Officiéél Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
ÜNBANK
esche
dsdrukkerij
[WEKKEN
£REN.
Woensdag 24 Mei 1916.
No. 28
Buitenland.
soorten behoorlijk,
iets lager,
anvoer van inelk-
mtlel waa redelijk
,'ere prijzen. Voor
ïogeen behoorlyk
De handel was
upgeloopen.
met behoorlijken
ug en de prijzen
der laatete weken,
en met gewonen
en prijzen bleven
laudel was behoor-
,N.
en. Prijzen waren:
dito blauwe f 0,
a f 0,— tot f 0,—,
bonte t' 5,40 tot
•t f 0,—. Flakkee-
Spuiache eigen-
ra t 0,— tot f 0,
leeuwache blauwe
industrie f 0,—
Jekleraehe bravo'a
0,.|Frieache
*vo'a f ,0 i f 0,
Joord-Brabantaehe
5,60
N. R. Ct.
kilo.
kilo.
per mud.
0 per 70 kilo.
4,25.
'5 per 70 kilo.
ilo.
en.
ivonds 7 uur, te
ee, AFSLAG; van
achter gelegen
eSommelsdyk,
ian den Achter-
1546 groot 03
lik by den heer
)ER SLUYS.
tand.
se j.m. 21 jaar en
llmnd. Mattheus
iel van Eek.
lis van der Groef
v. Koratiaan Kolle
cht, z. v. Leendert
t Hof. Elizabeth
Leentje van der
eune en Johanna
Adrianus Knops
31 j. en Geertje
n kind van het
van der Wekke
V. Bruggeman en
VLIET.
i. 25 j.en Jannetje
6 j. (van Amster-
!4 j.
OIMELSDIJK.
aan leden tegen
gelden op tegen
niet-leden. Voor-
ij ka aangevraagd
i van het Bestuur,
ngen en terugbe-
Maandagavond en
mr ten huize van
Sommelsdijk.
1180, Den Haag,
A3,
iERSTEN D0N-
maand in het
sulteeren zijn
ten en kunst-
1 tot 5 uur.
laruis,
zen.
richt bij deze hee-
andbouwers, dat
terpasinstrnment
einde landerijen
raineeren zuiver
eerbuizen met of
evering verzekert
ling gewenscht.
ewenschte inlich-
oinmehdijk.
I6de Jaargang.
i
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kaïner Staten-Genecaal,
's-GBAVENUtGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
G-roote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Op 47-jarigen leeftijd is verleden week
te 's-Gravenhage de heer H. Gh. Vegtel,
lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland en sinds 1902 lid van de Pro
vinciale Staten van Zuid-Holland voor
het kiesdistrict Middelharnis overleden.
De heer Vegtel was reeds eenige maan
den lijdende en men wist. dat hét uit
zicht op herstel vrijwel hopeloos was.
Zijn heengaan is voor de antirevolutio
naire partij een gevoelig verlies, want
onge wijfeld behoorde hij tot de knapste
mannen dier partij. Uitnemend redenaar
als hij was, wist ieder onzer, die het
debat met hem aanbond, dat hij een
geducht tegenstander tegenover zich
kreeg. Als debater was hij voor ieder
spreker een gevreesde tegenpartij. In de
vele debatten, die wij met hem hebben
gevoerd, bleef hij steeds de hoffelijke
tegenstander, die door zakelijke argumen
ten het debat op hoog peil wist te houden.
Had de antirevolutionaire partij hem
voor een district, waar zij kans had, in
de Kamer weten te brengen, dan zou
hij ongetwijfeld tot de vooraanstaanden
der partij van dr. Kuyper hebben be
hoord. Wie zich het bekende debat
Treub-Vegtel, te Gouda gehouden, her
innert, weet, dat met hem één der be
kwaamste antirevolutionairen, op te jeug
digen leeftijd helaas, is heengegaan.
In het college van Gedeputeerden van
Zuid-Holland behoorden speciaal de fi-
nantiëele aangelegenheden meer tot zijn
bemoeienis. Ook als raadslid van 's-Gra-
venhage toonde hij zich vaak finantiëele
specialiteit.
In de kracht des levens is hij aan zijn
werkkring ontrukt geworden. Bij het
waardeerend woord aan zijn nagedach
tenis gewijd zij hem tevens de hulde
gebracht, dat hij bij alle verschil van
politiek inzicht de goede eigenschappen
FEUILLETON
DE WIJDE, WIJDE WERELD
DOOR
ELIZABETH WETHERELL.
