Officieel Nieuws- en Advertentieblad EERSTE BLAD voor Overflakkee en Goedereede I6de Jaargang. Woensdag 2 Februari 1916. No. 12 DE WIJDE, WIJDE WERELD „VOORUIT' Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Gencraal, VGRAVE\UIC.Ë. Uitgave der Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te middelharnis. Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Oliiciëeie Mededeelingen. STELLING VAN 'THOLLANDSCH DIEP EN HET VOLKERAK. De Generaal-Majoor, Commandant van bovenge noemde Stelling, acht het noodig in herinnering te brengen de mededeeling, gedaan bij het afkondigen van den staat van Oorlog in de verschillende deelen der stelling, dat zij, die den aanroep van een schildwacht of patrouilles onbeantwoord laten, zich aan lijfsgevaar blootstellen. Hieraan wordt toegevoegd, dat bij het aanroepen van personen, gezeten in een Automobiel of op een Motorrijwiel, de schildwacht zich midden op den weg zal plaatsen en met den rechterarm het teeken „Halt" zal geven. Des nachts zal hij inplaats van dit laatste, met een roode lantaarn zwaaien. Sectie 1 no. 6084. WILLEMSTAD, 27 Januari 1916. De Generaal-Majoor, H. L. VAN OORDT. LANDSTORM—KEURING. JAARKLASSE 1911. De BURGEMEESTER der gemeente Middelharnis brengt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen by den landstorm der jaarklassen 1911 gelegenheid hebben zich aan een keuring te onderwerpen by den kenringsraad, die zittiDg houdt te Middelhar nis in de Ambachtsschool op Donderdag 2 Maart 1916, *8 voormiddags 10l/i uur. Het welbegrepen eigenbelang van de landstorm- plichtigen maakt het zeer wenschelijk, dat zij zich voor deze keuring aanmelden, o.a.omdat zy, ingeval zij ongeschikt mochten blijken nadat zij in werke- lyken dienst zijn gekomen en alsdan weder huis waarts worden gezonden, hiervan moeilijkheden kunnen ondervinden ten aanzien van hun maat schappelijke of studie belangen. Onderwerpen zij zich aan een onderzoek by den keuringsraad en blijkt daarbij voldoende van ongeschiktheid dan worden zij van den dienstplicht bij den landstorm terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot aan de kans om als landstormplichtige in werke- lyken dienst te worden geroepen. Wenscht een landstormplichtige bij een anderen keuringsread het onderzoek te ondergaan, dan kan de Voorzitter van eerstbedoelden keuringsraad hem daartoe op zijn verzoek toestemming verleenen. De landstormplichtige, die meent ongeschikt voor den dienst te zijn, heeft bovendien de gelegenheid aan den Minister van Oorlog ontslag van den dienst plicht te vragen met overlegging van een door twee geneeskundigen afgegeven verklaring; ook kunnen worden overgelegd twee afzonderlijke verklaringen, elk geteekend door één geneeskundige. Van deze ge legenheid kan ook gebruik maken degene, die reeds door den kenringsraad geschikt is verklaard. De handteekening van den geneeskundige op de ver klaring moet gelegaliseerd zijn door den burgemees ter der gemeente, waar de genepskundige woonplaats heeft. Is de landstormplichtige in het buitenland ge vestigd, dan mag de verklaring ook zijn afgegeven door twee personen, bevoegd tot uitoefening van de geneeskunde in het Rijk, waar hij gevestigd is. De verklaring moet dan evenzeer behoorlijk gelegali seerd zyn. De tijd, waarop de landstormplichtigen aan de jaar klasse 1911 in werkelijken dienst zullen moeten ko men, zal nader worden bepaald. Middelharnis, 