6 STAD AAN 'T HARINGVLIET- Bü het voor gedelegeerden van den Nederlandschen bond voor ziekenverpleging gehouden examen is o. m. bet diploma uitgereikt aan Mejuffr. M. Koppenaal van hier, thans verpleegster in het ziekenhuis „Eudocia" te Rotterdam. Op Maandag 3 Mei a. a. zal bü de Ned. Herv. gemeente alhier de persoonlüke kerk visitatie plaats hebben door Ds. Bruining van i Middelharnis en Ds. Emmen van den Bom mel. STELLENDAM- Daar de booten geen gai- nalen meer vervoeren naar Engeland, ligt de viaacherij hier geheel stil. Dientengevolge zyn natuurlijk ook de pellerijen gedwongen te stoppen. Als men weet, hoevelen van de visscherij en de pellerijen leven, zal men begrüpen, wat dit voor de bevolking van onzegemeente beteekent. Voor toelating op de O. L. School alhier zün37 nieuwe leerlingen aangegeven. Tegen Woensdag 28 April 's namiddags 2 uur is door den Burgemeester een openbare vergadering van den raad dezer gemeente uitgeschreven. De zeevisschers P. Kok en A. Moerkerk zü'n heden met een slechte vangst tenge volge van slecht weer, de een met een ge scheurde kor en de ander met een gescheurd zeil binnen gekomen. Niettegenstaande het minder gunstige weer staan de bloemen-velden bij de hofstede „Koornlust" toebehoorende aan den Heer C. A. Vogel prachtig in bloei.'tis een keurig gezicht al die verschillende bloemen in haar veelkleurig kleed en een wandeling er heen wordt ruimschoots beloond. Nu de garnalenvisscherü stil ligt, gaan ettelüke visschers zich gereed maken voor de zeevisscherü, die tegenwoordig zeerloo- nend is. Enkele visschers die voor eigen rekening nog garnalen visschen, trachten een loontje te verdienen met het venten van garnalen in andere gemeenten. De Dorpsvereeniging ,Ons Belang" al hier zal Donderdag 29 April a.s. de3 avonds 6 uur in het Logement van den Heer F. Troost een vergadering houden. DE OORLOG. 26 April. Over den stryd op het Oostelyk Oorlogs- tooneel wordt nog niet veel gezegd. De Duitscher8 melden nog steeds dat de toe stand onveranderd is en dat de Russen op enkele plaatsen zwakke aanvallen probee- ren, die echter met zware verliezen voor de Russen zouden worden afgeslagen. De Rus sische Generale Staf deelt echter nu het volgende medeIn den nacht van 24 April hebben twee compagniön Duitsche troepen herhaalde aanvallen gedaan op de meest vooruitgeschoven gedeelte van het Russische front tusschen Kalmarja en Goedwino. Deze aanvallen werden echter zonder moeite door het vuur der Russische artillerie afgeslagen. De Duitschers moesten na een van deze aan vallen in wanorde de vlucht nemeD. De Russische vliegers deden in den och tend van 24 April een succesvollen tocht naar het station van Reidenburg en ver oorzaakten daar branden en vernielden den spoorweg. In de Karpathen is de hevigheid van het vuur van den vyand in den laatsten tyd toegenomen. In den nacht van 24 April heeft de vyand een reeks hardnekkige aanvallen in de omgeving van de Oejokpas gedaan, die echter door kanonvuur en handgranaten werden teruggeslagen, waarby zy groote verliezen leden. In de andere sectoren zoo meldt de Russische Generale Staf verder heeft geen belangrüke wyziging plaats gehad. Uit Eperges wordt dato 25 April geseind, dat er gisteren in de Karpathen een betrek kelijke rust heerschte. De Russen zün thans bezig hun dooden te begraven en hun ge wonden weg te dragen. Hun verliezen aldaar worden op 10.000 man geschat. Ook de I Oostenryksche troepen komt de rust ten goede. De „Lokal Anz." meldt, dat uit het oorlogs kwartier aan dit blad wordt geseind, dat de Russen Zaterdagnacht trachtten met sterke strydkrachten de posities aan de üszokpas te bezetten. Een verwoede aanval der Russen mislukte echter onder zware verliezen. Over den stryd aan het Westelyk front meldt het Fransche legerbericht, dat de gevechten ten Noorden van Yperen nog voortduren. Zy hebben een gunstig verloop voor do geallieerden. De Duitschers