Officieel Nieuws- en Advertentieblad n Ien, ÏL lijk. voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. I5de Jaargang. Woensdag 28 April 1915. No. 24 alle orden nkoop el. DIS (EN ton laten, 1UIS- S, enz. sen v. (ENT EN. EN. aan- iften, lache van „VOORUIT!" 1 - Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-tieneraal, VflBAVEKUIflK. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureau* nemen Advertentiën aan. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te MHddelliarnls. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De circulaire van minister Posthuma Minister Posthuma heeft voor eenigen tijd aan de Gemeentebesturen een circu laire doen toekomen, waarin hij zich be reid verklaarde verschillende levensmid delen goedkoop verkrijgbaar te stellen, voor on- en minvermogenden, mits de gemeenten de helft der kosten droegen. Dit leek op papier heel mooi. Doch de besturen van den Haag, Rotterdam en Amsterdam toonden aan, le dat de grens tusschen on- en minvermogenden en wel- gestelden niet was te trekken ot 50 tot 70 der bevolking zou onder do eerste categorie moeten worden gerekend,2edat de gemeentefinanciën niet toelieten de helft der kosten te dragen en 3e dat de contróle schatten zou kosten. De socialis tische wethouder Wibaut eu het socialis tische gemeentebestuur van Zaandam waren het over deze bezwaren roerend eens. Niettemin hebben de sociaaldemocra ten onmiddellijk deze circulaire aange grepen voor min politieke agitatie. Blijde, dat zij een middel hadden om hun hope- looze verdeeldheid te bemantelen, heeft de S.D.A.P. onmiddellijk uit de bezwaren, tegen de circulaire ingebracht, gedistil leerd, dat de bezittende klasse slechts noodgedwongen de arbeiders wilde hel pen. Laten wij het ronduit zeggenGe- meener kan het niet. Als de nationale eendracht in één ding is gebleken, dan is het wel in de samenwerking van alle partijen om den nood in het vaderland met vereende krachten te lenigen. Met bekrompen verwatenheid matigt de S.D. A.P. zien thans aan, dat zij alleen voor de nooden opkomt. Minister Posthuma heeft intusschen zijn circulaire ingetrokken en vervangen door deze maatregelen le het ongehuilde tarwebrood wordt voor ieder, die dit wenscht, verkrijgbaar gesteld voor 12 cent per K.G. op een roodkaart, bij den burgemeester te ver krijgen 2e het ongebuilde tarwemeel wordt FEUILLETON. GANZEN-LIZE. Naar het Dnitsch van NATALY VON ESCHSTRUTU. 46) De minister liet aan het bankiershuis schrgven met verzoek om uitbetaling en afrekening. Het omgaande aütwoord bracht hem hel bericht, dat genoemde som reeds in den loop van Januari afgezonden en ook door Zijne Excellentie ge- quilteerd was; waarschijnlijk berustte de aan vraag dus op een vergissing. De ontsteltenis van den minister was groot, en te meer, daar geen enkel bewijs omtrent de ontvangst der gelden te vinden was. Ontelbare telegrammen werden heen en weer verzonden. Dezen morgen waren eindelijk de beide chefs van het bankiershuis in de residentie gekomen om de quitantie te presenteeren. Bleek en ont- dann had graaf Lehrhach op vertoon der quitantie zijn handieekening aanschouwd, welke zoo be- driegeljjk gelijkend, zoo duidelijk was, en toch valsch moest zijn. Hn zeil had zich onmiddellijk begeven naar den hertog, en onderzoek en ontslag uit zijn ambt aangevraagd. tegen 16 cent per K.G. verkrijgbaar ge steld op een meelkaart, eveneens door den burgemeester op aanvraag uit te reiken. 3e goedkoope groentenzuurkool, snij- bt onen en princesseboonen worden zoo lang de voorraad strekt, beschikbaar ge steld. 4e ook goedkoop roggebrood, in de streken waar dit het hoofdbestanddeel der broodvoeding uitmaakt, wordt door den minister beschikbaar gesteld. Deze maatregelen zijn o.i. heel wat doel treffender dan hetgeen de 1ste circulaire wilde. Wie mocht meenen, dat de S. D. A.P. thans haar agitatie zal stopzetten, ver gist zich. Intusschen blijkt, hoe onbillijk de cri- tiek der heeren is en hoezeer de regee ring voor de belangen der noodlijdenden zorgt. Het aantal interpellatie's is weer met één vermeerderd en wel van den heer Van Vuuren over de uitgifte der Indische leening. Het is goed dat deze zaak in de Kamer tot klaarheid wordt gebracht, want de ontstemming over de wijze van doen bij de uitgifte dezer leening is in breede kringen zeer eroot. Dit is wel zeker, dat in de