99
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
uk-,
brick.
voor Overflakkee en Goedereede
aent
ïkkerij
No. 36
ojyk
kad.
;root
id. P.
i.
lotel
eden
D en
langa
plaat
Noy.
leden
den
?aard
Nos.
leden
r den
vaard
s. 159
oeden
aven-
r Mid-
n 888.
'ooin-
ienen-
r Mid-
RFen
iddel-
PAK-
Sectie
ler by
teweg
N PER
2 uur,
.RWE
polder
3 uur,
Doel,
biljet
uur, te
?roost,
uur, te
>uw de
JF en
erweg,
97 een-
fpacht
n Heer
lieuwe
ut van
.AVER
racbts-
ds 7 uur,
INZET
lidzyde
en ver
en een
ke vaa
luiden.
is 7 uur,
AFSLAG
lidzyde
en ver
en een
ke van
nuiden.
Iers.
OR
KOEK.
icht bij
laren en
een
Lande-
drainee-
<en.
EKBUI-
kragen.
tommei.
1
8,
RKEN
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
VGBAVEKUiGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te MlddeUiarnls.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis.
Oöiciëele Mededeelingen.
MILITIE.
Voorkeur omtrent de Inlijving.
Do BURGEMEESTER van Middelharnis
maakt bekend, dat de militieplichtigen der
lichting 1917 hun wenschen met betrekking
tot de inlijving alsnog vóór 1 Augustus e k
kunnen kenbaar maken by den Burgemeester
der gemeente, waar zy voor de militie zijn
ingeschreven.
Middelharnis, 15 Juli 1916.
De Burgemeester voornoemd
ULBO J. MIJS.
Schietoefeningen van het fort aan den
Hoek van Holland.
Schietoefeningen met kanonnen van 15
en 6 c.M. zullen op 19 Juli a.s. en zoo noo-
dig op volgende dagen van het fort aan den
Hoek van Holland worden gehouden.
Onveilig is de sector, beschreven met een
straal van 9000 M. van N213°0 tot N282°0.
van af het fort. De grenzen van dezen sec
tor zullen door roode vlaggen worden aan
gegeven. Uitvarende schepen moeten, om
buiten den onveiligen sector te blijven, over
een afstand van ten minste 8i/t zm. buiten
de hoofden NWtW. of N.lyker koersen.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal
van bet fort een roode vlag waaien, die
drie uur vóór het begin der oefening half
stok en één uur vóór de oefening geheel
voorgeheschen wordt.
(Zie Ned. krt. Nos. 218, 219, 202.)
LANDWEER.
Overgang van de Militie naar de Landweer.
De BURGEMEESTER der gemeente MIDDEL
HARNIS brengt ter kennis van belanghebbenden
hetgeen volgt
1. Op 1 Augustus a.s. gaan naar de landweer over
de dienstplichtingen der militie, behoorende tot de
infanteriede wielrijders hieronder begrepen
de vestiDg-artillerie, de pontonniers, de genietroepen,
de hospitaalsoldaten en de administratietroepen,
van de militielichting 1908, wier diensttijd bij de
militie werd verlengd tot 31 Juli 1916, zoomede de
dienstplichtigen der militie, behoorende tot genoemde
wapens en dienstvakken, van de militielichting 1909
en andere militieplichtigen, die ook in normale tijds
omstandigheden eerst op 1 Augustus 1916 naar de
landweer zouden overgaan.
De militieplichtigen, werkzaam bij den Motordienst,
worden, voor wat betreft den overgang naar de land
weer, beschouwd als nog tot hun vroeger korps te
behooren en slechts bij den Motordienst te zijn ge
detacheerd. Indien er zich onder hen personen be
vinden die vóór of op 31 Juli 1916 den voor hen in
normale tijdsomstandigheden geldenden militiedienst
tijd zouden hebben volbracht, gaan dezen derhalve
naar de landweer over, zoo de overige militieplich
tigen hunner lichting en van het wapen, waartoe zij
in verband met het bovenvermelde moeten geacht
worden nog te behooren, naar de landweer overgaan.
