VI99
Officiéél Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
ioae jaargang.
Woensdag 3 Mei I9J6.
No. 25
Artikel 192.
DE WIJDE, WIJDE WERELD
Lijst van eenige der meest voorkomende artikelen
met daarvoor aangenomen maximumprijzen.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kauier Staten-Generaal,
'u-GHlVEMI %GE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Ad verten tie- Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
ui.
Wij hebben in ons tweede artikel er op
gewezen, dat bij gelijke betaling van
openbaar en bijzonder onderwijs de eisch
van gelijke eischen van deugdelijkheid
aan beide takken van onderwijs mogen
worden gesteld. De Staatscommissie heeft
er de voorkeur aan gegeven in het nieuwe
Grondwetsartikel 192 van gelijkwaardige
eischen te spreken. Wij begrijpen dat in
de keuze dezer woorden een concessie
aan bezwaren van rechts moet worden
gezien. Juist, omdat het rapport der
Staatscommissie de uitkomst is van een
getroffen vergelijk zullen wij er ons niet
tegen verzetten, doch alleen onder het
uitdrukkelijk voorbehoud, dat gelijkwaar
dig zal beteekenen, dat de te stellen
eischen van deugdelijkheid voor het bij
zonder onderwijs even zwaar zullen zijn
als voor het openbare. Of om het anders
te zeggennimmer zal kunnen worden
gedoogd, dat de eischen van deugdelijk
heid voor een openbare school te stellen,
veel hooger worden opgevoerd dan voor
een bijzondere school van dezelfde soort
in een zelfde gemeente.
Onoms ootelijk zal moeten vaststaan,
wat de Staatscommissie in de Memorie
van Toelichting op het door haar voor
gestelde ontwerp-Onderwijswet schrijft:
„Het bijzonder onderwijs, dat voor
deze geldelijke voorziening in aan
merking zal komen, moet aan even
hooge eischen van deugdelijkheid vol
doen als aan het openbaar onder
wijs worden gesteld.
Alleen dan is het verdedigbaar, dat
uit de openbare kassen op deze wijze
wordt geput en aan het bijzonder
onderwijs de gelegenheid wordt ge
schonken tot breedere ontwikkeling,
omdat dit deel van het Onderwijs
dan, zelfs voor een groot deel, het
peil der Volksontwikkeling mede be
paalt."
Het verslag der Staatscommissie
FEUILLETON
DOOR
ELIZABETH WETHERELL.
U.ButliOrlxi.-r-ii- overdruk ran het gelijknamig boek, rer
schenen hij de Firma D. BOOLE te Botterdam.
40)
Wat zou het geweest zijn? vroeg Ellen-
net was zeker een licht, ik zag het zoo dui
delijk als iets, wat kan er mee gebeurd zjjn?
daar is het weer! aan de andere zjjdel
Ahce wachtte niet langer, maar riep luidkeels
.Wie is daar?"
Het licht scheen echter geen acht op haar
geroep Ie slaan; het ging verder.
,.T '"eidaar! riep Alice weder, zoo hard als
zp kon.
Tantwoordde een ruwe, zware stem.
Het licht hield eensklaps stil.
Hjj is hel! Hij is het! riep Ellen in geest-
vervoering en bjjna dansende uit, ik weet het,
het is Van Brundl het is Van BrundI O,
Juffrouw Alice!
i""n '*'e ®erst niet wist, of zjj schreien of
•hen zou, kon zich niet ianger bedwingen,
maar begon eens goed Ie huilen. Alice gevoelde
„f„u!Ien?en3 aangedaan, doch zij bedwong zich,
oiscnnon hare oogen vochtig werden, terwjjlijj
is opgesteld met instemming van de ver
tegenwoordigers van alle partijen, be
halve den heer Tijdeman.
De katholieke, antirevolutionaire en
christelijk-historische leden der commis
sie hebben met hun handteek ning bo
venstaande uitspraak der Staatscommis
sie bekrachtigd.
Welnu, indien het vaststaat, dat het
geen wij hierboven citeerden uit het
rapport der Staatscommissie, door alle
parlijen in de Kamer zal worden aan
vaard, kan men zich hij de „gelijkwaar
dige" eischen van deugdelijkheid neer
leggen.
Artikel 192 vraagt wij wezen er
reeds op dat „overal in het Rijk van
Overheidswege de gelegenhei i wordt ge
geven tot het ontvangen van voldoend
openbaar algemeen vormend lager onder
wijs." De Staatscommissie is van meening
dat in de door haar uitgewerkte voorstel
len, „een krachtige waarborg ligt, dat het
openbaar onderwijs niet door lauwheid
of tegenzin van het gemeentebestuur
achtergesteld zal worden."
Waarom zoo mogen wij vragen
ontbreekt in de voorstellen een bepaling
dat de gemeente verplicht is een open
bare school te onderhouden, wanneer
voor een door de wet te bepalen aantal
kinder, n dit openbaar onderwijs wordt
gevraagd En zoo daartegen overwegende
bezwaren worden ingebracht, die de paci
ficatie in gevaar zouden kunnen brengen.
