Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD.
I 5d» Jaargang.
Woensdag 28 Juli 1915.
No. 37
„VOORUIT!"
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prys per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
's-G RAVEN H1GE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te ffllddelharnls.
Prijs der Advertentiënvan 1 - 6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Het Comité-Generaal.
In breede kringen zal het in het land
voldoening geven, dat het er eindelijk
toe gekomen is, dat de Tweede Kamer
in comité-generaal is gegaan om ver
schillende zaken, op de defensie betrek
king hebbende, te bespreken. Reeds
maanden geleden is door verschillende
leden van de Kamer op een zitting met
gesloten deuren aangedrongen. Tot nu
toe was die aandrang steeds vergeefs.
Het is aan de speech van den heer
Marchant en de daarop gevolgde motie-
Lobman te danken, dat thans is ver
kregen, wat maanden lang is geweigerd.
Het eenige, wat men kan betreuren, is,
dat zoo ernstige woorden, als de heer
Marchant liet hooren, noodig waren om
eindelijk tot een besloten bijeenkomst
der Kamer te komen. Wij verstaan het,
dat de redering bezwaar heeft tal van
kwesties in het openbaar te doen be
spreken. Al, wat het interne der leger-
organisatie raakt, dient buiten openbare
bespreking gehouden te worden. De
Kamer, die de celden voor de militaire
doeleinden heelt te voteeren en con-
tróle en critiek oefent op do daden der
regeering, mag o.i. vragen dat haar vol
doende voorlichting wordt verstrekt.
Wij hebben het altijd een zeer ge
vaarlijk standpunt geacht, dat door som
migen werd ingenomen. Het standpunt
nl., dat in de buitengewone tijdsomstan
digheden de volksvertegenwoordiging
zichzelve geheel moest uitschakelen.
Een dergelijke houding is niet ver-
eenigbaar met de rechten, die grondwet
telijk aan de volksvertegenwoordiging
zijn toegekend. Wij verstaan het, dat het
Parlement de grootste tegemoetkoming
tegenover de regeering betracht. De
Tweede Kamer heeft dat in hooge mate
gedaan en juist de Senaat, nog wel rem
tegen volkswaan en overijling genoemd,
is daarin telkens tekort geschoten. De
wijze waarop dit Hooge College bij de
Eedskwestie en Treub's vermogens-
ontwerp heeft geageerd en de manier
waarop onder leiding van Regout en
Colijn door de senatoren is geageerd
tegen Lely en Pleyte, is kortweg gezegd
ergerlijk geweest. De eerste Kamer heeft
de grens van het geoorloofde in dezen
verre overschreden. Bij alle critiek in
de Tweede Kamer geoefend, heeft de
meerderheid zich steeds aan de zijde der
regeering geschaard. Doch daarnaast
neefi men begrepen, dat de volksver
tegenwoordiging van het recht tot critiek
en controle gebruik moest maken. Wij
zijn er van overtuigd, dat de geoefende
critiek meermalen tot verbetering van
den heefl gèleidWeenemi°g miSS'an-
meü.njet meenen, dat de critiek
der Kamerleden nauw verband houdt
vöro» -l'n& de regeering
verstrekt? Hoe juister de voorlichting,
hoe gematigder de critiek.
°«?trer>! legertoestanden kon die'voor-
uchting niet openbaar worden verstrekt.
»hoiaar,i0m v.er'ieugf het ons zoozeer, dat
is ingeslagen en de
vnLÜrin? 6 t ver*rouwensmannen des
8 ook in haar vertrouwen genomen
heeft om haar waardevolle inlichtingen
te verstrekken.
Van het besprokene in comité-gene
raal zal de buitenstaander nimmer iets
vernemen. Toch zal het in breeden kring
gerustheid en voldoening wekken, dat
thans de regeering bereid is gevonden
zij het dan ook geheim de Kamer
haar voorlichting omtrent een zoo aller
gewichtigste zaak als de landsverdediging,
te verstrekken.
De socialistische agitatie.
De lezer zal zich berin neren dat de
sociaaldemocraten getracht hebben een
geweldige agitatie tegen het ontwerp
Landstormwet te verwekken. In protest-
meetings en in hoofdartikelen van Het
Volk werden de „bewuste" volgelingen
opgezet tegen het regeeringsvoorstel, dat
als een bloedwet werd afgeschilderd. De
behandeling van het ontwerp in de kamer
is afgeloopen. Wat is thans door de actie
van vrijzinnige zijde bereikt? Het vol
gende
Voor de landstorm zullen alleen zij
in aanmerking komen, die van 20 tot
30 jaar oud, lot nu toe vrij waren van
militiedienst. Wie eenmaal is afgekeurd,
blijft afgekeurd. Achtereenvolgens zullen
nu de vrijgestelde jongemannen van 20
tot 22 jaar en zoo vervolgens worden
opgeroepen. Zoodra de Eerste Kamer het
'wetsontwerp zal hebben goedgekeurd
worden bij Koninklijk besluit de jaar
klassen, 1914 en 1913 bij den landstorm
ingedeeld. De eerste jaarklasse, die van
1915 hoopt men in Augustus in te lijven,
die van 1914 in September. Zoo mogelijk
zal elke maand een jaarklasse volgen.
