Plattelands-gemeentebesturen, waar 't geldt de belangstelling te toonen voor het Her halingsonderwijs, dat we bijzonder getroffen werden door deze daad van 't Havelter Gemeentebestuur. Ten volle waardeeren we hier de goede bedoeling en spreken de hoop uit, dat dit voorbeeld een aansporing ten goede moge zijn voor velen, die met de zorg voor het Herhalingsonderwijs belast zijn. hebt, moet ge maar aan de deur roepen. Ellen wilde hem bedanken. Spreek mij daar toch niet van, zeide hij, met zijne handen als het ware hare dankbe tuigingen van zich afwerende, ik zou graag al het hout willen brengen, dat ge dagelijks bran den kunt, alleen om het genoegen van u weer hier te hebben, als ik niet wist, dat ge het beter hadt, waar ge waart; maar ik kan er niets aan doen. Nu. wie zal ik nu bij u zien te krijgen? Wie zoudt ge hét liefst tn-bben Niemand, als het u blieft, Van Brund, zeide Ellen tante wil het niet hebben, en ik heb het waarlijk ook liever niet. Hij slaarde haar met verbazing aan. Wel, ge wilt toch niet zeggen, zeide hij, dat gij meent, of dat. zij meent, dat ge het hier zonder eenige hnlp redden kunt? Ik zal mij zien te redden, hoe het ook ga, zeide Ellen. Laat mij maar begaan, Van Brund. Voor het oogeublik ging hij heen, en Ellen schonk haar trekpot vol en bracht hem naar boven. Hare oude grootmoeder was wakker. Ellen was reeds in hare kamer geweest, maar toen sliep zij; nu scheen zij zeer verheugd te zijn. haar weder te zienzij omhelsde en kuste haar, terwijl zij van blijdschap schreide, en drong er nu op aan, dadeljjk op te staan en naar be neden te gaan. Ha, zoo! dat zal mij goed doen. zeide Juf frouw Fortuna. ik zal er mogelijk door in slaap komen. Mijn tjjd! Ellen, wat brengt ge mij daar Is het dan geen kruizemunt? vroeg Ellen

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1916 | | pagina 1