Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD.
I5de Jaargang.
Woensdag 31 Maart 1915.
No. 20
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
'B-GBAVENHIGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Sllddelharnls.
Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertenti&n aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis.
De bedreiging onzer scheepvaart.
De moeilijkheden, in welke een neu
trale Staat als ons land in het wereld
conflict verkeert, zijn in de laatste dagen
nog grooter geworden door de wijze,
waarop de Duitsche marine tegen onze
neutrale handelsschepen optreedt. In
alle oorlogvoerende Staten heeft de
groote pers niets dan woorden van lof,
voor de uitnemende wijze, waarop de
Nederlandsche regeering zorg draagt voor
een sterke handhaving der neutraliteit.
Toen op den -18<ieo Februari Duitscb-
land de actie zijner duikbooten tegen
Engeland aankondigde, hebben onze ree-
derijen zich beijverd op de meest in het
oogloopende manier de neutraliteit hun
ner schepen te doen uitkomen. De be
schildering van het schip, het vertoon
der Nederlandsche vlag moesten strek
ken om het vijandelijk oorlogsschip te
doen weten, dat bet met een onzijdig
vaartuig te doen had.
Spijt die voorzorgsmaatregelen zijn de
Batavier V en de Zaanstvoom opgebracht
naar Zeebrugge, is op de mailboot
„Mecklenburg" geschoten, zijn naar de
„Zevenbergen" bommen geworpen en is
ae „Medea" in den grond geboord, nadat
de bemanning vijf of tien minuten tijd
was gegeven om het schip te verlaten.
Uit deze feiten blijkt wel met welke
gevaren onze scheepvaart te kampen
neeft. Tractaten, plechtig bezworen, ble
ken gelijk te staan met „vodjes papier"
en ae vraag rijst, of ten opzichte der
scheepvaart niet dezelfde verwording in
denkbeelden zal zijn waar te nemen.
Onze regeering heelt in een memorie
van 12 Februari aan het Duitsche gou
vernement te kennen gegeven, dat het
aan de Duitsche marine de meest stipte
orders zal hebben te geven om in alle
omstandigheden het neutraal karakter
der Nederlandsche scheepvaart te eer
biedigen.
Wij hebben than9 af te wachten, wat
de Duitsche regeering op de vertoogen
FEUILLETON.
GANZEN-LIZE.
Naar het Duitsch van
NATALY VON ESCHSTRUTH.
42)
ȣen kameraad zou ik hierop slechts een
antwoord geven, geschreven met bloed. Tegen
over den vriend mag ik dal niet, hem bestrijd
ik met woorden. Niet om mjj te verontschuldi
gen, maar als antwoord op jou beleediging ver-
z®k®r ik je, dat ik niets wist van je gesprek
met Brocksdorff en van de weinig ridderlijke
Ca?betreffende die polka specldet.
vóór ik dit uit den mond van freule Von Wetter
hoorde. Jg, het gelukskind, hadt voor de eerste
maalI in je leven ongeluk, toen je dat onderhoud
voerdet juist naast de porlière, waarachter Jose
phine zich verlegen teruggetrokken had. Wat
zy met eigen oogen hoorde liet zich, helaas!
ook met den hesten wil niet loochenen of onge
daan maken."
Gflntber deinsde achteruit en greep de leuning
van zijn stoel; bleek als een doode staarde hij
zgp vriend aan. „Zg zelfachter de portiére
mgn God, welk een toevalt Reimar wees
barmhartig! Niet waar. je zegt bet alleen
om je op mg te wreken.
van ons gouvernement zal antwoorden.
Men mag aannemen, dat Duitschland,
hetwelk zooveel at te keuren vond in
de handelwijze zijner tegenstanders, een
nauwgezet onderzoek omtrent het ge
beurde zal instellen en bij gebleken onge
lijk niet zal nalaten de schade te ver
goeden, die zijn marine heeft aangericht.
