Officiéél Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EËÜSTE BLAD.
I5de Jaargang.
Woensdag 9 Juni 19J5.
No. 30
„VOORUIT!"
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid vau de Tweede Kamer Stalen-Generaal,
'8-GBAYENIllGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Mlddelharnls.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Waakzaamheid.
Wie sinds het uitbreken van den krijg
de houding der pers heeft nagega
weet, dat zij met een enkele uitzonde
ring, er naar gestreefd heelt, de neutra
liteit te betrachten. Een enkel orgaan
als de Standaard en in navolging
daarvan wat kleine Kuyperorgaantjes
hebben zich pro-Duitsch uitgelaten. De
Telegraaf daartegenover beeft voortdu
rend een anti-Duitsche propaganda ge
voerd en niet genoog kan de houding
van dat blad worden veroordeeld. Ge
lukkig is het bij die enkele uitzonderin
gen gebleven en heeft de Nederlandsche
pers uitnemend begrepen, dat zij door
strikte neutraliteit de regeering het best
in haar moeilijke taak steunden. In de
laatste dagen valt alweer in de Tele
graaf een drijven waar te nemen,
waartegen ten krachtigste moet worden
opgekomen. De N. R. C. zoowel als het
Volk hebben dit dan ook reeds in uit
nemende artikelen gedaan. De Telegraaf
is voortdurend tegen Duitschland aan
het sarren en steken. De toon die in de
tijdelijke organen van de Belgische ré
fugiés wordt aangeslagen, kan niet fel
ler en misplaatster zijn dan van het
Amsterdarmcbe orgaan. Nu kan men
die Belgische blaadjes nog stilzwijgend
voorbij gaan. Het is begrijpelijk, dat
zij zich in bitterheid uiten na hetgeen
Duitschland hun land heeft aangedaan.
Men zou intusschen kunnen vragen, of
de gastvrijheid op Nederlanschen bodem
genoten, niet moest nopen tqj een andere
houding. Ook van deze Belgen had men
mogen verwachten, dat zij begrijpen zich
op neutralen bodem in veiligheid to
hebben gesteld en dat het neutrale,
kleine land, dat hun op onovertroffen
wijze gastvrijheid bood, reeds genoeg
moeilijkheden heeft te overwinnen om
aan de refugie's te vragen, dat zij meer
dan tot dusverre toonen die moeilijk
heden te beseffen.
Voor een blad als de Telegraaf is in-
tusschen geen enkele verontschuldiging
FEUILLETON.
GANZEN-LIZE.
Naar het Dnitsch ran
NATALY VON ESCHSTRUTH.
8ttatkorUe«r<le orerdrali ra» ket ctlljknamlr boek,
ackaaaa bij da Firma D. BOM.E te Rotterdam.
Toen sprong hjj weder plotseling op en om-
klemde met pijnlijken druk Phines beide handen.
„En toch geen ander I Want uw blos, uw schuch
ter neergeslagen blik, de uitdrukking van uw
gelaat, toen ge mg de uitspraak van do bloem
rroegt, de duizend kleine bewgzen van genegen
heid. waarmee ge mg onderscheidde!, golden
r' ,f,i? Kflderi mg! En daarom,
J sephine, smeek ik u, erbarm u over mijn
™TP' "n,D Tfri?ren levcn- mij het zoet
w 6 .e. wanrbui,en 'k niet leven
kan. Wat iemand ter wereld zijner liefde offerde,
deed ik.Laat mriu niet verliezen! Laat roti -
zoo nabil het doel niet te gronde gaanLaat
mg die liefde, die ik kocht met de rust van mijn
gewetenv
Een onuitsprekelijk gevoel van weemoed greep
hel jonge meisje aan; bevende legde zjj haar
hand op d'Ouchy's hoofd, die zich aan haar
voeten geworpen had.
