Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD I Jaargang. Woensdag 22 Maart 1916. No. 19 DE WIJDE, WIJDE WERELD Binnenland. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, 's-GRAVENHtGE. Uitgave der Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer'0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Ad verf entie- Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De kansen der Ouderdomswet. De heer Kuyper heeft zich in de laatste weken aan het Nederlandsche volk in een nieuwe hoedanigheid doen kennen. De lezer weet wellicht, dat hij voor eeni- ge maanden als voorspeller is opgetreden. Uit de aardbevingen en den wereldoor log leidt hij al, dat het vergaan der wereld aanstaande is, bij het zilveren ju bileum van een jongelingsvereeniging heeft hij de verwachting uitgesproken, dat de wereldondergang er zal zijn, eer wij vijf-en-twintig jaar verder zijn. Dat we de eerste twee jaar nog geen gevaar loopen, blijkt wel hieruit, dat de heer Kuyper reeds dag en nacht in de weer is voor de voorbereiding van de Staten verkiezing in Juni 1916 en nu reeds peinst op een nieuwe Roomsch-Dordtsch- Ghristelijk-Historische overeenkomst, om in 1917 de Kamerverkiezingen te kunnen winnen. Van zijn voorspellingen gelooft hij zelf dus blijkbaar nog niet zoo erg veel. Voor een veertien dagen is de heer Kuyper in een nieuwe rol verschenen nl. als gelaatkundige. Hij heeft nauwlet tend de gezichten bestudeerd van de leden der Onderwijscommissie, als zij uit de vergadering kwamen. Uit de somberheid, die lag op som- miger gelaat, uit de strakheid, waarmee ze elkaar aankeken, heeft hij zonder be hulp van ei of koffiedik waargenomen dat het in de onderwijs commissie niet goed ging. Edoch ook met deze nieuwe kunst, door den heer Kuyper beoefend, is het slechts uitgekomen. Zijn gelaat kundige wetenschap is al even weinig betrouwbaar gebleken als zijn voorspel- lerij. Immers de commissie is wel dege lijk tot een resultaat gekomen en het rapport, dat binnenkort verschijnt, is met 13 van de 14 stemmen goedgekeurd. Zou de heer Kuyper nu niet eens een kansje wagen om uit dat getal 13 een nieuwe voorspelling af te leiden? Hij heeft in de Standaard van Zaterdag een derde waarneming gepubliceerd. Met de Ouderdomswet vlot het niet, de liefde er voor bekoelt en voor Talma's wet komt meer en meer sympathie. Als de heer Kuyper het zegt, zal 't wel waar zijn, men denke maar aan het aangekondigde vergaan der wereld Wij hebben intusschen goede hoop dat de Kamer nog voor Paschen de Ouder domswet zal hebben afgedaan. Ook in dit opzicht moge des heeren Kuyper's voorspelling falikant uitkomen! waarde gehecht kan worden aan de zoo genaamd „christelijke" bestrijding, die deze hervorming als zoovele andere van den heer Kuyper ondervindt. Hoe krachtiger de actie, hoe spoediger kans op het welslagen van hervormingen. Laat ons daarom onverpoosd onze ac tie voortzetten Het Vrouwenkiesrecht. Het is opmerkelijk, hoe in Roomsche kringen zich een kentering openbaart ten opzichte van het vrouwenkiesrecht. We hebben reeds vroeger opgemerkt, dat de stemming ten opzichte van het algemeen mannenkiesrecht steeds gunsti ger is geworden. Telkeus zijn de stem men uit Roomsch-Katholieke kringen talrijker geworden, welke zich voor dat algemeen mannenkiesrecht laten hooren en het gaat thans precies zoo met het vrouwenkiesrecht. Reeds eenige jaren geleden profeteerde een Roomsch-Katho- liek rechtsgeleerde in een Ro3msch- Katholieke bijeenkomst te Arnhem„eer zal een kind met haar handjes een snel trein tot stilstand ken nen brengen, dan wij de invoering van vrouwenkiesrecht kunnen tegengaan". Een onderzoek, dat de redactrice van de vrouwenrubriek in het Zondagsblad van het R.-K. blad „de Tijd" heeft ingesteld, bewijst dat „op de rondgezonden uitnoodigingen aan vooraanstaande vrouwen voor 21 °/0 antwoord binnenkwam. Behalve deze antwoorden kwamen ook spontane brieven in van lezeressen, Het resul taat van al deze antwoorden verhoudt zich aldus: Circa 36 °/0 der Katholieke vrouwen verklaarden zich meer onverdeMd voor standsters van vrouwenkiesrecht. 12^2 pCt. verklaarden zich voorstanders van kiesr cht voor gezinshoofden en daar mede gelijkgestelden. Circa 36V2%is tegenstandsters. Ongeveer 16 is blanco". Bij de strooming, als zich onder de Katholieke vrouwen ten opzichte van het kiesrecht aan de vrouw openbaart, treedt wel duidelijk aan het licht, hoe weinig FEUILLETON BOOR ELIZABETH WETHERELL. 