Van den overgang naar de landweer op 1 Augus
tus a.s. zijn uitgezonderd zij, die op 31 Juli a.s. in
het genot zijn van ontheffing van den werkelijken
dienst, om het even om welke reden de ontheffing
werd verleend.
2. De door dienstplichtigen vroeger genoten ont
heffing of vrijstelling van den militiedienst rekent
mede als diensttijd en brengt alzoo geen vertraging
in den overgang naar de landweer.
3. Bij het berekenen van den onder punt 1 ver
melden diensttijd wordt niet medegerekend
a. de tijd, doorgebracht met uitstel van eerste-
oefenlng
b. de tyd, gedurende welken de dienstplichtige
wegens veroordeeling tot militaire gevangenis
straf of tot gevangenisstraf, tot hechtenis of tot
militaire detentie opgesloten is geweest of ge
durende welken hij preventief opgesloten is
geweest, zoomede de tijd, door den dienstplich
tige doorgebracht in de klasse van militairen,
die aan een gestrengere krijgstucht zijn onder
worpen;
c. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige
tengevolge van zijn afvoering als deserteur niet
in de sterkte van een korps der landmacht was
begrepen
d. de tijd, voor welken .den dienstplichtige het
recht werd ontzegd om bij de gewapende macht
of als militair geëmployeerde te dienen, of voor
welken hij van dat recht werd ontzet, voor
zoover hij daarvan geen gratie heeft verkregen.
4. Heeft de dienstplichtige zich schuldig gemaakt
of maakt hij zich schuldig aan eenig verzuim
of eenige overtreding ten aanzien van de Mili-
tiewet en heelt hij de aan het verzuim of de
overtreding verbonden gevolgen op 1 Augustus
a.s. nog niet ondergaan, dan wordt, totdat dit
zal hebben plaats gehad, zijn overgang naar de
landweer geschorst.
5. De militieplichtige groot-verlofgangers, die op
1 Augustus a.s. overgaan naar de* landweer en in
hun woonplaats binnen het Rijk verblijf houden,
moeten zich in genoemde maand in persoon aan
melden bij den Burgemeester hunner woonplaats ter
secretarie der gemeente en bij deze aanmelding in
leveren hun zakboekje met daarin gehechten verlof
pas. Ten aanzien van den verlofganger, die" bij zijn
overgang naar de landweer niet gevestigd is of zich
niet vestigd in eene Nederlandsche gemeente, moet
onder woonplaats verstaan worden de Nederlandsche
gemeente, welke hij als zijn woonplaats wenscht
beschouwd te zien, mits hij binnen dertig dagen na
den dag, waarop hij in de positie van verlofganger
der landweer is overgegaan, den wensch daartoe te
kennen geeft aan den Burgemeester van de daarbij
betrokken gemeente. Doet bedoelde verlofganger
deze kennisgeving niet of niet binnen den bedoelden
teimyn van dertig dagen, dan is te zijnen aanzien
onder woonplaats te verstaan de gemeente, waar hij
laatstelijk stond ingeschreven in het. verlofgangers-
register van de landweer, c q. van de militie, dan
wel, indien hij te voren nog niet in bedoeld register
stond ingeschreven, de gemeente, voor welke hij bij
de militie werd ingelijfd.
6. De militieplichtige groot-verlofgangers, die naar
de landweer overgaan en in de in punt 5 genoemde
maand verblijf houden buiten hun in- dat punt be
doelde woonplaats, behoeven zich niet in persoon
aan te melden, doch zijn alsdan verplicht hun zak-
FEUILLETON.
DE WIJDE, WIJDE WERELD
DOOR
ELIZABETH WETHERELL.
Oe.nthorlseerrte orerdrnk »»n hot, gelijknamig boek, rer
echenen bij do Firma I)_ ROM.F, te Rotterdam.
50)
Nu was er een algemeene stilstand. Het war
me en vermoeide gezelschap had zich rondom
in de kamer neergezet, hjjgende en met de zak
doeken waaiende, en men sprak in afgebroken
volzinnen, blijde, dat men van het lachen kon
uitrusten. Juffrouw Fortuna zat. dicht bij Ellen
VÜl.. rt haar kwam en haar zachtjes
lonV" rl# ?con Mjd °m de eieren te klop-
Frnb b,'„ ,"w Fortuna schudde van neen en
trok haar daarop dicht naar zich toe, om haar
kamer uit sneldl6 n"isteren- waar°P Nancy de
FllënKan 0°u> 'ets Toor U d°en> tante?zeide
f", ,en beschroomd, dat het wel
«enwiendelyk antwoord verdiend had.
