Binnenland. en ingrijpen in het binnenlandsch econo misch leven noodzakelijk. Het scheepvaartverkeer in deNederland- sche havens bleef gering; de groote vracht vaart leverde bij voortduring gunstige uit komsten op, terwijl ook de toestand der kleine vaart eenige verbetering vertoonde. Ook de zeevisscherij gaf gunstige resultaten, doch ondervond in den laatsten tijd ernstige moeilijkheden, naar welker oplossing wordt gestreefd. De andere takken van visscherij gaven met enkele uitzonderingen ook betere uitkomsten. De maatregelen tot handhaving van de neutraliteit en tot tempering van de na- deelige gevolgen van de crisis voor de eco nomisch zwakkeren blijven bij voortduring zeer hooge eischen aan de schatkist stellen. Voorshands zal kunnen worden afgewacht in hoeverre de opbrengst der bereids tot stand gekomen buitengewone belastingen in de daardoor ontstane behoeften voorziet. Een wetsontwerp tot nadere regeling en versterking der inkomsten van het Leening- fonds 1914 zal U worden aangeboden. Do voorstellen tot versterking der middelen ten einde, afgezien van de uitgaven in ver band met den buitengewonen toestand, het fiuancieele evenwicht te herstellen, zullen Uwe aandacht blijven vragen, evenals die tot verruiming van het belastinggebied der gemeenten en tot heffing van opcenten ten behoeve der gemeenten op de belasting der naamlooze vennootschappen. Ook in Nederlandsch-Indiê wordt veel on gemak ondervonden van de belemmeringen in het overzeesch verkeer als gevolg van den in Europa woedenden oorlog: de uit komsten van handel en scheepvaart in alle koloniën geven niettemin reden tottevreden- heid. In Suriname mocht zoowel het klein als het groot landbouwbedrijf op niet onbevre- digenden uitslag wijzen. De weldra verwachte voltooiing der haven verbetering op Curacao en de vesting op het eiland van groote werken tot opslag en bereiding van aardolievoortbrengselen, die aan honderden arbeid zullen verschaffen, rechtvaardigen de hoop op betere toekomst. Het stemt Mij tot erkentelijkheid dat op tal van paatsea in Nederlandsch-Indiê door ingezetenen van allerlei landaarden betoo gingen zijn gehouden om gehechtheid te betuigen aan het Nederlands gezag en be reidvaardigheid om daarvoor persoonlijke geldelijke offers te brengen. De Regeering zal niet nalaten harerzijds datgene te doen, wat gedaan kan worden tot versterking der levende strijdkrachten in Nederlandsch-Indiê, en, voor zoovei de uiterst bezwarende omstandigheden het ge- doogen. voortgaan met de uitbreiding der vloot en verdere toerusting tot krachtige verdediging ter zee. De te Tandjong Priok Soerabaja en Makas sar aangelegdo havenwerken zullen weldra in gebruik kunnen worden gesteld. Veel zal opnieuw van Uwe toewijding worden gevraagd. Belangrijke wetsontwerpen zullen ook in dit zittingjaar Uwe aandacht vorderen. Ik verklaar, met de bede dat God ons ook in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan, de gewone zitting der Staten Generaal geopend. HARE MAJESTEIT DE KONINGIN, ver gezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklen burg, en voorafgegaan door de commissie verlaat de vergaderzaal. De VOORZITTER sluit nadat de commis sie in de zaal is teruggekeerd, de vereenigde vergadering. NEDERLANDSCHE ANTI-OORLOG RAAD. De Amorikaansche Vredesvereeniging. Verschenen is het 88ste Verslag van de Amerikaansche Vredesvereeniging. Het pro gramma van deze Vereeniging luidt nog steeds gelijk de oprichter William Ladd dit in 1828 opstelde: „Een volkerencongres en wees zoo goed en neem deze van mij terug, dan zal ik zeer bljj zijn. Welnu komaan! zei de oude heer, wat beduidt dat alles? Wat scheelt er aan? Hebt gjj het niet gaarne? Ik dacht, dat ik u juist datgene gaf, wat u het meeste genoegen zou doen. Ik ben er zeer bedroefd om, dat gij dit denkt, Mijnheer, zeide Ellen, die een weinig moed begon te scheppen, inaar moeite had hare tranen