Alle brouwerijen, cabarets en herbergen
zullen worden opgekocht. Alleen lagerbier
zal worden gebrouwen.
Deze aankoop 2al tweehonderd driehon
derd millioen pond sterling kosten.
De brouwers en aandeelhouders zullen
in bons worden betaald.
Het wetsontwerp zal binnen twee dagen
gereed zijn.
Nader wordt nog gemeld dat het Kabinet
in principe heeft goedgekeurd het wetsont
werp betreffende de biecmonopolie onder
toezicht van een Kabinetscommissie. Dit
wetsontwerp is door Lloyd George voorge
steld.
De Russische Generale staf meldt over
den strijd aan het Oostelijk Ooriogstooneel
dat westelijk van de Nje'men de strijd bij
Sche8chupe nog steeds voortduurt. De vijand
deed in de Karpathen op 9 April en in
den nacht van 9 op 10 April in gesloten
colonnes een door veel artillerie gesteunde
aanval, op de Russen, die in de richting
van Kostok waren getrokken naar de zuid
helling van de bergketen. Deze aanval liep
echter door het krachtig optreden der Rus
sen op niets uit. Een bataljon met 23 offi
cieren werden gevangen genomen en eenige
mitraileusses buitgemaakt. In de richting van
Gejok namen de Russen na een hevig ge
vecht verschillende hoogten waarbij 1000
soldaten den Russen in handen vielen en
tevens 4 mitraileusses veroverd werden.
13 April.
Vanwege den Russischen Generalen Staf
van het Kaukasusche leger wordt thans een
overzicht gegeven van de krijgsverrichtin
gen gedurende de afgeloopen weken. Aan
dit overzicht is het volgende ontleend:
Den negen en twintigsten Maart trokken
de Russische troepen, die aan het Tsorok-
front opereerden, met een colonne, die van
uit Ardonoet8j offensief optrad, over Tsorok,
bezetten eerst Artwin en wierpen terwijl zy'
in zuidelijke richting voorwaarts rukten, de
Turksche troepen terug over de Russische
grens. De Russische troepen hadden daar
mede in het einde van Maart hun taak
voibracht; het Trans-Tsjorokgebied en de
omgeving van Artwin hadden zij nu voor
goed van vijanden gezuiverd. In dezelfde
periode, beginnende den vijfden Maart, maak
ten de Russische troepen een begin met
het terugwerpen van benden tusschen de
stad Olty en Ardonoetsj.
Den achtsten April waren de Turksche
troepen en de benden in alle richtingen
vernietigd of teruggeworpen.
Verder deelt de Russische Generale Staf
nog mede van het Oostelijk Ooriogstooneel
dat ten-Westen van de Midden-Njemen op
11 April gedeeltelijke gevechten geleverd
werden.
Bij Os80witce en in de streek bij Jodwabno
en tusschen Pisa en Omoelaf had een artil
leriegevecht plaats.
Een aanval der Duitsche troepen op het
dorp Szafranki mislukte. In de Karpathen
hebben de Russische troepen den lOen April
door vuren op vrij korten afstand een sterke
vijandelijke legermacht afgeslagen. Zij maak
ten eenige vorderingen, terwijl zich verder
nog een hevig gevecht ontwikkelde in de
streek van de Oejok-pas, dien de vijand nog
steeds in bezit hield. Drie kanonnen werden
veroverd en ongeveer 700 gevangenen ge
maakt. In de streek van Stry sloegen de
Russen de aanvallen van de Duitsch-Oosten-
rijksche troepen af aan het front bij Roso-
cass, Koziefka en Rizamka, waarbij de vijand
ontzaglijke verliezen leed. De Oostenrijksche
troepen houden sedert den 9en April de
hoogte 992 bij Kozioefka bezet. De aan
grenzende stellingen zijn echter in Russische
handen gebleven.
