Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
15de Jaargang.
Woensdag 27 October 19J5.
No. 50 ij
„VOORUIT!"
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Pry's per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
'a-GBAVENIltGK.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te JHlddelharnls.
Prijs der Adverlentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiön aan.
Berichten van 'correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
De belastingontwerpen.
Met de voortvarendheid, die minister
Treub aan den dag legt dank zij zijn
enorme werkkracht, heett hij Maandag
avond de aangekondigde wetsontwerpen
tot belastinghervorming ingediend. Wie
de ontwerpen en de bijbehoorende Me
mories van Toelichting leest, wordt van
bewondering vervuld voor dezen genialen
minister. De Memorie van Toelichting,
waarin hij de Grondslagen van het stel
sel van 's Rijksbelaslingen uiteenzet, is
een meesterstuk. Dr. Kuyper schreef
Zaterdag in de Standaard" een jamme
rende driestar over de mogelijkheid, dat
na 1917 een rechtsche kabinet den li-
nantieelen toestand van het Rijk in orde
zou moeten brengen. Met zou ons niet
verwonderen, als hij na de lezing der
ingediende wetsontwerpen, tot de erken
ning komt, dat slechts een Treub deze
geweldige hervorming tot stand zal kun
nen brengen.
De Minister onderscheidt in zijn uit
eenzetting van de nieuwe Grondslagen,
waarop naar zijne meening het Belas
tingstelsel zal moeten rusten de belas
tingen in le. Zakelijke belastingen (grond
belasting, dividenden tantiómebelasling,
effectenbelasting) 2e Persoonlijke bekis
tingen naar inkomen en vermogen(in
komstenbelasting, vermogensbelasting,
pensioenbelasting, weergeld, vloot belas
ting, belasting van de doode hand, suc
cessiebelasting) 3e verkeersbelastingen
(regestratierecht, zegelrecht, invoerrecht,
statistiekrecht) 4e) verteringsbelastingen
(personeele belasting, plaatskaartenbelas-
tmg, accijnzen, tabak- en kierbelasling,
suiker, geslacht- en zoutaccijns, speel-
kaartenbelasting, belasting op gouden en
zilveren werken, voornamen belasting).
Men ziét het is een heele reeks. Er zijn
belastingen bij, die wij betreuren. Ech
ter, de minister zegt in zijn Memorie:
„Hierbij sta voorop, dat indien het hier
bij gaande ontwerp, al dan niet gewijzigd
het Staatsblad bereikt, de grondslagen
wel geen der Kamers der Slaten Generaal
FEIULLETON
DE WIJDE, WIJDE WERELD
Doon
ELIZABETH WETHERELL.
13)
Hoe zjjt ge zoo bedroefd? reide hij vrien
delijk. Schrei toch niet langer, mijn kind Ver
tel mij eens. wat er aan scheelt; mogelijk kun
nen wjj het wel verhelpen.
Ach neent datknnlgeniet,Mijnheer,zeide
Ellen treurig.
Welnu, laat ons het eens beproeven, zoido
bij. Misschien gelukt het mjj wel. Wat is het,
dal u zoozeer bedroefd heeft?
Ik heb mijne moeder verloren, Mijnheer,
zeide Ellen.
Uwe moedcrl Haar verloren! Hoe?
Zjj is heel ziek, Mjjnheer, en moet over zee
naar Frankrijk gaan, om beter te worden; en
na kon mij niet met baar meenemen, en nu
ben ik genoodzaakt onder vreemden te gaan.
Ach, wat zal ik beginnen?
Hebt ge uwe moeder in de stad achterge
laten
Ja, Mijnheer! Vanmorgen verliet ik haar.
Hoe heet ge?
formeel kan belemmeren in baar vrij
heid van beoordeeliog der verschillende
ontwerpen, die bij dit algemeene ontwerp
behooren."
De Kamer kan dus elk ontwerp naar
zijn eigen waarde beoordeelen. Het doel
van het algemeene ontwerp tot vaststel
ling der grondslagen is geen ander dan
het mogelijk te maken de hoofdlijnen
van den herzieningsarbeid te kunnen
overzien.