Hel a'iz j6 'an'e, ft" kunt naar bed gaan;
voetje jneer dan tyd. En, terwijl zij opstond,
van b.i7'". er bi) iGal met eene kleine beweging
het in^i i rJ'ii acheen 'e neggen: ik meen
twijfel K i Ir9 ,,rt klopte, - zij stond in
Zy had Van Brund slechts één woord
boekje met daarin gehechten verlofpas bij aange-
teekenden brief waarin hun adres duidelijk en
volledig moet worden vermeld toe te zenden aan
den Burgemeester dier woonplaats.
7. Zij, die op 1 Augustus a.s. naar de l andweer
overgaan, zijn van dien datum af onderworpen
aan alle voorschiiften voor de landweer gegeven.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op dejnavol-
gende bepalingen der landweerwet:
Artikel 24 De verlofganger van de landweer meldt
zich, voorzien van zijn verlofpas, binnen dertig dagen
na den dag van zijn overgang naar de landweer of
na dien, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, in
persoon aan bij den burgemeester zijner woonplaats,
teneinde aldaar in het in artikel 26 bedoeld register
(d.i. het verlofgangersregister van de landweer) te
worden ingeschreven. Wat ten aanzien van een verlof
ganger, die niet gevestigd is of zich niet vestigt in
eene Nederlandsche gemeente, is te verstaan onder
woonplaats, wordt door Ons (de Koningin) bepaald
(zie punt 5 hierboven.)
De verlofganger van de landweer, die verblijf houdt
buiten zijne in het vorig lid bedoelde woonplaats,
kan ter vervulling van de verplichting, in dat lid
omschreven, binnen den daarin gestelden termijn zijn
verlofpas aan den burgemeester zijner woonplaats bij
aangeteekenden brief toezenden. De verlofpas wordt
hem door dien burgemeester bij aangeteekenden brief
teruggezonden.
Artikel 25. De verlofganger van de landweer, die
zich gaat vestigen in eene andere gemeente binnen
het Rijk dan die, waar hij in het in artikel 26 be
doeld register staat ingeschreven, geeft daarvan ken
nis aan den burgemeester van laatstbedoelde gemeente
uiterlijk den vijfden dag nadat hij de plaats, waar
hij gevestigd was, heeft verlaten.
Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij be
doelde kennisgeving heeft gedaan, meldt hij zich,
voorzien van zijn verlofpas, in persoon aan bij den
burgemeester der gemeente, waarin hij zich vestigt,
ten einde aldaar in bedoeld register te worden inge
schreven.
De buiten het Rijk gevestigde of zich met toestem
ming buiten het Rijk ophoudende verlofganger, die
zich vestigt of weder gaat verblijven in de gemeente
waar hij in bedoeld register staat ingeschreven, meldt
zich binnen dertig dagen na die vestiging of na dien
terugkeer in persoon aan bij den burgemeester dezer
gemeente.
Artikel 27. De verlofganger van de landweer mag
niet aangaan eene verbintenis tot uitoefening van de
buitenlandsche zeevaart of van de zeevisscherij bui
tenslands, noch zich achtereenvolgens langer dan ge
durende een jaar buitenslands ophouden, zonder toe
stemming van of vanwege Onzen Minister van Oorlog.
Bij de toestemming kan de verlofganger worden
vrijgesteld van opkomst onder de wapenen en van
het bijwonen van het jaarlijksch onderzoek.
Aan de toestemming kunnen zoodanige voorwaar
den worden verbonden als in het belang van den
dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28. De verlofganger van de landweer, die
artikel 24 of artikel 25 niet naleeft of in strijd han
delt met artikel 27, eerste lid, kan in werkelijken
dienst worden geroepen of gehouden voor den tijd
van ten hoogste eene maand. De duur van dezen
dienst wordt bepaald door ODzen Minister van Oor
log, die tevens bet korps van het leger aanwijst,
waarbij de werkelijke dienst moet worden vervuld.
