Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD
15do Jaargang.
Woensdag 8 September 1915.
No. 43
„VOORUIT!"
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
's-CBAVEKUIGE.
Uitgave tier
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
tc Bllddelharnls.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel'meer0,10
G-roote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaus
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Mlddelharnis.
)e vinger op de wondeplek gelegd.
Reeds sinds maanden wordt er met
enigen ophef in de Rechtsche bladen
aelding van gemaakt, dat de tegenwoor-
ige regeering, ook voortgekomen uit den
trijd voor den vrijhandel, allerlei maat-
egelen neemt om dien vrijhandel aan
landen te leggen, maatregelen, die heel
»at krachtiger ingrijpen dan welke ta-
iefsverhoogmg ook. Volledigheidshalve
ij vermeld, dat tevens niet wordt ver
wegen, dat de Regeering zulks niet
oet uit protectionistische overwegingen,
ïaar om onnoodige prijsstijging te voor
omen, en conflicten met het buitenland
ontgaan.
Wij moeten nog eens verklaren, dat
ij de vreugde over dit feit bij de Recht-
:be bladen niet begrijpen, want waar
anoemde maatregelen van ae Regeering
leen gewettigd worden door de gansch
bnormale toestanden, waaronder wij
iven, wordt vrijwel ieder ingrijpen in
en vrijhandel tot iets abnormaals ge-
empeld, en keert, wat thans geschiedt,
ch dus eerder tegen de voorstanders
Kin tegen de tegenstanders vanTariefs-
erhooging.
Eigenaardig is het echter, dat zij, die
.et ophef van genoemde maatregelen
)reken, als zou daarin een pleidooi voor
ït protectionisme liggen, vaak tegelijk
Hlven argumenten daartegen aanvoeren.
>o weer „De Standaard" van 27 Augus-
is 1.1.
Nadat dit anti-revolutionaire orgaan
op gewezen heeft, dat de Regeering
aatregelen heeft genomen, die diep in
it vrijhandelsstclsel ingrijpen, zegt het
«De groote vraag is echter, of de Regee-
ng steeds slaagt in het bereiken van
lar oogmerken. Haar taak is op dit
ibied zeer moeilijk, en het spreekt van-
'lf, dat zij zich voortdurend moet laten
>orlichten door deskundigen. Evenwel
;bben die deskundigen wel eens het
■vel, dat ze tevens belanghebbenden
FEUILLETON.
[>E WIJDE, WIJDE WERELD
ELIZABETH WETHERELL.
HOOFDSTUK IV.
■el bitterzoet des levens.
Toen de maaltijd geëindigd en de tafel afgc-
men was, bleven moeder en dochter, gelijk
allyd 7.oo gaarne deden, weder alleen. Het
s reeds laat op den middag, en het begon al
nker te worden; want do lucht, die desnior-
as zoo helder was, was nu betrokken, en de
nd, die zich van tjjd tot lijd verhief, deed
li hooren. Mevrouw Montgemery lag, als naar
«■oonte, op de sofa, op haar gemak, zoo het
leen; en Ellen zat op een bankje voor het
or, zeer bepaald op haar gemak. Zy gliin-
hte toen zij dep blik harer moeder ontmoette.
Ge hebt mij vandaag recht gelukkig ge-
akt. ma.
- Daar ben ik hljj om, lieve kind. Ik dacht
l wel. Ik geloof, dat dit alles mij evenveel
loegen gedaan heeft als u, Ellen; mijue ge-
zijn. En hierin schuilt een niet gering
gevaar. Een belanghebbende, ook al is
hij ook de meest eerlijke en sociaal-voe
lende man, beziet toch de zaken altijd
meer uit een bepaald oogpunt. Jarenlang
gewoon, om van uit dat oogpunt het
economische leven te beschouwen, moet
het hem zeer moeilijk vallen, geheel
objectief te blijven, ook waar de Regee-
ring hem raadpleegt in buitengewone
tijdsomstandigheden.''
De door ons aangehaalde passus is ge
heel, en nog sterker, van toepassing op
eene verhooging van het Tarief. Ook
dan moeten door de Regeering deskun
digen worden gehoord we zullen het
ondenkbare geval nu maar uitschakelen,
dat men in de dopartementale bureaux
zoo'n verhooging zou willen bekokstoven,
heelemaal geen voeling houdende met
liet leven daarbuiten. Maar die deskun
digen zijn allen belanghebbenden, die
hun handel of hun industrie uitsluitend
drijven om winst te maken, die dus de
belangen van den handel en van de
industrie geheel identiek achten met de
belangen van hun eigen handel en
hun eigen industrie, en die dus*al in
zeer slechte conditie staan om de belangen
van het geheel te overzien. Ongerekend,
dat in de tegenwoordige omstandigheden,
nu we allen onder de wereldramp zuch
ten, de nood van allen eenige rem zou
kunnen aanleggen aan al de egoïlische
gevoelens, maar dat men die rem in ge
wone tijden geheel mist.
Daar komt erger bij.