De „Az Est" meldt uit Czernowitce, dat
de Russische troepen in de omgeving van
de Stad Rojan door zeer hevige artillerie-
gevechten tot den terugtocht werden ge
dwongen. Op deze plaats trokken de Russen
tot aan de grens terug. Tengevolge van de
Oostenrijksche overwinning by Zalescziky
moeten de Russische troepen ten Oosten
van die stad en op den Noordelijken Djnes-
teroever terugtrekken.
De Russen beproefden een omtrekkende
beweging om de Oostenrijksche posities by
Ustok. Die poging mislukte echter. De Russen
kwamen langs de Zabnika-beek naar het
Ungdal. Zij geraakten echter tusschen Volo-
sate en Kiesvolgy tusschen hevig vuur van
de Oostenrijksche troepen en lieten vele
gewonden en gevangenen achter. De Russen
konden het Ungdal niet bereiken.
Volgens berichten uit Czernowitze doen
zij geen verdere pogingen of aanvallen
meer. Ook in het Duklagebied heerscht
tamelijke rust.
De Franschen melden van het Westelijk
Ooriogstooneel dat een Duitsche tegenaanval
bij Les Eparges op Maandagochtend werd
afgeslagen. Een vijandelijke aanval in het
Priesterbosch werd evenzoo tot staan ge
bracht. Een Duitsch luchtschip wierp bom
men op Nancy.
HOE ZE ZICH VERGISTE.
Neen, ik geloof, dat hij niet meer van
m\j houdt, zei Marie. En hare moeder zag
op, terwijl haar nog mooi gezicht een glim
lach deed zien. Ben je daar van geheel
zeker? vroeg ze.
Geheel zeker, moeder.
Maar meisje, je weet toch als een
vrouw twijfelt, dan zeg ze altijd, dat ze
geheel zeker is. Je bent sedert twee jaren
getrouwd; tusschen het eerste en het derde
jaar twijfelen de gelukkigste paren aan de
bestendigheid hunner lielde. Alle vrouwen
denken nu en dan, dat hare mannen haar
niet meer liefhebben; vele...
Weten het, zeide Marie.
En vergissen zich.
De dochter stond op.
U was altyd optimiste, zei ze op teederen,
twijfelenden tooo. D houdt iedereen voor
zoo goed als U zelf bent.
Marie boog zich over den stoel, waarin
haar moeder zat en kuste haar op het hooge
witte voorhoofd.
Er hoeft niet meer over gesproken te
worden, antwoordde zy, ik hen zeker van
mijn zaak. Ik kan U geen redenen zeggen,
maar ik gevoel het George is even galant
en attent als vroegei, hjj is de goedheid
zelf, maar ik interesseer hem niet meer zoo
als vreeger. Natuurlijk niet! viel haar moe
der in de rede.
Hy' zou wel zonder my kunnen leven,
kan ook zonder my volkomen gelukkig zyn,
dat zei ik van ochtend nog tegen hem.
Myn liefste kind, je bent voel eischend.
Had je een echtgenoot verwacht, die als 't
noodig was, niet zonder jou zou kunnen
leven? Ik zie hem nooit, ik weet niet, waar
hy z'n avonden doorbrengtMaar neen,
ik wil niet over m'n man klagen. Ik zou
alleen willen, dat U mij niet voor een onnoo-
zel gansje hield. Maar ik zal naar huis
gaan, 't is tyd om te dineeren.
Lieveling, zei de moeder, toen ze haar
uit liet, overdrijf niet! Je bent nu eenmaal
niet met een engel getrouwd.
Toen ze in haar rijtuig zat, dat haar naar
de Heerengracht zou brengen, dacht ze na
over de woorden van hare moeder. Haar
huwelijk met George Beukelmans was een
huwelijk uit liefde geweest en George, die
jong, knap en vermogend was, was een ver
loofde en echtgenoot, zooals men zich maar
kan wenschen.