-Moge God mg het leed vergeven, dat ik u
te pleiten. Willens en wetens drijft dit
blad in een richting, die bewijst, dat de
Telegraafredactie alle verantwoordelijk
heidsgevoel mist. Deze redactie toont,
dat zij absoluut niet begrijpt hoe ge
vaarlijk haar onverantwoordelijk agee-
ren is.
Wij wenschen niet te zijn pro-Duitsch,
niet te zijn pro-Engelsch. Wij hebben
geen andere aspiratie dan te zijn pro-
Hollandsch. DeTelegraafredactie, die naar
anti-Duitsche propaganda drijft staat niet
hooger dan een naar Amerika geëmig
reerde boerenjongen, die zotte anti-En-
gelsche krabbels neerkladt.
Van het een zoowel als van het ander
heelt onze pers zich te onthouden.
Het Vaderland zegt het zoo volkomen
juist
„Er breken meer oorlogen uit door
daden van opgewonden personen, dan
door den welberaden wil der verstandi-
gen. Uit on behoorlijke handelingen tegen
over onderdanen van een anderen staat,
uit eenzijdige publicaties in de bladen,
uit incidenten en relletjes, kan een span
ning ontstaan, die onverwacht, als de
vonk in bet kruit, tot een uitbarsting
leidt, die dan door geen wroeging of spijt
meer te verhinderen is.
Om ons tegen dit gevaar te behoeden,
moeten de ernsligen onder ons volk ge
waarschuwd worden tegen het kwaad,
dat van een dergelijke propaganda uit
gaat.
Zelfs geheel afgezien van den oorlogs
toestand is dat gestook zoo bedenkelijk
voor de toekomst van ons vaderland.
Hoe n.l. ook de oorlog uitvalle, men
kan zich onmogelijk een toestand den
ken, waarbij Duitschland niet onze Ooste
lijke nabuur zal blijven, en nog minder
een toekomst, waarbij het Duitsche volk
op economisch, op industrieel-, op han
delsgebied voor Nederland niet meer
mee zal tellen.
Het lot heeft aan bet „handvol zee
wier", waar Bilderdijk van zong, nu
eenmaal een plaats gegeven, die niet van
de gemakkelijkste is.
„Laten wij die plaats verdedigen tegen
alle vreemde insluipsels, tegen alle
vreemde invloeden, tegen alle gevaar
van vreemde overheersching. Laten wij
onbewust heb aangedaan, Léon," sprak zjj met
gebroken stemmoge Hij u de rust cn den vrede
teruggeven, waarvan ik u beroofde. Mjjn groot
ste oprechtste vriendschap, dedeelnc-
roing in uw ongeluk wjjd ik u gaarne en met
gêheel mgn liart; meer kan ik u niet geven.
De liefde die u my vraagt behoort een ander,
behoort hem van het eerste oogenblik at dat ik
begrip kreeg van liefde en zal hem blijven
bebooren tot den laatsten slag van mjjn hart!"
D'Ouchy richtte zich op. „Wee u en mij. in
dien dit waar is I" stootte hjj hartstochtelijk uit.
„Ge weet niet, kind. wal ik er voor deed 1 Geet
mg injjn ziel terug, die ik verpandde - betaal
mg den Judaspenning met uwe kussen, red
mjjn
Plotseling kromp hjj van schrik in elkaar, liet
de armen slap neervallen cn boog liet hoofd
luisterend naar de deur der aangrenzende kamer.
„Léon d'Ouchy!" riep een zachte, klagende
stem.
Een rilling voer hem door de ledenals door
een onzichtbare hand voortgetrokken, wankelde
hjj naar den kanl. vanwaar de stem gekomen
was. ..Dat was de minister," mompelde hij, „dat
was Lehrbach I" en met onzekere schreden, als
zonder bewust te zjjn van hetgeen hjj deed. be
gaf hg zich langzaam naar de kamer, waar de
oude, grjjze man lag uitgestrekt.
„Léon d'Ouchy," fluisterde deze mei koorts
achtige inspanning, „ik hoorde je stem!...