31 Januari 1916. De Burgemeester voornoemd, ULBO J. MIJS. FEUILLETON Treub's val. Wat wij vreesden, is geschied. Minis ter Treub heeit in de Kamer een motie van afkeuring van zijn beleid gekregen. Er zal wel niemand in het land zijn, die het niet uitermate betreurt, dat deze geniale bewindsman, die in bekwaam heden door niemand kan worden over troffen, thans als minister zal bedanken. Wij weten allen, dat in de benauwde tijden, die achter ons liggen, minister Treub het land onschatbare diensten heeft bewezen. Dat zijn gevleugeld woord: „In Nederland zal geen honger geleden worden", waarheid is gebleken, is wel voor het allergrootste deel aan zijn beleid te danken. Te meer betreuren wij het daarom, dat de heer Treub een conflict met de Karner heeft uitgelokt, dat ver meden had kunnen worden als de heer Treub wat meer s taatsmans wijsheiden den dag had gelegd. Zijn eisch, dat pen sioenbelasting en ouderdomsrente onver brekelijk aan elkaar zullen worden vast gekoppeld, zoodanig zelfs, dat hij wei gerde de ouderdomsrente in de Eerste Kamer te behandelen, als de Tweede Kamer het on twerp-pensioenbelastingniet aannam was onaannemelijk voordegroote meerderheid der linksche partijen welke dari ook in meerderheid voor motie Scha per hebben gestemd. Voor de motie stem den alle S.D.A.P. Kamerleden de Vrijzin nig Democraten, 14 van de 21 Unie-li beralen één Vrijliberaalzeven Katholie ken en 2 Antirevolutionaire Kamerleden. Zonder de negen rechtsche stemmen zou de motie verworpen zijn geworden. De heer Treub vond 39 leden van links tegenover zich. Reeds dit feit alleen maakt het voor hem onmogelijk de mi nisterportefeuille te behouden. De zaak, waarom het ging nl. de samenkoppeling van pensioenbelasting en ouderdoms- verzekering was voor links een levens kwestie. De Staatspensioneering liep ge vaar nimmer in het Staatsblad te komen. De leus van den heer Treub was ook om andere reden niet voo rin williging vat baar. De heer de Geer zeide het terecht; Op de wijze, als de heer Treub wilde, bleef de Kamer feitelijk niet meer vrij in haar oordeel. Over de belastingont- werpen, werd zij, zooals Dr. Bos zeide, een afdeeling van het departement van Financiën. Het ging hier om de machtsverhou ding tusschen den minister en de Kamer. Voor den heer Treub beteekende samen werking met de Kamer meerderheid het bukken voor zijn inzichten. De heer Treub zou volkomen op zijn plaats geweest zijn in de dagen, toen het verlicht despotisme hooogtij vierde. In onzen tijd kon dit conflict niet uitblijven. Wij betreuren zijn heengaan in hooge mate en wij betreuren hst des temeer, omdat hij en niemand anders het con flict heeft uitgelokt. Bij al zijn groote bekwaamheden heeft hem één wetenschapontbroken,deStaats- manswijsheid. Dat hij viel als wethou der van Amsterdam, dat hij niet herko zen werd als lid van den Haagschen Gemeenteraad, was in den grond der zaak aan dezelfde oorzaak te wijten, die thans tot zijn val als minister leidde. Grootsche plannen heeft hij opgezet, grootsche ontwerpen ontworpen, doch in de uitvoering faalde hij doordat hij de samenwerking met de wetgevende col lege's niet hoog genoeg wist te stellen. In het land zal het conflict een diepen indruk maken. Het zou ons niet verwon deren, als het publiek in eerste instantie de partij van den gevallen minister koos. Voor ons staat vast, dat het conflict onvermijdelijk was en zij, die voor de motie-Schaper stemden, zich volkomen kunnen verantwoorden. De Kamer liet zich niet dwingen. Voor de regeering zal het zeer moeilijk zijn den heer Treub te vervangen. Zijn opvolger vindt een uiterst moeilijke taak te vervullen. Hij zal zoowel op de hoogte moeten zijn van de sociale verzekering als van het belastingwezen. ELIZABETH WETHERELL. Reaothorlaeerde overdruk Tan bet *elijknAnilg -boek, rer- sehenen bij de Firma I) BOLLE te Rotterdam. 