Er zijn er natuurlijk altijd onder onze
industrieelen en onze handelslui, die
profijt hebben van de verhooging van
het tarief, al zullen deze bronnen van
volkswelvaart in haar geheel daarvan
dan ook schade lijden. Van deze daad
zaak zal het gevolg wezen, dat zij, die
in Tariefsverhooging eene bevoordeeling
zien van eigen portemonnaie, maar die
bevoordeeling nog niet konden erlangen,
al hun invloed bij hun politieke vrienden
zullen aanwenden om het zoover te krij
gen, ja, zelfs hun steun bij verkiezingen
afhankelijk zullen stellen van de vraag,
of de candidaat, als hij verkozen zal zijn,
daartoe al zijne krachten wil inspannen.
Dat dit geen schrikbeeld zonder meer
is, leert ons bet Buitenland maar al te
vaak. En waar het verkrijgen van Ta
riefsverhooging of belasting voor het
concurreerend product uit het Buiten
land den inlandschen producent groote
winsten kan opleveren, ontstaat daar
door een nieuw gevaarhet oefenen van
invloed op de departementen door geld.
We erkennen, dat dit gevaar voorshands
niet groot is, waar ae Nederlandsche
ambtenaar zich zoo terecht verheugt in
den roep van absolute onomkoopbaar
heid: maar het is goed bet kwaad in
zijn begin tegen te gaan, en wat men
elders aan wantoestanden beeft moeten
aanschouwen in deze, is ook met van
huis uit-plichtvolle ambtenaren begon
nen.
Waarlijk, „De Standaard" heeft den
vinger wel op de wonde plek gelegd de
deskundigen, die eventueel eene Regee
ring over protectionistische maatregelen
zullen hebben te adviseeren, zijn belang
hebbenden, steeds-belanghebbenden
aarts-belanghebbenden, en dit maakt de
ze zaak, atgezien van alle andere groote
nadeelen, die er aan verbonden zijn, nog
weer bedenkelijker.
scbcnken zullen u tot herinneringsteckcncn
strekken, zoo ge ooit in verzoeking mocht ko
men, mijne lessen te vergeten. Wanneer ge ver
zuimt, my brieven tc zenden, of wanneer de
brieven, die ge my zendt, niet zoo zjjn als bel
wel behoorde, dan, denk ik, zal de cassette
schande over u roepen. En wanneer ge ooit mei
een gat in uwe kous loopt, of met een scheur
in uwe jurk. of zonder band aan ,uw rok, dan
hoop ik, dat het gezicht van uw werkdoosje u
zal doen blozen,
Een werkdoosje, ma?
O, het is waar ook, ge hebt het nog
niet gezien.
Neen, ma. Wat bedoelt ge
Wel, beste meid, dat was iels, waaraan
ge de meeste behoefte hadtmaar het was, dacht
mij, het best, u vanmorgen niet te overladen.
Terwyl gjj dus in den winkel rondliep om alles
tc bezichtigen, koos ik een werkdoosje voor u
uit, dat ik van het noodigc voorzag.
O, ma, ma, zeide Ellen, terwyl zy van
blijdschap opsprong en in de handen klapte,
wat zal ik doen. O, het is te veel, ma!
En dat scheen het ook werkelijk; want Ellen
ging zitten en begon tc schreien. Hare moeder
slak haar stilzwijgend de hand toe, diezij met
alle teekencn van dankbaarheid, liefde cn 'droef
heid drukte en kuste; totdal zij, door dezelfde
hand zachtjes getrokken, weder in de armen
en aan de borst harer moeder rustte. Aan den
welbekende rustplaats lag zy kalm en zacht,
totdat de schemering van den achtermiddag
Belasting naar draagkracht.
Zooals men weet, strijdt Links steeds
voor belasting naar draagkracht en vindt
zij Rechts daarbij steeds tegenover zich.
De anti-revolutionaire partij dorst zelfs
in 1897 als verkiezingsleus aan te heffen
Invoerrecht op het graan om daaruit de
Invaliditeitsverzekering te betalen. En
ze liet in 1901 die leus alleen vallen,
„omdat ze in 1897 niet gepakt had"
niet omdat het haar toch te veel bezwaar
de deze sociale verzekering in |de eerste
plaats door de broodeters, d. z. de kleine
luiden, te doen betalen. Als er dan ook
in anti-revolutionaire kringen geroepen
wordt om „belasting naar draagkracht",
is ons dat bijzonder welkom, tenzij er
om iets anders geroepen wordt dan wat
men onder belasting naar draagkracht
pleegt te verstaan en ook moet verstaan
en dat blijkt ons bij het „Friesch Dag
blad" het geval te zijn.
voor de avondschaduw plaats maakte, cn het
eindelyk geheel duisler werd, zoodat er geen
ander licht overbleef dan hel schijnsel van het
vuur.