Omtrent de mogelijkheid van een
heffing-ineens tot betaling der oorlogs
lasten, zegt de minister:
„Ondergeteekende acht hetonnoodig
de verschillende argumenten door hem
bij de behandeling der Leeningwet
1914 ter best rijd irig van dit denkbeeld
aangevoerd, hier opnieuw uiteen te
zetten. En dit te meer, omdat, naar
hij meent te mogen aannemen, zelfs
de meest overtuigde voorstanders der
heffing in eens zich wel niet meer aan
de illusie zullen overgeven, dat zulk
een heffing de leening 1914 nog zou
kunnen vervangen. Nu de oorlog zoo
veel langer duurt dan over het alge
meen verwacht werd en reeds vast
staat, dat met de leening van 1914 do
buitengewone kosten van den oorlogs
toestand niet geheel zullen zijn te dek
ken, zal het denkbeeld eener heffing
in eens overwogen kunnen en mis
schien wel moeten worden, als de tijd
gekomen zal zijn de vraag te bespre
ken der dekking van de buitengewone
defensie- en crisisuilgaveti, die uit de
leening 1914 niet meer konden worden
bestreden. Het zal wel overbodig zijn
te verzekeren, dat ondergeteekende de
vraag der dekking van die hiogere
uitgaven boven hetgeen uit de leening
1914 is te vinden, niet uit het oog
verliest. Hij meent echter, dat het de
voorkeur verdient thans daaromtrent
nog geen voorstellen te doen en zelfs
nog geen denkbeelden te opperen. Im
mers zal het vraagstuk der dekking
dier hoogere buitengewone uitgaven
ten nauwste samenhangen met het be
drag, waartoe zij zullen oploopen. Aan
gezien nu hieromtrent nog zelfs bij
benadering niets is te bepalen of mei
grond te ramen, zou elk thans geop-
Ellen Montgomery.
Is uwe moeder verplicht voor hare ge
zondheid naar Europa le gaan?
Ach ja, Mjjnheer! Niet9 zou haar anders
bewogen hebben te gaan, maar de dokter zeide,
dal zjj niet lang leven zou, als zjj bet niet deed,
en dat hel haar zou genezen.
Dan hoopt ge haar toch eerlang te
terugkomen, niet waar?
O ja, Mjjnheer; maar dat zal nog wel lang,
heel lang duren; het is mjj, alsof zjj voor altijd
weg is.
Weet ge, wie IIjj is, Ellen, die ons mcl
ziekte en droefheid bezoekt?
.la, Mrjnheer, dat weel ik wel; maar ik
zie niet in, dat dit de zaak lichter maakt.
Weet ge, waarom Hij zc ons toezendt?
Hij is de God der liefde Hij bedroeft ons niet
van liarle, dat heeft Ujj gezegd, waarom
doel Hij ons Ijjdcn? Weet ge dat wel?
Neen, Mjjnheer.
Sonitjjds ziet Hjj, dat zjjne kinderen, wan
neer Hij zc aan zich zelf overlaat, iels, wal hun
op aarde dierbaar is, meer liefhebben dan Hem,
en Hjj weet, dat zij niet gelukkig kunnen zjjn,
wanneer zjj dit doen; en omdat Hjj hen lief heeft,
neemt Hjj het weg, nu eens is het eene dier
bare moeder, dan weer eene geliefde dochter,
ol Hjj belet hun, er zich te zeer in te ver-
bljjden, opdat zjj Hem mogen danken en Hem
hun gansche hart geven.
Ellen weende bitter, tcrwjjl die heer deze
woorden sprak, en zjj klemde zjjne handen nog
perd denkbeeld gevaar loopen door den
loop der omstandigheden te worden
ter zijde gesteld.
