99
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
I6de Jaargang.
Woensdag 1 December 1915.
No. 3
DE WIJDE, WIJDE WERELD
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid Fan de Tweede Kamer Staten-Generaal,
VORAVENH4GK.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelbar nis.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Een merkwaardige brochure.
Van de hand derheeren: Anema, Ba-
vinck, Diepenhorst, Heemskerk, en de
Vries, allen bekende figuren van de an
tirevolutionaire partij, is dezer dagen
een brochure verschenen, die als een
antwoord beschouwd kan worden op de
53 driestarren, die dr. Kuyper voor eeni-
gen tijd gewijd heeft aan de antirevo
lutionaire partij. In deze driestarren
heeft de heer Kuyper degenen, die het
waagden zich in eenig opzicht tegen zijn
leiding te verzetten, geducht de les ge
lezen en hij is geëindigd met onvoor
waardelijk vertrouwen in zijne leiding
te eischen. De schrijvers der brochure
meenen, dat het voor hen plicht is te
spreken, nu dr. Kuyper in zijn driestar
ren de groep, die hij veronderstelt, dat
allerlei grieven tegen zijn leiding heeft,
opgeroepen heeit zich te laten hooren.
Zij zeggen hiervan:
»Nu weten wij wel, dat de uitnoo-
diging van dr. Kuyper bepaaldelijk
rust op de onderstelling, dat er zekere
groep in onze partij is, die blijkbaar
tegen zijn optreden als leider aller
lei griel heeft. Maar deze onderstelling
laten wij geheel voor zijne rekening,
Ons is van zulk eene „groep" niets
bekend. Wij behooren er in elk geval
niet toe en wenschen er ook niet toe
te behooren. Het woord griet is dan
ook misplaatst. Grief doet denken aan
misnoegdheid, kwelling, ergernis, die
men gevoelt, als men zich door een
ander beleedigd of in zijne teederste
gevoelens gekrenkt acht, en mengt
aus licht een persoonlijk element in
den strijd.
Bij eene reorganisatie is echter niet
alleen hel persoonlijk belang van den
Leider, maar het belang van heel de
partij en van ieder harer leden be
trokken. En daarom moet er volkomen
vrijheid bestaan, om ten deze open
hartig zijne meening te zeggen, en met
FEUILLETON
DOOR
ELIZABETH WETHERELL.
QeAothorifleerde overdruk van het gelijknamig boek, ver
schenen bij do Firma D BOLLE te Rotterdam.
18)
Neen, dat gaat niet, zeide zij, hare voeten
zullen koud worden op dien naakten vloer, die
buitendien ook niet erg schoon is. Hei, Sally,
loop eens spoedig naar boven en haal dat stuk
kleed, dat op den achterzolder ligt! Maar gauw
hoor! Nu, Van Brund! ge zult wel zorgen, dat
ik mtjn stoel en het kleed terugkrijg; z'e °fg®
ze den volgenden keer, als ge weer komt, niet
kunt meebrengen.
Nu liet zij een stoel uil de keuken brengen,
eq Ellen klom er op; van daar staptezjj op het
wiel, en zoo kwam zjj gelukkig behouden en
wel in haar leuningstoel terecht. De goede Juf
frouw Forbes rekte zich nu zoo lang als zij was
uit, om haar de hand te geven en goedondag te
zeggen, terwjjl zjj haar daarbjj verzekerde, dat
zij als eene koningin rijden zou.
- Goedendag, Juffrouw! was Ellens eenig ant
woord, maar zij sprak dit met zooveel tecder-
heid uit, en in hare oogen, ofschoon zij treurig
stonden, lag toch zulk eene uitdrukking van
anderen in broederlijken geest van
gedachten te wisselen.
Nu zijn velen wel van oordeel, dat
zulk een openhartig spreken niets geeft,
want als er straks eene Deputaten-
vergadering samenkomt, wordt de mo
tie van vertrouwen, door dr. Kuyper
gevraagd, toch met donderend applaus
aangenomen en de Leider weer met
algemeene stemmen voor jaren her
kozen.
Maar wij betwijfelen, of zulk een
applaus beantwoordt aan den ernst,
waarmede de questie van vertrouwen
thans is gesteld. Dr. Kuyper zou zelf
met zulk een antwoord zonder meer
niet tevreden zijn, want hij verklaart
uitdrukkelijk, dat zoodanige verkiezing
eene „vertooning" zou zijn, die tol niets
leidde. En inderdaad, het zou eene
vertooning zijn, onwaar en met de eer
lijkheid in strijd.
Want, gelijk gezegd, al is ergeene
groep die velerlei grief tegen den lei
der heeft en hem door een ander zon
willen vervangen, daar zijn er toch
wel, die over meer oi min belangrijke
vraagstukken anders denken dan de
„Standaard" en die het leiderschap
eenigszins anders opgevat en toegepast
zouden willen zien, dan dit menigmaal
in genoemd orgaan geschiedt. Ieder
weet dit en kent zulke personen met
naam en toenaam. Ze zijn te vinden
onder de Kamerleden, onder de toon
aangevende mannen in de provinciën
en districten, bij de pers en ook wel
onder de eenvoudige leden der partij
in het land."