Artikel 29. De verlofgangers van de landweer wor
den jaarlijks voor zooveel zij niet in den loop
van het jaar overeenkomstig artikel 11 onder de
wapenen zijn gekomen, eenmaal op den door Ons
te bepalen tijd door den districtscommandant of door
een door of vanwege Onzen Minister van Oorlog aan
te wijzen autoriteit onderzocht, tenzij Wij het raad
zaam mochten achten ,'dit onderzoek geheel'of ten
deele achterwege te laten.
Aan het onderzoek, in het vorig lid bedoeld, kan
naar regelen door Onzen Minister van Oorlog vast
gesteld, een oefening verbonden worden, zulks even
wel met dien verstande, dat de tijd voor onderzoek
en oefening, met inbegrip van de heen- en terugreis,
niet langer dan 12 uren in beslag neme.
Artikel 31. De verlofganger van de landweer ver
schijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en
voorzien
a. van de tot zijne voorgeschreven uitrusting ver
der behoorende kleeding- en uitrustingstukken
b. van de wapenen, het ledergoed, de reglementen
en de dienstvoorschriften, hem uitgereikt'.
c. van zijn zakboekje en van zijn verlorpas.
Hij i6 verplicht om in de gevallen en naar de
voorschriften door Onzen Minister van Oorlog vast
gesteld, voorwerpen, als in dit artikel bedoeld, in
ontvangst te nemen, dan wel deze in te leveren.
te zeggen, en zij zou niet behoeven te gaan
dat wist zij. Maar zij wist ook even zeker, dat
dat woord veel onaangenaamheid zou veroor
zaken. Zij keerde zich schielijk om en verliet
de kamer.
Ellen ging op den eersten trap den besten
zitten, want hare borst hygde naar adem, en
zij had lipsloten niet te schreien. Het lachen en
praten drong haar uit de kamer in het oor, en
daar naast haar stond het gereed gezette avond
maal; het viel haar eenige oogenblikken zwaar,
by haar besluit te blijven. Zij zuchtte nu en dan
diep. Door het bovenraam van de deur, waar
zy tegenover zat, stroomde het. heldere
maanlicht naar binnen; en toen Ellen kalmei-
werd, scheen het haar toe een vriendelijke bode
te zijn, door zyn Maker gezonden, om aan zijn
kiud te zeggen, dat zy op Hem moest vertrouwen.
En het waren nu tranen van blijdschap, die
de kleine Ellen afdroogde, toen zij de trap opging
want al scheen de maan ook nog zoo helder, zoo
was het evenwel te koud om daar lang te zitten.
Zjj had de klink van hare deur reeds in de
hand, toen hare grootmoeder uit de andere ka
mer riep, wie daar was.
Ik ben het, grootmoeder.
Is daar iemand? Kom binnenWie is het?"
Ik ben het, grootmoeder, zeide Ellen, naai
de deur gaande,
Kom binnen, myn lieve, zeide de oude
vrouw op een zachteren toon, wat is er toch te
doen? Wat beteekend dat alles? Wie is or be
neden
O N.B. In November.
Opgave van adres.
Den verlofgangers wordt in hun eigen belang
dringend aanbevolen, te zorgen dat hun nauwkeurig
adres steeds bij den Burgemeester der gemeente, waar
zij voor de landweer zijn ingeschreven, bekend is,
betzij zij binnenlands, hetzij zij buitenlands verblijf
houden. Aan hen namelijk, van wie het adres bij
den Burgemeester bekend is, wordt door diens zorg
een persoonlijke kennisgeving toegezonden van bij
openbare kennisgeving te hunnen aanzien gedane
oproeping onder de wapenen of in werkelijken dienst
voor oefeningen voor straf, tot het ondergaan van
het jaarlijksch onderzoek of tot het inleveren van
militaire goederen.
Zij, die familiebetrekkingen hebben, die in- het
buitenland verblijf houden en in de termen vallen
van overgang naar de Landweer, worden uitgenoo-
digd belanghebbenden te herinneren aan de bepaling
van artikel 24 bovengenoemd en hen in kennis te
stellen met hetgeen hierboven vermeld is onder
„Opgave van adres".