eerstvolgende weken interessante discussie's in de Kamer zijn te wachten. Het mes, dat aan twee kanten snijdt. Wij hebben in Januari onze kiesver- eenigingen opgewekt toch vooral te zor gen, dat al onze geestverwanten het kies recht behielden of verkregen. Wij heb ben toen vooral gewezen op de Gemeen teraadsverkiezingen. Het blijkt thaDs wel, dat wij juist hebben gezien. In meerdere plaatsen zullen deze verkiezingen niet zonder strijd voorbijgaan. Waar oe recht- sche partijen kans zien een winstje te behalen, moeten zij van den zoogenaam- den Godsvrede niets hebben. Dat ziet men o.a. in den Haag. De vrijzinnige partijen hadden aan de rechtsche kies verenigingen voorgesteld geen strijd te voeren. Neen, zeggen de rechtsche hee ren, wij hebben in 1913 zooveel zetels Franz Eginhard was buiten zichzelf geweest van ontsteltenis en had het voorslcl gedaan de zaak te laten rusten, doch Lehrbach was blgven volharden bg zjjn aanvraag om gerechtelijk onderzoek. Algemeen geloofde men aan een ongelooflijk brutalen diefstal, en toch bemerkte graaf Lehr bach, hoe koel en styjf de hovelingen waren, die nog voor weinige dagen met gebogen rug hadden gesidderd voorliet fronsen van zjjn wenkbrauwen. Oogenblikkelijk waren alle stukken verzegeld en had men een aanvang gemaakt met de ver schillende verhooren. Men verwachtte nu dc beslissiug omtrent de handteekeningen twijfelde niet aan deuitspraak; daarmede tenminste was de naam Lehrbach ont heven van den schijn van schuld. In de residentie heerschle ntgemeene opschud ding. Men fluislerde en slak de hoofden bij elkaar; met een spotachtig lachje haalde men de schou ders op en beklaagde den armen minister H\j had zich zoo verdienstelijk gemaakt voor het land en de residentie! Zijn feesten overtroffen alle andere, juist dezen winter waren zg zoo weelderig, bijna vorstelijk geweest 1 En zijn zoon, de officier, was nogal zoo ongelukkig geweest bij het spel en had hn de wedrennen een van zjjn beste paarden verloren, en toch had hg zeer ruim geleefd I Wat moest dat alles wel gekost hebben Hertog Franz Eginhard had zich in persoon begeven naar zjjn gunsteling om te hooren of de onderzoekingen reeds tot ecnig resultaat geleid verloren, dat wij alleen zonder strijd de verkiezingen willen laten afloopen, als wij een paar zetels er bij krijgen. De heeren hopen een winstje te behalen en dus geen Godsvrede! In hun antwoord spreken zij ervan, dat in 1913 de vrijzinnige kiesvereni gingen „samenspanden" om het kleine aantal rechtsche raadsleden nog te ver minderen. De „Vaderlander" antwoordt hierop zeer terecht „Ais in gewone dagen de christeljjk- historischen zich met anderen coalisee- ren, om zoo mogelijk den laatsten vrij zinnige uit de vertegenwoordigende lichamen te verdrijven, dan beet dat zeer geoorloofd (en dat is bet inderdaad ook. Red. „Vad. Maar al9 vrijzinnigen zich coaliseeren om hetzelfde met hun tegenstanders te doen, dan heet zulks „samenspannen". Als bij de laatste wethouderskeuze in Rotterdam de Rechtsche wethouders niet herkozen konden worden, omdat de Raad ,;om" was gegaan, wordt er van Rechts zóo met de Bestandsleuze gewerkt, dat Links zich laat vermurwen maar als Links met het Bestand aankomt in Den Haag, waar Rechts meent een kansje van winst te hebben, dan kan het Be stand slechts van kracht zijn a raison van item zooveel zetels. Wij hopen, dat ook deze leerzame historie dienst zal doen, om aan onzen kant dat „werken van Rechts met het Bestand" op de juiste waarde te doen schatten. Het Bestand is voor haar toch niets anders dan het mes, dat met twee kanten snijdt." Wij zijn het met deze beschouwing volkomen eens. Men lette maar eens op, of men in andere plaatsen hetzelfde spelletje van rechts niet zal zien spelen Daarom is activiteit en waakzaamheid onzerzijds zoo dringend noodig. Laat men dit toch bedenken. Uit de Tweede Kamer. Donderdagmiddag kwam de Kamer door de Uorlogszeeongevallenwet heen. Het zal wel weinig zijn voorgekomen, hadden. De verhooren van den secretaris en de klerken waren zonder eeDig gevolg gebleveD. Men was nu begonnen met het onderzoek aan de posterijen. Dc minister had zich op zjjn kantoor teruggetrokken', niemand, behalve de beide eer ste ambtenaren, werd bjj hem toegelaten, zelfs zijn zoon was de toegang tot hem geweigerd. De laatste was met Hattenheim tweemaal aan het ministerie