Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. I5de Jaargang. Woensdag 23 Juni 1915. No. 32 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, d van de Tweede Kamer Ntalen-Oeneraal, vGUAVEMI lOE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te middelharnls. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend?" Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. 0e clericals obstructie van de Eerste Kamer. Het zal nu wel voor ieder duidelijk ;ijn, in welke verderfelijke richting de terste Kamer drijft. Oudtijds werd dit ollege de rem tegen overijling van het 'arlement genoemd. Het heette het uit nemende controle-instituut over de da- en van de Tweede Kamer. Depractjjk leeft geleerd, dat het niet anders is in ijn tegenwoordige samenstelling dan een olwerk van reactie en conservatisme, rootendeels samengesteld uit mannen, ie een dikken geldbuidel als recom- ïandatic voor het lidmaatschap mede- rachten, heeft de Eerste Kamer bij her- aling getoond, dat zij een sta-in-den •eg is. Het begon met de verwerping er eerste ongevallenwet. Telkens is het ïfarna voorgekomen dat dit college zijne Iositie misbruikt heeft om regeering en wedde Kamer den voet dwars te zetten, inder leiding van Kuyper, Regout en lolijn wordt de obstructiepolitiek tegen |et extra-parleincntaire kabinet gevoerd, openlijk, als de Eerste Kamer het t dusverre niet aandurfde. De positie, lie zij thans inneemt, is een geheel an- ere, dan haar in onze constitutie oor- pronkelijk werd toegekend. Zij speelt pans onder leiding van het clericale rio „Tweede Kamertje". Het zal thans uizenden in den lande duidelijk wor- en, dat dit instituut in zijn tegenwoor- igen vorm ten spoedigste moet verd wij ten. Men kan zich voorstellen, wat er traks als normale tijden terugkeeren, an grondwetsherziening en staalspen- ioen terecht zal komen. Dan pas zullen ffiyper en Regout goed loskomen. Dan uilen alle pogingen der regeering om e beloften van 1913 om te zetten in aden, door het clericale conservatisme n de Eerste Kamer worden verijdeld. Zien wij, vrijzinnigen, dit allen in? Zoo ja, dan hegrijpen wij ook, dat in 916 bij de Statenverkiezingen alle Krachten moeten worden ingespannen FEUIL L E T O N GANZEN-LIZE. Naar het Duitsch van NATALV VON ESCHSTRUTU. •MthOrUeert» ntuMmV Tin bet (tlIjkiumlE hoek, T»r- sehtan h|J 4» Urmi n BOLLE te Rotterdam. h 4) «Nu. die oude (ante heeft rich hg de hertogin eklaagd over Hare Hoogheid en injjze heeft ns bestempeld inet den naam van ..de dolle rinses en haar kcukendragonder". Vleiend, .«l a ^00ra' voor mij?" en ongege- Utora A0» Jr voe* dfi hoogte om de 5°i* °Pen van haar lage, Engelsche 'j herinner mjj er iets van gehoord h d0Ch hï r?,c"ie weet ik nietik neld het voor praatjes." LrfKt1, ïCl I9 defn !cfe?r barheid I Dat oude el zal ook ondervinden, hoe slecht Sylvia |6gCflwoord,g geluimd is! Brrr! zo heeft veel T>an een krilidje-roer-mij-nïef. De zaak zit zoo n elkaar: Sylvia en ik hadden reeds plan ue- naakl eens een tocht door het park temaken ïnnTlVWG.wande,s,okken ,0 spilden. Op bevel ito hertogin-móedéf moesten wij de honden is geleide meenemen! Nu, gekentFalner om de overwinning te behalen. Alleen, als wij in 1916 winnen, kan aan het clericale gemier, in de Eerste Kamer een einde komen. Houden de clericalen de meerderheid in de Eerste Kamer, dan beteekent dit, dat de taak van het kabinet Cort-van-der-Linden wordt ver zwaard. Er kan voor ons vrijzinnigen, slechts één weg zijn. De handen ineengeslagen en de hand aan den ploeg. Hoezeer we er voor zijn de critiek, waar noodig, niet te sparen, moeten wij in de vrij zinnige concentratie slechts één leuze kennenEensgezind optrekken. De Treuga Dei oi te wel bet masker dat dr. Kuyper zich heeft voorgebonden, mag ons niet langer misleiden. We moeten de propaganda krachtig gaan voorbereiden, de obstructie der clericale meerderheid in de Eerste Ka mer dwingt ons er toe. We bedanken er voor het slachtoffer der clericalen te worden. Als straks de verkiezingen komen, begint het geschetter der heeren, dat de beloften van 1913 niet worden vervuld, dat links niet regeeren kan en al dat moois meer. Rijtijds moeten de kiezers worden in gelicht en hen worden uiteengezet, hoe ae zaken staan. Vooral in Zuid-Holland dient men