Ik kan myne moeder geene redenen zeg
gen, dacht Marie by zichzelf, ik kan toch
onmogelijk zeggen Hier is het bewijs
sedert zeven maanden noemt hy me niet
meer Mies?
Thuis gekomen snelde ze de trap op, naar
hare toiletkamer. Ze kwam voorbij een ge
zellig ingerichte erker, waar ze haar man
ijverig zag zitten schrijven, dat hy haar niet
hoorde naderen over den dikken looper. Uit
zijn voorover gebogen houding en het ont-
stuimig gekras van zyn pen maakte ze op,
dat George buitengewoon opgewonden was,
hoewel hij anders nu niet zoo zeer zenuw
achtig was. Ze 3tond vlak naast hem toen
hij met een lichten kreet zich oprichtte.
Myn hamel, wat doe je me schrikken, zeide
hy en legde de hand op het papier voor hem
alsof hij bang was, dat iemand het geschre
vene zou lezen.
Schrikken Hoezoo Ik kom van myn
moeder.
Natuurlijk, jy bent altijd by je moeder,
of byna altyd. Ik zou dezen brief wel even
willen afmaken.
't Is maar goed, dat je er b ij n a bij ge
voegd hebt, zeide ze lachend.
Dat redt je voor overdrijving. Je weet heel
goed, dat ik alleen naar myn moeder ga,
als ik alleen wordt thuis gelaten.
Ze lachte weer, ze wilde zich kranig
houden.
Nu 't is goed, datje een moeder hebt,i
waar je heen kunt gaan. Dat verhindert,
dat je je eenzaam roeit, als ik er niet ben.
Was dat een verwijt of een betuiging van
deelneming?
Er is niets beters voor gezinnen als moe
ders, vervolgde hy, zoolang zy zich niet ont
wikkelen tot schoonmoeders. Ga je niet naar
boven, om je voor 't diner te verkleeden?
Ik zou dit gaarne even
George, zeide zy aarzelend. Er is tyd ge
noeg. Ik zou je dit graag nog even zeggen
natuurlijk meende ik dat vanmorgen niet
zoo, toen ik beweerde, dat je ook gelukkig
was zonder mij. Maar soms, haar stem
beefde... is het me, alsof jij je niet zooveel
meer om me bekommert als vroeger. Maar
ik vergis me, niet waar, George Hy richtte
zich nu geheel op, alsof hij een ondraaglijk
geworden last van zich afschudde.
Ik zal je weldra myn antwoord op deze
vraag geven I riep hy met geveinsde onge
dwongenheid uit. En ik zal trachten 't zoo
bevredigend mogelijk te doen. Zie Marie,
dikwijls vind ik, dat je moeilijk te voldoen
bent.
Hij had den schuif van zyn lessenaar
dichtgeworpen, draaide den sleutel om en
ging naar boven, om zich te kleeden. Marie
stond een oogenblik in gedachten verzonken
en deed zichzelf verwijten. Ja, het was ook
zoo, moeder had 't ook gezegd, zy was
veeleischend. Een man kan z'n leven niet
geheel wijden aan liefde, 't Was werkelyk
onnoozel van haar, dat ze niet kan hebben
dat hy haar Marie noemde. Ze kan hem
geen ernstige verwijten doen. Hij ging veel
naar zyn club, voornamelijk des avonds,
Maar deden alle mannen het niet?
Toen ze den erker wilde verlaten, viel
haar oog op een strook papier die even te
voorschijn kwam uit de lessenaar.
Marie trok voorzichtig 't blaadje er uit.
De bedienden waren soms zoo nieuwsgierig!
Zy zou het haren man geven. Maar haar
blik viel nu op haar eigen naam enzülas
zyn klein, onregelmatig schrift.
„Mies, wreede aangebeden Mies'. Wat?
Spreek jy van eene scheiding? Van je
mogelijkheid, dat ik, zonder je zou kunnen
leven? Je weet, 't is me onmogelijk. Is dat
het antwoord op de innige liefde, die ik je
steeds heb meenen te bewijzen Niet, dat
jij daarover wilde spreken, maar..."
