Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. t5de Jaargang. Woensdag 7 Juli 19J5. No. 34 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kauiér Staten-Generaal, '«•GBAVEIUUGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te middclharnls. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De Landstormwet. In de bestrijding van de Landstorm wet heeft de S. D. A. P. een punt ge vonden, waarvan gezamenlijke actie der partij, die na het Arnhemsche congres wel eenig ralliement noodig had, kan uitgaan. Nu de wittebroodsactie waar van men trouwens niet meer hoort geheel mislukt is door de uitnemende qualiteit van het bruine Regeerings- brood, kan haar dit ontwerp uit een partij-oogpunt bekeken, zeker niet an ders dan dubbel welkom zijn. Haar ge noegen zal echter wel cenigszins ver stoord worden door het feit, dat de S. 1). P. het moedergenootschap het recht ontzegt, na de stem aan de oorlogs- credieten gegeven, tegen deze wet op le komen, en heel wat principieoler strijd tegen de „bloedhonden" annonceert. De hoofdgrief van de S. D. A. P. tegen dit ontwerp is, dat het door een boozen geest zou zijn geïnspireerd, en wel door hen, die ons in den Euro- peeschen oorlog willen sleepen. Nu zijn wij het met de sociaal-democraten vol komen eens, dat tegen deze menschen niet krachtig genoeg positie kan geno men worden, wij hebben de diepste minachting voor het gewetenloos ge schrijf van „De Telegraaf', wij hetreuren het ten zeerste dat een man als de heer Elout zijn uur van onbedachtzaamheid had, dat hij trouwens reeds beschreid heeft; maar wij vragen toch welk ver band er kan gelegd worden tusschen dit ontwerp en het drijven van welke oorlogzuchtigen ook? Wie durft, zou den wij haast zeggen, het Kabinet-Gort van der Linden beschuldigen, dat het ooit eenige andere gedragslijn zou wil- Jen volgen dan de steeds gevolgde, die is: handhaving van de meest strikte neutraliteit, en opkomen, telkens als dat vereischt wordt zooals in het geval van „De Katwijk" voor da eer van de natie? Waarmee natuurlijk niet gezegd is, dat wij vinden, dat dit ontwerp op den geiukkigsten lijd komt, en dat het niet FEUILL E T O N GANZEN-LIZE. Naar hel Duitsch van NATALY VÓN ESCHSTRUTIÏ. G»».thorl.wrd«jowdrrt het «,lljk.»ml* boek, Ttr- «ekcaea bij it Flnaa l>. BOJ.i.B te RMterriaai. 66) Hallcnheim blikte op het schoone gelaat van den sprekende. „Ztfn sporen heeft h|j echter toch achtergelaten." schertste hij .morgen ral ik een vergrootglas voor den dag halen, om de grijze haren 1c roeken, waarvan je mij in je eerste brieven schreef. Waar schuilen re toch? Als ik ze vind verklaar ik r.e den oorlog en trek te alle uit. Gflnther lachte. .Om inii te berooven van mijn moeilijk verdiende ordeleekenen Neen, Reimar, JJ1Ün grijze haren verdedig ik evenals de wolvin haar jongen Niet iedereen kan daarop bogen. Zie je. met die grgze haren is de oudeGflnther begraven en is er een grenslijn getrokken, die bet groote keerpunt in rijn leven aanduidtZie maar," en Gflnther Irok den hoed van de donkere lokken, „en overtuig je welk een eerbiedwaardig man tol je terugkeert!" Lachend boog hö het hoofd, en Hattenheim constateerde met plechtigen ernst, dat er rich werkclHk eenige „rilveren haren" bevonden tus schen do zwarte krollen. beter .'op zijne plaats zou geweest zijn in de eerste dagen van den oorlog, het kan thans inderdaad verkeerden schijn wekken, meer zullen we er niet van zeggen. Maar dat is niet de schuld van de Regeering, maar van hen, die, na tuurlijk uit pure onkunde over de zaak, waarom het gaat, de voorstelling ingang trachten te doen vinden, dat ons leger door het ingediende wetsontwerp ver dubbeld, ja, misschien zelfs verdriedub beld zou worden, waardoor onder onze eenvoudige burgers letterlijk een paniekje is ontstaan, ten gevolge waarvan huis vaders met groot gezin en den veertig sten verjaardag in het verschiet, Kamer leden met een benauwd gezicht komen vragen, of ze „heel gauw" naar de gren zen moeten, en waardoor, wat heel wat erger is, verkeerde indruk wordt gewekt daar, waar wij dien het eerst moeten vermijden. Nu heeft de S.D.A.P. blijkbaar zich vrijwel op het standpunt geplaatst van hen, die van dit ontwerp eene reusach tige versterking van onze weermacht verwachten; hare actie tegen dit ont werp zou toch geen zin hebben, wan neer zij met ons aannam, dat de ver meerdering aan manschappen, die het ontwerp geven zal, in het eerste jaar niet meer dan eenige duizende zal be dragen. Wij