dat te begrijpeu en moet onverwijld de voor bereiding voor 1916 worden getroffen. Treffende uitspraken. In de Eerste Kamer heelt dr. Kuyper durven beweren, dal het Eedswetje in de Tweede Kamer door anti-clericale overmacht was aangenomen. Was baron van Wijnbergen lid der Eerste Kamer geweest, dan had deze er nog bij gefan taseerd, dat in dit onschuldig, noodza kelijk wetje het „ongeloof" ten troon werd verheven. Professor Ürucker, die in een prachtige rede aantoonde, hoe door en door on waar en onjuist het betoog van den heer Kuyper was, heeft een uitnemend werk gedaan door met tal van citaten van rechtsche mannen aan te toonen, dat dit Ik weet vanouds dat lig geen cent om ons geeft, en wilde hem direct aan een touw nenien maar Sylvia wil met alle geweld, dat hg apporteeren leert en zei, dat ze hem wel haas zou worden... Wg gaan dus op marsch in gezelschap van den goddcljjken Fafner. Natuurlijk zjjn wc nau welijks aan de moestuinen gekomen, of h|j be gint zjjn kuren te vertoonen, als de wind stormt hij de postkoets achterna. Wg natuurlijk aan het schreeuwen en het fluiten, zoodat onze lon gen bgna dreigden te barsten - - maar ja wel. monsieur Fafner blaast ons wat en doet of wij niet bestaan. Ik geef er dan ook den brui van, want om je de waarheid te zeg gen, heb ik evenzeer het land aan een hond zonder appèl nis een dief hel heeft aan hangen Toen wc eindelijk na een groot nur op weg naar huis gaan. wie komt er aangesukkeld Natuurlijk, vriend Fafner. „Wacht, canaille, nu krijg je er een paar van tangs I" bromt Sylvia en lokt hein naar zich toe. Daar we echter geen passende stokken ge vonden of gesneden hebben, weten we niet, waarmee we hem er op zullen geven, tot ik op het idee kom een lat uit het staketsel van den moestuin te trekken en hem daarmee de les Ie lezen. Eerst geef ik hefti een paar strie men daarop nam Sylvia de staf der gerech tigheid en diende hem daarmee het dessert toe, Hel ongeluk wilde, dal ik met de lat een spijker mee uitgetrokken had, zoodat het dier daarmee een paar schrammen kreeg en hel bloed ontwerp niet is onchristelijk, niet is anti- clericaal. Wij citeeren uit zijn rede o.a. het volgende „De vraag kwam, toen ik dien ge- achten spreker hoorde, bij mij op, of zijn neiging, vanouds bekend, om overal een antithese te zoeken, hem ook bij deze gelegenheid geen parten heeft gespeeld. Een wolk van getuigen levert immers het bewijs, dat hier een aantasting van beginselen van de rechterzijde geen oogenblik mag worden gesproken, getui gen van den allereersten rang, uil alle groepen van de rechterzijde. Zij zijn al herhaaldelijk genoemd, maar ik wil er toch eenige in herinnering brengen. Ik noem den bekenden Prolestantsch- christelijken rechtsgeleerde mr. O. Q. vaa Swinderen, die, toen ik met twee andere jonge rechtsgeleerden in 1882 een nieuw rechtsgeleerd tijdschrift oprichtte, ons de eer bewees het eedsvraagstuk, dat toen al even actueel was als op dit oogen- blik, te maken lót het onderwerp van het eerste opstel, dat in dat tijdschrift verscheen. De heer van Swinderen schreef toen (Rechtsgeleerd Magazijn. 1882, bladz. 13) „Plotselinge algeheele afschaffing van den eed is echter niet wenschelijk; als overgangsmaatregel verdient aan beveling niemand worde gedwongen tot het afleggen van een eed, die ver klaart daartegen, op welken grond ook bezwaren te hebben." Ik noem in de tweede plaats uit de Christelijk historische partij het dagblad Dc Nederlander en mr. de Savornin Lohman. Deze geëerde staatsman heeft sinds jaren in woord en geschrift, met on vermoeiden ijver en groot talent, op een oplossing als deze aangedrongen. In Dc Nederlander n°. 