Ofiiciëel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. L5de Jaargang. Woensdag 17 Maart 19J5. No. 18 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid va o de Tweede Kanier Staten-Generaal, VG RAVEN II AGE. Prijs der Advertentiën van 1 6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Bllddelharnls. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Inlichtingen aan het Parlement. Bij het economische debat, dat de vorige weken in de Tweede Kamer is gehouden, is van meer dan één zijde de klacht geuit, dat de regeeriDg aan de Kamer niet de noodige inlichtingen ver strekte. Het is wel opmerkelijk, dat juist in meer conservatief aangelegde bladen en de groote linksche pers is voor een groot deel in vrij-liberale handen ongeveer elke critiek op de regeering geoefend, wordt uitgemaakt voor een poging van het Parlement om mede te regeeren. Wij zijn de eersten om te er kennen, dat dit en wel allerminst in deze dagen de taak van de Volks vertegenwoordiging is. Doch dat „mede- regeeren" bestaat alleen in 't brein van bedoelde Redactie's. Het Parlement deelt de taak van het wetgeven met de Kroon en het heeft het recht van controle op de daden der regeering. Moet dit laatste recht thans worden prijsgegeven? Aller minst. Een Kamer, die zichzelve respec teert, zal er niet aan denken, zich te laten uitschakelen, en de klacht in de Kamer geuit door 'n zoo bezadigd man als jhr. Van Nispen, dat de noodige voor lichting haar spaarzaam en daardoor zeer onvoldoende wordt verstrekt, is o.i. vol komen gegrond. Men ziet het nu weer bij de ingedien de wetsontwerpen, strekkende om de lichting 1916 vroeger onder de wapenen te kunnen roepen en van de landstorm plicht uit te kunnen breiden tot hen die in 1911, 1912 en voor 24 Mei 1918 deo dienst hebben verlaten en thans nog geen 40 jaar zijn. De toelichting tot deze wetsontwerpen is feitelijk geen andere dan: Wij achten het noodig. De Kamer leden kunnen daarover ten eenenmale geen oordeel uitspreken, want elke behoorlijke toelichting bij deze ontwer pen ontbreekt. Wij nemen dadelijk aan het kan wel niet anders dat de regeering deze wetsontwerpen noodig acht. Doch de Kamer heeft dan ook o. i. het volste recht de noodige informaties te verkrijgen, die in de onvoldoende toelichting bij de wets ontwerpen ontbreekt. De Minister van Oorlog heeft al, wat hij vroeg, van de Kamer gedaan gekregen. Doch het moet niet tot stelsel verheven worden de Ka mer telkens weer wetsontwerpen voor te leggen zonder dat behoorlijKe voor lichting haar in staat stelt een oordeel te vellen. Dat wreekt zich onherroepelijk en ver zwakt in stede van te versterken. feuilleton. GANZEN-LIZE. Naar het Duitsch van NATALY VON ESCHSTRUTH. 40) Wij vroonden toen op ons kasteel in Bretagne geen enkele jonge vrouw woonde er in onze omgeving. In den nacht, dat ik geboren werd, flikkerden echter Zigeunervuren buiten den slot tuin en onder de vensters van het kasteel dans ten en speelden de donkere kinderen van het vrye volk. Mjjn moeder stierf en veel goud be woog Almaciata de trappen te bestygen en de plaats te vervangen der ontslapen vrouw. Zoo werden myn wiegliederen zangen vol hartstocht, mijn eerste speelgoed de rinkelende munten op Almaciata's boezem; zoo was het eerste woord wat ik stamelde, een vreemde, geheimzinnige taal. Daarop, toen de leege geldkist van mjjn vader niet meer in staat was myn verpleegster met gouden ketenen te binden, vluchtte zij en ik groeide op tot een wilden, onstuimigen knaap." .Hoe kwaamt ge naar Duitschland vroeg Josephine in gedachten verdiept. .Laat my u dit een ander maal vertellen, fluis- Terechtgewezen. In Amsterdam verschijnt een vrijlibe raal orgaan, de Fakkel, geheeten. Wij er kennen dadelijk, dat het in onzen tijd, nu tas en electriciteit sinds lange jaren de fak- els hebben vervangen, zijn naam met recht draagt. Dit blad stond vroeger onder redactie van den heer Manassen. Sinds deze de soldatencourant redigeert, staat het blad onder redactie van een anony mus, waarvan de booze wereld vertelt, dat hij en het kamerlid Drion één en dezelfde zijn. De Fakkel vergeet tegen woordig elke week, dat er nog zoo iets als de vrijzinnige concentralie bestaat. In het nummer van Zaterdag 27 Februari zong de Fakkel den lof der vrijliberale partij, want