Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. 15de Jaargang. Woensdag 30 Juni J9J5. No. 33 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, I.ld ran de Tweede Kamer Staten-Generaal, VGBAVENHtGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Mlddelharnls. Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Mlddelharnis. De dictator. De heer Kuyper gaat steeds door in de Standaard de antirevolutionairen te kapittelen, die het wagen met hem om trent de Eedskwestie te verschillen. Op welke wijze de heer Kuyper geschiede nis schrijft, hebben wij Zaterdag door een artikel, overgenomen uit de christelijk- historische Nederlander aangetoond. Om trent de verwerping van het Eedsont- werp schreet hetzelfde blad „Dr. Kuyper heeft, toen zijn kabinet de voorwaardelijke veroordeeling voor stelde, zich tejjenzijn roomsch-katholie- ken kollega niet verzet, het anti-revolu tionaire „beginsel'' kwam eerst weer boven, toen een liberaal kabinet het zelfde voorslelde. Ook thans ging het zoozelf heeft hij wij herinnerden er vroeger aau, in beginsel toegegeven dat de zaak moest worden geregeld erkend dat de vroe gere door hem gegeven oplossing niet deugde, en dat mogelijk de nu voorge stelde toch nog wel de beste wasmaar alleen nu niet. Zoo bleef „rechts" één, want heel de rechterzijde in de Eerste Kamer heeft er aan meegedaan. Maar de rechtsveiligheid en de eer bied voor consciëntie bezwarendie men, terecht, zoo op den voorgrond stelt als men die zelf gevoelt, wer den in den steek gelaten. Maar wat helpen argumenten in eene vergadering waarin paitijpolitiek do mineert?" De antirevolutionaire Rotterdammer waarvan de professoren aan de Vrije Universiteit, ae HH. Anema en Diepen horst, Hoofdredacteuren zijn, schreef over de verwerping: „In de voortge*ette regeling zelve was geen zweem van „anti-clerica- lismete ontdekken. Het Ministerie-Heemskerk was met eone dergelijke oplossing, als nu werd aan de hand gedaan, reeds vroeger ge komen. FEUILLETON. GANZEN-LIZE. Naar het Duitsch van NATALY VON ESCUSTRUTH. Met stralende oogen rag Phine den minister aanreeds gedurende het lereu gloeide haar vroolnk, lief gezichtje, en liet was als weerklonk door haar stem een moeilyk onderdrukte juich toon. Doch xg bedwong rich en ging snel voort .Nu weet ge liet nieuws, dat ik twee urenlang voor ii verborgen heb gehoudenhot heeft nijj moeite genoeg gekost. Hier hebt ge echter den brief, lees hem zelf nog eens over en bereid u vast voor op de vreugde, datgraaf Gflnther u in levenden lijve zal komen verrassen I" Dankbaar vestigde de oude man zijn blik op net van geluk stalende gezichtje van Haiderfls- lein zyn hand beefde op den arm van het jonge meisje en met vochtige oogen fluisterde hij.Mijn Gflnther, mjjn jongen komt!" Nu stond Josephine op. Een zenuwachtig ge jaagd gevoel maakte zich van haar meester, het was haar als verried elk van haar woorden wat er in haar hart omging, „Ik zal de logeerkamers nog eens nazien, Excellentie," zei ze snel, .en meteen alles voor uw zoon in gereedheid bron Geen der critici was tot het aangeven van een betere solutie in staat. Meer dan één verklaarde dat na het bestand wellicht voor Minister Orl's voorstel de stem zou worden uitge bracht. Waarom dan toch dat groteske ver zet? De huidige toestand is voor onze pro cesorde onhoudbaar en bedreigt ernstig de rechtszekerheid. En toch werd onaannemelijk ver klaard een voordracht die aan het stuitend gemors met den eed een einde maakte, de hoogheid van den eed beter tot haar recht deed komen en de con sciëntie van ernstig bezwaarden eer biedigde. Het wordt nu aldus besluit het blad een nieuw geknoei." Dit alles is de schuld van den heer Kuyper, Met duivenonschuld klaagt hij in de Standaard over de houding van genoemde professoren, nu de liberale pers hem weer zoo verguist Aan vrijmoedigheid ontbreekt het den heer Kuyper n->g steeds niet. In de Standaard van 19 Juni kondigt hij intusschen reeds het strafgerecht aan. Hij constateert het droeve feit dat publiek staande voor een hoog ernstig debat, „een fel bestoker van de antire volutionaire partij zich op deze gegadig den van de Vrije Universiteit kon beroe pen, om aan den Voorzitter van het Gen trual Comité en aan den schrijver van „Ons Program" te doen gevoelen hoe de Antirevolutionaire