te bedwingen; het kwam mjj nooit in de gedachten, dat ge mjj iets geven zoudt, Mijn heer, totdat iemand ervan sprak; en ik zou veel liever noojt iets ter wereld gehad hebben dan dat ge denken zoudt, wat ge nu van mjj denkt. Wat denk ik dan van u? George vertelde mjj, Mijnheer, dat iemand u gezegd heeft, dat ik geld voor een geschenk verlangde. En hebt ge dat niet gezegd? Neen waarljjk niet, Mijnheer! zeide Ellen met vuur. Zoo iets is mij nooit in de gedachte gekomen, Wat zeidet gjj dan? Mnrgaretha liet ons haar oorringen zien, en zjj vroeg mjj, of ik ook niet zulke zou willen hebben; en toen dacht ik, dat ik veel liever het geld zou willen hebben, dat zjj gekost hadden, om iets voor Alice te koopen; en juist, toen ik dit zeide, kwaamt gij binnen, en toen zeide zjj het u Ik was zeer beschaamd. Ik dacht volstrekt niet aan u of aan Nieuwjaar. Mjjnheer. Ge zoudt dus veel liever ietsanders willen hebben dan geld? een volkerenrechtbank, die wel ieder afzon derlijk zouden kunnen bestaan, maar die veel meer tot het welzijn van de mensch- heid zouden kunnen bijdragen, wanneer zü in één plan, ofschoon niet in één lichaam werden vereenigd. Dit Volkerencongres moet niets te maken hebben met de binnenlandsche aangelegen heden van ieder volk, of met opstanden of revolutie'» of inet tegen elkaar strijdende volkspartijen of vorsten of met regeerings- vormen, maar zal zich uitsluitend moeten bezighouden met den omgang der volkeren onderling in tijd van vrede en van oorlog". Na eerst een overzicht te hebben gegeven van den oorlogstoestand, wordt uitvoerig verslag gedaan omtrent het werk der orga nisatie in het afgeloopen jaar tot 1 Mei 1916. Het Orgaan „The Advocate of Peace" kon wederom eenige uitbreiding ondergaan. Senator Theodore E.Burton werd als Voorzit ter vervangen door Dr. George W. Kirchwey. Op 13 Maart werd het Programma aan geboden aan de Commissie over Marineaan gelegenheden uit 't Huis vanAfgevaardigden. Dank zij een financieele ondersteuning van het Carnegie Endowment is de Veree niging in de gelegenheid de studie van Wil liam Ladd oorspronkelijk verschenen in 1840 te doen herdrukken, welke uitgave zal voorzien worden van een voorwoord van Dr. James Brown Scott. Onder het hoofd „bemoedigende feiten" zijn de volgende korte mededeelingensamen gevat„Nooit tevoren inde geschiedenis is er zooveel aandacht besteed aan de bespre king van den wereldvrede. Dit land (Ver eenigde Staten van Amerika) is eensgezind voor den internationalen vrede. Onze Re geering heeft in de moeilijkste omstandig heden zich er mede tevreden gesteld om zijn positie in iedere instantie te doen steu nen op de wet en het recht. De Vereenigde Staten zjjn niet in oorlog. Alle thans in oorlog verkeerende landen hebben officieel herhaalde malen nadruk kelijk betoogd, dat hun oorlogsdoel is een duurzamen internationalen vrede te vesti gen. De Wilson-Bryan tractaten, die het on derzoek van geschillen regelen alvorens men z\jn toevlucht neemt tot oorlog zijn getee- kend door 30 van de mogendheden over de gelieele wereld. Deze verdragen zijn door uitwisseling van de ratificatie en afkondiging door den Presidentthans van kracht tusschen dit land en 18 andere volkeren, waaronder Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië". Het Jaarverslag eindigt met een wensch van den secretaris Arthur D. Call, dat een speciale commissie benoemd moge worden voor het onderstaande, met een verwijzing naar de instelling van het Roode K-iuis, in 1864 te Genève totstandgekomen dooreen internationale staten-overeenkomst ter ver zachting van de ellende welke aan oorlog onafscheidelijk verbenden is, wordt betoogd, hoe de vredesbeweging werkt ter voorko ming van den oorlog en hoe dus, waar men tegenwoordig steeds preventief tracht te werken, het in de eerste plaats een zaak der Regeering is, de vredesbeweging te steunen en hoe daartoe door een wettelijke regeling