Eene groote vreugde schitterde in Marie's
oogen.toen kwamen de tranen voor den dag.
„Mies! „wreede, aangebeden Mies! „Juist
deze woorden had hy geschreven, toen ze
hem met verwijten overstelpte. Geen won
der, dat bij deze woorden in zyn rechtvaar
digen trots terughield, hen ongesproken hield
en het papier verborg.
Haar onbillijke beschuldiging van heden
morgen, dat hy haar byzyn nu niet meer
noodig had, dat hy zyn geluk ver van haar
zocht had hem diep gekwetst. Daar hy zich
niet in staat gevoelde, kalm te spreken,
had hy deze weinige woorden, vol liefde
en verwijt geschreven. Voordat hy gereed
was, was zy hem overvallen en opnieuw
met hare klachten begonnen.
„Wreede, aangebeden MiesDus hy aan
bad haar nogEn wreed noemde hij haar,
hy had gelijk! Zy keek naar dat woord met
een gemengde gewaarwording van verruk
king en schaamte.
Nog hier! vroeg haar man, die terug
keerde. Daarna kwam hy snel op haar toe
en zijn stem veranderde, toen hy vroeg-
Mijn hemel Marie, wat heb jy daar? Ze
hield hem den half voltooiden brief voor.
Vergeef mij, stamelde ze en tranen stroom
den over haar wangen. Lieveling, vergeef
myZie bier, ik heb je brief aan my ge
vonden, Hij stak uitje lessenaar. O, George
kan je mü vergeven, dat ik aan je liefde
heb getwijfeld
Hy aarzelde een oogenblik en de bleeke
kleur op zyn gelaat wisselde voor een hoo-
gen blos. Daarna zei hij
Kom, spreek niet zoo onzinnig, Marie. Ik
heb natuurlijk nooit geloofd dat ju aan
myn liefde twijfelde. Maar mannen zijn
anders dan vrouwen. Ikiknatuurlek
heb ik je lief, Marie. Ze deed een stap naar
hem toe. Hy sloot haar in de armen.
Noem me Mies, fluisterde zy en leunde
met het hoofd tegen zyn schouder. Zooals
jij nog deedt voor een half jaar.
Opnieuw overtoog een blos zijn gezicht.
Mies, zij bij teeder, dwaze, lieve Mies!
Een beetje een klein beetje oek aan
gebeden vroeg ze heel zacht en van innig
geluk blozend.
Aangebeden, zeker! antwoordde hij en
kuste haar weer. Toen maakte hy zich vlug
los. Nu gauw naar boven en kleed je.
Toen George Beukelmans alleen wasbeer-
de bij zich naar zijn lessenaar, maakte die
open en schreef inplaats van den brief dien
zijne vrouw had weggenomen een anderen
„Lieve Mies!" Als gy het wenscht moet
het wel zijn! Gij weet besi, wat voor ons
geluk noodig zal zyn en ik denk er niet aan
mij te mengen in je toekomst plannen. Ik
zeg je met leedwezen vaarwelen wensch je
alles goeds.
Je George".
En adresseerde de brief:
Mej. Mies K.
Voor burgstraat 321.
Daarna verborg hij het schrijven in den
binnenzak van zijn jas tot het gepost kan
worden. Bij de trap wachtte hij tot z'n vrouw
beneden kwam.
Gemengd Nieuws.
De heer J. M. de Beaufort schrijft in de
„Daily Telegraph" over „Berlijn in Oorlogs
tijd" o.a. het volgende:
„Men ziet thans te Berlijn het bewijs voor
'tgezegde: het Duitsche leger is niet voor
Duitschland, maar Duitschland is voor het
Duitsche leger. Dit beheerscht alles, al zou
men oppervlakkig te Berlijn vertoevende,
meenen, dat alles zijn normalen gang ging.