hebben verschillende aanvallen gedaan op punten van het Engelsche front, doch konden ner gens vasten voet krijgen. Aan den rechter oever van het Yserkanaal maakten de Franschen door hevige tegenaanvallen vor deringen. Op den Westelyken oever van het Yserkanaal zoo meldt het laatste Duitsche legerbericht is de hoeve Lizerne, die de Franschen beweren te hebben her nomen, in ons bezit. Het getal der door de Duitschers veroverde stukken geschut steeg tot 45, waaronder zich nog steeds de vier zware Engelsche stukken geschut bevinden. De Duitschers maakten ten Noordwesten, waar zy hun aanvallen voortzetten, meer dan 1000 Canadeezen gevangen, waardoor het aantal krygsgevangenen steeg tot 5000. Twee nachtelyke aanvallen der Franschen werden ten Noorden Beau Sejour door de Duitschers afgeslagen. In de Vogezen werd de Hartmannweilerkopf door de Duitschers by hun aanvallen, veroverd. De daar gemaakte overwinningsbuit bedraagt 11 officieren, 749 Franschen, ze3 mynenwerpers en vier machinegeweren. Aan de „Times" wordt uit Mytileme over de operaties aan de Dardenellen geseind, dat twee Duitsche vliegtuigen, die op het eiland Tenodos bommen wierpen, door het geschutvuur zyn getrofien en naar beneden geschoten. In het telegram wordt van het lot der vliegers geen melding gemaakt. Dinsdag 27 April 1916. Van het Westelyk oorlogstooneel melden de Duitschers o.a. dat de Engelschen met zeer sterke strijdkrachten de nieuwe linie van hunne posities ten noorden en noord oosten van Yperen aanvielen, welke drie tot vier K.M. ten zuiden van die, welke zy tot nu toe bezet hielden, ongeveer vanaf ten noorden van d'Haudt Ferme aan het Yserkanaal over St. Julien in de richting van 'sGraveDtafel verloopt. De aanval, die door de vyandelyke artillerie ten zuiden van Yperen gedeeltelyk in den rug werd gevat, mislukte onder buitengewoon zware verliezen en werd door ons vuur totaal ge fnuikt. De door de vyandelyke artillerie totaal ineengeschoten huizen van Lizerne zyn door ons in den afgeloopen nacht ont ruimd. Het onmiddellyk ten oosten daarvan op den linker kanaaloever gelegen brugge- hoofd werd behouden. De Duitschers zyn begonnen het spoor wegkruispunt en etappenhoofdplaats Pope- ringhe op ongeveer 12 K.M. ten westen van Yperen met zichtbaar succes te beschieten. De Franschen meldden vaa het oorlogs terrein Ten noorden van Yperen maakten wy op onzen linkervleugel vry belangryke vorderingen. Wy dreven de Duitschers terug eu brachten bun zware verliezen toe. De Duitschers gebruikten opnieuw ver stikkende gassen, maar de Franschen had den beschermingsmiddelen die voortreffelyk werkten. By Fay ten noorden van Chaulnes werd hevig gevochten om een kuil die door een Duitsche myn was gevormd. De Duitschers werden daaruit verdreven en konden ons ondanks twee tegenaanvallen bandhaven. Aan de Maasboogten op het front Les Eparges—St. Rémy werden hevige Duitsche aanvallen volkomen afgeslagen. De Franschen behielden de gebeele positie van Les Eparges waarvan de hellingen vol lyken der Duitschers liggen. De toestand blijft volgens het rapport van Generaal French onveranderd. De Engelsche linkervleugel moest wegens de veranderde situatie tengevolge van den terugtocht waar toe de Franschen gedwongen waren front te maken naar het Noorden en westwaarts tot voorby Sr. Julien uitbreiden. De Engelsche linie werd daardoor verzwakt en na een dapperen tegenstand der Cana deezen werd St. Julien genomen. Ten zuiden van St. Julien begint nu de Engelsche linie. Ondanks het opnieuw gebruikmaken van verstikkende gassen, mislukten gisteren de aanvallen der Duitschers ten oosten van Yperen. De Duitschers hebben in de laatste drie dagen zeer zware verliezen gehad. De verliezen aan onze zyde zyn ook zwaar. Het Duitsche bericht dat vier stukken geschut van de Engelschen veroverd werden, is on waar. Gisterenmiddag hebben de Engelsche troe pen het offensief genomen en vorderiogen