2 7) Ellen aarzelde. De naam stond haar tegen, maar toch besloot zjj ten laatste, dat de meis jesschool de prettigste moest zijn. Is Juffrouw Emerson familie van u? vroeg zij. Neen. Mjj dunkt, dat ik liefst naar hare school zou willen gaan. Als ge het mjj vergunt, wil ik daar wel naar toe gaan, mag ik Ja. Dan zal ik aanstaanden Maandag beginnen, mag ik Ja. Ellen verlangde hartelijk, dat hare tante toch op een anderen toon mocht spreken het was een gedurig uitblusschen van hare aanwakke rende hoop. Ik zal mjjne boeken klaarleggen, zeide zjj, en ook mjjne lessen eens overzien, dunkt mjj. Maar hoe zal ik er het best naar toe gaan, tante? Dat weet ik niet. Ik kan zoover niet loopen, zou ik wel Dat weet ge zelf het best. Dat kan ik zeker niet, zeide Ellen. Thirllwal is anderhalf uur hier vandaan, zegt Van Brund, dat zou te ver voor mjj zijn om tweemaal daags te loopen; daarenboven zou ik ook bang zijn. Er volgde een doodeljjk stilzwjjgen. Maar zeg mjj als het u belieft toch, wat ik doen moet, tante Hoe kan ik het weten als gjj het mjj niet zegt Op welke wijze kan ik toch naar school gaan Het is jammer, dat ik geen rjjluig houdt zeide Juffrouw Fortuna, maar Van Brund kan 's morgens en 's avond met den ossenwagen gaan, als u dat aanstaat. Met den ossenwagen! Maar, och lieve Ijjd I daar zou hjj den geheelen dag mee kwijt zjjn, tante. Er gaan uren mee heen om met de ossen te gaan en te komen: Van Brund zon niets an ders kunnen doen dan mij naar dc school heen en terug te brengen. Hat is dus natuurlijk niet te doen, zeide Juffrouw Fortuna op denzelfden drogen toon. Dus kan ik niet gaan, er is niets aan te doen, zeide Ellen moedeloos. Waarom hebt ge dat niet eer gezegd Toen ge ja zeidet, dacht ik, dat ge het ook meendet. Zjj bedekte haar gelaat. Juffrouw Forluna stond glimlachende op en bracht harekom met beslagen meel naar de provisiekamer. Daarna kwam zjj terug en begon het onthjjt. at te wasschcn. Ach, had ik maar een hitje, zeide Ellen, dat zou mij heen en terug brengen, en het zou overal met mjj heendraven. Wat zou dat pret tig zijn i Ja, dat zou heel prettig zjjn 1 En wie denkt ge, dat achter liet hitje draven zou Ik geloof, dat ge dat voor Van Brund zoudt overlaten en ik zou u achterna moeten draven, om wanneer ge in cene sloot ot goot den nek gebroken hadt, er li uit te halen, dat alles zou zeer aardig zijn, dunkt mij. Ellen zweeg. Aan hare hoop was de bodem ingeslagen, en hare teleurstelling werd door geen vriendelijk of medelijdend woord verzacht. Als liet u zoo verveelt ledig te zijn, zeide Juffrouw Fortuna, dan verzeker ik u, dat ik u iels zal laten doen, en u ook iels zal ieeren, dat ge hoog noodig hebt, meer dan al dat kra merlatijn, dat ge tot nu toe geleerd hebt. Op die wjjze is, geloof ik, uwe moeder ook groot gebracht. Als zij geleerd had, hare handen te gebruiken en iels nuttigs te doen, in plaats van zich daarboven verheven te achten, zou zjj mis schien