8».,thorlp,e«rde oreriirnk gelijknamig boek, eer schenen bij de Firma D BOLLE te Rotterdam. 31) Ik zou ze ook gaarne zeer spoedig willen hebben. Ik heb vanmiddag in het geheel niet 8e8elen; ik ben den gansehen morgen uit ge- weeat, en toen gij kwaamt, had ik juist een !!ln slaapje gedaan. Kom hier, ik zal u iets van mijne huishouding laten zien. Sing dwars door het voorhuis naar het vertrek aan ,]e tegenovergestelde zijde; daar was fei1. ®ro5)y. goed ingerichte, kraakzindelijke Keuken, uien kon zich niet weerhouden, luide hare bewondering te kennen te geven over het angenaam voorkomen, dat alles had. Nu, dat vind ik zelf ook. Ik ben in menige •jlkamer geweest, die mij niet zoo goed beviel, nder deze is nog eene benedenkeuken, waar argarelha al het ruwe werk doel; vandaar 1JL1 i r n 'raP °P dan de keurigste en kkerste gerechtenIs vader naar Thirlwall Icgaan, Margaretha? r Neen Juffrouw Alice, hij is naarCarra- "arra- Thomas hoorde hem zeggen, dat hjj niet vroeg zou komen. Nu, dan zal ik maar niet op hem wachten. Wilt ge den ketel overhangen en het vuur op stoken, Margaretha? Ik zal wat taartjes bjj de thee hakken. Ik zal het doen? Juffrouw Alice; het is niet goed voor u, zoo lang zonder eten te zjjn. Alice stroopte nu hare mouwen tot de elle bogen op, deed een groot wit boezelaar voor en begon een beslag te maken. Ellen keek met de grootste belangstelling toe en had alle mo gelijke redenen van kwelling, zoowel de velde- dene en tegenwoordige, als de toekomende, geheel vergelen, (oen er eensklaps eene groote grijze kat op tafel sprong, die terwijl zjj bedaard over de deegplank wandelde, haar poot midden op een der taartjes van hare meesteres zette. Nu dat zal zjj voor haar avondmaal hebben, als het gebakken is, zeide Alice. Houdt zjj van taartjes? O ja, heel veel. Kapitein Parry is zeer bijzonder en kenrig in haar clen. Kapitein Parry I zeide Ellen Heet zjj zoo? Ja, zeide Alice lachende; het verwondert mij niet, dat u dit bevreemdt. Ik heb die kat v(jl jaren gehad, cn toen ik haar pas kreeg gaf mfin broeder Jan, die toen ook jonger was dan nu, en die toen juist de Ruisen van JCapitein Parry gelezen had, haar dien naam, en wilde haar zoo genoemd hebben. O, Jan! zeide Alice half lachende, half schreiende. Ellen was nieuwsgierig, waarom. Maar Alice ging hare handen wasschen,en toen z(j haar gelaat 0e TUBANTIA. Het Nederlandsche volk is de vorige week op de droevigste wijze herinnerd geworden aan de vreeselijke gevolgen, die de wereldkrijg voor de neutrale staten met zich brengt. De Tubantia, een prachtschip der Hollandsche vloot, is in de golven verzonken. De Palembang een groot vrachtschip is den dag daarna ten onder gegaan. Het laat nauwelijks twijfel over of het eerste schip is als offer gevallen van een waanzinnigen aan val van een onderzeeër. Van welke natio naliteit deze sluipmoordenaar is geweest valt niet te bewijzen na de ontkenningen der oorlogvoerende partijen, dat op het moment der torpedeering zich een duik boot ter plaatse bevond. De afschuwelijke monsterachtigheid van den Duikbootenoorlog wordt wel in een schrilicht gesteld door de ramp, die de beide Nederlandsche schepen heeft getroffen. Het blijkt wel, hoe de rechten der neutrale scheepvaart met voeten worden getrapt. De scheepvaartverbin dingen, die den noodzakelijken aanvoer van onze voorraden moeten brengen, worden thans ten ernstigste bedreigd. Dat geldt niet alleen voor ons land, doch ook voor Denemarken en Noorwegen en ook voor de landen, die het grootste be lang bij invoer in ons land hebbende Vereenigde Staten, Argentinië en Brazi lië. In al die landen raakt de publieke openie ten hoogste ontstemd door het geen men terzee ziet gebeuren. Terecht wordt de vraag gesteld of thans voor de neutrale Staten niet het oogen- blik gekomen is om door gemeenschap pelijk optreden paal en perk te stellen aan de monsterachtige aanslagen op de neutrale scheepvaart. Eendrachtig op treden moge in dezen tot verbetering leiden. weder naar Ellen wendde, was het even kalm als vroeger. Mjjne taartjes zijn klaar, Margaretha, zeide zij, en Ellen en ik ook. Zeer goed, Juffrouw Alice, het water begint juist te koken; ge zult terstond thee heb