De volbloed Duitscher geeft toe, datdelan
ding van een of twee Duitsche legercorpsen
in Groot Brittanje wellicht nog wat moet
uitgesteld worden, maar zoo luidt zijn
onveranderlijk antwoord: men kan ons
nooit uit België werpen En door de steeds
verbeterde luchtvaart wordtEngeland steeds
minder een eiland. Dan schrijft de heer
de B. - komt er nog een betuiging, waar
uit moet blijken, dat Duitschland het niet
veriiezen zal. Wü hebben, zoo 't dan, een
zevende deel van Frankrijk, het beste ge
deelte, en practisch beschouwd geheel Belgiö.
Wat hebben we meer noodig? Wy zitten
daar stevig vast. Iedere meter grond is goed
versterkt, beter dan vroeger. Laten de ver
bondenen maar probeeren om er ons van
daan te krijgen. Zij kunnen dat toch niet.'
Von Hindenburg is in Duitschland thans
een half-god, men hoort reeds de wensch
dat Hindenburg naar het Westerfront moge
gezonden worden, opdat daar de toestand
verbeterd wordt door aanwending van de
ware „Hindenburg—tactiek". Aller oogen
zyn op dat Westerfront gericht. Er is geen
officier van den Generalen Staf, die niet
erkent dat Duitschland de sterkte van het
Engel8che leger heeft onderschat. De heer
de Beaufort schrijft verder over de moei
lijkheden die men ondervindt als journalist.
Hij had gehoord te Rome, dat hij in Duitsch
land, als journalist, overal kon gaan waar
hij wilde.
Maar dat liep anders men moet daar
eerst eenige maanden als 't ware op proef
werken. „Neutraal zijn" geeft niets te Ber-
iijn. Die niet aan onze zijde is, is tegen ons,
meent men. De beste manier om in bet
gevlei te komen is vreeselijke dingen te
verhalen van de toestanden in Londen, al
zyt ge daar niet geweest (zooals sommige
journalisten 1) sedert de oorlog begon, doet
er niets toe. Des te vruchtbaarder is Uw
journalistieke fantasie I Wanneer ge het
Persbureau van den Generalen Staf te Ber
lijn bezoekt dan ontmoet ge daar waar
schijnlijk majoor Herward von Bitterfeld.
Hy let op het welzijn en de opvoeding van
vreemde journalisten. Zijn eerste les han
delt over een resumé van artikelen door
Engelsche schrijvers tegen Duitschland ge
richt en den oorlog predikende. Wanneer
ge heel eerbiedig dan herinnert aan gene-
ïaal von Berhardi's boek „How Germany-
makes war" dan antwoordt de leermeester
dat dit boek in den vreemde is geschreven
en in Duitschland geen exemplaar daarvan
te krijgen is. Wat nummer twee betreft de
toekomst van Calais en Boulogne. De wel
sprekendheid van majoor Herward von
Bitterfeld ontplooit zich dan pas goed. Wat
zal er gebeuren als Duitschland wint?Hoe
dom dat ge dit niet inziet. Dan komt im
mers de algemeene vrede! Duitschland zit
dan als een wig tusschen Frankrijk en En
geland en zal Frankryk vaderlijk behoeden
voor het aangaan van domme overeen
komsten en Engeland dwingen om bij ge
brek aan verbondenen de heerschappij der
zeeöD af te staan.
De avonturen van de Kronprinz Wilhelm.
Dat de Kronprinz Wilhelm te Newport
News is binnengevallen weet men reeds.
Het was, volgens berichten uit New York,
den kruiser, toen hy de haven binnenliep,
aan te zien, dat hy 8 maanden heeft rond
gezwalkt. De platen zyn door roest verteerd,
meer dan 60 koppen van de bemanning en
de gevangenen die het vaartuig aan boord
had, waren door beri-beri aangetast, een
gevolg van het uitsluitend eten van rijst.
Nog slechts 21 ton kolen waren aan boord.