Waarom dan niet de redactie gevolgd,
door den heer Tijdeman in zijn Nota
aangegeven
„In elke gemeente des Rijks wordt
van Overheidswege voldoende open
baar lager onderwijs gegeven. Uit
zonderingen hierop kunnen, naar
regelen bij de wet te stellen, worden
toegelaten."
Velen, die geneigd zijn de finan-
tiëele gelijkstelling van openbaar en bij
zonder onderwijs te aanvaarden, zullen
er ongetwijfeld op aandringen, dat op
de door ons genoemde punten de be
staanszekerheid der openbare school
beter nader worde vastgesteld.
in stilte een hartelijk dankgebed opzond; zij
beantwoordde den roep zoo goed zij kon.
Zij zagen het licht op zich afkomen. Het scheen
nu flauw achter de haag en verlichtte een ge*
deelte van den donkeren, met sneeuw bedekten
weg, op welken zjj de gedaante van een man
zagen, die naar haar toe kwam. Hij stak den
weg over, waar zij stonden. Het was werkelijk
Van Brund.
Wat ben ik blij, dat ik u zie, Van Brund,
zeide Alice met eene vriendelijke stem, die noch
tans een weinig beefde.
Achl Van Brund! snikte Ellen.
Van Brund kon van verbazing geen woord
uitbrengen, hij hield zjjn lantaarn omhoog,'om
ze goed te zien en zjjne oogen te overtuigen,
dat zjjne ooren niet verkeerd gehoord hadden.
Juffrouw Alice! hoe is 't mogelijk!
en mijn arm klein schaap! hoe ter wereld
komt gjj hier, Juffrouw? ge moet, dunkt, mij,
half dood zjjn. Kom dezen weg op, wij moeten
een weinig teruggaan, waar wilt ge naar toe,
Juffrouw?
Naar uw huis, Van Brund; ik heb er met
niet weinig verlangen naar uitgezien, dat verze
ker ik u.
Er naar uitgezien! Wel, dat was immers
onmogelijk? Ge zoudt het grootsle huis, dat er
ooit gebouwd is geen halve roede ver hebben
kunnen zien, in zulk een verschikkeljjk weer,
als liet is.
Ik meende, dat ik het licht door de laincn
kon zien, Van Brund.
Een hartenkenner.
De anti-revolutionaire „Rotterdam
mer" is tot de ontdekking gekomen, dat
men in de Concentratie eigenlijk al heel
weinig met het Ouderdomsrente-ontwerp
op heeft, en doet daarvan den volke
kond met deze woorden: „Kon men vele
bezadigde Concentratie-vrienden eens in
het hart zien, dan zou men minimale
liefde voor het aanhangige ontwerp-
Ouderdomsrente ontdekken. Hadden wij
ons maar nooit dcnr de socialisten op
sleeptouw laten nemen, waren wij maar
nimmer den staatspensionneeringszwen-
del aangevangen die verzuchting moet
wel in. het diepst van veler gemoed op
rijzen."
Men vraagt zich af, als m n dit leest,
of Bos, De Meester of Tydeman eenige
uitlating hebben gedaan, die aan het
anti-revolutionaire blad recht of aanlei
ding gaf aldus te spreken, of dat eenig
gezaghebbend lid der Concentratie van
zijne matige ingenomenheid met het
wetsontwerp blijk heeit gegeven. En dan
is het antwoordEr is niets van dit alles
gebeurd, de uiting van „De Rotterdam
mer" ontleent haar recht aan een artikel
van den heer Eloutin „Het Handels
blad".
Dit is bedroevend van onwaarachtig
heid. Het anti-revolutionaire biad weet
net zoo goed als wij, dat de heerElout
niet behoort tot de Concentratie, even
min als tot eenige partij. Toch wordt
het voorgesteld of deze journalist spreekt
als man van de Concentratie of zou
kunnen spreken. Wat moet eene zaak
toch bitter zwak staan, als men tot zulke
middelen zijne toevlucht moet nemen
om die te verdedigen.
Ten slotte eene vraag aan „De Rot
terdammer", waarop wij hopen, dat het
antwoord niet zal uitblijven: Vindt gij
het oorbaar de vrijzinnige voorstanders
van staatspei sionneering steeds voor
zwendelaars uit Ie maken? Introduceert
gij daarmede niet eene strijdwijze die
gelukkig in ons land nog niet inheemsch
is? En is het niet op het punt van het
ridicule, juist de Staatspensionneering
te gebruiken om den politieken tegen
stander zoo grove bjleediging toe te
Het licht door de ramen! De storm bul
derde zoo geweldig tegen de ramen, dat moeder
niet ophield, of ik moest er de luiken voor doen.
Maar ik zal ze op zulk een stormachtigen avond
niet weer sluiten, daar kunt ge op aange waart
zeker nog niet ver genoeg, om het licht te kun
nen zien, eer ik de luiken sloot.
Zijn wij het huis dan al voorbijgeloopen
Ja, Juffrouw. Ge hebt zeker mijn licht ge
zien, niet waar?
Ja, en wij waren niet weinig blijde hel te zien.