Ik heb zoo lang op je gewacht! O, waarom
verliet je my, jy mgn eenigen vriend Waar
ons zelf zijn. Laten wij niet in de eerste
plaats pro-dit of pro-dat wezen. Laten
wij in de eerste plaats ware, oprechte,
verstandige en bedachtzame Hollanders
zijn.
Maar waarom zouden wij de moeilijk
heden van onze geographische ligging
nog vergrooten, door kunstmatig haat te
stolcen tegen een volk, dat, het moge dan
eigenaardigheden bezitten die ons Diet
aantrekken, toch welbeschouwd niets
tegenover ons misdaan heeft. Het heeft
dingen gedaan, die ons niet aanstaan,
die wij afkeuren, maar is dat een reden
om toe te geven aan een drijven, dat
voor ons de kans schept in den oorlog
geworpen te worden op het initiatief van
een paar schreeuwers?
Ons volk zal verstandiger zijn."
We zijn het met deze beschouwing
volkomen eens. Hoe meer in groote en
kleine pers wordt gewaarschuwd tegen
het drijven van „De Telegraafhoe beter
het is. Niemand zal van ons eischen, dat
wij ons onthouden van critiek op de
wandaden, door één der oorlogvoerende
Staten gepleegd. Als steden worden
platgebrand, bommen uit luchtschepen
worden geworpen op weerlooze steden,
schepen met honderden non-combattan
ten in den grond worden geboord, heb
ben wij het volle recht die wandaden
als menschonteerend te brandmerken.
Doch wat niet mag, is, stelselmatig
tegen één der oorlogvoerenden ageeren,
als de „Telegraaf" bet doet. Daartegen
gaat het ernstig protest van ieder, die
uitsluitend het landsbelang op het oog
heeft.
Uitbreiding van het leger.
Bij het laatste debat over het buiten-
gewone oorlogscrediet heeft minister
tosboom toegezegd, dat er een ontwerp
zou komen, waarbij mannen die tot
dusverre niet onder de wapenen konden
worden geroepen, doordat zij waren vrij
geloot of reden tot vrijstelling hadden, bij
aen landstorm zouden worden ingelijfd.
Deze verklaring viel in de Kamer op
merkelijk samen met het adres van een
22tal Nederlanders, die blijkbaar mee-
om gaf je my pry's aan den laster der booze
wereld Uitgeput bleef hg zwjjgendan ver
trok zich zjjn gelaat zenuwachtig, en sidderend
strekte hg zjjn uitgeteerde hand naar den jongen
man uit. „D'Ouchyging by met koortsachtigen
blik voort, terwjjl zjjn poging tot spreken het
bloed naar zgn wangen deed slroomen, „weet
ge, wat ze mg aandeden? mgn eer is geschand
vlekt, mgn naam is gebrandmerktGod in den
Hemel weet, dal ik onschuldig ben d'Ouchy
Groote tranen vloeiden langs de holle wangen
van den zieke... „Niet mij alleen hebben ze in
het stof gel reden. - ook hem. mgn jongen
mgn Gflntherzijn leven is gebroken door
mjj door mg, aie slechts leefde voor zgn ge
luk! Waarom nam God mg niet eerder tot zien
Waarom bracht Hg eerst die schande over mjjn
huis? en nu, nu laat mjjn smart mij niet
sterven, en ik ben zoo moe, - zoo levens
moe. Ik weet Léon, je hebt mjj lief; ik deed
mijn best je een vader te zjjn en je geluk te
bevorderen. Heb mi medelijden met mjjn smart
help mjj en mjjn kind zoek zoek over
al beloof mij den dader te zullen vinden
geef mjj mjju naam, mijn onbevlekten naam
weder
Als een angstkreet klonk het van des grjjsaards
lippen, snieekend richtten zich zjjn oogen op
d'Ouchy, die nog steeds de koude hand van den
minister in de zjjne hield en zich nu dicht over
hem heen boog.