geweest, buitengewoon kalm en met trotsch vertrouwen. ,dat de zaak spoedig tot een opheldering zou komen". Dit was alles wat de hofmaarschalk van de noodlottige gebeurtenis wist mede te deelen. Doodsbleek had Josephine geluisterdhare lippen beefden, zenuwachtig verkreukelden baar kleine handen den fjjnen baptisten zakdoek, die op haar schoot lag. „Wie is tot zulk een schandelijke daad in staat geweest klonk het bjj na bIs een snik. „Die arme oude man, hoezeer zal hg lyden onder die verdenking 1" Ook gravin Lattdorf was getroffen door het ongeluk, dat de fiere Lehrbachs getroffen had. ,Dat overleeft Lehrbach nooit!" zuchtte zij. Alleen Ange bleef bewegingloos zitten en staar de peinzend voor zich uit. Eindelyk schrikte zjj op. .Is d'Ouchy al terug?" vroeg ze. ,Men heeft hem getelegrapheerd en heelt alle hoop op zqn goed geheugen. In dien tjjd werkte hjj met Lehrbach en zal dus waarschgnlgk op kunnen geven, welke der ambtenaren op het bureau werkzaam was en dus de onderteekening dat door het overleg met de Kamer een wetsontwerp zoo ingrijpend werd gewijzigd, als met dit wetsontwerp is geschied. Stemmingen over amendemen ten behoefden niet plaats te hebben. De belangrijkste nam de regeering alle over, wat het wetsontwerp aanmerkelijk heeft verbeterd. De eindstemming over de wet moet nog na een tweede lezing plaats hebben. "Vrijdagmorgen kwam een wetsont werp aan de orde, dat door den midden stand sinds jaren wordt gewenscht, nl. de bestrijding der oneerlijke concurren tie door strafbepalingen. De heer Aal- berse beeft een ontwerp ingediend, dat in de Kamer met groote waar deering voor de goede bedoeling van den ontwerper, vrij koel werd ontvangen. Meerdere sprekers gaven te kennen, dat zij van het ontwerp lang niet die groote verwachting koesterden als de voorsteller er met de middenstanders van had. De bestrijding door strafbepalingen zij echter niet den meest geschikten weg. De heer Schim van der Loeffde be kwame jurist, zeide o.a.: „Schier de geheele middenstand roept om deze wetsbepaling. Maar tegen wie zal zij gelden? Tegen den middenstand zelf, waarvan nu het eene lid toepassing der wet op het andere lid zal vragen. Nu zal men zeggen, dat de eerlijken de toepassing vragen op de oneerlijken. Maar, eerlijk is een weinig begrensd en subjectief begrip. Wat de een nog voor eerlijk houdt, noemt de ander oneerlijk." Ook wees hij er op, dat maar al te vaak iemand, die van concurrentie last heeft, deze als oneerlijk beschouwt, terwijl zij niet anders is als onaangenaam of lastig, Mr. Mendels verwacht van het ontwerp zoo mogelijk nog minder heil dan de heer Schim van der Loeff, ter wijl mr. Limburg zich in den zelfden zin uitliet. Veel krasser trad mr. Lobman op. Hij bestreed het ontwerp van den heer Aalberse uitvoerig en zal er tegen stem men. Woensdag wordt de behandeling van hetontwerp-Aalberse voortgezet. Dinsdag is bestemd voor afdeelingsonderzoek en an den minister in handen bekomen heeft. Een der klerken, hoewel aan een andere afdeeling, moet voor eenige dagen plotseling zjjn ontslag verzocht hebben en dit heeft algemeen het ver moeden opgewekt, dat by iets van de zaak weet volgens het zeggen zit hg reeds achter slot en grendel. Een onbeschryfelyke uitdrukking van angst lag op het gelaat der jonge gravinna eenige oogenblikken stond zy op,bracht haar vader een tweeden kop koffie en verliet de kamer, onder voorwendsel baar borduurwerk te gaan balen. Weldra volgde Josephine haar; verraderlyk drongen zich dc tranen naar baar oogen zy jjlde naar haar kamer, waar zg door niemand bespied, tucht kon geven aan haar angst. Na eenigen lyd trad Ange binDcn. „Ik heb aan Reimar geschreven en hem verzocht ons onmiddellijk bericht te zenden, wanneer zich iets mocht ophelderen." Josephine sloeg de armen om haar bals. „Dat het toch spoedig uiogezjjn I" snikte zg. „Anders doodt de opwinding den armen mant Nog kort geleden klaagde hg, dat hg xich ziek gevoelde 1" „Moge God ons allen genadig zjjn I" Er lag meer in Anges stem, dan enkel zorg betreffende het ongeluk der Lehrbachs. Het was een sombere, grauwe winterdag. In de antichambre van het hertogelijk paleis klonk een geheimzinnig fluisterende vleugel-adjudant, twee kamerheeren, de plaatsvervangende minis ter en de officier van justitie stonden in de ven-

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1