partij, in haar orga nisatie, verliep, en hoe het de denkbeel den van hem, Mr. Drucker waren, die steeds meer bij Antirevolutionaire geleer den ingang vonden." De heer Kuyper vertelt dus eigenlijk met zijn welbekende bescheidenheid, dat zijn opvatting van de Eedskwestie de antirevolutionaire is, die van de heeren Diepenhorst en Anema, van wijlen minis ter Regoüt, van mr. Heemskerk, mr. Lobman e.a. rechtsche manuen is uit den booze. Het strafgerecht wordt voorbereid met dit veelzeggende zinnetje „Dit gebeurde is van zoo ernstig gen; want strak moet ik met tante Hcnale en Ange naar Grosz-Stauffeu lenig, en in de eerste dagen zal ik niet weer kunnen komen, mis schien morgen nog even Daarna houdt graaf Gflnther u gezelschap en dan zult ge myn zor gen niet missen 1" Een fjjn lachje plooide de dunne lippen van den herstellende. .Zoo, zoo," zeide hij slechts, -dus myn Haiderflschen wordt mij ontrouw en wil naar Stauffcn terug! Had ik maar een mng- ncel om do lieve vluchteling bier hij mij tc hou- den I Maar zie," viel hy zichzelf in de rede en wendde hel hoofd ecnigszins ter zijde om naar liet hek te zien, .daar is het gele rijtuig reeds Ohl ik hoor hel kleioe volkje all" En juisl. daar kwam het lieve,ondcStauflen- schegedrocht op zyn hooge wielen aanwaggelen nu echter was de kap half teruggeslagen en scheen het bevolkt met een aantal'blonde kop jes, die met een luid. vrooljjk gejuich cn gejubel het huis Lclirhacli begroetten. -Ja, daar zyn ze reeds," lachte Josephine ge lukkig, al uw kleine aanbidders'. Ik zal mij op offeren, en de wildzangen nog wat by my houden zij ronken het u anders te druk. Of ziet ge er niet tegen op .Volstrekt niet, lieveling; laat de kleuters maar hier komenzjj kunnen het goed met el kaar vinden." Josephine nam haar eenvoudig, doch uiterst bevallig mouseline kleedje by elkaar en ylde vlug cn licht door de schaduwrijke laan hel rjjtuig te gemoet. gewicht, dat het nader ter toetsing dient te komen." „Wij zullen den heer dictator dus spoedig aan het werk zien gaan. Zou Seinpost niet heel geschikt zijn voor de te wachten terechtstelling? Het werk van den heer Kuyper. Dat is het gevolg van de verwerping van het Eedswetje, waartoe dr. Kuyper de clericale Eerste-Kamermeerderbeid heett weten over te halen. De Nederlander zegt het scherp maar juist: „Als een man, onder twee getuigen een medemenscli doodt, en deze getui gen niet tot een kerkgenootschap be- hooren of na den moord daarvoor be danken, kan de moordenaar, zoo hij niet bekent, hoogstwaarschijnlijk niet worden veroordeeld. Ziedaar den toestand, waarin wij zijn. Die toestand is, ten gevolge van par- tijoverleggingen van rechts, door de Eerste Kamer bestendigd. De rechtsveiligheid is opgeofferd aan de politiek. En dat door de Eerste Kamer der Staten-Generaal. 't Is te bejammeren." Dat resultaat is te danken aan de actie van den heer Kuyper Hij kan te vreden zijn I Hoe de heer Kuyper den Godsvrede beschouwt Als de heer Kuyper van een welsont werp, dat het Kabinet indient, niet wil weten, dan eischt hij, dat het zal worden teruggenomen vanwege den Gods vrede. Als de heer Kuyper meent, dat het Kabinet een hem welgevallige daad moet doen, vraagt hij dit vanwege den Gods vrede. Als professor Drucker hem onweer legbaar aantoont dat tal van antirevo lutionairen geen enkel principieel be zwaar hadden tegen het Èedswetje, gaat de heer Kuyper daarop niet in,van wege den Godsvrede. Daar werd het volkje reeds uitgelaten. De eene kleine na de andere kloutcrdc uit het hooge, citroengele gevaarte, totdat eindelyk tanteRcnatc en gravin Ange, ieder met een overdekten mand beladen, uitstegen. Frisch en blozend, als beeld van jeugd en gezondheid, lachte Ange haai vrien din toe. Hare wangen waren voller geworden en hadden geheel en al de bleeke, doorzichtige tint verloren, welke baar in de residentie zulk een benijdenswaardig voornaam uiterlyk gegeven haddende zon had er zich een genoegen van gemaakt het tcere gezichtje te kleuren met een zuidelijke tint, want Ange had alle jjdelhcld ach tergelaten in de residentie en vergat meestal den grooten hoed op te zetten, die haar beschut ten moest tegen de brandend heele zonnestralen de verandering, welke zjj ondergaan had, was bijna ook ongeloofcljjk. .Zie je, Phine, dat noem ik eerst een knappe