Wij dienen de resultaten van dat onder
zoek af te wachten, voor wij ons aan het
uitspreken van een oordeel wagen. Wat
wij tot nu toe weten, geeft geen enkel
aanwijzing dat het optreden der Duit-
schers gerechtvaardigd was.
Met groote belangstelling zal wel ieder
den uitslag van het voor de Duitschers
gelaste onderzoek, tegemoet zien.
Als gezegd dat dienen wij af te wach
ten, voor wij een oordeel vellen.
Op de bres.
Wat de vorige week in de Kamer bij
de behandeling van het Eedswetje is
voorgevallen, is wel geschikt om de vrg-
zinmge fractie's tot het inzicht te bren
gen, dat zij de propaganda voor de
wenscheD, uitgedrukt in het Concentra
tieprogram, onverzwakt zullen hebben
door te zetten. Het leek er in den laatsten
tijd op het Binnenhof vaak veel op, alsof
de Godsvrede beteekende, dat de negee
ring, voortgekomen uit de Junioverwin-
ning van 1913 toch vooral had te regeeren
naar het believen van de rechtsche min
derheid. Het eedswetje, door de Regee
ring ingediend, was geheel overeenkoms
tig de denkbeelden, die wijlen minister
Regout in de Kamer destijds heeft ont
wikkeld. Niet te min voerde baron van
Wijnbergen, braaf geassisteerd door de
Kuypermannen, een felle oppositie. De
noodregeling, door de Regeering voor
gesteld, werd van rechts fel bestreden.
En wat nog erger is, er dreigde een
misbruik in te sluipen, dat door mr.
Toelstra, mr. Limburg, Eerdmans e. a.
terecht werd veroordeeld. Niemand min
der dan de Minister van Justitie liet
doorschemeren, dat hij met de rechtsche
voorstellen wilde mede gaan met het oog
op de Eerste Kamer. Volgens dr. Kuyper
is dit college het instituut van stille
gloeiing en koestering. Wij erkennen
Hattenheim schudde somber het hoofd. .God
gave, dat ik dat zeggen kon, dat ik jou je
wroeging, en haar die uren van smart en wreede
ontgoocheling kon bespaard hebben 1 Dien avond
scheurde de ruwe werkelijkheid den sluier van
haar idealisme in flarden, de droom, dien de
dichters eerste liefde noemen, was voorbjj!"
GOnther viel neer in den stoel en bedekte zijn
gelaal met beide handen.
.Zwjjg, Reimar laat het verleden rusten;
je hebt geljjk, het is voorbjj alles voorbg
en dat bewustzyn is voor mg genoeg!"
.Josephine is niet boos op je," sprak Hatten
heim zacht.
.Neen, zelfs daarvoor ben ik haar te onver
schillig zelfs de herinnering aan mg is tot
den laatsten vezel toe uit haar hart gerukt 1
Waar eens de naam GQnther in roode rozen
bloeide, zjjn nu niet eens doornen meer: alles
is weg alles !J0, Reimar, als ze mg maar wilde
haten. Haat en toorn laten zich door liefde
dwingen, maar die onverschilligheid kan ik niet
verdragent"
.Dank God er voor je hebt eenmaal met
vuur gespeeld en daardoor veel onheil gesticht
dank God. dat Josephine een liefde uit haar
hart rukte, die jjj niet beantwoordde en nooit
beantwoorden kon!"
.Nooit beantwoorden kon!" Er lag een onuit;
sprekelyke uitdrukking in de woorden, die
GQnther zacht fluisterend herhaalde. .Kunt gjj
in rajjn hart lezen? Weet gg, wat ik gevoel?
net noodlot gaat zonderlinge wegen, doch vindt
dadelijk, dat het bij bekende voormannen
der coalitie in den Senaat „gloeit" van
wrok tegen het vrijzinnig kabinet. Wij
geven dadelijk toe, dat er senatoren zijn,
die het vurigst verlangen koesteren ten
spoedigste weer achter de regeeringstafel
te komen. Doch de hartstocht dier heeren
moet hen niet verleiden steeds te trach
ten de Eerste Kamer rechten te verschaf
ten, die de Grondwet haar niet toe kent.