R..othoriseer'l, oTBrdrnk tan hot gelijknamig bock. TOr-
«chen.n bij <le Firma n BOLLE te Rotterdam.
Ik weet er niet veel van, jongejuffrouw.
Zij bracht de groote bruine hand. alvorenszjj
haar losliet, aan hare lippen. (lij ging heen,
zonder een woord te spreken. Maar toen hjj
vertrokken was, stond hij stil en beschouwde
een traan, dien zij op zjjne hand achtergelaten
had. En hjj keek er zoo lang naar, totdat, hem
ten laatste ook een traan ontviel, die zich met
den anderen vermengde.
HOOFDSTUK XXI.
Voetslappen van engelen.
Des anderen daags, het was omstreeks
vier uur in deil namiddag, deed zich een lichte
voetstap in het voorhuis hoorende groote deur
ging open, en Juffrouw Alice Humphreys trad
binnen. De kamer was geheel aan kant, en Juf
frouw Fortuna zat met hare moeder te werken.
van zijn tegenstander steeds wist te
waardeeren.
Hij ruste in vrede.
DE JONG.
Het Staatspensioen.
in.
De tegenstanders van de kostelooze
ouderdomsrente wrijven het Staatspen
sioen alle mogelijke ondeugden aan.
Politiek bederf zal, naar hun meening,
uit de toekenning der ouderdomsrente
voortvloeien. Men zal in de toekomst
tegen elkaar gaan optreden, hooger pen
sioenen beloven, enz. enz. Deze schrik
beelden zijn bij de laatste debatten in
de Kamer door den heer Aalberse naar
voren gebracht. Tegenover dergelijke
tegenstanders, die de overtuigde voor
standers zijn van een dwangverzekering
naai- Pruisisch model, waarvan de wet-
Talma niet anders dan een getrouwe
copie is, kan men niet beter doen dan de
ervaring vooropstellen, welke men in
Duitschland met de dwangverzekering
heeft opgedaan. Wij vinden voor Duitsch
land de volgende cijfers. Op 1000 ver
zekerden werden de volgende renten
toegekend
Aan invaliditeitsrenten
In Oost-Pruisen 51,3, in Berlijn 12,6,
gemiddeld in Duilschland 27,9.
Aan ouderdomsrenten
In Oost-Pruisen 58,1, in Berlijn 8,3,
gemiddeld in Duitschland 28,4.
Aan beide renten samen:
In Oost-Pruisen 109,4, in Berlijn 20,9,
gemiddeld in Duitschland 56,8.
In Oost-Pruisen werden dus vijfmaal
zooveel renten als in Berlijn en tweemaal
zooveel als het gemiddelde voor heel
Duitschland toegekend
Deze kwestie is in den Rijksdag reeds
voor eenige jaren uitvoerig behandeld.
In de debatten is toen herhaaldelijk
naar voren gebracht, dat de politiek een
woord had mede gesproken in de abnor
male verhouding van de toekenning van
renten in Oost-Pruisen en Berlijn. Het
doet wonderlijk aan, als men hij zulke
ervaring de heeren van de rechterzijde
hoort reppen van politiek bederi, dat
de eerste aan de tafel bezig met witte boonen
te doppen, de laatste aan den haard in haar ge
wonen arbeid, het breien, verdiept. Alice trad
Daderbij en vroeg de oude vrouw, hoe het met
haar ging.
O, heel goed, heel goedl antwoordde deze
met een vriendelijk, opgeruimd gelaat, dat haar
trouwens altijd eigen was; en ik ben blij, dat
ik u zie, mijne lieve. Ga zitten.
Alice nam een stoel, ofschoon ten volle ver
zekerd, dat de andere persoon in het vertrek niet
blijde was haar te zien.
En hoe maakt gjj het al zoo in deze we
reld. Juffrouw Fortuna?
Och! antwoordde deze droogjes, terwijl zij
een handvol gedopte boonen in eene pan wierp,
in deze wereld? 't Is me ook een wereld! Ik
althans ben haar soms hartelijk moede.
Wel, wat scheelt er dan aan? hernam
Alice vriendelijk. Is er dan wat gebeurd, dat u
verdriet aandoet?