Opdat ieder tijdig zijn zaken kan regelen
wordt lang van te voren de oproeping
in de Staatscourant vermeld De nieuwe
landstormers zullen vier maanden wor
den geoefend. In December gaat dan het
eerste contingent landweermannen naar
huis. Telkens als een jaarklasse land-
stormers vier maanden is geoefend en
daarna bij het gemobilisecree leger wordt
ingedeeld, gaan evenveel landweerman
nen naar huis.
Er zullen wel meer landstormers wor
den opgeroepen dan het totaal aantal
landweermannen bedraagt. Mocht blijken
dat er meer landstormers beneden 30
jaar zijn dan de land weermanschappen
telt, dan zal de regeering dit raeeraere
niet (onder de wapenen kunnen roepen
zonder machtiging van de Tweede- en
Eerste Kamer.
Ziedaar de beteekenis van den „bloed
wel" der heeren sociaal-democraten I
Zij hebben eerst de actie tegen het
bruinbrood der regeering opgezet om
politiek voordeel te behalen. Die agitatie
is allerjammerlijkst voor de heeren mis
lukt.
Thans zal het net zoo gaan met de
hoog opgezette beweging tegen de Land
stormwet. Hadden de sociaal-democraten
hun zin gekregen, dan ware de wet ver
worpen en bleven de landweermannen
onder de wapenen. Immers, de regeering
heeft uitdrukkelijk verklaard, dat zij de
landweer niet naar huis stuurt, voor er
landstorm voor in de plaats komt.
De landweermannen zouden dus van
de sociaaldemocraten niet anders hebben
verkregen dan dat zij tot het einde van
den wereldoorlog onder de wapenen
hadden moeten blijven.
D e schijDschoone motie—Ter Laan om
landweerlichtingen naar huis te sturen,
was niet anders dan verlakkerij. De
sociaaldemocraten wisten van te voren
dat deze motie voor de regeering onaan
nemelijk was.
De heer Schaper, die mr. Troelstra als
leider is opgevolgd, trachtte wel in een
rede vol grappen de mooie rol voor zijn
partij op te eischen, doch de heeren
waren niet anders dan ridders van de
droeve figuur.
De landstormwet heeft geheel het ka
rakter gekregen, wat zij o. i. moest heb
ben. Naast de vorming van een weerbare
reserve is bet de uitdrukkelijke bedoe
ling het ontwerp een aflossingswet voor
de landweer te doen zijn.
Wij verheugen ons (daarin. Het is niet
meer dan billijk dat jongelieden, die tot
nu toe van den dienst vrijliepen, de
plaats gaan innemen van de duizenden
landweermannen, die reeds een jaar on
der de wapenen staan.
Juist daarom zal de socialistische agi
tatie op een jammerlijke mislukking
uitloopeu
Nederlandsche Anti oorlog Raad.
In verband met verschillende mededee-
lingen in Nederlandsche dagbladen omtrent
een Internationaal Vredescongres, dat in
October in Zwitserland zou worden gehou
den, stelt het Bestuur van den Ned. Anti-
Oorlog Baad er prijs op, te verklaren, dat
de meer juiste inrichting hier omtrent ge
vonden wordt in een telegram uit Bern aan
de Frankfurter Zeitung, dat aldus luidt:
„Die schweizerische Vereiniging zum Stu
dium der Grundlagen eiues dauerhaften
Friedensvertrages" zal in opdracht van de
Haagsche Centrale Organisatie voor een
Duurzamen Vrede, in het najaar te Bern
een groot internationaal Studiecongres
voorbereiden.
Hieruit blijkt derhalve, dat dit congres
uitgaat van de Centrale Organisatie voor
een Duurzamen Vrede, waarvan de Ned.
Anti-Oorlog Raad het bureau vormt. Het
Studiecongres zal zooveel mogelijk in bij
zonderheden behandelen de vijf punten van
het bekende Minimum-Program der Centrale
Organisatie, terwijl rapporteurs uit de ver
schillende oorlogvoerende en neutrale lan
den de leiding der beraadslagingen op zich
zullen nemen. Het Bestuur van den Ned.
Anti-Oorlog Raad heeft in overleg met het
Bestuur der Zwitsersche Vereeniging zich
voor dit doel reeds weten te verzekeren van
de medewerking van staatslieden en geleer
den van groot aanzien. Ook zullen rappor
ten van de verschilleude Studiecommissies
aan den Ned. Anti-Oorlog Raad aan het
Congres worden voorgelegd.