Ofschoon moeder en dochter eene geruime
poos geen enkel woord spraken, zoo sliep laatst
genoemde toch niet: hare oogen waren op den
rooden gloed van de kolen op den haard geves
tigd, cn zy was in gepeinzen verzonken, doch
niet daarover. Menige ernstige gedachte vloog
er door baar hoofdje en ontroerde haar hart;
zy dacht slechts weinig aan hare nieuwe geschen
ken cn goede voornemens, inaar des temeer
aan hare moeder. Zij dacht, hoe dierbaar haar
liet hart was, dal zy legen hare wang voelde
kloppen, zy dacht, dat niets ter wereld halen
Icon by het genot van daar te liggen, - zy dacht,
dat liet zelfs verkieslijker was, 7.00 aan de borst
harer moeder te sterven, dan lang zonder haar
in de wereld te leven, zij gevoelde, dat haar
op aarde of in den hemel niets zoo dierbaar
was. Eensklaps echter verbrak zy het stilzwijgen.
Ach, ma, wat zal ik toch zonder u be
ginnen?
Deze vraag vond, helaasl maar al te zeer weer
klank in het hart van Mevrouw Montgomery,
zy kon bijna niet antwoorden. Toch bedwong
zy hare aandoening en sprak met een lichte
trilling in hare stem over Hem, die zyze kin
deren Diel alleen laai. Daarna vervielen zy we
der in stilzwijgen en Ellen lag kalm en stil aan
de borsl harer moeder geleund. Nadat er ech-
1 ter drie kwartier "verstreken was, vond een on-
Genoemd anti-revolutionair blad heeft
zijne gedachten laten gaan, op welke
wijze wij na den vrede (moge bet spoe
dig zijn) alle kosten zullen kunnen liqui
deeren, die de oorlogstoestand ons dwong
te maken, en dan schrijft het
„Straks moet de groote oorlogsreke
ning worden betaald, 't Laat zich nu
reeds aanzien, dat daarbij het ganscbe
stelsel volgens hetwelk de Staat zijn
inkomsten krijgt, zal moeten worden
herzien.
Tweeërlei is dan noodig. Vooreerst,
dat er met de gewijzigde draagkracht,
waardoor soms gansche lagen, klassen
of standen der bevolking óf sterker
geworden zijn, óf zwaarder lasten te
dragen kregen, beter gerekend worden
dan thans het geval is En ten tweede,
dat de extra winsten ad nu reeds een
miliard en 't is onzentwege gegund
als 't eerlijk verkregen is dan ook
extra in eens worden aangesproken.
Dat is belasten „naar draagkracht."
Deze uiting doet ietwat vreemd aan.
Het is toch onjuist, dat, als men belas
ting naar draagkracht in deze wil heb
ben, dat dan „bet gansche stelsel volgens
hetwelk de Staat zijn inkomsten krijgt,
zal moeten worden herzien." Want
onze Inkomstenbelasting is de
belasting bij uitnemendheid naar
draagkracht, en zij, die door den oor
logstoestand hun inkomen zagen ver
meerderen, zullen daarin meer betalen
dan voorheen. Het eenige wat men zou
kunnen doen, om nog meer met de draag
kracht te rekenen, is de oorlogskosten
ineens om te slaan over de grootere
vermogens en inkomens, of, als men
aan het opcentenstelsel vast wil houden,
in 1917 te besluiten, dat die opcenten
sterk progressief zullen geheven worden,
te beginnen b.v. bij de vermogens van
t 75,000 en de inkomens uit arbeid van
f 5000. Wil het „Friesche Dagblad"
zulks?
Wij vragen dit, omdat het uit haar
schrijven wel lijkt, of zij enkel het oog
op de oorlogswinst heeft om daaruit de
kosten van den oorlogstoestand te beta
len. En dan willen wij dadelijk waar
schuwen tegen de propageering van het
verwacht likken op de deur moeder en dochter
slapende; hel tikken moest nog een paar malen
herhaald worden, eer het gehoord werd.
Wal is dat, ma? vroeg Ellen opspringende.
Er is iemand aan de deur: Doe gauw open
Ellen.
Ellen deed de deur open, cn een man, die met
pakken beladen was, (rad binnen.
O 111a, daar is mijn goedriep Ellen uit,
terwyl zy in de banden klapte, hier is heil
De man legde zijne pakjes op de tafel neer en
vertrok.
O, ma, wat ben ik bljj, dat het gekomen
is I Had ik nu maar licht I Dat is myn cassette,
dat weet ik, want het is het grootste, en ik
denk, dat dit myne kapdoos is, ten minste voor
zooverre ik op het gevoel gissen kan, ja. het
is 7,00, hier is het handvatsel; en dat is mijn
beelderig werkdoosje niet zoo groot als de
cassette, maar ook niet zoo klein als de kap
doos. Ach, ma, mag ik niet om liebt schellen?
Dit was echter niet noodig; want juist trad
de meid binnen en bracht de gewcnschte kaar
sen en het niet gewenschtetheegoed. Ellen sprong
op do kluchtigste wijze rond, tot zy eensklaps
by het zien van het theegoed staan bleef cn zeer
ernstig keek.
Wel, ma. wil ik u eens vertellen, wat ik
doen zal? zeide zy na zich een oogenblik be
dacht te hebben; ik zal eerst thee zetten,voor
dat ik een enkel pakje losmaak. Zal dat niet
bet beste zyn, ma? Ik weet toch wel, dat ik,
als ik eens met uitpakken begonnen ben, er