Och neen. antwoordde Juffrouw Fortuna
een weinig ongeduldig, niemendalhet gaat nie
mand anders aan dan mij zelf. Zwoegen en sla
ven den ganschen dag, en wat is ten slotte van
dat alles het einde?
Niet veel goeds, antwoordde Alice ernstig,
als ons zwoegen geen verder doel beoogt dan rfezc
wereld. Als wjj van hier gaan, zullen wjj niels
meenemen. En naar mjjne meening is liet een
treurig iets, te werk.n alleen voor hetgeen wjj
niet behouden, noch zelfs lang genieten kunnen.
't Is inderdaad jammer, dat ge geen prc-
het gevolg zou kunnen zijn van de toe
kenning van f 2 ouderdomspensioen.
Een voornaam argument als men
ten minste nog van argumenten kan
spreken is bij de rechtsche heeren,
dat het gevoel van eigenwaarde der
pensioentrekkers zal worden verzwakt.
Zwakker argument is wel niet denkbaar.
Immers, hoe is thans de toestand? De
oude van dagen is aangewezen op de
verzorging door kinderen, die het mees
tentijds zelve niet hebben, op de hulp
van het diaconaal of gemeentelijk arm
bestuur. Is het in ernst vol te houden,
dat de oude van dagen zijn gevoel van
eigenwaarde versterkt gevoelt, doordat
hij van de liefdadigheid, in welken vorm
dan ook, athankelijk wordt gesteld? De
felle bestrijders van het Staatspensioen,
de heer Rutgers, een man, van wien
men het slechts betreuren kan, dat hij
zoo buitengewoon kleine politiek als zijn
ideaal voert in het Parlement, heeft in het
rapport, dat hij in 1912 uitbracht over
de werking der Engelsche Staatspensio-
neering, uitnemend aangetoond, hoe juist
de kostelooze ouderdomsrente het gevoel
van eigenwaarde der ouden van dagen
moet sterken.
Hij schrijft toch op blz. 78 van ge
noemd rapport
„Zijdelings voordeel van de pensioenen
wordt in vele gevallen genooten door de
kinderen van pensioentrekkers, die min
der dan vroeger genoodzaakt zijn om
hun ouders te onderhouden, of die nu
van hun ouders voor het hun verstrekte
onderhoud een tegemoetkoming ontvan
gen. Het mag gevi-aagd worden of die
steeds of ook in de meeste gevallen als
een ongunstig gevolg der Pensioenwet
is te beschouwen. De verlichting, die
aan kinderen, van pensioentrekkers voor
de pensionneering is ten deel gevallen,
wordt dan ook door velen niet als een
nadeel, maar als een voordeel beschouwd,
een voordeel, dat door de invoering van
het pensioen werd beoogd. Op zichzelf
behoeft die verlichting zeker niet te lei
den tot een verzwakking van den band
tusschen ouders en kinderen."
Geen wonder, dat een bekend sociaal
hervormer, de heer Barnet, als zijn
dikant geworden zijt, zeide Juffrouw Fortuna.
O neen, antwoordde Alice glimlachende,
daD zou in onze familie de markt overvoerd
worden. Mijn vader is predikant, en mjjn broeder
zal het ook worden, drie zou te veel zijn. Ge
moet zoo goed zijn, mij te laten preeken zonder
dat ik er toe geordend ben.
Nu, ik wenschte wel, dat het allemaal zulke
goede predikanten waren als gij zijn zoudt, Juf
frouw Alice, zeide Juffrouw Fortuna, hare harde
gelaatstrekken een weinig verzachtende.
Haar kwade luim was blijkbaar aan liet ver
dwijnen, maar het scheen toch, dat nog iets
onaangenaams haar gemoed verstoorde. Zjj fronste
de wenkbrauwen en zeide:
Ja, ja, wjj leven in eene ellendige wereld
ik althans walg er van. Iemand mag zich den
ganschen dag voor andere lieden uitsloven, en
wat krijgt by voor dank? Ik zeg het u,ik walg
er van.
Wel, Juffrouw Fortuna I Daar bobt ge bij
voorbeeld een klein schepseltje hierboven. Die
zal li toch wel den oprechtsten dank betoonen
voor al de vriendelijkheden, die ge haar bewijst
of ik moet het erg mis hebben.