Telkens weer werd in de laatste maanden,
als een wetsontwerp in de Tweede Kamer
aan de orde zou komen, door dr. Kuyper
en andere dreigend gewezen op de Eerste
Kamer. Het ergst werd het bij het Eed
wetje. Duidelijk liet de „Standaard" uit
komen: Neem het amendement-Rutgers
aan, waag het niet het Regeeringsont-
werp te aanvaarden of wij, meester in
de Eerste Kamer zullen in den Senaat
de wet verwerpen.
Voor dat dreigement wenschte de meer
derheid der Tweede Kamer niet uit den
weg te gaan. Minister Ort deed dit wel.
Dat een minister, voor hij een ontwerp
van wet indient, rekening houdt met de
Eerste Kamer, laat zich verklaren. Doch
dat de minister staande de discussie's
in de Tweede Kamer zijn wetsontwerp
feitelijk prijs gat, door de verklaring dat
de regeering een amendement, dat het
heele wetsontwerp van karakter deed
veranderen, wilde aanvaarden en dat
enkel ter wille van de Eerste Kamer,
was een zoo ernstige knotting van de
vrijheid der Tweede Kamer, dat respect
voorzichzelve de meerderheid der Volks
kamer geen andere houding toeliet dan
het amendement verwerpen.
De aanmatiging der coalitie-leiders in
de Eerste Kamer is inderdaad ergelijk.
De Tweede Kamer zal voortdurend
acht moeten geven en steeds op de bres
moeten staan, als het middeleeuwsche
instituut, dat Senaat heet, door dr.
Kuyper en anderen tot partij-instrument
wordt vervormd om regeering en de
eigenlijke volksvertegenwoordiging te
dwarsboomen.
Voor de vrijzinnigen moge in het ge
beurde de leering liggen, dat zij tegen
de reactie voortdurend op de bres moe
ten staan 1
toch cindeljjk zjjn doel. Ik moet er in berusten.
Wat vraag jjj te midden van het geluk naar
het leed van anderen. Jjj hebt het jjzertota&n
den ring gesmeed, terwjjl het beet was; mjjn
hamer was de overmoed, die het aanbeeld met
een enkelen slag in den grond deed verdwjjnen.
Verloren is verloren I Geniet van je geluk,
Reimar, vergeef mij de woorden, die ik in mgn
drift sprak, Ik hield nog vast aan de hoop slechts
bjj Josephine belasterd te zjjn en geloofde nog
alles goed te kunnen maken Nu is mg de blind
doek van de oogen gevallen, ik voel nu den
grond onder mij wegzinken, juist nu ik mgn
leven zou willen geven om het gebeurde on
gedaan te maken. Jg hebt den tjjd van storm
achter je, jou gelukszon komt laat, maar des
te stralender I Dat God haar onbewolkt voor
je moge doen blüvenl Vaarwel, Reimar.
spreekt nooit weder over dezen avondhg zou
schaduw werpen op onze vriendschap, en die
moet bl\jven, wat ze eenmaal was."
Het schoone gelaat van Lehrbach sprak van
berusting; toch was er een klank in zjjn met
moeite bedwongen stem, die Reimar tot in bet
diepst van zgn hart trof. Langzaam trad hg naar
Lehrbach toe, legde zgn band op zgn schouder
en zag hem ernstig en vast in de oogen.
.GQnther," sprak hg teeder, je drift heeft
mij lot indiscretie gedwongen, die Josephine
mjj niet licht zou vergeven, indien zg hel wist.
Zg wenscht dat je nooit zult weten, hoereer je
ondoordachte woorden haar het hart deden
bloeden. Ik verzoek je dus met haar te blijven
Uit de Tweede Kamer.
