99
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
Woensdag 12 Januari 1916.
No. 9
DE WIJDE, WIJDE WERELD
I6de Jaargang.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
'ö-GBA VEiNiilGE.
Uitgave der
Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Mldilclharnls.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis.
Officiëele Mededeelingen.
hebben gevraagd, doch op wier aanvraag om ontslag
nog niet is beslist.
De landstormplichtige, die vermeent te verkeeren
in een der hiervoren onder a—h omschreven geval
len, welke aanspraak geven op vrijstelling of voor-
loopige vrijstelling van opkomst, kan zich desge-
wenscht om inlichting vervoegen ter gemeente-secre
tarie op een werkdag tusschen 9 en 12 uur voor-
LANDSTORM.
Opkomst in werkelijken dienst der
Jaarklasse 1912.
(Eerste gedeelte.)
De BURGEMEESTER van MIDDELHARN1S
brengt ter openbare kennis, dat de in de registers
voor den landstorm ingeschreven personen der jaar
klasse 1912 wier geslachtsnamen aanvangen met
een der letters van A tot en met J, bij dezen wor
den opgeroepen om op Woensdag den 2den Februari
a.s., des namiddags te 1*/, uur aanwezig $te zjjn
te 's-Gravenhage, in het gebouw van den Roomsch
Katholieken Volksbond, Stille Veerkade 37, ten einde
by het legei in werkelijken dienst te worden gesteld.
Ook de vrijwilligers van den landstorm der aange
duide jaarklasse, behoorende tot landstormafdeelingen
voorzoover deze vrijwilligers zonder de aangegane ver
bintenis landstormplichtig zouden zijn, zijn in deze j
oproeping begrepen; de door hen aangegane vrijwil
lige verbintenis zal vóór den vastgestelden datum
van opkomst zijn verbroken.
Aan eiken landstormplichtige, die ingevolge de
bovenstaande oproeping in werkelijken dienst moet
komen, zal, voor zoover diens adres ter gemeente
secretarie bekend is, nader een brief van oproeping
worden bezorgd, uitgereikt of toegezonden.
Aan de oproeping behoeven NIET of VOORLOO-
PIG NIET te voldoen:
a. zij, die gediend hebben bij de zeemacht bet
korps mariniers en de marine-reserve daaronder be
grepen, bjj bet leger hier te lande, bet reserve-
personeel bij de landmacht hieronder begrepen,
bij de gouvernementsmarine in Nederlandscb-Indië
of bij de koloniale troepen;
b. zij, die gevestigd zijn elders dan in Nederland,
Duitschland of België;
c. zij, die van opkomst uitdrukkelijk zijn vrijge
steld, als dienende op particuliere stoomvaartuigen,
welke wegens mobilisatie van de vloot ter beschik
king zijn van het Departement van Marine; als zijnde
werkzaam in particuliere fabrieken ten behoeve van
den aanmaak van munitie, dan wel als behoorende
tot een der groepen van personen, in dienst van den
Staat, een provincie of gemeente enz.;
d. zij, die landstormplichtig zijn geworden tenge
volge van een hun als militieplichtige verleende
vrijstelling wegens kostwinnerschap of wegens per
soonlijke onmisbaarheid, voor zoover de vrijstelling
niet is gevolgd door vrijstelling wegens broederdienst;
e. zij, die behooren tot het hulppersoneel voor
ziekenverzorging, deel uitmakende van een transport
colonne der vereeniging tot vrijwillige hulp „het
Nederlandsche Roode Kruis", ot van een andere
erkende bij die vereeniging aangesloten vereeniging
tot verzorging van zieke of gewonde militairen;
zij, die als geestelijke, bedienaar van den gods
dienst of student in de godgeleerdheid, enz., ontslag
van den dienstplicht hebben gevraagd, doch op wier
aanvraag om ontslag nog niet is beslist;
g. zij, van wie bij den keuringsraad ia gebleken,
dat zij kleiner zijn dan 1.55 M.;
h. zij, die ingevolge verdrag met een vreemden
Staat ontslag van den dienstplicht by den landstorm
FEUILLETON
ELIZABETH WETHERELL.
ösanthorlseerde overdruk ran het gelijknamig bock, rer-
schenen bij de Firma D BOLLE to Rotterdam.
Zy, die voornemens zijn zich in de Nederlandsche
koloniën te vestigen en daarvan tijdig een deagdelijk
bewijsstuk aan bet Departement van Oorlog inzen
den, zullen door den Minister van Oorlog voorloopig
worden vrijgesteld van de verplichting om aan de
oproeping te voldoen.