ben. Ik zal wat eieren voor u koken. Dat kan wei,antwoorde Alice; ik voel toch, dat men zonder eten niet kan leven. KomaaD, Ellen, gij en ik zullen onderwjjl de theetafel gereedmaken. Ellen was zeer gelukkig, dat zij de kopjes en schoteltjes, en andere dingen, die Alice baar uit de kast aanreikte, mocht klaarzetten; en toen eenige minuten later de thee en de taartjes binnengebracht werden, en zij en Alice recht prettig aan de theetafel zaten, wist Ellen niet, hoe zjj het had, zich in zulk een aangenamen toestand verplaatst te zien. Wij onderschrijven van harte, wat de N. R. C. zegt „In enkele dagbladen is het denkbeeld geopperd, of de torpedeering van de Tubantia geene aanleiding voor onre regeering zou kunnen wezen, om zich met de an iere neutrale zeevarende mogend heden in verbinding te stellen, ten einde van de oorlogvoerenden meer zekerheid voor de neutrale vaart te verkrijgen. Of langs dien weg iets zou kunnen be reikt worden, weten wij niette beoordee- len. Wat betwijfeld worden mag, is of zulke langs diplomatieken weg te voeren be sprekingen met voldoende snelheid tot eenig resultaat zouden kunnen leiden. Doch dit staat vast, dat van het oogen- blik af, waarop de onverlaten, welke, zonder grond of aanleiding, neutrale schepen in den grond boren, voor hun daad niet eens meer durven, willen of mogen uitkomen, de neutrale scheepvaart zóózeer wordt bedreigd, dat het voor de onzijdige mogendheden een levensbelang is, de handen ineen te slaan." Moge het daartoe spoedig komen! HOOFDSTUK XVII. Goed doen Is moeilijk. Hebben wij de lijst van al uwe moeilijk heden nu al doorioopen, lieve Ellen vroeg Alice, terwijl zfi Ellen een tweede kopje thee inschonk. O neen, Juffrouw Alice, wjj zjjn haar nog in lang niet door; maar de ergste hebben wjj toch al gehad. Is de volgende Ijjst zoo erg, dat zjj ons den maaltijd zou bederven? De zeevaart. Men meldt uit Amsterdam Wij vernemen, dat de stoomvaartmaat schappij Nederland eD de Rotterdamsche Lloyd ernstig overwegen, voorloopig geen harer booten, vrachtschepen zoomin als passagiersbooten, te laten vertrekken. Aan de Prins der Nederlanden (van de Stoomvaartmaatschappij Nederland) en de Tambora (van den Rotterdamschen Lloyd), beide op de terugreis van Java, is order gegeven, Falmouth aan te doen en daar op nadere orders te wachten. Naar aanleiding van de berichten, dat het stoomschip Palembang op klaarlichten dag zou zjjn getorpedeerd, hebben eenige reeders alhier tot vertrek gereed liggende stoom schepen, namelijk de reeders van de Wis- terswjjk, de Rijswijk, de Noordwjjk, de Yuildum, Themisto en de Larenberg, Zater dagnacht geruimen tjjd vergaderd. Overwo gen werd, de scheepen voorloopig te laten liggen (de genoemde stoomschepen liggen nu nog in de haven) en een onderhoud met den tfidelfiken voorzitter van den ministerraad, rnr. Cort van der Linden, aan Neen, zeide Ellen, dat niet, maar zij is toch erg genoeg, want daarop komt voor, dat ik niet naar school kan gaan. Ik nam mij voor, Juf frouw Alice, terwjjl ma weg was, heel veel te leeren en haar te verrassen, als zjj terugkwam, maar in plaats daarvan leer ik nu niels. Ik be doel niet, dat ik niets leer, zeide Ellen, haar laatste gezegde verbeterende; maar ik kan niet veel doen. Toen ik merkte, dat tante geen plan had mjj naar school te zenden, besloot ik te beproeven, zelf te studeeren; en dat heb ik ge daan; maar ik kan er niet goed moe te recht komen. Welnu, leg uw mes en vork daarom maar niet neer, en kjjk maar piet zoo droevig, zeide Alice glimlachende; dat is iets, waaraan ik u helpen kan. Wat leert ge dan al zoo? Mei eenige dingen kan ik vrjj welte recht, zeide Ellen, de gemakkelijkste namelijk; maar ik kan mijne sommen niet begrijpen, zonder iemand, die ze mij uitlegt; en aan hetFransch kan ik niets doen, en dat zou ik het liefst lee ren. En dan heb ik ook dikwjjls zooveel over mjjne geschiedenis te vragen. Vooronderstel eens, zeide Alice, dat ge, zoo veel en zoo goed al ge kondt, voortging! met zelf te studeeren, en twee- of driemaal in de week met uwe boeken bjj mjj kwaamtdan zou ik uwe vragen naar hartelust hooren en verklaren en beantwoorden, als ge mjj maar niet te ver gevorderd zjjtt Wat zegt ge daar van Ellen zeide daarop niels, maar de blos, die

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1916 | | pagina 1