Middelharnis, 15 Juli 1916.
De Burgemeester voornoemd,
ULBO J. MIJS.
niet.
Het is een bij grootmoeder; anders
Een bij? Wie is er dan gestoken? Waar
is al dat leven om?
Het is niet zulk een bij, grootmoeder; weet
ge het niet? er is een gezelschap beneden van
menschen, die gekomen zyn om appelen te
schillen, en zij hebben in de zijkamer spelletjes
gespeeld, dat is alles.
Appelen schillen? Wat zegt ge? Is er dan
visite beneden?
Ja, grootmoeder, een groote partij.
Och, lieve tijdl zij de oude vrouw, ik moest
niet naar bed gegaan zyn! Waarom heeft For
tuna mij niet geroepen? Ik zal dadelyk opstaan.
Haal mij myn japon, die in de hangkast hangt,
Ellen, en help mij mijn goed aantrekken, Ik
zal dadelijk opstaan. Lieve tyd! wat denkt For
tuna toch wel?
Het maanlicht diende voortreffelijk tot kaars.
In haast, en niet zonder vreezen en heven van
Ellens zyde, kwam zy in de kleereu; Ellen hielp
haar de trap af, deed de deur voor haar open
en keerde daarop naar hare kamer terug.
Er waren eenige oogenblikken verloopen, en
Ellen zette juist hare nachtmuts op, gereed zich
gerust te slapen te leggen, toen Nancy haastig
binnentrad,
Ellen 1 kom spocdigl ge moet terstond be
neden komen.
Beneden 1 wel, ik sta juist gereed, om
naar bed te gaan.
Dat doet er niet toe, ge moet terstond
LIJST
van eenige groentensoorten en vroege aard
appelen met daarvoor aangenomen
maximumprijzen.
GROSSIERSPRIJZEN.
Bloemkool le soort 9 ct. p. stuk.
id. 2e soort 5
id. z.g. uitschot 2'/2
Bosjes peen le soort 4 bos v. 25.
2e sooit 3
(zware) ie soort 4 v. 18
2e soort 3
Doperwten le soort 14 K.G.
2e soort - 10
Tuinboonen4
Kropsla le soort 1 krop
2e soort s/e
Vroege aardap. (ronde) 6V2 K.G.
id. (muizen) (1) 51/2
komen. Van Brund zegt, dat hjj niet wil begin
nen te eten, voordat ge er zjjt.
Maar wil tante het wel hebben?
Ja, ik zeg het ut en hoe spoediger ge komt,
hoe liever zij het hebben zal. Zij zend mjj in
aller ijl naar u toe. Zij zegt, dat zij niet wist,
waar ge waart.
Zegt zij, dat zy niet wist, waar ik was!
Wel,- zij zeide my zelfbegon Ellen, maar
zy hield eensklaps op.
Ge begrypt natuurlijk wel, datik dat weet,
zeide Nancy. Maar hij weet het niet, en als ge
haar nu wilt plagen, dan moet ge het hem ver
tellen. Kom, maak u spoedig gereed, de maaltijd
is kostelijk.
Ellen miste het eerste gezicht van de tafel
want voordat zy binnenkwam, was we» reeds
met voorsnijden begonnen, Het gezelschap zat
rondom de tafel te eteu en te praten en zich
tè bedienen; en ham en brood en boter, kaas
en taartjes en (lensjes cn appeltaartjes en ver
schillende gebakjes, en glazen met wijn en cider
of appeldrank waren in ieders handen. Eén
schotel op het midden der tafel had van alle
den prys gewonnen; niemand kon gissen, en
menigeen vroeg, hoe. deze klaargemaakt was
maar Juffrouw Fortuna bewaarde daaromtrent
liet stilzwijgen en zag met genoegen hoe iedereen
naar den grooten schotel tastle, toldut hij bijna
ledig was. Van Brund die toen juist bemerkte
dat Ellen nog niets had, deed alles, wat er nog
overgebleven was, by elkander en gaf hel haar.
Het was zoet en koud, met veel boter er in.