Slechts meent ondergeteekende ten
aanzien van dit hoogst belangrijke
punt te mogen en te moeten opmer
ken, dat naar hij hoopt de om
standigheden zullen veroorloven met
een voorstel tot regeling daarvan te
wachten, totdat het geheel der kosten
van den oorlogstoestand zal zijn te
overzien. Mocht echter de toestand van
gewapende neutraliteit nog langer du
ren dan tot het voorjaar van 1916,
dan staat te vreezen dat een tweede
voorstel tot bestrijding der kosten van
den oorlogstoestand zal moeten worden
gedaan, zonder dat dit het karakter
van eindvoorstel zal kunnen dragen.
Met het hier aangeroerde probleem
staat tevens in verband het onderzoek,
waarmede de bij Koninklijk besluit van
5 October 1915 n°. 1, ingestelde Staats
commissie zich thans bezig houdt, om
trent de wijze waarop eene tijdelijke
belasting kan worden ingericht, welke
ten doel heeft buitengewone vermeer
dering van inkomen of van vermogen
als direct of indirect gevolg van aen
oorlogstoestand te treffen. In een alge
meen stelsel van blijvende belastingen
behoort zulk een heffing in geen ge
val thuis."
De minister rekent uit zijn nieuw
belastingstelsel boven de bestaande hef-
fingeu, met inbegrip der opcenten voor
de Staatsleening, rond 61 millioen te
krijgen. De uitgaven, die gedekt zullen
moeten worden en het tekort dat aan
gezuiverd moet worden becijfert de mi
nister eveneens op 61 millioen.
In een volgend artikel zullen wij na
gaan, welk bedrag uit de verschillende
belastingen moet komen.
De Anonieme Bouquet.
De pendule In het elegante salon van de
Leibergs wees al negen en nog altijd ver
toefde de heer des huizes binnen zjjn vier
muren Het ontbjjt was veel later dan an
ders; heel de huishouding had iets onge
woons. Nu eens fluisterde een der kinderen
papa iets in het oordan weer gaf de
heer Leiberg geheimzinnig een opdracht
aan het dienstmeisje. Intusschen werd er
vooitdurend gebeld en werden er ruikers
en in papier gewikkelde voorwerpen aan
het adres van mevrouw Leiberg afgegeven.
Het was de verjaardag van de vrouw des
huizes. In het salon stond de feesttafel ge
reed, beladen met die min of meer overbodige
dingen, waarmede de dames zich gaarne
zien verrassen. In het midden lagen ge
schenken van haren man: een prachtig
collier, pas uitgekomen boeken, nieuw ver
schenen muziek, een keurige mantel en hoed,
en een fjjn nieuwerwetsch postpapier.Daar
naast de handwerkjes der kinderen, wel
niet geheel een verrassing voor mama,
maar baar daarom niet minder lief en dier
baar wat verder cadeautjes van familie
leden, meer van goeden wil, dan van smaak
getuigend. Omdat alles heen stoDd een zes
tal bouqeutten geschaald, tamelijk van om
vang en een half dozjjn bonbondoozen, de
schatting der huisvrienden voor de zoo en
zooveel in den loop van het jaar genoten
soupers en diners.
Door hare kinderen feestelijk binnenge
haald, verscheen de heldin van den dag.
Lang jarige oefening had haar geleerd,
waar ze tusschen de schatten de geschen
ken van haren echtgenoot kon vinden. Elk
voorwerp ontlokte haar een kreet van be
wondering en ze gaf daar nadruk aan door
een hartelijke kus. Daarna werden de kin
deren omhelsd en geprezen voor hun vlijt
en nu dwaalden de oogen der jarige naar
de overige geschenken en de bloemen waar
bij haar oog op een bijzonder mooien bou
quet bleef rusten.
- Van wie is die I vroeg mevrouw.
- Ja als we dat nu eens wisten'.Na
tuurlijk weer van je anoniemen aanbidder,
antwoordde haarman Er is geen kaartje bij.
Als van ouds in zwijgende bewonde
ring, las mevrouw. Hoe eenvoudig en toch
aardig gezegd. Wat een heerlijke rozen!