Aan de oproeping mogen VOORLOOPIG NIET
voldoen
lo. zy, die verblijf houden in een gemeente, waar
een der ziekten, vermeld in de wet, houdende voor
zieningen tegen besmettelijke ziekten, epidemisch
heerschende is verklaard;
2o. zij, die verblijf houden in een gezin, waar een
der onder lo. bedoelde ziekten heerscht of waar een
dier ziekten heeft geheerscht en het gevaar voor
besmetting nog niet is geweken.
Doet een geval zich voor, als hiervoren bedoeld
onder lo. en 2o., dan behoort de landstormplichtige
daarvan onverwijld kennis te geven ter gemeente
secretarie.
VERVOER. De landstormplichtige, die, ten einde
aan deze oproeping te voldoen, gebruik moet maken
van spoor, tram of stoomboot, dan wel op zyn reis
naar de plaats van opkomst van één of meer veren
moet gebruik maken, kaD, om voor rijksrekening te
worden vervoerd, op den laatsten werkdag voor het
vertrek, zich vervoegen ter gemeente-secretarie. Als
dan zal hem inlichting aangaande de reis kunnen
worden gegeven en desgewenscht een daggeld van
f 0,25 worden uitbetaald, indien hij daarop recht
heeft.
ZIEKTE. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst
mochten verhinderen, dient de landstormplichtige
hiervan zoodra doenlijk door overlegging van een
gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter gemeente
secretarie te doen blijken.
DESERTIE. Hy, die zonder geldige reden aan
deze oproeping voor den werkelijken dienst niet vol
doet, stelt er zich aan bloot als deserteur te worden
behandeld.
KOSTWINNERSCHAP. Indien ten gevolge van
het verblijf in werkelijken dienst van den opgeroe
pen landstormplichtige voldoende middelen tot
levensonderhoud ontbreken of zouden komen te ont
breken aan zijn gezin of aan dat, waartoe hij behoort
of waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel
aan personen, die hem in den eersten of den tweeden
graad van bloed- of aanverwantschap bestaan, dan
kunnen belanghebbenden zich wenden tot den Bur
gemeester met een ongezegeld, door den landstorm
plichtige mede-onderteekend verzoekschrift, tot het
ontvangen eener geldelijke vergoeding.
NIET-OPKOMST. Wie wegens een geldige reden
niet aan de oproeping voldoet, moet zoodra deze
reden ophoudt [te bestaan, daarvan ter gemeente
secretarie kennis geven.
Middeiharnis, 11 Januari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
ULBO J. MIJS.
I. bepaald is, dat in inrichtingen, waarin melk
van vee van meer dan één eigenaar wordt verwerkt,
de afgeroomde melk, de karnemelk en de wei onmid
dellijk na haar ontstaan tot zoodanige temperatuur
moeten worden verhit, dat deze producten bij ver
menging {met waterstof superoxyde-oplossing en
paraphenyleen-diamine-oplossing niet blauw worden,
tenzij genoemde producten door verhitting van de
melk of de room, waarvan zij afkomstig zijn, voor
melde reactie bereids niet meer vertoonen
II verboden is het vervoeren van afgeroomde
melk, karnemelk en wei, die bij vermenging met
waterstof-superoxyde-oplossing en paraphenyleendia-
mine-oplossing blauw worden
b. dat overtreders van genoemde gebods- en ver
bodsbepaling bedreigd worden door de straffen, bij
dc wet gesteld
c. dat men geen gevaar zal loopen, in strijd met
het onder all bedoelde verbod te handelen, indien
men zorg draagt geene andere dan gekookte of tot
eene temperatuur van ten minste 85° C. verhitte
afgeroomde melk, karnemelk of wei te vervoeren
d. dat bij verspreiding van mond- en klauwzeer-
stof, in verband staande met overtreding van ge
melde gebods- of verbodsbepaling, aan de veehouders,
op wier vee de smetstof werd overgebracht, geene
vergoeding van bedrijfschade zal [worden toegekend.
Middeiharnis, 8 Januari 1916.
De Burgemeester,
ULBO J. MIJS.
De BURGEMEESTER van MIDDELHARNIS
brengt ter kennis van belanghebbenden:
a. dat met ingang van 12 Januari 1916 in werking
treedt het Koninklijk Besluit van 16 December
1915 (Staatsblad no. 510), waarbij o.m.
24)
Gy zoudt ze zeker wel mooi vinden, denk
ik ik heb er nooit naar gekeken.
O, wat moet dat heerlijk wezen! zeide El
len, terwyl zy in de handen klapte, wat moet
het toch prettig zyn, buiten te wonen
Nu hoorde men eensklaps het gemurmel van
water.