6599 van 23 April j.l. lezen wij met dezelfde woorden, „dat geen dieper beginsel met de zaak gemoeid is, en dat eene goede justitie de oplossing, door de Regeering voorgesteld, eischt." Onder de antirevolutionnairen in en- geren zin wijs ik op mr. dc Waal Male- feit, dien ik reeds aanhaalde, een man hem uit den neus droop. Juist op ditoogenblik brengt de koekoek de oude Von Recken op on zen weg. Zjj rjjdt verontwaardigd naar de stad terug en dankt onzen lieven Heer, dat ze weer wat te vitten heeft. Dat's de geheele geschie denis. Wel de moeite waard om zoo'n scène over te maken, vindt gij niet? Nu wat die oude licks van mg zegt, kan mg geen rooden duit schelen," on Ilse knipte verachtelijk met vinger en duim en zag Ange vragend aan. Deze bepaalde zich met een schouderophalen i een „onbegrijpelijk!" hetwelk echter even goed gravin Von Recken als „de dolle prinses en haar keukendragonder" kon geldon- „Het is tegenwoordig deksels slecht weer bij Hare Hoogheid. Begrijp je niet waarom ?"giDg Ilse voort. Ange keek haar verwonderd aan en schudde ontkennend hel hoofd. „Nu dan ben je dommer dan ik dacht Apropos, vertelt je neef je dikwijls iets van Lehrbach .Neen, slechts zeer zelden; graaf Lehrbach is zoo hard aan het werk, dat hein weinig tijd tol schrijven overblijft I" .Geloof je, dat er nog wat van hem zal terechtkomen Wg zgn er erg nieuwsgierig iarl" Ilse zag Ange uitvorschond aan. Deze bleef echter zeer lakoniek en Ilse had weinig talent de menschen uil te hooren. „Zeg eens: weetje wat ik geloof Dat Lehrbach verliefd is op Ganzeu-Lize „Geloof je? Dat is iets nieuws voor mg!" die van het eedsvraagstuk grondige stu die heeft gemaakt eu die in zijn boekje op bladz. 43 letterlijk dezelfde oplossing aan de hand doet welke in dit wetsont werp is neergelegd. Ik wijs op het dagblad De Rotterdam- nierwaarin ik in het nummer van 48 Mei 4915 lees„dat naar onze vroeger uitvoerig uiteengezette overtuiging dit wetsontwerp werkelijk brengt de meest bevredigende oplossing." Ik herinner er aan, dat dit dagblad staat onder redactie van de boogleeraren Anema en Diepen horst van de vr\je universiteit, twee man nen van gezag n wetenschap en van onverdachte trouw aan de Christelijke beginselen. Ik wijs er op, dat prof. Fabius in de laatste aflevering van zijn „Studiën en Schetsen" zegt „Wanneer gij, Eerste Kamer, wilt opkomen voor de goede beginselen, verwerp dan de voorwaardelijke veroor deeling en laat het andere maar met rust." ïk beroep mij verder op die leden van de reeds genoemde staatscommissie voor het Wetboek van Strafvordering die be- hooren tol de rechtsche partijen,Roomsch- Katholieken en Protestantsch-Christelij- ken, en die te kennen gaven de oplos sing, die in de voorstellen dier staats commissie aan het eedsvraagstuk werd gegeven, te aanvaarden. En eindelijk en ditmaal met den meest mogelijken nudruk beroep ik mij op bet Ministerie-Heemskerk Regout. De oplossing, die de toenmalige Minister van Justitie, mr. Regout schriftelijk en mondeling heeft bepleit, lijkt op hetgeen in dit wetsontwerp staat als de ééne druppel water op den anderen. Ik wensch uograaals aan te halen, na de beschul diging van den vorigen geachten spreker, dat bier de linkerzijde anficlericale po litiek zou drijven men zal mij ver gunnen om, ofschoon ik niet van her halen houd,, dat nog eens voor te lezen wat op bladz. 2201 van de Hande lingen van 2 Juni 1914 voorkomt. De Minister Regout zeide toen „Ik houd mijn denkbeelden in elk opzicht nog voor de juiste. Ik wensch „Och, en je bent haar intiemste vriendin „Naar mijn onwetendheid op dit punt te oor dcelen. zeker niet." „De kleine Von Weiter heeft Lehrbach gekocht nietwaar „Dat is de eerste maal. dat ik hel hoor! Rei- mar sprak van een wildvreemde dame. „Sylvia is woedend, dat z\j den aankoop haar neus heeft laten voorbijgaan. Geloof je, dat, ze nog in onderhandeling zou kunnen treden met de tegenwoordige eigenares?" Dat zal misschien moeïfyk gaan en tol niets leiden!"Ange kon ternauwernood het verachte lijke lachje onderdrukken, dat om haar lippen speelde. Hare Hoogheid laat je verzoeken ons door tusschenkomst van je neef hef adres van die dame Ie bezorgen. Wil je daarvoor moeite doen „Ik zal het Reimar vragen." „Best Hare Hoogheid zal zich niet ondank baar toonen.— Maar vertel mg eens; hoe gaat het eigenlijk met je? Je ziel er 7.00 goed uil, dat ik bijna vergeten had er naar te vragen?" Ondertusschen had Pirat een geuridon om vergetrokken. Ilse floot hem, gaf hein eenige tikken met haar karwats en nam spoedig daarop afscheid. Toen Ange Von Lattdorf na eenige weken afreisde, verzuimde Von Reuenstein niet aan het station te komen en haar een bouquet rozen te overhandigen voor Freule Von Wetter. Hjj had daartoe verlof gevraagd aan den hertog en prins Dclleff, welke hg op hun inorgenwan-

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1