Het voedsel en munitie was vry'wel op.
Daardoor was de Kronprinz Wilhelm in
gebreke blijven de Amerikaansche vlag te
groeten.
Kapitein Thiedfelder, de gezagvoerder,
verklaarde aan mannen van de pers het
volgende:
Ons werk is nog niet ten einde. Wü gaan
weer in zee terug. Mijn schip ziet er niet
netjes uit, van binnen en van buiten niet,
dat is zoo, maar dat is het gevolg daarvan,
dat wy op zee moesten bunkeren, en dat
ging alleen door de steenkool aan dek te
nemen en het door de salons naar de bun
kers te brengen.
Toen we New York verlieten, hadden we
geen kanonnen aan boord, maar daar wisten
we wel raad op. Aanvankelyk was ons
oogmerk om bewapening van de Karlsruhe
te krügeu, maar wü voeren het Engelsche
stoomschip Correntina aan, dat kanonnen,
maar geen munitie had. We namen haar
kanonnen. Munitie hadden we niet te ver
spillen en de meeste schepen, die wü tot
zinken brachten, lieten wü volloopen door
het openen van de buitenboordskleppen.
Wij ramden de Nova Scotia en uameo
haar bemanning aan boord. Yan onder
scheiden schepen namen wy meer dan 1000
gevangenen en hielden de meesten van hen
twee maanden lang bü ons. Dit kwam te
duur en we stelden ons in verbinding mot
het kolen8chip Holgar, die hen naar Buenoia
Aires bracht.
Gedurende de maand December raakte
onze mondvoorraad haast op. Wü haddon
echter een groote hoeveelheid rüst aan
boord, afgenomen van onderscheidene sche
pen, die wy in den grond geboord hadden.
Een gedeelte daarvan werd nat, maar w(j
droogden haar en leefden ervan.
Wü hebben een schermutseling gehad
met de Engelsche kruisers Berwick, Suffolk
en Bristol. Wy waren juist bezig 50 man,
4 kanonnen en een machinegeweer van de
Karlsruhe over te laden, toen ze ons ver
rasten. Het gevecht liep voor ons goed af,
maar we moesten er bard voor stoomen.
De Karlsruhe moest terug.
De grootste prü8 op onzen heelen zwerf
tocht was het Engelsche stoomschip La
Correntina. We verrasten haar in den Atlan-
tlschen Oceaan. Vechten deed ze niet. Wü
namen haar 2 kanonnen en 6 millioen pond
rundvleesch af en openden vervolgens de
buitenboordskleppen.
De Indian Prince, op 7 September geno
men, bleek geen groote prys-
Den llden November namen wij 3,100
ton kolen van de Franacbe bark Union. Wü
laadden de kool in de salon en de eerste
klasse-hutten. Sedert dien heeft het schip
er niet schoon meer uitgezien.
Den 28sten December maakten wü de
Hemisphere buit en namen 600 ton kolen.
Den lOden Januari verrasten wü het En
gelsche stoomschip Potaro, dat op ballast
voer. Wy openden haar buitenboordskleppen.
Den 14den Januari maakten wy het mail
stoomschip Highland Brae buit. Zü had 51
passagiers en bemanning van 94 koppen,
die wü aan boord namen, mitsgaders een
groote hoeveelheid levensmiddelen. Later
op denzelfden dag namen wü het Engelsche
stoomschip Wilfred, geladen met visch en
aardappelen.
Hef. eenige neutrale schip, dat wü in den
grond boorden was het Noorsche zeilschip
Sonantha, met een lading meel op weg naar
Liverpool.
Den 22en Februari achterhaalden wy het
Engelsche vrachtschip Chase Hill. De kapi
tein was een van de leukste zeelui, die ik
ooit heb ontmoet. Hü vroeg: „Heb ik je een
goede jacht gegeven Ik zei hem dat zün
hielen voortdurend zoo dicht bü onzen neus
waren, dat het water in ons gezicht spatte.