Bjj deze woorden van Alice wierp Juffrouw
Fortuna liet hoofd achterwaarts, en de gedopte
hoonen in haar school uitschuddende, schoof zij
haar stoei met een ruk achteruit, om naar hot
vuur te gaan.
Ik merk al, dat ge haar opperbest kent,
Juffrouw Alicel Dank van haart Nu nog mooieri
Het eerste bewijs daarvan heb ik nog altijd te
meening uitspreekt, dat het Staatspensi
oen in Engeland het familieleven heeft
verhoogd. De kinderen kunnen thans
vaak de ouders bij zich houden, omdat
zij iets inbrengen in het gezin.
Terecht zeide op 15 October 1912 de
heer de Jong in de Kamer:
„Komt het juist niet vaak voor in
arbeiderskringen, waar de loonen zoo
vaak niet toereikend zijn om in de eerste
nooddruft te voorzien, dat het vaderhart
ot het moederhart met het geweten in
botsing komt, als het moederhart zegt,
dat men niels aan de kinderen kan ont
houden en het geweten zegt, dat men
verplicht is voor den ouden vader zorg
te dragen? Wordt daar geen conflict
geboren, omdat de zorg voor den ouden
dag van den vader niet gelegd mag
worden op de kinderen, die het zelf niet
hebben en beteekent het dan een ver
zwakking van den familieband, als men
in Engeland door het pensioen in staat
blijkt te zijn een kleine toelage te geven
aan het dikwijls ontoereikende loon?
Zal niet daardoor de eerbied voor de
ouders toenemen en den ouden van da
gen een meer onbezorgde en vreugde
volle oude dag worden verzekerd?"
Van verzwakking van bet gevoel van
eigenwaarde is dan ook noch in Engeland
noch in Denemarken iefts gebleken.
(Wórdt vervolgd.)
De voedselvoorziening van Polen-
Een vertegenwoordiger van Reuter heeft
een intervieuw gehad met lord Robert Cecil,
onderstaatssecretaris van Buitenlandsche
Zaken, die een lange verklaring aflegde over
hetgeen de geallieerden doen, om de ver
hongerde bevolking in de door de Duitschers
bezette landen te hulp te komen. Hij zeide,
dat de kwestie van steun verleening aan
vriendschappelijk gezinde volken, uiterst
moeilijk is. Onder gewone omstandigheden,
als een militaire mogendheid in den loop
van een oorlog een niet aan haar behoorend
grondgebied bezet, wordt zij verantwoorde
lijk voor het welzijn van de bevolking. Het
is derhalve ontegenzeggelijk de plicht van
de Duitschers, zorg te dragen voor de be
volking van België, Polen en Servië, maar
wachten, zoolang zij hier is, en wat heb ik al
niet voor haar gedaan! Ik bid maar: Verlos mij
van eens anders kinderen.
Dat is droevig, Juffrouw Fortuna, hernam
Alice, maar het is juist niet datgene, wat wij
doendat ons het hart van anderen doet winnen;
alles hangt af van de wijze, waarop wij het doen.
Ja, ja, gij hebt mooi praten, riep Juffrouw
Forluna uit. Dat kind is voor mij de plaag van
mijn leven. Ik weet wel, dat zij allerliefst tegen
u is. Dat is zij tegen iedereen behalve mij. Zij
denken allen dat zij een engeltje uit den hemel
is, en dat maakt mij stellig nog eens gek.
Zy heeft my toch zelf verteld, hernam
Alice, dat zy zich eens verkeerd gedragen heeft
en wel in dat geval met den brief van hare
moeder.
Ja, ja, ik wenschte wel, dat ge haar toen
eens gezien hadt.
Maar ik geloof toch, dat zy hare fout inge
zien en gevoeld heeft. Ileeft zy u toen niet om
vergeving gevraagd? Zy zeide ten minste dat zy
het doen zou.
Nu ja, antwoordde Juffrouw Fortuna droog
jes, maar 't was er ook naar!
Heeft zy haren brief nu al gekregen?
Neen, nog niet.
Iloe gaat het vandaag met haar?
O, zy is redelyk wel; zy zit op. Ga maar
eens naar haar toet
Dadelijk, hernam Alice; maar, Juffrouw
Fortuna, nu heb ik nog een vriendelijk verzoek
aan u. Wilt ge m\j een groot genoegen doen?