de American Peace Society zou moeten worden gemaakt tot een staatsinstelling. Tenslotte verdient nog vermelding een als motto geplaatst citaat van Abbé de Saint Pierre uit 1786, dat niet alleen nog steeds van loepassiDg is, maar ook nog steeds door de tegenwoordige vredesbeweging moet worden verkondigd. Wjj kunnen niet bewe ren, dat de vorsten van Europa inderdaad ons plan zullen aanvaarden, maar wel kun nen wjj veilig zeggen, dat zjj het zouden doen, indien zjj slechts hun eigen belang kendenwant het moet in het oog worden gehouden, dat wjj niet van de veronderstel ling zyn uitgegaan, als zouden de menschen zijn zooals zij behoorden te zijn, goed, edel moedig en onbaatzuchtig en met gevoel voor de gemeenschap uit menschelijkheidsover- wegingenmaar integendeel zooals zjj in werkelijkheid zijn De eenige veronderstel- Neen, Mynheer I volstrekt niets, als het u belieft. Als ge slechts de goedheid hebben wilt mij dit niet te geven, dan zal ik u inderdaad zeer verplicht zjjn; en denk toch niet, dat ik zoo onbeschaamd kon zjjn, als ge dacht. Ellens gelaat was was niet te wederstaan. De oude heer nam de banknoot van haar aan. Maar ge moet niet denken, dat ik van zins ben, er u zoo gemakkelijk te laten afkomen, zeide hjj; ge moet mjj ten minste een half dozjjn kussen geven, ten bewijze, dat ge het mij ver geven hebt, dat ik zulk een grooten misslag begaan heb. Een half dozjjn is wat veel opeens, zeide Ellen vrooljjk; drie nu, en drie vanavond. Nu gaf zij den ouden heer drie kussen, maar hjj nam haar in zjjne armen en gaf er haar ten minste een dozjjn; daarop bemerkte hij, dat de knecht naast hem stond met een kopje koffie, cn Ellen keerde, met goeden eetlust voor haar ontbijt, naar hare plaats terug. Na het ontbjjt werden de beide naaldenboekjes overhandigd. Zij verschaften het grootste ge noegen. Mevrouw Chauncey verzekerde haar dochtertje, dat zjj wel zoo lief eene gele als eene roode roos op den omslag had, en dat het op schrift haar bjjzonder beviel; het kleino meisje vertelde haar, dat zij en Ellen het verzonnen hadden. Ellens zak gaf ook grooto blijdschap cn werd door het ganschc huis in static rondge dragen. Nadat de drukte van het bedanken en juichen cindeljjk over was en Ellen een oogcnblikjc voor ling waarvan wij uitgaan, is deze, dat de menschen in het algemeen gezond verstand hebben, om te weten wat voordeelig voor hen is en krachtig genoeg zjjn om de mid delen tot hun eigen welzijn ter hand te nemen". De ineeniug van Eugelscho staatslieden over een officieele conferentie vuu ouzjjdi gen in het belang van den vrede. Baron Adelsward, de Zweedsche oud-mi- nister en Bestuurslid der „Centrale Organi satie voor een'Duurzamen Vrede" heeft aan het Stockholmsche dagblad „Dagens Nyne- ter zijn indrukken medegedeeld betreffende een de vorige maand ondernomen reis naar Engeland. Baron Adelsward heeft daar ge sproken met leden van de Regeering, par lementsleden, met leiders van groote poli tieke bladen, zakenmannen en andere perso nen die belang stellen in de politiek, en met hen o.a. behandeld het denkbeeld, door de Zweedsch6 Tweede Kamer, de Stockholmer Neutralen Conferentie en den „Nederland- sche Anti-Oorlog Raad" bepleit, dat er een Conferentie zal tot stand komen van offi- cieele vertegenwoordigers van de onzijdige staten: Amerika, Denemarken, Nederland. Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland. Vrjjwel allen, met wie Baron Adelsward in Engeland gesproken heeft Symepathiseer- den met deze gedachten. Men verklaarde niet te begrijpen, dat erin de onzjjdige landen geen man te vinden is meteen verreikende staatsmansblik, die zjjn kracht wist te ge bruiken om dit plan door te voeren. Die Conferentie zou niet tot onmiddelyke opgave moeten hebben gezamenlijk bemiddeling aan te bieden, dit zou nu nog verloren moeite zjjn en zou meer kwaad dan goed doen. De Conferencie zou voorloopig de vraag moeten overwegen, het best de belangen der onzijdigen te beschermen zjjn bjj het toekomstig sluiten van den yrede, waarbjj de neutrale staten waarschjjnljjk in verschil lende opzichten even gewichtige belangen hebben als de oorlogvoerenden, en moeten beraadslagen over die vredesvoorwaarden van algemeenen aard, die noodzakelijk be handeld worden bjj het sluiten van een vrede, wil men een duurzamen vrede tot stand brengen. Zulk een arbeid geschiedt reeds langer dan een jaar dank zij parti culier initiatief, maar een officieele Confe rentie zou zeker van groote beteekeniszjjn voor de toekomst. Het tot stand komen van zulk een Conferentie zou toch een weldadigen invloed hebben. Behalve dat zou zij reeds van het begin af kunnen op treden als een tusschenpersoon voor het bespreken van bepaalde vraagstukken tus schen de oorlogvoerenden en tot het opheffen van misverstand betreffende de werkeljjke beteekenis van de besprekingen die aan beide zijden voorkomen en zy zou tenslotte een volkomen geheel uitmaken, gereed, om wanneer het oogenblik vroeger of later aanbreekt, dadeljjk den eersten bemiddelings- arbeid te ondernemen. Zoowel minister Asquith als Lord Grey hebben verklaard, dat van Engelsch stand punt uit het einddoel is het verwezenlijken van een organisatie tusschen de staten, waardoor internationale geschillen op vreed- zamen weg opgelost zullen kunnen worden en oorlog zoo mogelijk zal kunnen worden voorkomen. "Wat Afrika betreft heeft Presi dent Wilson zijn instemming met deze ge dachten reeds uitgesproken. Deze zelfde gedachte ligt, dit bracht Baron Adelsward in herinnering, ook ten grondslag aan het eerste reeds in het begin 1915 genomen initiatief van den N. A. O. R. dat nu uitge werkt wordt door de „Centrale Organisatie voor een duurzamen Vrede" met medewer king van personen uit de meest beschaafde staten. Deze „Centrale Organisatie" denkt zulk een organisatie tot stand te doen komen door ontwikkeling van het tot nu toe uiterst onvolkomen Haagsche werk. Baron A_dels ward's indruk was, dat in invloedrijke Engelsche kringen de overtuiging leeft, dat de gevolgen van den oorlog in verschillende opzichten zoodanig zullen zjjn dat zy de zich zelve had, hetgeen Ellen Chauncey haar niet gemakkelijk toestond, dacht zjj aan hare bloemen, een liefelijk geschenk, dat zij nog te geven had. Waarom zou zij het ook nu niet geven? Waarom zou Alice er niet den ganschen dag genot van hebben? Een heerljjke inval! Ellen snelde aanstonds naar de katner van de huishoudster, en nadat zjj een blik van bewon dering op haar schat geslagen had, bracht zjj ze met glas en al naar de bibliotheek, waar Alice en Jau 's morgens dikwijls alleen waren. Alice bedankte haar op eeue wjjze, zooals zjj dit zoo gaarne had; daarop werden de bloemen nogmaals geroken en bewonderd. Niets had mjj aangenamer kunnen zjjn, Ellen uitgenomen het geschenk van Mjjnheer Marshman. En wat was dat, Alice? ik heb het nog niet gezien. Alice haalde een klein, rond marokijnen doosje uit haar zak, hetzelfde ding, dat Ellen voor een stuk pudding onder haar servet had aangezien en opende het. Dat is Mjjnheer Janl riep Ellen uit, O, hoe mooi! Alice cn haar broeder konden zich niet van lachen onthouden. liet is zeer mooi, Ellen, zeide Alice; Ge hebt volkomen geljjk. Nu weet ik, waarom Jan dageljjks naar Randolph moest gaan en er zich zoo lang ophield, terwjjl ik zoo onuitsprekelijk naar hein verlangde. Goede, goede Mjjuheer Marshman uitvoeiing van een zoodanig zullen verge makkelijken. Zooals bekend, was Baron Adelsward voorzitter der Conferentie te Stockholm van de drie Scandinavische groepen der Interparlementaire Unie, waar eveneens de wensch werd uttgesproken dat een Confe rentie van officieele vertegenwoordigers der onzjjdige regeeringen met bovenbespro ken doel zou tot stand komen. Uit een door den heer Lochner, algemeen Secretaris der (niet officieele) Neutralen Conferentie ontvangen telegram uit Stockholm is thans gebleken, dat het bijeenroepen van een zoo danige officieele Neutralen Conferentie een uitdrukkelijk onderwerp van bespreking zal uitmaken van de dezer dagen te Chris- tiania plaats vindende Conferentie der Scan dinavische Ministers. Aanvaring. MEPPEL, 19 Sept. Bjj 't verlaten van de Meppelersluis kwam 't vaartuig van schipper Sloter uit Hoogeveen, heden in aanvaring met de brug, waardoor het verkeer totaal werd stopgezet. In allerijl moest een nood brug worden gelegd. Gestikt. 