gemaakt in de omgeving van St-JulieD.De Franschen hebben noordelüker de Belgische plaats Het Sas heroverd. Het Russische communiqué luidt: Een vyandelyke kruiser heeft op 25 April zon der resultaat eenige dorpen aan de Oostzee kust by Polangen beschoten. Dienzelfden dag wierp een Zeppelin zon der schade aan te richten verschillende bom men op Bielostok. In de Karphaten hebben wy op 24 April bü de plaats Polen vyandelyke aanvallen afgeslagen. Dien dag begon een gevecht in de richting van Stryj dat in den ochtend van 25 April werd voortgezet en nog aan den gang is. Op de andere fronten hadden de gewone fusillades plaats. Het Engelsche consulaat deelt mede, dat alle Engelsche havens tot nader order ge sloten zyn voor Engelsche en vreemde sche pen. Gemengd Nieuws. De muiterij te Singapore. In den namiddag van den 22aten Maart werd buiten de gevangenis van Singapore het vonnis ten uitvoer gelegd, dat door den krygsraad over een 20 tal der muiters was uitgesproken. Een groote menigte woonde de terechtstelling by, daartoe uitgenoodigd door een oproep van den militairen comman dant. Zoowel bet garnizoen als de vrüwilli gers waren in vollen getale tegenwoordig. Het is wel merkwaardig, dat de Engelsche autoriteiten hier de practyk hebben doen gelden boven de ethiek, die verbiedt, dat der gelijke vonnissen in het openbaar worden uitgevoerd. Maar juist heeft men een deel der bevolking willen toonen, hoe de muiters, die i onder hun oogen misdaden begingen, ook onder hun oogen de straf voor die daden ont vingen. Daar hechtte men dus wel aan het afschrikwekkend voorbeeld. Van de Malay States Guides werden vier man veroordeeld tot twee jaar en 18 maan den gevangenisstraf. Acht man van het vyfde lichte infanterieregiment werden veroor deeld tot deportatie voor hun leven, drie an dere voor 15 jaar en één voor twee jaar. Vyf der belhamels werden ter dood veroordeeld, nl. Subadar Dunde Khan, Jemadar Cbisti Khan, Havildar Ramaih Ali, Sepoy Lakim Ali en Havaldar Abdul Ghannu. Dezen wer den naar buiten de gevangenis geleid,de von nissen werden in vier talen voorgelezen, de veroordeelden werden aan banden en voeten geboeid en met een salvo, afgegeven door een vuurpeloton uit de Royal Garrison Artillery en de Royal Engineers, werden de vyf man nen gestraft voor hun onbezonnen misdaad. Den dag te voren had in de St. Andrews Cathedral een dankstond plaats voor de red ding van de stad, waarby de voorganger sprak over „persoonlijke opofiering". (Deli Ct De Tyd verneemt over een rede van den bisschop van Namen: Op den Eersten Paaschdag heeft Z.D.H. Mgr. Heylen onder de pontificale mis in de stampvolle kathedraal van Namen hulde gebracht aan Z. H. Paus Benedictus XV, die door de vyanden der kerk wordt voor gesteld als heulende met de overweldigers van België, maar die aan België de harte lijkste bewyzen van vaderlijke genegenheid heeft gegeven en wiens vredelievendheid niets liever wenscht, dan dezen oorlog te beëindigen, in plaats van hem aan te stoken. Ook maakte mgr. Heylen gewag van las terlyke geruchten, welke omtrent denpau- selyken nuntius in omloop waren en die in de Tyd reeds herhaaldelük zyn tegen gesproken, maar in sommige kringen van België nog voortduren. Z. D. H. prees open- lyk de correcte en tactvolle houding van Z. Exc. mgr. Tacci Porcelli, die zich vooral in deze moeilyke tyden groote verdiensten jegens België en de katholieke zaak heeft verworven. Voorts bracht mgr. Heylen dank aan het edelmoedige Nederland, waar zooveel Bel gische uitwykelingen een gastvry verblijf vonden in afwachting van rustiger dagen. Nooit zou België deze edelmoedigheid van de dierbare zusternatie voldoende kunnen waardeeren. Mgr. sloot met dezelfde gevoelens van dankbaarheid uit te drukken aan Amerika, dat door den invoer van granen en levens middelen op groote schaal de Belgische bevolking tegen verhongering heeft bewaard en recht heeft op een