toch kunnen dat niet anders lezen uit de Memorie van Toelichting, waarin slaat: Het ligt nu in het voor nemen der Regeering om, indien het aangeboden ontwerp tot wet wordt ver heven, achtereenvolgend, naarmate de verschillende daarop van invloed zijnde omstandigheden dat mogelijk zullen ma ken. ingeschrevenen, die van den dienst bij de militie werden vrijgesteld of zijn vrijgeloot, voor zoover zij niet reeds in militairen dienst zijn of tot den land storm behooren, tot den landstorm te doen toetreden, te beginnen met dege nen, die zijn ingeschreven voor de jong ste der lichtingen, waarvan de dienst plichtigen thans niet onder de wapenen zijn. Welnu, het wil ons voorkomen, dat, wie deze woorden onbevangen leest, en ze in verband leest met hetgeen de Mi nister naar aanleiding van den aandrang „Ja, ja, besta jongen," sprak hg, .het wordt hoog tijd aan je toekomst te gaan denken; ik ral eerstdaags een huwelijksadvertentie voor je dienen te plaatsen." Gflnther lachte. „Heb je zoo weinig hoop en vertrouwen op de onweerstanbaarheid van je vriend, datje tot zulk een wanhopig middel je toevlucht will nemen Vlet was nog steeds het zonnige gelaat van het gelukskind, dat zich weder ophief naar de ruïne, welker grjjze muren reeds zichtbaar werden tus schen de groene toppen der hoornen. „O neen," antwoordde Reimar met een zucht .,ik ben veeleer bang voor die onweerstaanbaar heid." „Dus toch nog! Nu, maak jc maar niet on gerust I Wie moet ik nu weer uil den weg blij ven Niettegenstaande de schertsende woordeu vloog er een schaduw over zyn voorhoofd. ,,Door een zonderling toeval is voor een paar dagen de tegenwoordige eigenares van Lehrbacli hier aangekomen," ging Reimarzeer ernstig voort .,om tenminste eenmaal het landgoed in oogen- schouw te nemen, vdér ze het jou weer overdoet. Eigenlijk was haar plan de zaak met mij af te doen maar nu ze van jou komst hoorde, wenschte zij jc liever zelf te spreken. Dal onderhoud baart mg veel onrust, want zij is jong en mooi en onwederstaanbaarder dan jy zelf." Gflnther die eerst in den aanvang aandachtig geluisterd had, haalde ongeduldig de schouders op. „De duivel hale die nonsensje weet, Rei mar, dat ik niet van plan ben te trouwen." „Na wjj spreken elkaar weer,alsjedceigena- uit de Kamer op hem geoefend bij het vorige Landstormontwerp om meer man nen onder de wapenen te hebben, heeft gezegd, het Joch wel met ons eens zal moeten zijn, dat hier meer het doel is om het beginsel van algemeenen oefen plicht vast te stellen dan tot eene eenigs- zins belangrijke vermeerdering van man schappen te hom en, en dus meenen wij te mogen zeggen, dat het thans ingedien de ontwerp verdient: Ni eet exces d'hou- neur, ni cette indignite! Dus noch het hijgend ongeduld van „De Nieuwe Gou- rant", die aan de Tweede Kamer zelfs niet den tijd wil gunnen het ernstig in behandeling te nemen noch de protest meetings van S.D.A.P. en S.D.P. Wij verwachten dan ook, dat de Me morie van Antwoord heel veel ontspan ning zal geven; misschien wel verwis seling van rollen, in casu groote teleur stelling hij „De Nieuwe Courant" en gelijkgezinden, en het inzicht bij de S. D. A. P., dat ze eigenlijk met een smids hamer uitging om een vlieg dood te slaan. Jammer is hetintusschen,dat wij daarvoor op de Memorie van Antwoord moeten wachten, eene minder sobere Memorie van Toelichting zou veel heb ben kunnen voorkomen. Zoo verkeert men b.v. over de vraag, of dit wetsont werp, als het wet geworden zal zijn, ook van kracht zal wezen na den oorlog, ab soluut in het duister. Wij voor ons zouden zeggen, dat dit niet het geval kan zijn, en moet zijn. Wij zien in het ontwerp de bekentenis van de fout, die natuurlijk niet op deze Regeering drukt, dat wij nog altijd niet den persoonlijken dienstplicht hebben. En waar wij nu toegeven, dat deze thans niet is in te voeren, en wij dus met surrogaat tevreden moeten zijn, kan dit na den oorlog niet meer dienen, en zal tegelijk met ons beele defensiewezen de zaak van algemeenen dienstplicht onder de oogen moeten worden gezien, in ver band met de lessen, die deze wereld oorlog ons zal hebben gegeven. En in zooverre als dit wetsontwerp niet on belangrijk op den algemeenen dienst plicht praejudiceert; vaststelt dat het te mal is om los te loopen, dat in de ure des gevaars duizenden mannen, rap van van Lehrbacli in de oogen gezien hebt I" De jonge graaf beet zich op de lippen. „Ken je rag zoo slecht vroeg hy bjjna angstig. Daar op ging hy rustig en onverschillig