Zooals wij verwacht hadden, is "Woens
dag nog de geheele avondzitting noodig
geweest om het ontwerp van Minister
Treub in zake de vermogensbelasting
af te doen. Het voornaamste amende
ment was dat van den katholieken heer
Kooien om het onroerend goed niet naar
de verkoopwaarde te schatten, doch zooals
het thans geschiedt. Om strijd zijn de
sprekers in de Kamer komen verklaren,
dat zij de tegenwoordige waardebepaling
zeer onbillijk achten. Toch wilde de heer
Kooien ze handhaven. Zijn araendement
werd echter met groote meerderheid ver
worpen. De voorstemmers waren uitslui
tend rechtsche leden, waaronder natuur
lijk weer alle Kuypermannen, die voor
democratie bij elke gelegenheid volkomen
onvatbaar blijken. Een amendement van
de Commissie van Rapporteurs strekte
om de nieuwe waardebepaling naar de
verkoopwaarde niet dadelijk in te voeren,
d^ch eerst in normalen tijden. Onge
lukkig werd dit bedenkelijk amendement
aangenomen. Er tegen stemden de soci
aaldemocraten, de vrijzinnigendemocra
ten, Uniliberalen de Jong, de Muralt,
Heeres, Roodhuizen en Jannink, de vrij
liberalen Visser, van IJzendoorn en Bois-
sevain en de katholieke heer van Wichen.
De wet werd vervolgens aangenomen
met 43 tegeD 18 stemmen. De geheele
linkerzijde, vier Christelijk-Historischen
en drie Katholieken steroden voor.
De Donderdag en Vrijdag waren geheel
gewijd aan de behandeling van het Eeds
wetje. Reeds meer dan een jaar geleden
heeft de Hooge Raad in een vonnis uit
gesproken, dat de eedsdwang mag worden
opgelegd aan heD, die niet tot een kerk
genootschap behooren en dat aan het
getuigenis van degeDen, die den eed
weigeren af te leggen, geen bewijswaarde
kan worden toegekend. Dat vonnis had
een rechtsonzekerheid geschapen, die
reeds lang door den wetgever weggeno
men had moeten worden.
Minister Ort had nu een wetje inge
diend, waarbij bepaald werd, dat niet
tot een kerkgenootschap behoorenden,
evenals de Doopsgezinden met het af-
omgaan als vóór ons gesprek. Ook gebiedt mgn
plicht mjj je te zeggen, dat nog geen verbindend
woord tusschen Josephine en mjj gewisseld is.
Van anderen duld ik jou bet liefst als mede
dinger naast mg, en geloof mjj: ik zal je je
geluk niet benjiden, wanneer je er in slagen
mocht het Haideröslein tot een nieuwen bloei
op te richten op den geknakten stengel I"
Bjjna driftig schudde Lehrbach het hoofd en
drukte krampachtig de toegestoken band van
zjjn vriend. „Stapel geen kolen op mjjn hoofd,
geef mjj niet opnieuw het bewjjs hoe onwaardig
ik je vriendschap ben. Josephine moet gelukkig
worden en daarom verdient ze jou. Hare liefde
behoort jou. Wat ik lichtzinnig van mjj gewor
pen heb, krjjg ik nooit weder terug; een wond
door trouweloosheid geslagen, geneest niet weer".
„Je hebt een gelukkig karakter, GQntherje
zult Canzen-Lizc vergeten en andere bloemen
vinden, die haar plaats zullen innemenBjjna
angstig vragend richtten zich Hattenheims
blauwe oogen op Günthers gelaat.
.Geloof je dat? De toekomst zal het leeren.
Het zou vreemd zjjn, wanneer al mjjn lucht
hartigheid en lichtzinnigheid mjj ontrouw waren
geworden. Er zjjn nog vele andere vrouwen, zelfs
enkelen die een vorstenkroon dragen. Goeden
nacht, Reimar; slechts dwazen laten zich door
een teleurstelling uit bet veld slaan, en een dwaas
ben ik niet 1 Goeden nacht 1"
De deur knarste in haar hengsels en sloeg
weder dicht.
Reimar stond met de lamp in den corridor en