nu niet voor hare gezondheid over de zee hebben behoeven Ie gaan die boekwurmerjj deugt voor vrouwen nergens toe. Ma is geene boekwurm I zeide Ellen ver ontwaardigd; ik weet niet, wat ge bedoelt; zjj achtte zich nooit hoven iels nuttigs verheven; het is vreemd, dat ge zoo iets kunt zeggen, daar ge niets van haar weet. Ik weet, dat zjj u niet opgebracht heeftom eenige manieren hoegenaamd te welen, zeide Tenzij een der andere ministers met de verdediging van het Ouderdoms pensioen wordt belast, en de opvolger van den heer Treub uitsluitend met de financieële aangelegenheden wordt be last. Het lijkt ons toe, dat een Oplossing van de ministerieële crisis het best in deze richting zou kunnen worden ge vonden. Weinigen toch hebben de bekwaam heid van den heer Treub, die zoowel financien als verzekeringswezen kende als weinigen. Het extra-parlementair karakter van het kabinet maakt bovendien de keuze der regeering vrij beperkt. In de parle mentaire kringen is er meer dan één, wien men met gerustheid Treub's por tefeuille zou kunnen toevertrouwen. Doch waarschijnlijk zal de heer Cort van der Linden onder hen den opvolger niet zoeken, juist om het extra-parlementaire van zijn kabinet. Voor links kan maar één oplossing de ware zijn De nieuwe minister moet on verwijld de Ouderdomswet in het Staats blad brengen. Moge de regeering spoedig slagen in de oplossing der crisis. Immoreel Met gaat van Rechts, hierbij gaan „De Christelijk-historische Nederlander" en deRoomsche „Maasbode" hand aan hand, maar steeds door met te wijzen op het immoreele, op het volksbedervende van de Staatspensioneering. Men zal het ons zeker ten goede hou den, dat wij, na al hetgeen réeds over deze zaak is gezegd, daarop niet opnieuw ingaan, slechts dit ééne woord. Men scherme nu eens niet mei wat er zou kunnen gebeuren, maar men richte het oog naar Engeland en Denemarken, in welke beide landen, zij het dan ook in verschillenden vorm, de Staatspen sioneering bestaat. En men wijze ons aan, dat die daar tot zedenbederf heeft geleid en tot verslechting van het volks karakter; voor goed gedocumenteerde bewijzen daaromtrent zullen wij een Juffrouw Fortuna. Ziehier! Ik zal u iets te doen geven, zet de borden en schotels eens in elkander en wasch ze af, terwijl ik naar bene den ga. Ellen gehoorzaamde met tegenzin. Zij had geen verstand van dit werk en hield er ook niets van; het was dus niette verwonderen, dat Juf frouw Fortuna, toen zjj terugkwam, niet zeer tevreden was Zulke dingen heb ik vroegei ook nooit ge daan. zeide Ellen. Daar hebt ge liet all zeide Juffrouw For tuna. Ik zou wel eens willen weten, waar uwe ongen geweest zijn, iederen keer, dal ik het ge daan heb, sedert ge hier zijt. Ik had gedacht, dat uw eigen verstand liet u wel zou gezegd heb ben I Maar ge hadt het Ie druk met aan Van Brund te vragen, wat er in huis omging. Noemt ge dal in elkander zetten om af te wasschen? Wees nu zoo goed en schrap ieder bord schoon al, en zet ze hier neljes op een stapel, doe dan de thee uit de kopjes en schoteltjes, en zet ze in elkander. Waarom houdt ge ze zoo wonderlijk vast? Zijt ge hang, dat zij u zullen branden. Ik raak niet graag dingen aan, waar ande ren uit gedronken hebben, zeide Ellen, die dc kopjes en schoteltjes inderdaad zeer voorzicli tig met de toppen barer vingers aanvatte. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1916 | | pagina 1