voort; „Hoe heet ze eigenlyk Het is byna niet te gelooven en toch is het waar.dat gjj my opal myn vragen nooit antwoorddet, wie eigenlyk ons goed kocht Ze is geen Duitschc wel?" Reimar krabde zich verlegen achter het oor, als viel het hem raoeilyk zyn geheim langer te bewaren. „Ja beste jongen, ze heett zoo'n vreemden uaam, dat ik bem waarachlig niet kan uitspre ken; maar ik zal je haar visitekaartje bezorgen. Van byzondcr goede familie is zy niet. In haar jeugd moet zij ganzen of eenden gehoed hebben. Maar mooi is zy, dat is zeker." Gflnther was verslrooid. „Komt... komt Jo sephine veel op Lehrbach?" „Tusschenbeide wel I" „Kent zc haar ook „Natuurlyk I" „Harmonieeren zy goed met elkaar?" „O, zy zijn de beste vrienden!" „Zoo, spoedig ?l" i,Waar de kleine Von Welter is, is zty ook wat Josephine wil, wil zy ooken wat Ganzen- Lize beveelt, bekrachtigt zyin één woord, zy zyn onafscheidelijk." Gflnther keek strak voor zich heenanders zou Reimars meesmuilende lach hem geërgerd hebben. „Is zij misschien een weduwe dat zjj zoo allleen lijf en leden, bij gemis aan oefening on machtig zijn iels voor de verdediging des lands te doen, zelfs al wilden zij, is het ons zeer welkom. Daarbij biedt het nog een ander bij komstig, maar zeker niet te versmaden voordeel, nl. dat het aan het legerbestuur de gelegenheid zou kunnen schenken, eenige duizenden mannen, voor wie dat zeer gewenscht is, met groot verlof naar huis te laten gaan. Dit is, dunkt ons, niet alleen een economisch belang, maar wel degelijk ook een legerbelang, waar het niet mogelijk is bij zoo langdurige mobilisatie als we thans hebben, vooral omdat het eind van den oorlog nu nog niet te zien is, den geest onder de troe pen zoo goed te houden, als wel gewenscht zou zijn. Met alle waardeering die wij hebben voor wat 't Legerbestuur daarvoor doet, ook door het uitgebreide stelsel van verloven, waarbij men echter met den besten wil der wereld nooit geheel aan onbillijkheden ontkomt, komt ons dit toch ondoenlijk voor. Toch zouden wij gaarne zien, dat dit niet le versmaden bijkomstige voordeel verkregen werd langs anderen weg dan door tot den gewapenden dienst te ver plichten, het deel van ons volk, het welk, ofschoon daartoe wel in staat, daartoe niet geroepen kan worden, al juichen wij dan ook den geleidelijken aanvang van de algemcene oefening toe. En dat niet omdat wij mee zouden toen met hen, die van „verkregen rech ten-" in deze spreken. Zelfs al zou de vrijstelling door loting of broederdienst een verkregen recht zijn, dat door den weigever nooit of te nimmer zou mo gen worden aangetast, wat wij be twistbaar achten dan zou dat toch in den toestand, waarin wij thans ver- keeren, op het altaar des vaderlands moeten worden geofferd, en gelukkig zijn er velen onder de belanghebbenden zeiven die van deze meening zijn. Wij zouden gaarne langs anderen weg zeiden wij, het bijkomstig voordeel hier boven genoemd, zien bereikt, en wel door gedeeltelijke demobilisatie. Wei zeg gen dit aarzelend, bloot vragend omdat de wereld rondtrekt en zoozclfstandigbeschikken kanover zulke groote sommen?" „Neen, dat nietze heeft een ouden oom, die haar zaken beheert. Maar wacht maar tot van avond, dan zul je haar wel lezien krygen I" Peiuzend keek Gflnther op. „Is Josephine nu ook by Papa vroeg hy. „Ik hoop hetmaar weten doe ik het niet ik kom immers te geljjk met je aan." De jonge graaf bleef plotseling staan, vatte Ualtenbeims arm en zag hem ernstig aan. „Reimar," sprak hy zeer aangedaan, je hebt de toespelingen in mijn brieven steeds genegeerd en my nooit opheldering gegeven over je ver houding tol Josephine. Nu ik haar weer ont moeten zal, vraag ik je my klaren wyn te schen ken, opdat ik wtste, hoe ik my tegenover haar te gedragen heb. Heb je haar lief Reimar „Neen ik bemin haar niet." „Ik kan het niet gelooven." „Luister naar my. De slem van den jongen man klonk ernslig, byna plechtig. „Toen ik Josephine als hel ongekunstelde, eenvoudige natuurskind op Grosz-StaufFen leerde kennen, scheen zy my, die my nooit aangetroffen voelde tot de jonge meisjes in deresidentie.de verwezenlijking van het ideaal, dat ik mn steeds Semaakt had. Toen ik haar echter geheel veran- erd terugvond in het huis der Laltdorfs, ver dween het droombeeld, dat ik my by onze eerste ontmoeting voor de toekomst gedroomd had: het was niet meer de naïve. landelijke Ganzen- Lize die was voor goed verdwenen en met

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1