De schrijvers der brochure verklaren
geen ander doel te hebben, dan „ver
zoening" te zoeken voor wat ach ter ons
ligt en uitsluitend op waarborg voor de
toekomst bedacht te zijn."
Die waarborg voor de toekomst zoeken
de schrijvers in een reorganisatie van
de antirevolutionaire partij.
Die reorganisatie denken zij zich als
volgt
„1. Dr. Kuyper zelf stelt voor, een
Raad van Advies in te stellen, waarin
de verschillende elementen telken jare
over de hangende vraagstukken en op-
dankhaarheid, dat de goede kasteleines het niet
vergeten kon.
Wat is zjj vriendelijk! Wat is iedereen
toch goed voor mijl dacht Ellen, toen zij op haar
wagen, door ossen getrokken, als in staatsie af
reed. Welk een contrast tusschen dit nieuwe
voertuig en den rammelenden postwagen of de
vlugge stoomboot! Ellen wist in het eerst niet,
of zij het pleizierig vinden zou of nietmaar zij
kwam tot het besluit, dat het toch wel aardig
en eene bijzonder prettige manier van reizen
was. Zeker was er een nadeel aan verbonden,
namelijk, dat z\j verbazend langzaam vooruit
kwamen. Ellen verwonderde zich, dat baar koet
sier zijne dieren niet wat meer aanzette, maar
zij vergat hun langzamen gang weldra bij de
nieuwe looneelen, die zich aan haar voordeden.
De ossen trokken haar zachtjes het eene huis
na het. andere voorbij, en zoo sukkelden z(j voort
zonder dat het aan iets te bemerken was, dat
zij weldra te huis zouden zijn. Hun weg liep
door aangename lanen naar het. Zuiden, maar
week niet van de heuvelen af. Ongeveer een
kwartier van Thirlwall kwamen zij over een
riviertje, dat niet breeder was dan dertig ellen,
en toen zjj daarover heen waren, begon het ai
meer en meer donker te worden. De avond wierp
zjjne zwarte schaduwen over veld en heuvel;
alles werd zwart en somber, zoodat Ellen zich
met de naastbij zijnde voorwerpen moest, tevre
den stellen; want verderop zag zjj niets anders
dan nevelachtige omtrekken. Nu viel hare aan
dacht weder op deze langzame wijze van reizen,
komende geschilpunten van gedachten
kunnen wisselen.
Of met dezen Raad van Advies een
ander college dan het Centraal Comité
of een op andere wijze samengesteld
Centraal Comité bedoeld wordt, is niet
duidelijk en eischt nadere explicatie.
Maar met de gedachte op zichzelve
stemmen wij ten volle in.
2. De deputatenvergaderingen mo
gen niet hooger geschat worden, dan
ze werkelijk waard zijn.
4. Als regel behoort te gelden, dat
de Voorzitter van het Centraal Comité
ook zij lid der Tweede Kamer en Voor
zitter van de Club. En indien dan om
de eene of andere reden de regel niet
gevolgd wordt behoort men over en
weer, in Centraal Comité en in Kamer
club, hiermede rekening te houden en
te bedenken, dat afwijldng van den
regel steeds abnormale gevolgen ver
oorzaakt.
5. Indien de Voorzitter van de Ka
merclub, tengevolge van de overwin
ning bij de stembus, door de Koningin
met de formatie van een nieuw kabi
net wordt belast, ga hij daarbij naar
den eisch van het constitutioneele
leven onzer partij te werk. Deze eisch
sluit ook in, dat hij, als Minister op
tredende, terstond van het voorzitter
schap van het Centraal Comité afstand
doe, en aan de Antirevolutionaire pers,
ook tegenover het bevriende kabinet,
volle zelfstandigheid en vrijheid late.
Maar critiek, bescheiden en openhar
tige critiek dient toch vrij te blijven.
Dr. Kuyper handhaafde deze vrijheid
indertijd zeer sterk tegenover bet Ka-
binet-Mackay en bet Kabinet-Heems
kerk maar natuurlijk moet ze tegen
over elk Ministerie van Rechts gewaar
borgd blijven.
6. Tusschen Kamerclub en partij
(Centraal Comité), kan geen formeele
band bestaan, maar het systeem der
„Vertrauensmanner'is toch sedert
Groen's strijd tegen het Conservatis
me veroordeeld en vindt in onze partij
bij niemand verdediging meer. De
Kamerleden worden niet verkozen op
grond van persoonlijk vertrouwen al
en zij verwonderde zich, dat Van Brund er zoo
bedaard by bleef.
Is het nog ver, eer wjj aan het huis van
tante Forhina komen, vroeg zjj.
Nog een heel eindje. Ziet ge daar voor ons
dien berg? En hierbij wees hij met zijn zweep
naar een heuvel, die vlak westelijk en ongeveer
een groot half uur van hen af lag.
Jawel, dien zie ik, zeide Ellen.