Nu, dat geloof ik wel. Het is toch zonder
ling, dat het mij juist heden avond te binnen
schoot, dat ik mijn paard nog niet afgetuigd
hadhij is er hijzonder op gesteld des nachts
liet tuig kwjjt Ie zjjn, anders zou lijj niet goed
ku1 nen slapen: nu had moeder wei liever ge
zien, dat ik hem maar zoo had lalen slaan, om
dat het zoo geweldig stormde, maar ik zou niet
genist naar mijn bed hebben kunnen gaan, als
ik hem niet eerst verzorgd had. En zoo kwam
het dus, dat ik op zulk een onstuimigen avond
als deze mot de lantaarn naar de schuur ging.
Zjj hadden de kleine deur bereikt, die Van
Brund met moeite opendeed. De sneeuw lag dik
op den zindelijken steencn drempel, dien Ellen
den vorigen keer met natte voeten en druipende
kleedcren betreden had. Nog eenige schreden
verder, en zij stonden voor dezelfde deur, die
zich toen zoo gastvrij opende, om haar Ie ont
vangen. Zoodra liet flauwe schijnsel van dc lan
taarn op dn oude klink en de stijlen der deur
viel, gevoelde Ellen zich thuis; en de moed,die
voegen, waar in Engeland de geheele
Rechterzijde hare stem aan de wet van
Lloyd George gaf?
(Vaderlander).
(Deze prijzen hebben uitsluitend betrekking op de
gewone qualiteiten. De Luxe-sorteeringen,
waarvoor in gewone tijden reeds
veel hoogere prijzen worden
betaald, blijven bui
ten aanmerking.)
Groothandelprijzen.
Regeeringstarwemeel (bij ver
koop op meelkaart)p. 100 K°. 11,80
Tarwebloem (gebuild inlandsch) 100 19,25
Tarwemeel (ongehuild)100 16,50
Boter (bij verpakking in wit
fust van 50 K.G.) (Vper 1,45
Boter (hij verpakking in wit
fust van 25 K.G.) M1,46
Boter (bjj verpakking in Delftsch
ofLeidschfustvan20K.G.)(') 1,50
Boter (bij verpakking in Delftsch
ofLeidschfustvanlOK.G.K') 1,51
Volvette Goudsche en Edam
merkaas met Rijksmerk, sei
zoen 1915 p. 50 „54,00
Volvette Goudsche en Edam
merkaas, seizoen 1914 50 52,00
Kaas 40 (Edammer en
Goudsch model, seizoen 1915 50 „50,00
Volvette jonge Goudsche 'en
Edammerkaas met Rijks-
merk 50 40,00
Volvette jonge Goudsche en
Edammer kaas (l)50 ,38,00
Jonge kaas 40 (Edammer-
en Goudsch model) 0)50 „37,00
Jonge kaas 30 (Edammer-
en Goudsch model) O50 31,00
Jonge kaas 20 -f- (Edammer-
en Goudsch model) 50 „25,00
Jonge magere kaas (Edammer-
en Goudsch model) f1)50 „15,00
Nagelkaas (i)50 18,00
Rijst (Grofmiddel Bassein&/of
Rangoon) le handcondities 50 13,50
Rijst (Voorloop Bassein of
Rangoon) le handcondities 50 14,25
Rijst (Grof voorloop Bassein
of Rangoon) le handcondities 50 „14,75
Havermout100 26,50
Suiker (witte geraffineerde) 100 51,00
Margarine (8)
Peekoffie100 „31,00
Cichorei100 26,00
Raapolie
Zeep (zachte, groene of gele) (8)
haar ontzonken was, vervulde weder haar hart.
HOOFDSTUK XX.
Hoofdpijn en hartzeer.
Van Brund duwde de deur open, en de twee
natte en vermoeide reizigsters traden achter
hem dezelfde vrooljjke, gezellige keuken binnen,
die Ellen reeds vroeger ontvangen had. Evenals
toen was de vloer schoon geveegd, er lag een
goed vuur aan, en dezelfde ouderwetsche sloelen
met roode zittingen stonden nog rondom den
haard. Het scheen Ellen inderdaad een toe
vluchtsoord te z(jn; zelfs de muren keken haar
vriendelijk aan. Zjj zag dan ook geen ander ge
laat, daar al de sloelen ledig waren. Van Brund
plaatste Alice op den eenen sfoel en Ellen op
een anderen, en riep toen: „Moeder! Waar zjjt
ge?" half knorrig, omdat zijne moeder met het
licht weggegaan was. Zjj was echter niet ver
af; want een oogenblik daarna kwam vrouw
Van Brund met het licht in de hand haastig
binnen.
Wat is het. Bram? Wieisdat? Hoel
zjjt gij het Juffrouw Alice? Lieve tjjdi en dat
zoo nat! och, arm schaap! Wel, Juffrouw
Alice, waar zjjt ge toch geweest? En is dat niet
mjjno kleine Ellen? Och hemel! wat ziet ge er
uit I Nu, hoe het ook zjj, ik ben bigde, dat ik
u weder zie, mijn lieveling!
Terwjjl zjj dit zcide, liep zjj naar Ellen toe