's-GRAVENHAGE, 19 Sept. Dinsdagna middag was een werkman aan de rubber fabriek Vredesteiu te Loosduinen werkzaam bjj een ketel, gevuld met benzol. Waar schijnlijk door het inademen der gassen zakte hy plotseling in elkaar. Het personeel der fabriek paste terstond de kunstmatige ademhaling toe, terwijl dokter Boekelman werd ontboden. Toen deze kwam, sloeg de pols nog zeer flauw, maar spoedig stond die stil en was de jonge man, die in Den Haag thuis hoort, overleden. In de val geloopen. ZAANDAM, 20 Sept. Door de Zaandam- sche politie werd hedennacht een onbekende aangehouden, op grond, dat hjj zonder licht een fiets bereed. Het feit, dat hij ook nog een pak medevoerde, gaf de politie aanlei ding voor een nader onderzoek. Hieruit bleek, dat de fiets zoowel als het pak, waarin zich allerlei kleedingstukken bevonden, door middel van braak waren ontvreemd ten nadeele van den heer C. Brouwer te Zaandjjk. De onbekende bleek een 22-jarige Amster dammer te zjjn. 'b-GRAVENHAGE, 20 Sept. Hedennamid- dag omstreeks kwartier over twaalven wilde aan de Van Boetselaarlaan nabjj de Willem de Zwijgerlaan alhier een man op de van Scheveningen komenden Holl. Spoorstoom- tram springen, terwjjl deze reeds in bewe ging was. Hjj kwam te vallen en geraakte onder de stroomtram. De ongelukkige was terstond dood. Zjjn leeftjjd was niet vast testellen. ROTTERDAM, 20 Sept. Een 10-jarige jongen W. J. V., uit de Touwslagerstraat, wilde op den Oostzeedjjk op een wagen van ljjn 1 springen. Hjj had het ongeluk uit te glijden, tengevolge waarvan een der wielen over hem heen is gereden. Hjj was onmid dellijk dood. SCHIEDAM, 20 September. Hedenavond rnim 6 uur brak een uitslaande brand in een pand van de firma H. Jansen aan de Nieuwehaven, nabjj de Vlaardingerpoort,dat tot bergplaats van stroohulzen, enz. was ingericht uit. De brand nam al spoedig zoo in hevigheid toe, dat, hoewel de brandweer dadeljjk met kracht het vuur bestreed, het pand binnen een uur in puin lag. Een be lendend pakhuis van dezelfde firma kon door de brandweer niet worden behouden. De oorzaak meent men te moeten zoeken in het vallen van vonken uit een locomotief, welke in de nabijheid wordt gebezigd voor terreinophooging. Heeft Mjjnheer Jan niets gekregen? Vraag het hem maar eens, Ellen. Hebt gij niets gekregen, Mijnheer Jan? vroeg Ellen. Ik heb dit gekregen, zeide Jan, terwjjl hjj haar een boekje overgaf, dat naast hem lag, Wat is dat? Wimes leven van Washington. Washington? hjj was.... mag ik het eens inzien? Zeker. Zjj opende het boek en ging dadeljjk op den grond naast de sofa zitten. Wat zjj ook in de bladeren van het boek gevonden mocht hebben, zich zelve had zjj gewis verloren. Aldus verliep er een uur. Ellen had niet gesproken noch zich verroerd, dan alleen om de bladen om te slaan. Ellen, zeide Jan. Zjj keek op met hoog gekleurde wangen. Wat hebt ge er in gevonden zeide hjj glimlachende. O, zeer veel I Maar heeft Mjjnheer Marshman u dit gegeven? Neen. O,zeide Ellen, eenigszins verlegen, ik dacht, dal ge zeidet, dat ge het vanmorgen gekregen hadt. Neen, ik heb het gisteravond gekregen. Ik heb het voor u gekregen. Ellen. Voor mjj? zeide Ellen, terwjjl zjj nog ster ker bloosde; kreegt ge het voor mjj? O, ik dank u! ik ben u ten hoogste verplicht, Mjjnheer Janl (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1916 | | pagina 2