Dat is de Neusberg. En ziet ge nu ook dien
anderen? en hierbij wees hij naar een heuvel,
die een half uur zuidelijker lag; het huis van
Juffrouw Fortuna staat juist aan dezen kant
van dien berg. Het zal ongeveer een half uur
van hier zjjn.
Bjj deze woorden dacht Van Brund aan den
spoed, dien hjj te maken had, en begon zijne
geduldige ossen beurtelings te schelden en te
liefkoozen. De goede dieren schenen er zich
eehler niet veel aan te sloren, want zjj hielden
hun sukkelgang zonder eenige verandering. Hot
was ook misschien ter wille van Ellen, dat Van
Brund ze slechts zelden met de zweep aanraakte.
Dal doet hun in het minst geen kwaad,
zeide hjj. Het dient alleen maar om te herin
neren, dat ik er nog hen, en ge begrijpt, ^at dit
noodig is, om ze aan den gang te houden. Maar
wat ik zeggen wilde, dus zijl ge de nicht van
Juffrouw Fortuna, niet waar?
Jawel, zeide Ellen.
Wel, zeide. Van Brund met eene wanhopige po
ging om eens recht hoffelijk te zjjn ik zou er niets
tegen hebben, als ge ook eene nicht van mjj waart.
leen, maar bepaaldelijk ook opgrond
van hunne politieke geloofsbelijdenis,
hunne instemming met de beginselen
en het werkprogram der Antirevolu
tionaire partij.
7. Aan deze handhaving van de zelf
standigheid der Kamerleden zijn zeer
zeker bezwaren verbonden; ze kan
leiden tot „Einspannerei" tot indivi
dualisme en daardoor tot verzwakking
der partij, in en ook buiten de Kamer.
Deze bezwaren kunnen goeddeels on
dervangen worden door den eisch, dat
de Kamerleden, behoorende tot de
zelfde partij, een club vormen, die
geregeld samenkomt en, althans in ge
wichtige vraagstukken, tot eenheid
zoekt te komen. Want niet alleen de
vrijheid, ook de eenheid heeft haar
eischenvrije en zelfstandige over
tuiging heeft waarde, maar ook het
partijverband. En misschien zou als
regel gesteld, schoon niet opgelegd
mogen worden, dat een Kamerlid al
leen dan tegen zijne partij mag stem
men, indien zijn geweten hem niet
toelaat anders te handelen. Want het
is nooit goed, iets tegen zijn geweten
te doen.
Maar deze vrijheid moet dan ook
volkomen geëerbiedigd worden. En in
dezen tijd meer nog dan anders. Want
grooter gevaar dan de zelfstandigheid
der Kamerleden is hunne toenemende
afhankelijkheid.
8. Ook de Anti-revolutioDaire pers
dient in de organisatie opgenomen te
worden. Wij hebben toch te rekenen
met het feit, dat naast en rondom de
Standaard de zoogenaamde „kleine"
pers hoe langer zoo meer aan betee-
kenis wint. Zonder een van de bekwa
me en ijverige mede redacteuren in
zijn menigmaal tezeer miskenden ar
beid te kort te doen, kunnen we zeg
gen, dat de Standaard, met dr. Kuy
per slaat en valt.
Om deze reden verdient het over
weging, om ook tusschen partij en pers
een zeker verband ie leggen.
9. Indien eene organisatie, als hier
in schets ontworpen werd, tot stand
mocht komen, zou de verwachtiDg van
Deze beleefdheid van Van Brund verwonderde
Ellen een weinig, en daar zij niet wist wat zjj
daarop antwoorden zou zweeg zjj. Intusschen
had Van Brund eens buitengewoon zijn best ge
daan, om recht spraakzaam te zijn; maar nu had
hij zich ook geheel en al uitgeput, zoodat hjj op
op den wagen plaats nam en geen woord meer
sprak, uitgenomen van van tijd tot tijd eenige
krachtige uitroepingen, die Ellens verwondering
in hooge male opwekten. Zooveel kon zij er wel
uit opmaken, dat de woorden voor de ooren
van de ossen bestemd warenmaar wat ze be-
teekenden, begreep zij niet.
Zoo sukkelden zjj zeer langzaam voort en het
werd donker. En naar de schoone, zwijgende
sterren opziende, dacht zjj aan hare lieve moe
der, die nu ver van haar verwijderd was. en
hoe lang het reeds geleden was, sedert zjj haar
verlaten had, en liierbjj vloeiden hare tranen in
groote druppelen langs hare wangen. Maar dan
dacht zij ook weder aan dien grooten God, die
de sterren gemaakt liad en gezeten was boven
den klooi der aarde, en dio hare moeder en
haar nu beiden kon zien en hooren en zegenen
ofschoon zjj ieder op eene afzonderlijke plaats
waren. En nu hief zij haar gezicht niet meer op,
maar verborg liet in hare handen en boog het
in haar schoot, en hare tranen stroomden over
vloedig, terwijl zjj bad, dat God hare lieve moe.-
der mocht zegenen en bewaren. En dit bad zij
niet één- of twee-, maar meermalen, want dat
volle hart kon zich niet in ceno enkele bede
ontlasten.