duurzame erkentelyk- heid van Belgenland. Volgens den correspondent van de Times te St. Petersburg neemt het vervoer van Duitsche troepen n.iar de Karpathen toe. Ia wel-ingelichte kringen gelooft mea dat er onder die troepen ook Beiersche corpsen zyn van het zuidelyke front. Hoofdzakelyk bestaan zy echtei uit troepen uit Polen of landstormers, die kort geleden in Duitscb- land geoefend zyn. Het Novoje Wremja maakt melding van het aankomen van Duitsche versterkingen op verschillende punten in bet gebied van Krakau en Stryj. De Duitschers ontblooten de streek van de Narew van alle troepen, die zy maar even kunnen missen, om daar- 1 mede de gevaariyke gaten in de Karpathen te stoppen. Hun plaats wordt door zware artillerie ingenomen. De Duitschers, zoo zegt de correspondent van de Times te St. Peters burg ten slotte, achten verdere concentratie voor Warschau nutteloos en beginnen zich in ernst in de streek van Krakau samen te trekken. De byzondere correspondent van het Ber liner Tageblatt meldt uit Eperjes: De ge-j vechten om de hellingen van Duklaenom de wegen naar den Dukla-pas zijn op het J doode punt gekomen. De aanvallen der Russen zyn zwakker geworden en worden telkens zonder moeite door de Oostenrykers afgeslagen. Meestentyds behalen de Russen deze aanvallen met een groot aantal dooden dat was ook het geval bü een Zaterdag door hen ondernomen aanval. Een soldatenbrief uit de Karpathen. De volgende brief, opgenomen in de T;ig- liche Rundschau, is geschreven door den Berlynschen geoloog Dr. Erich Meyer, een vrijwilliger, die dienst heeft gedaan in de, Karpathen en nu overleden is. „Nu weet ik boe de godenspijs Amrita. smaakt l Het is het heerlijkste, dat er ooit I in myn mond gekomen is. Gisteravond, toen ik hier volkomen uitgeput en halfdood een warm kwartier zocht in een doipshut, kwam „Mattka" (moedertje) uit een hoek aangestrompeld en zette een kan voor me neer met stellig wel een liter warme melk. Daar brokte ik myn koramiesbrood in en dit was zoo onbeschrijfelijk lekker, dat ik, wel bad kunnen huilen van geluk Wy bezetten tegen den avond een stelling J op een besneeuwden, boachryken bergrug,! waar aan den anderen kant of verderop weer Russen liggen. Men hoort, een paar schoten en dat. niets meer. Den volgenden morgen blykt, dat zy weg zyn. Tegen den middag rukken wü verder, ontmoeten Rus sische krijgsgevangenen, overloopers en door de diepe sneeuw gaat het verder, achter elkaar als de ganzen, zoo vlug als het gaat. 's Avonds komen wy dan misschien in een dorp totaal bezweet door de inspanning. Dan staan wij een paar uur in colonne voor een huis, omdat er kwartier voor ons gezocht wordt, tot wij van koude bibberen, en klappertanden. Een paar gaan er dan, zonder bevel af te waehten het huis binnen om zich te warmen. De kamer is propvol. Maar dadelyk wordt er gecommandeerd verder, de berg rechts of links voor ons moet bezet worden En dan gaan we verder tot de knieën in de sneeuw, vyftig pond op den rug, een steilen berg op, drie, vier uur lang. Als we boven zyn, vinden we geen Russen. De morgen breekt reeds aan. We moeten ons ingraven, d.w.z. een gat graven in de sneeuw die een meter hoog ligt, tot er beneden een zwarte massa te voorschijn komt. Daar gaan we in liggen. Wanneer men de kunst verstaat, wordt men warm en slaapt men. Twee man moeten een tentbaan onder zich nemen, na eerst een bed gespreid te hebben van dennetakken, indien deze ten minste I niet vol ys zyn. Dan drukken de twee zich vast tegen elkaar, nemen een deken in de lengte over de hoofden en de voeten, een overdwars over de heupen, stevig toege trokken.De natte schoenen worden uu warm en men slaapt, stoomt uit en is gelukkig. Daar klinkt een stem: „De zesde compagnie klaar maken. Voorwaartsl" Men kruipt uit zyn tentbanen, staat in den wind, klapper- tant en is bly, wanneer het weer verder gaat en de beenen warm worden. De natuur in dit bergland