Nu kwam de beDjamin van het gezin een
gelukwensch en verzen voordragen. Hjj
raakte een beetje in de war by het zien
van de groote taart, die op de ontbijttafel
werd neergezet; maar mama merkte het
niet eens, pakte en knuffelde de kleine
feestredenaar en duwde hem een bonbon
in den mond. Daarop zette het gezin zich
aan tafel, maar de jarige at niet veel van
al het lekkers, dat daar stond; haar gedach
ten waren bij de geschenken en de bloe-
o. Ten laatste nam zij de rozen van den
anoniemen gever nog eens ter band.
Die bouquet valt van jaar tot jaar
mooier uit, zei ze glimlachend.
steeds in de hare. Hjj wachtte, totdat zjj wat
kalmer was geworden, en vervolgde toen op
zachteren toon:
Vertel mjj nu eens, hoe het komt, dat ge
uwe moeder zoo liclhebt.
O, dal kan ik u niet zeggen, Mjjnheer;
om allerlei redenen.
Ik geloof dat het hoofdzakelijk komt, om
dat zij liefheeft.
Ja. mijnheer, zeide Ellen niet nadruk.
Maar hoe weet ge, dal zjj u liefheeft Heeft
zjj het laten bljjkcn?
Ellen keek hem aan, maar kon geen autwoord
geven; het scheen haar toe, dal zjj hem daartoe
dc gansche ondervinding van haar leven had
moeten mcdcdeelen.
Ik veronderstel, zeide haar vriend, dat zjj,
om met de kleinste dingen te beginnen, altjjd
met nauwlettende zorgvuldigheid voorzien heeft
in alles, wat u nuttig of noodig kon zjjn; zjj
vergat nooit uwe behoeften of was daaromtrent
zorgeloos?
Neen, waarljjk niet, Mjjnheer.
En wellicht herinnert ge u, dat zjj nooit
moeite of kosten of smart lelde, waar liet uw
welzjjn gold; en dat zjj haar eigen genoegen
ten allen tjjde voor het uwe zou opgeofferd heb
ben?
Ellens oogen gaven hierop een snel en krach
tig antwoord, maar zjj zeide niets.
En in al uwe verdrietelijkheden en genoe
gens waart ge verzekerd, haar steeds bereid en
geneigd te vinden, met en voor u te leven en u,
wanneer zjj kon, te helpen? En ten allen tjjde
hebt ge gezien, hoe zjj zich voor u inspande;
geene vermoeienis putte ooit haar geduld uit;
geene stoutheid van u verminderde ooit hare
liefde; zij werd niet moede, u op te passen,
wanneer ge ziek waart, noch u te vergeven,
wanneer ge uw plicht vergat, en zjj was al
tjjd spoediger gezind om u te ontvangen, dan
jj om terug te keeren. Is het niet zoo?
Ach ja, Mjjnheer. Dat is alles waar.
En gc kunt u menig woord en menigen
blik van goedheid en liefde van haar herinneren,
velerlei pogingen ook om u te leeren en u
op den rechten weg te leiden, die de levendige
begeerte voor uw geluk in deze en iu de toe
komende wereld te kennen gaven?"
O ja, Mynheer, zeide Ellen niet tranen in
de oogen en voegde er toen bjj: Kent ge rujjne
moeder dan, Mjjnheer?
Neen, zeide hjj glimlachende, in het geheel
niet; maar mjjne eigene moeder heeft in menig
opzicht evenzoo jegens mjj gehandeld, en ik
oordeelde, dat de uwe wellicht cvenzoo jegens
u gehandeld had. Ilcb ik haar juist beschreven?
Ja waarljjk, Mjjnheer, zeide Ellen, volkomen.
En voor dat alles hebt ge wederkeerig aan
die geliefde moeder de liefde en dankbaarheid
van uw gansche hart geschonken, niet waar?
Ja, dat heb ik gedaan, Mjjnheer; en Ellens
gelaal zeide bierbjj nog meer dan hare woorden.
Ge hebt volkomen gelijk, zeide hjj ernstig
dat ge zulk eene moeder liefhebt en haar alle
mogeljjke genegenheid loewjjdt; want zjj ver-