Officiéél Nieuws- en Advertentieblad EERSTE BLAD. voor Overflakkee en Goedereede I5de Jaargang. Woensdag 26 Mei I9J5. No. 28 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DB JONG, Lid vun de Tweede Kamer Nlaleo-Generaal, '•■GBUKMIKiE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Mlddelharnls. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Bockhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De Vliegenplaag. Deze week kwam in de afdeelingen der Kamer een wetsontwerp ter sprake tot aanvulling van de wet tot wering en bestrijding van besmettelijke ziekten. Dat is een gereede aanleiding om de aandacht van alle autoriteiten te vestigen op de dringende noodzakelijkheid dit jaar de verdelging van de vliegen ten krachtigste ter hand te nemen. De weten schap heeft sinds lang vastgesteld, dat de vliegen de dragers en overbrengers zijn van ontelbare ziektekiemen. De vieze dieren, die van alles en nog wat snoepen, hun uitwerpselen zoowel als hun eieren overal deponeeren, bederven letterlijk alles, waarmede zij in aanraking komen. Op de slagvelden van België en Noord- Frankrijk liggen duizenden lijken, die slechts door een dunne aardlaag onvol doende zijn bedekt. Het is te vreezen, dat deze droeve oorden, waar de oorlogs demon werd losgelaten, een bij uitstek vruchtbare kweekplaats worden voor milliarden vliegen. Voor allerlei epide mieën zal in die lugubere streken een be smettingshaard ontstaan. De grootste voorzorg zal noodig zyn om met de komst der warme dagen de verbreiding van de besmettelijke ziekten, die de oor log na zich sleept, te voorkomen. In de oorlogsstreken vinden meerdere stroompjes hun oorsprong, die hun water voeren naar onze rivieren. Stel u voor, dat in Brabant en Limburg dit water gebruikt wordt voor mensch en dier. Als de Zuidenwinden de vliegenzwer- men naar onze streken voeren, vrage men zich eens af, welk een gevaar deze bacillendragers voor de gezondheid der natie vormen. Terecht wordt daarvan reeds in vele bladen op het viiegangevaar gewezen. Elk dient zich tot taik te stellen olke vlieg onverbiddelijk te dooden. De vlie gen, die in de Meimaand te voorschijn komen, zijn insecten, die overwinterden en juist deze zijn de stammoeders van de zwermen, die in den zomer loskomen. FEUILLETON. GANZEN-LIZE. Naar het Duitsch van NATALY VON ESCHSTRUTH. 9M*thor1«r*rdt OTcrdrok tub hu erlljknamlc bock, t»r wkrntn bij dp Firma D. ROl.t.K te Kottrrdam. 50) Gflnther zag somber op. „De wispelturigheid van het geluk heb ik leeren kenden, en ik ver- trouw het niet meer. Ik wil voortaan op mün eigen beenen staan. Hoe moeilijker de weg. hoe grooter de trioml. wanneer ik het doel bereikt ral hebber.. Denk je, dat de praatjes, die om trent mij loopen, mij niet Ier oore zijn geko men? Men verwondert zich wat er worden zal van den onheduidenden, oppervlakkigen Lchr- bach, die mei moeite hel officiersexamen deed. Kunstrijder misschien in een cirque spot men want in hel rijden was hjj steeds een mees ter. .Vind je nielReimar, dal dat een waardig eind is voor de schitterende loophaan van het ge lukskind? -- Ik zal hun bewijzen, dat men nog andere lauweren verwerven kan, dan die welke de manége aanbiedt En al zon er ook een won der gebeuren, dat mij terugvoerde in het ver loren paradjjs van mjjn vroeger leven en my myn goeden naam weer teruggaf,ik zou het Het dooden van vliegen in doze maand beteekent daarom het dooden van tien duizenden nakomelingen van dezen vij and. Het staat wel vast, dat de grootste vijand van de vlieg zindelijkheid is. Waar hel zindelijk is, zijn geen vliegen. Waar het vuil is, wemelt het meest van vliegen. Waterplaatsen en privaten moeten met creoline of carbol worden ontsmet. Mesthoopen moeten worden overgoten met kalkmelk of petroleum. Men mag eischen, dat elk gemeentebestuur, vooral op het platteland op deze ontsmetting krach tig aandringt. Wij hopen, dat de regeering tot alle autoriteiten een aanschrijving zal doen uitgaan, om in dezen diligent te zijn. De Rijksregeering geve in dezen het voorbeeld. Er zijn ons gevallen bekend, dat plas sen, aan het Ryk behoorende, met straat- vuil worden gevuld en aldus kweekplaat sen voor milliarden vliegen worden. Daaraan moet onmiddellijk een eind komen. Het is werkelijk geen denkbeel dig gevaar, waarop wij de aandacht ves tigen. Van overheidswege moet ten spoe digste de opwekking uitgaan om alle gewenschte voorzorgen tegen de dreigen de besmetting uit de oorlogsstreken te nemen. Waar de vliegen tot