..,^'\ar komt dat vandaan? vroeg Ellen,
terwyl zij eensklaps staan bleef.
r, .^an geneden, daar omlaag langs den grond
Het is de beek.
Welke beek? Toch niet dezelfde, die langs
de woning van tante Fortuna loopt?
Ja, het is dezelfde, hel. is de kronkelendste
heek, die ge ooit gezien hebt. Zy stroomt daar
ginds langs, zei de spreekster, terwijl zy erheen
wees, en dan neemt zy eene wending en gaat
langs dien weg; vervolgens loopt, zij zóó rond,
daarop komt zy weder langs deze zyde en gaat
langs uw huis; en dan, och lieve tyd, dat weet
ik niet, waar zy heen gaat. Maar ik geloof niet,
dat het haar mogelyk zyn zou, rechtuit te vloeien,
al wilde men haar ook dwingen.
Kunnen wy er niet heengaan vroeg Ellen,
Wel zeker kunnen wijof ge moest even
bang zijn voor steile oevers als voor schuttin
gen.
Zij waren inderdaad zeer steil en met losse
steenen bestrooid; doch Ellen wankelde niet,en
ofschoon zij, hoe goed zy zich ook in acht nam,
een paar raaien groot gevaar liep in de beek te
vallen, kwam zij loch telkens behouden op hare
beide voeten te land. En toen zy daar eenmaal
was, was alle moeite door het vermaak, dat zij
nu genoot, vergeten. Het was een woest plekje.
Van tusschen de hooge, ingesloten zijdén van
het dal was slechts eene kleine streep der lucht
boven haar te zien; en aan haar voet vloeide
dé beek met veel meer gedniiseh en sneller dan
op andere plaatsen, waar Ellen haar vroeger ge
zien had. Zy liep van rots tot rots, slroomde
langs groote steenen aan, bruiste over de kleinere
en vloeide bedaard over een grooten boomstam
heen, die dwars in hare bedding gevallen was
en den geheelen stroom stopte. Ellen kon zich
nauwelyks bedwingen hij hel zien van die menigte
prachtige watervalletjes en kleine meertjes, waar
het. water, tusschen groote steenen ingesloten,
stilstond cn zich dan weer in kleine stortvlocdjes
ontlastte.
Kijk, Nancy l riep Ellen, dat is de waterval
van den Niagara. Ziet ge? Die groote daar.
Ik geloof, dat wy heter deden, als wy nu
weer naar de laan teruggingen, reide Nancy
De Kiezerslijst.
De buitengewone omstandigheden,
waarin ons land verkeert, hebben voor
honderden achteruitgang in bedrijf ot
beroep met zich gebracht. Waar de
kies wet-Van Houten in de practijk ge
bleken is een echte belasting-kieswet te
zijn en het overgroot deel der kiezers
zijn kiesrecht dankt aan het betalen van
belasting, zou voor een aantal kiezers
de achteruitgang in zaken beteekend
kunnen hebben, dat zij hun kiesrecht
verloren. Hetzelfde gevaar konden tal
van gemobiliseerde kiezers loopen. De
regeering heeft reeds in 1915 de onbil
lijkheid daarvan ingezien en door een
noodwet het verlies van het kiesrecht
voor velen voorkomen. Uok voor de kie
zerslijst van 1916 heeft zij een wetsont
werp aanhangig gemaakt om de nood
wet van 1914 te doen voortduren.
Doel van de wet is voornamelijk te
bepalen, dat zij die reeds op de kiezers
lijst stonden, in het algemeen daarop
blijven. Ieder zal deze zorg der regeering
toejuichen.
Voor onze kiesvereenigingen zij het
voorbeeld der regeering een krachtige
prikkel om alle aandacht vroeg genoeg
aan de kiezerslijsten te wijden. Immers
nieuwe kiezers zullen voor zooverre zij
niet door de autoriteiten op de lijst wor
den gebracht, langs den gewonen weg,
d.i. door eigen aangifte het kiesrecht
moeten verkrijgen. Elke kiesvereeniging
weet wel, dat men die eigen aangifte
niet aan de Candidaat-kiezers kanover-
laten. De besturen zullen zelt dat werk
ter hand moeten nemen.
De belangrijke Statenverkiezingen van
den aanstaanden zomer maken het drin
gend noodig, dat geen vrijzinnig kiezer
op de lijst zal ontbreken. Natuurlijk zijn
de besturen onzer kiesvereenigingen
van die noodzakelijkheid evenzeer over
tuigd als wij. Juist daarom moet dit
belangrijke verkiezingswerk worden uit
gesteld. Over een maand is de fatale
termijn er al, dat de kiezerslijsten wor
den vastgesteld.