is zoo schoon als in een tooversprookje. Op den marsch van Munkacz bierbeen was het eten meestal schaarscb. Dikwüls kregen wü maar een derde of een kwart brood per dag. En dan moet men probeeren zelf maar iets te vinden. Onlangs kwamen wy tegen het vallen van den avond by een paar buizen. Wy moesten toezien, hoe anderen in een goed kwartier lagen. Men zond ons naar den zolder van een stal, die van twee kanten geheel open was. Maar ook dit was nog te goed voor ons, anderen moesten daar onze plaats innemeD. Wy moesten in de „schuil plaatsen", d. w. z. in natte sneeuwkuilen, met een paar takken bedekt. Maar toch kreeg ik dien avond de veldpost, met lek- kernyeD. Tot tien uur kon ik eten en lezen. Van tien tot twaalf wacht in de natte sneeuwjacht. Slapen tot zes, van zes tot acht wacht. Tot den middag rust. Wü stoken een vuurtje. De veldkeuken geeft ons een warm maal. Tegen den avond rukken wy verder, den beTg op. Wy hopen op een kwartier in een huis. Twee, drie uur duurt het klim men. Wanneer de voorsten langzaam stygen, I omdat bet pad steil is, dan moeten wy I blyven staan, indien ons pad net vlak is, en hebben bet koud. Rennen de voorsten over een vlak stuk van den weg, dan moeten wy over een steil gedeelte klimmen met een tempo, zoo snel, dat we duizend angsten uitstaan. De voeten willen niet voort op de gladde sneeuw. Wy tuimelen, vallen krab belen weer op, klimmen wanhopend, om de voorsten niet kwüt te raken. Hebben wy aansluiting gekregen, dan wachten we weer tot de beenen afvriezen. Eindelijk graven wy in de sneeuw onze holen. Ik slaap tamelük koud en ongemakkelyk.Om de zes uur twee uur wacht. Aan myn baard hangt zoo dik als een vuist het üe- 's Och tends kook ik me zelf macaroni met tomaten. I Heerlük. 's Middags, zoo moe en uitgeput als we zijn, rukken we als de ganzen achter elkaar verder dooi de sneeuw langs den slingerenden weg naar de pasboogto. By de derde kromming van den weg krygen wy vuur en worden er een paar gewond. Nu in tirailleurslinie den berg op in loop pas I Plotseling is men opgewekt, voelt men den ransel niet meer. Onze afdeeling moet. in reserve blijven. En we staan een uur, tot de voeten gevoelloos zün van de kou. Dan: ingraven. We hebben een vuurtje aangelegd, willen juist gaan slapen, als bet commando klinkt Voorwaarts! We gaan een ravün af, tot we ons weer moeten ingraven, maar in onze kuilen kunnen we niet liggen, omdat de helling te sterk is. Ik inspecteer myn rech tervoet. Het vel onder den bal is volkomen nat en verschrompeld, 's Avonds om elf uur verder, tot den pas en de Galicische grens. Daar zün barakken en htor hopen wü te overnachten. Maar weer moeten wij ver der. In de barak merk ik plotseling, dat ik koorts heb, ziek ben. Toen we al onderweg waren, steeds verder moest ik raü ziek mel den. De dokter zegt, dat ik het moet uit houden, tot we halt houden. Hier kon hy my toch niet helpen. In de avondschemering gaan wy het slingerpad af, door vernielde dorpen. Einde- lyk komen wü by een plaats waar voor de paarden twee barakken gebouwd zün. Wy moeten ons in de sneeuw ingraven. Onze afdeeling heeft de wacht, kruipt in een ge- meenschappelyk hol, dat goed dichtgestopt wordt met bordpapier en dekens, in de ba rakken voorradig. Wü hebben vandaag ieder een snee brood gekregen, twee vingers dik Ik zoek, toen de wacht afgelost was, een plaatsje in den stal, waar ik van twaalf tot vier vrij goed slaap tusschen de voeten van de anderen. In de barakken, waar kachels staan, vind ik brood, spek, kaas. 's Avonds kwam de veldpost weer. Honing, melk, boter en bitterkoekjesAch, mocht ik toch eens een pakket krygen met drie pond bitterkoekjes 1 Wy hebben in onze schuur, waar het alleen wat tochtte en geen kachel brandde, vrü goed geslapen. Alleen werd men om het half uur uit de slaap gewekt, omdat er soldaten geroepen werden voor de wacht.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 6