Ten einde deelneming ook vanFransche
en Italiaansche zijde te bevorderen, is dit
maal als plaats van het Congres, dat een
voortzetting is van de Internationale Bij
eenkomst, welke in April te'sGravenhage
gehouden is, Bern gekozen.
In verband hiermede heeft dezer dagen
een Bestuurslid van den Ned. Anti-Oorlog
Raad, namens de Internationale Centrale
Organisatie vooreen Duurzamen Vrede, een
bezoek gebracht bij den Zwitserschen Mi
nister van BuitenlaDd8che Zaken, ten einde
medeeling te doen van het voornemen, het
internationaal Congres op Zwitserschen
bodem te doen plaats vinden en zich zoo
mogelijk te vergewissen, dat hiertegen by
de Zwitsersche Regeering geen bezwaar
bestaat. De Zwitsersche Minister heeft te
dien aanzien een gunstig antwoord gegeven
TANTE ANNA'S PRINCIPES.
De jonge Lord Rubbord was nog slechts
kort getrouwd met de AmeTikaansche Miss
Needoch toen er op een morgen een brief
kwam, die mededeelde dat tante Anna be
sloten had den wintertijd op hel kasteel te
komen doorbrengen.
Ofschoon de jonge lady was gezegend
met een groote dosis vriendelijkheid en har
telijke goedheid, ook aardsche goederen die
volgens sommigen voor den jongen lord
wel het meest aantrekkelijk waren betwij
felde hij ten zeerste of tante Anna over
de jonge vrouw tevreden zou zyn en meer
nog of zijn jeugdige echtgenoote, wier wil
steeds wel geweest was, niet heel spoedig
in botsing zou komen met tante Anna.
Deze was een andere lastige dame, een
soort familie-antiquiteit. Zij was aim en
leefde door de liefdadigheid harer failieleden.
Doch van dankbaarheid was bij haar nooit
sprake. Zij aanvaardde de goedheden als
iets van zelfs sprekends en was nimmer
voldaan, daar zij meende hierop en op meer
nog het volste recht te hebben.
In dezen brief deelde ze mede, dat ze be
sloten bad gedurende den winter eenigen
tijd op het kasteel te vertoeven, en dat ze de
volgende avond zou aankomen.
Zwijgend overhandigde lord Vandaleden
brief aan zijn vrouw, die hem verwonderd
las.
Wie is tante Anna, vroeg zij. Ik ontmoette
haar nooit.
Dat is juist de kwestie, begon lord Van-
dale. Zij is een oud, excentriek menschen
leeft op kosten der familie. Zy meent dat
we allen haar onderdanig moeten wezen
en dat zy met en bij ons kan doen en laten
wat ze wil. Gewoonlijk is ze in een zeer on
aangenaam humeur en zegt ze ook onaan
gename dingen. Ik vrees, dat je niet met
haar over weg zult kunnen. Waarschijnlijk
meent ze als oudste van jullie beiden de
leiding te moeten nemen hier in huis, dat
ze bovendien eigenlijk als het hare be
schouwt, daar zy er geboren is, en er woonde,
totdat de andere broers en zuster gehuwd
waren en mijne vader als oudste van hen.
het kasteel betrad. Zij woont 's zomers in
Londen doch brengt de wintermaanden
door by de familie. Wy allen welen wel,
dat ze dat doet uit financieele overwegingen
doch houden ons als geloofden wy haar
argument, dat zy het doet voor gezelligheid
en terwille van ons. Het spruit alles voort
uit een soort eerbied voor de familie-traditie,
die niet gedoogt dat één der leden, voor
de buitenwereld aan lager wal zou raken.
Ik vrees echter, dat jy met je Amerikaan-
scbe ideéen dat niet begrijpen zult en dat
je tante Anna niet zult kunnen behandelen
met dien eerbied, die zy meent, dat haar
toekomt. We zullen zien, antwoordde zyn
vrouw luchthartig en daarna geruststellend.
Ter wille van jou zal ik mijn best doen.
Lord Rubbord wierp zyn vrouw een blik
vol dankbaarheid toe en ging orders geven
om de ontvangst van Tante Anna voor te
bereiden.
De auto werd afgezonden om tante Anna
te halen en toen de wagen de oprijlaan
inkwam liep de jonge lady den wagen tege
moet, terwijl de heer des Huizes reeds be
neden wachtte.
Hy was Tante Anna behulpzaam by het
uitstappen en omhelsde haar. Zy scheen
deze hartelijkheid echter niet bijzonder te
waardeeren en zetten bijna verontwaardigd
haar hoed recht, die door lord Vandale's
begroeting scheef gezakt was.
De jonge man stelde haar voor aan zyn
vrouw en tante Anna drukte slechts koeltjes
de hand, die haar met zooveel hartelijkheid
aangeboden was.
ZÖ wierp een onderzoekenden blik op
haar nieuwe bloedverwanten en wendde
zich tot lord Rubbord. Voor ik het vergeet,
zei ze op haar gewonen onaangenamen
toon, wil ik je verzoeken een volgende