De besturen der kiesvereenigingen
hebben de vier nog restende weken brood-
noodig om nauwkeurig na te gaan, wie
kiezer kan worden. Elk geestverwant
dient voor zijn organisatie dit werk zoo
gemakkelijk mogelijk te maken. Men ga
ieder in zijn kring na, wie kiezer kan
worden en geve intijds aan de besturen
op, wie op de lijst kunnen worden
gebracht.
Steken al onze mannen de handen uit
den mouw dan hebben wij alle kans,
dat zoo goed als niemand zal worden
vergeten.
Wij twijfelen er niet aan, of onze kies
vereenigingen zijn reeds flink aan den
arbeid getogen 1
want wij zijn nu al een heel eindje van huis.
HOOFDSTUK XII.
Spouwers.
Zij lieten hot bosch en de beek achter zich,
gingen een groot afgemaaid korenveld over en
kwamen toen over eene schutting in een ander.
Toen zij in liet midden daarvan waren, liet Nancy
Ellen stilstaan en verzochl haar, naar het westen
te zien, waar zich een hooge berg verhief, die
nn niet langer door de boomem aan haar gezicht
onttrokken werd.
Ik zeide u, dat ik u zou wjjr.cn, waar ik
woon, zeide zij. Kijk nu naar boven, bijna
geheel op den top van den berg, een weinig
rechtsaf, ziet gc daar niet een klein huisje?
K(jk goed uit het is bijna even bruin alsdc
rots, - ziet ge het? dicht bjj dien grooten
pjjnhoom, maar van hier afschijnt hjj niet groot,
hel. is vlak bjj die donkere plek, nabij 'ten
top. De wind giert daar zoo, dat hjj u verpletleren
zou, dat verzeker ik u! Ik moet mij somtijds
aan de hoornen vasthouden, om niet weg te
waaien. En dan stuurt grootmoeder injj eiken
morgen, als het nog donker is, dn deur uit om
naar do koe te zien, hoe dik de sneeuw ook
moge liggen, en het is zoo bitter koud I Ik
verwacht ook niet anders, of ik zal op den een
of anderen dag nog eens hevrier.cn.
De ouderdomspensioen.
De lezer weet, hoe voor de verkiezin
gen van 1913 de clericale meerderheid
der Kamer er toen de Invaliditeitswet
doorzaagde om toch maar niet met leege
handen voor de kiezers te komen. Mi
nister Talma nam, tijdens de debatten
over die wet, een amendement Duys
over, dat tengevolge had, dat in Dec. 1913
het ouderdomspensioen van f 2 aan tal
van zeventig-jarigen werd uitbetaald.
Hoezeer wij dit toejuichen, voor het stel
sel Talma beteekende de aanneming van
het amendement-Duys hot doodvonnis.
Aan het einde van het volgende veld kwamen
zjj weder aan de beek; deze was, nadat zij een
eindweegs rechtsaf gestroomd was, omgeloopen,
en vloeide hier zachljes in eene tegenovergestelde
richting. Maar hoe zouden zjj er over komen?
De beek liep zacht stroomend tusschen haar en
een hoogen oever aan de andere zijde, zoo hoog,
dat zjj niet konden zien, wat er achter lag. Er
waren nu geene steenen om op te stappen. Het
eenige ding, dat eenigszins naar eene brug ge
leek, was een oud blok, dat dwars in de beek-
gevallen of misschien den een of anderen tjjd
daar met opzet in gelegd was; en dat lag meer
dan halverwege in het water: dat gedeelte, dat er
boven uitstak, was met mos begroeid cn glibbe
rig. Ellen was bang zich daaraan toe te vertrou
wen; doch wat zou zjj doen? Nancy besliste
weldra die vraag, voor zooveel haar zelve be
trof. Zij trok hare dikke schoenen uit en slapte
onbevreesd over de ruwe brug; hare vlugge
hlootc voeten brachten er haar veilig over, cn
Ellen zag haar spoedig daarop aan de andere
zjjde in zegepraal hare schoenen weder aantrek
ken; maar nu zoo alleen achtergelaten, bevond
zjj zich in een netcligcn toestand.
Trek uwe schoenen uit en doe zooals Ik,
zeide Nancy.
Dat kan ik niet, zeide Ellen; ik durf mjjne
voeten niet nat maken; ik weet, dat ma het mjj
niet zou toestaan.
Durft ge nwe voeten niet nat maken? zeide
de andere. Wat zjjt ge toch kinderachtig! Nu,
als ge cr met uwe schoenen over wilt komen,