„Ik zal doen wat in mjjn vermogen is. Excel
lentie," sprak hij zacht en met schorre stem, „ik
nen, dat men een soort van volksleger
zoo maar één twee drie, uit den grond
kan stampen. Nu het wetsontwerp bij de
kamer is ingediend, blijkt dat het bedoelt,
aan alle weerbare mannen tot 40 jaar,
die niet hebben gedient, oefenplicht op
te leggen, ze na eerste oefening in te
deelen en hen de plaats te doen innemen
van oudere landweerlichtingen. Het be
hoeft wel geen betoog, dat dit ontwerp
van zeer ingrijpenden aard is, vooral
uit economisch oogpunt. Niet alleen im
mers vraagt de regeering de beschikking
over alle mannen tot 40 jaar, die niet
hebben gediend, doch ook over de oudere
lichtingen der militie, die Diet bij den
Landstorm zijn ingelijfd. De kamer
heeft tot nu toe eenstemmig aan de re
geering alles op oorlogsgebied toegestaan.
Men begreep algemeen, dat alle verant
woordelijkheid aan de regeering moet
worden gelaten.
Bij dit ontwerp zal de Memorie van
Antwoord, die op het voorloopigverslag
zal volgen, heel wat meer licht moeten
verspreiden, dan de Memorie van Toe
lichting geeft. Het is onmogelijk zich
een oordeel over dit ingrijpend ontwerp
te vormen, voor en aleer de bovenge
noemde Memorie er is. De kamer zal
ongetwijfeld van den minister allereerst
willen vernemen, hoe hij zich de oefe
ning denkt, hoe indeeling daarna zal ge
schieden enz.
Eerst als men dat alles zal weten, is
het mogelijk over het wetsontwerp te
oordeelen.
EEN RIT VOL EMOTIE'S.
Dake was een klein mager mannetje
op het oog meer een geleerde dan een mi
litair en toch was hjj een soldaat, zooals
er in het geheele kamp geen tweede te vin
den was. Zjjn durf was spreekwoordelijk en
de meest gevaarvolle expeditie's had hij
reeds ondernomen.
Ook nu was hjj door de bevelhebber ge
roepen en het gold weer een gewaagde on
derneming, die hjj alleen ten uitvoer moest
brengen.
Er waren onlusten uitgebroken in Noord-
Oost-Afrika en de troepen waartoe Dake
behoorde waren uitgezonden, om den opstand
te bedwingen.
zal mjj opofferen voor den plicht, dien mjj toe
roept u uw eer en de achting der wereld terug
te geven. Wanneer ik den dader vind," hjj
boog zicb nog dieper en zjjn stem daalde tot
een (luisteren, „beloof mjj dan, dat gjj den onge
lukkige vergiffenis zult schenken voor de zware
schuld, waarmee hjj zjjn ziel belaaddeMis
schien boet hjj reeds die schuld met een zwaarder
straf dan een aardscbe macht hem ooit zou kun
nen opleggen!"
„God zegenc u, d'Ouchy, ik beloof het 1" Lang
zaam vielen de leden over de diepliggende oogen,
een zucht van verlichting ontsnapte de borst van
den zieke. D'Ouchy drukte snel zjjn lippen op
de vermagerde hand en verliet dan met wanke
lende schreden het donkere vertrek.
Eenige oogenblikken later liet freule Josephine
zich bjj freule Von Sacken verontschuldigen een
zware zenuwhoofdpijn noodzaakte haar op Villa
Carolina eenige uren rust te zoeken.
VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
In de residentie behoorde de zaak Lcbrbach
tot het verledene. Nieuwe gebeurtenissen, nieu
we kleine schandalen hadden haar op den achter
grond gedrongen en niemand geloofde aan de
iTiogeljjkheid, dat dit drama nog een vervolg zou
hebben, dal opnieuw de treurige gebeurtenis in
de herinnering zou terugroepen, totdat een bjjna
ongeloofelijk gerucht door destad verspreid werd.
Baron d'Ouchy had zich van het leven beroofd