de meest gevaarlijke overbrengers van ziekten kunnen worden gerekend, moet tegen deze insecten de strijd onverwijld wor den aangebonden. Nog is het daarvoor tijd. In de groote steden worden jvoorde hygiëne uitnemende maatregelen geno men. Op het platteland ontbreekt daar aan nog heel wat. Men vrage zich bij voorbeeld maar eens af, welk een gevaar de varkenshokken in de nabijheid der dorpen kunnen opleveren. Men bedenke eens, hoevele mesthoopen bij boeren woningen nog vlak bij de kom van een dorp liggen. Men ga eens rondkijken, hoevele moddersloten, in den zomeruren in den wind stinkend, bij de dorpen worden gevonden. Men herinnere zich eens, bij hoeveel dorpen nog een lieflijk geurende kerkgracht is. Dit alles vormt voor de vliegen de beste kweekplaats, die zij voor hun nazaten kunnen ver niel pryzen als een geluk en er bezet van ne men. Fier zou ik den eenmaal ingeslagen weg vervolgen, om de menschen te tooncn, dat de onbeduidende graaf Lehrbach zich door eigen kracht een plaats in dc wereld veroveren kan -Dal het je gelukken mogo en God je kracht en geduld schenke tot een leven van arbeid, ontbering en verootmoediging! Ik vrees, dat de tegenstelling te scherp zal zynje kent den vloek van den arbeid nog niet, je weel niet wat het zeggen wil zich te moeten vernederen. Ik heb or over gedacht, of het nu niet een zegen voor je geweest zou zjjn, indien jo de verloofde van een prinses Sylvia waart. Hoe anders zou alles dan afgeloopcn zijn De onderzoekende blik van Reimar scheen tot in het diepst der ziel van den jongen offi cier te willen lezenangstig wachtte h\j een antwoord. Gflnthers oogen fonkelden. -Geloof je het waarlyk Opdat het cene ongeluk by het andere ekomen zou zyn, wenschje my een vrouw toe, ie ik nauwolyks achten, en ik niet liefhebben kan Je hebt een zonderling begrip van geluk. Het moet waar zyn, dal ik. zooals de menschen zeggen, sedert ecnigen tyd opmerkelyk veran derd ben. Vroeger liet ik my verblinden door een kroon en hechtte daaraan meer waarde dan ®an |je' hoofd, dat die kroon droeg: toen zou !k, mijn bar' geofferd hebben op het altaar der ydelheid. Toen was ik het gelukskind, waar over Forluna haar hoorn van overvloed had langen. De gemeentebesturen moeten op deze gevaren gewezen worden en van hoogerhand zal krachtige aandrang noo dig zijn om menig gemeentebestuur tot zijn plicht te brengen. Wij hopen daarom ten zeerste, dat de regeering niet zal aarzelen zeer spoedig maatregelen te nemen. Het gezantschap bij den Paus. Het voornemen van het extra-parle mentaire kabinet om tijdelijk een gezant schap bij den paus te vestigen en dat alleen in het eventueel belang van het tot-stand-komen van den vrede, heeft in sommige protestantsche kringen verzet gewekt. Wanneer het er nu omging een blijvend gezantschap bij het vaticaan te vestigen, zouden wij ons die oppositie zeer wel kunnen verklaren. Doch als het vaststaat, dat het gezantschap een zeer tijdelijk karakter zal dragen, zien wij niet in, dat oppositie noodig zou zijn. Een hoofdartikel van Het Volk drukt op uitnemende wijze uit, wat ook wij van meening zijn. Het blad schrijft „De regeering is allereerst aangewezen op het oefenen van invloed door middel der diplomaten. Wie tenslotte den groot sten invloed oefent, zal de geschiedenis uitwijzen maar wij kannen dit voorstel der regeering niet afwijzen, zonder de kans te loopen, dat wij voor den vrede niet alles hebben gedaan wat in onze macht stond. Laat dus, wat ons betreft, de heer Van Nispen naar Rome gaan. En moge, voe gen wij erbij, hij iels kunnen doen. Het belang van den vrede gaat boven alles. Maar hieraan dient vastgehoudende gezant gaat alleen om voor den vrede te werken. Is deze opdracht vervuld, met welk resultaat dan ook, day\ komt hij terug. Wij ivilden wel, dat de katholieken, tuien deze missie natuurlijk bijzonder ter harte gaat, op het lijdelijk en bijzonder karakter ervan den vollen nadruk legden. In hun macht ligt het, het protestantsche ver zet binnen zeer enge grenzen te beperken. Als zij verklaren, dat het hun niet erom te doen is, den principieélen strijd om het gezantschap bij den paus te ontgaan, en langs allerlei stille wegen het tijdelijk uitgestort, en ik strekte de handen uit naar een nog schitterender lot en streefde zelfs naar een vorstenkroon. Nu ben ik een bedelaareer, geluk ?eld, alles heb ik verloren, en toch, geloof my, leimar. toch zou ik Sylvia geen ander antwoord geven, dan ik haar onlnngs gaf. Want het ecnige wat ik ui! de