huishoudster!" had tante Renate vol verwonde ring uitgeroepen, loen het met wantrouwen in Stauffen ontvangen „stadsdametje" 's morgens in de vroegte in de stallen verscheen, om met opgetogenheid deel tc nemen aan bet melken, het karnen en broodbakken cn met stralende en blozende wangen verzekerde, „dat zjj nu eerst plezier in haar leven kreeg en de bals en de concerten in de residentie geenszins betreurde!" Ilaljenhcim had vaak verrast hel jonge meisje aangestaard, dat nu hare rijke elegante toiletten in de kast liet hangen, om tot vreugde van Josephine de oude katoenen jurken van Ganzen- Lize voor den dag tc halen cn die af te dragen. Voor den heer Kuyper is de Godsvrede niet anders van het middel om zijn doel te bereiken. In ietwat familiare taal zeggen wij tot al de onzen Houdt hem in de gaten! Het Frankfurter tijdschrift „Das freie Wort" heeft ritmeester Kurt von Tepper- Laski, voorzitter van den „Bund Neues Va- terland", ondervraagd over het ontstaan en het werken van dezen bond. De heer von Tepper-Laski gaf omtrent het werk van den bond de volgende om schrijving. De Bond is een vereeniging van Duitsche mannen en vrouwen, die, afgezien van hun overige politieke en godsdienstige gevoelens, zich by elkander aansluiten, om aan de taak die voor het Duitsche volk uit den Europeeschen oorlog zal geboren worden, samen te werken. De Bond heeft ten doel 1) De rechtsreeksche en indirecte bevor dering van alle pogingen, die in staat zyn de politiek en de diplomatie van de Euro- peesche staten met de gedachte van vrede- lievenden wedyver en van internationale aaneensluiting te vervullen, om daardoor een politieke en economische toenadering tusschen de beschaafde volkeren in het leven te roepen. Dat is alleen dan mogelijk wan neer met het tot nu toe gevoerde systeem gebroken wordt, waarbij enkelen over het wel en wee van honderden millioenen te beslissen hebben. 2) in zoover by dezen arbeid een samen hang blijkt tusschen de binnen en buiten- landsche politiek van de Staten, te bewer ken, dat beide in volle overeenstemming met elkander zyn, tot voordeel van het Duitsche volk en van de gezamenlijke be schaafde wereld. De naaste aanleiding tot de oprichting van den Bond in November 1914 was een artikel van Prof. Hans Delbrück, die het volgende schreef: „Vaste zekerheid te verkrijgen dat een overwonnen vyand een gunstige gelegen heid tot herbeginnen van den oorlog niet aangrijpt, is alleen dan mogelyk wanneer hy voor altyd onderworpen is. Zoo deden de Romeinen en schiepen zich zoodoende langzamerhand een wereldrijk. Tot heil van de menschheid is zoo'n wereldryk nu ge lukkig uitgesloten. Een middenwegis, zich van groote gebieden meester te maken, zich bet bezit van den militairen toestand Tap, lap, lap, ging bel dan in de dikke schoenen over het voorplein en door den tuin, terwjjl haar vlechten los en achteloos over haar rug hingen, en zij met het kleine volkje van den dominee bloemen zoebt of verstoppertje speelde. Dan werd het den goeden Hattenheim angstig om hel hart, en verlegen wendde hjj het hoofd af, als ware zjjne gedachten omtrent Ange op zjjn gelaal te lezen. Wat was het dan, dat zjjn hart zoo snel, zoo wonderlijk deed kloppen Juisl hetzelfde, wat hjj gevoeld had bjj den eersten aanblik van Josephinehet eenvoudige, onschul dige, natuurlijke in haar wezen, dat voor hem het ideaal was van een vrouw. Ange was niet half zoo mooi meer als zjj in de residentie geweest was, geen spoor der vroege re salondame was achtergebleven en warme, donkere rozen bloeiden op de wangen der „blonde schoone", doch het scheen Reimar, als had een wonder hem de oogen geopend, dat hem Ange lieftalliger, beminnelijker en aanvalliger deed vinden dan ooi 1 te voren. Josephine daarentegen geleek den vlinder, welke de bonte pracht der eenmaai ontplooide vteugelsniet weder verbergen kan in een donker omhulsel. Zjj kleedde zich modem en met zeer veel smaak en bleef in elk harcr bewegingen, in elk toilet steeds de ver tegenwoordigster der groote wereld. ,,Het is beter zoo I" zei Reimar vaak tot zich zelf. „Voor Gflnther past het niet anders; hjj heeft een te verFynden, arlistieken smaakin zjjn oog zouden de katoenen jurken een gruwel zjjn Zoo was het rytuig bet Lebrbachsche park

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1