groote schipbreuk redde, is myn hart, en dat verkoop ik niel voor een kroon!" Hoog opgericht, trotscher dan ooit in de dagen van zijn geluk, stond Gflnther tegenover zyn vriend. Ja, dc menschen hadden gelyk hy was een andere geworden. Hattcnheim zog hem gelukkig aan en knikle zwygend. -Dat is jou werk," dacht hy by zich zelf: „het is gelukt. Wel was het geneesmiddel bitter, doch het heeft je vriend nanr lichaam en ziel gehard doen worden I" Gflnther trad nu naar het ziekbed, boog zich over het gryze hoofd van zyn vader en staarde treurig in de wijd geopende, wezenlooze oogen. Roerloos lag de minister daar; geen blik, geen beweging verraadde, dat hij zyn ccnig kind her kende. En zoo. zoo van hem te moeten scheiden Een namelooze smart maakte zich meester van den jongen man. brandend heete tranen in zyn oogenhy knielde naast het bed neder en drukte het gelaat in het koele linnen. Werktuigelijk streek de hand van den ouden man over de vouwen van de zjjden deken en bleef rusten op hel gelokte hoofd van zijn zoon. Het was als wilde hij hem zegenen. Een rilliög voer Gilnlher door de leden; hel was hem als ware dit een afscheid voor eeuwig. gezantschap blijvend te maken, geven zij den besten steun aan het regeeringsvoor- stel waartoe zij in staat zijn. Wanneer het mogelijk zou zijn, dat van katholieke zijde in de Kamer rond weg te kennen werd gegeven, dat men van die zijde in het gezantschap niet anders ziet dan iets tijdelijks, zouden wel weinigen bezwaar maken aan het door de regeering ingediende wetsontwerp steun te verleenen. Uit de Tweede Kamer. Twee wetsontwerpen lokten voor de kamer uiteenging, een vrij langdurig debat uit. Het eene was een verhooging van hoofdstuk X betrelfende de kosten tot bestrijding van het mond- en klauw zeer. De H H. de Jong, van Foreest, v. d.Velde,Van iNispen en Brummelkamp waren allen van meening dat met het afmakingssvsteem moest worden gebro ken, nu het vee in de weiden is gebracht. Zoolang het op stal stond kon naar de meening van meerdere afgevaardigden van het afmakingssysleem succes worden verwacht. Nu het vee evenwel op de wei is, zullen de kosten van afmaking zoo hoog worden, dat met het oog op de belangen der schatkist met dit sy steem moet wórden gebroken. De H.H. v. d. Velde en Brummelkamp waren geheel tegenstander van afmaking. Minis ter Posthuma wilde wel toezeggen met het afmaken voorzichtig te werk te gaan, doch hij wenschte zich niet te verbinden in den weitijd het afmaken slop te zetten. De heer v. d. Velde was daarover zeer ontsticht en verklaarde bij volgende cre- dietaanvragen, zich sterk te zullen ver zetten. Minister Treub had een wetsontwerp ingediend om citroenen, sinaasappelen en oudheden vrij te stellen van uitvoer rechten. Doel van het ontwerp is zoo mogelijk de markt van deze producten naar ons land te trekken. Bovondien geelt het invoerrecht op sinaasappelen en citroenen aanleiding tot allerlei ont duiking. De aanneming van dit ontwerp kost de Schatkist een halve ton. Mr. Kooien, die den minister uitvoerig be- On hoorbaar was zuster Magda binnengetreden. Zwygend wenkte Hattenheim haar daarop trad zij terug en liet de portière vallen. „Laat ons dit afscheid niet storen," fluisterde Reimar zacht; „zijn ernstige wyding is de talisman, dien myn armen vriend medeneemt in het nieuwe leven 1" En het bleef stil, doodstil in het donkere vertrek. DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Boomen en heesters stonden in vollen bloei, de vogels jubelden hun lied in de blauwe, hel dere luclitde menschen openden vensier en hart om de vriendelijke zonnestralen binnen te laten, die een gouden brug tusschen hemel en aarde bouwden en der wjjae wereld toeriepen „De Mei is gekomen! De winter isvoorby!" Ook door de groote. openslaande ramen van de ministerswoning drong de frissche, verkwik kende lentelucht. Groote kisten en kolYers ston den in de'vestibule opeengestapeld,verschillen de bedienden liepen bcdry vig heen en weer door de reeds meest ontruimde kamers en volgden de bevelen van freule Von Sacken en Josephine. Het huis was door hertogin Maria Christina ge kocht om tof winterverblijf voor haar verbouwd te worden, daar het paviljoen voor baar steeds toenemend rhcumatisch lyden volgens de ge neeskundigen 's winters Ie koud en te vochtig was. Morgen zou dc zieke graaf Lehrbach het huis verlaten, daar hij in den laatsten tyd zeer in beterschap was toegenomen en ook het bc-

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1