deze had het meest de nation ale idee en een goede defensie op den voorgrond gebracht. Dat de mobilisatie zoo goed verloopen is en onze weermacht in orde is, wordt geweten o.a. aan de aanhoudende bemoeienissen van mr. Tydeman. Hij ondervond daarbij,zoo zegt de Fakkelveelal „gedrang en bemoeilij king" van de andere vrijzinnigen. De Vaderlander heeft deze vrijliberale schrijverij, snoeverij en likkerij naar be- hooren aan de kaak gesteld. Het Unie- Orgaan schrijft „Wij zouden van deze onwelriekende zelfverheerlijking geene notitie hebben genomen, zooals wij tot nog toe zwe gen over veel wat „De Fakkel" ten koste van eene der Concentratiepar tijen schreef sinds dat blaadje door een anonymus wordt geredigeerd. Maar dit is nu toch eenvoudig over alles heen. Hier wordt klakkeloos en zonder eenig te/de hjjik had nog een vraag aan u, en de ftjd is kort." Zjjn blik vloog over de om hem heen 7.itlenden allen waren zeer vroolyk en geheel met zichzelf bezig. .Ecu vraag aan mij herhaalde Josephine opziende. Zijn oogen ontmoetten de haren. Zjjt gij verloofd met Hattenheim?" vroeg bn. .Met Hattenheim?" Onwillekeurig zag freule Von Wetter hem lachend in het gelaat, daarop boog zc blozende het hoofdop een kleinen af stand zag ze Lehrbach met Ange staan praten, voelde dal zijn blik op haar rustte. D'Oucby bemerkte bet niet; een gelukkige glimlach vloog over zjjn gelaat, by boog zich nog dieper voorover en sprak haastig.Ik dacht, ik wist hel 1 Het mocht, het kon niet zjjn I Uw hart behoort een ander, die slechts ééne gedachte heeft, slechts ééne geluk kent: ul Waarom schrikt ge? Laat mij uw geheim raden, dal toch ieder uwer blikken, ieder uwer woorden verraadtuw ziel is een open boek. Bljjf getrouw, geloof me, wees nog slechts eenige dagen sterk: het geluk heeft met ons zjjn laatste woord nog niet gesprokenliefde overwint altjjd. Nog slechts één woord, Josephine: vertrouw mjj en beloof mn te doen, wat ik u zoo even vroeg." Zjjn gelaat was hoogrood gekleurdmet fonkelende oogen en bevende lippen wachtte hjj een ant woord. .Mais si je l'aime, prends garde d toi klonk het waarschuwend van het orkest. Als in een droom zag Josephine hem onthutst en verward aan. Hoe wist die man, dal ze Gflnther bewijs aan de mannen der L. U. en aan de vrijzinnig-democraten verweten, dat zij het allereerste landsbelang heb ben verwaarloosd, nog erger, dat zij de bestaande landsverdediging hebben willen verzwakken. Geen verwijt kan zeker in dezen tijd te harder treffen; maar gelukkig, dat én ons program ma, én dat der vrijzinnig-democraten bewijst, dat voor deze beschuldiging alle grond ontbreekt, dat wij beiden 's lands weerbaarheid tot het hoogste peil willen opvoeren, al is voor ons de weg, om daartoe te komen, een eenigs- zins andere dan die van sommige vrije- liberalen. We zeggen hier met nadruk sommige, want het is eene absoluut onjuiste voorstelling, dat de vrije-libe- ralen in de Tweede Kamer op het stuk van defensie eenstemmig zouden denken De hooggeachte nestor der fractie, de heer Van Karnebeek, was warm voor stander, om eens iets te noemen, van het fort te Vlissingen, waarvan de bouw door de heeren Tydeman en De Beau fort met klem werd bestredende heer De Beaufort gaat in zijne wenschen op defensiegebied lang niet zoo ver als de heer Tydeman, en de heer Foreest zal er geen Iraan om laten, als de defensie-uit gaven aanmerkelijkworden ingekrompen. Nu versta men ons wel, wij denken er niet aan de Vrij-Liberale partij aan sprakelijk te stellen voor het schrijven van dezen anonymen scribentwe stel len ons zelfs voor, dat zoo hoogstaand man als de heer Tydeman de eerste zal wezen om te lachen over de hielenlik- kerij, waarvan hij het slachtoffer is; maar wat men zal mogen verwachten, is, dat dit schrijven, dat uit den aard der zaak niet anders dan kwaad bloed kan zet ten, op de eene of andere wijze door de voormannen der V. L. zal worden gede savoueerd. Juist omdat de partijen der Concen tratie zich hare verschillende zienswijze op defensiegebied bewust zijn, doen zij d, dit onderwerp niet aan te raken op eene wijze, die eene der partijen kwetst. Wij zijn van meening, dat ons land eerst dan volkomen weerbaar zal zijn, als de wenschen van Verbeij en Thomson, die op Elands werk voortbouw den, zullen zijn vervuld, en wij gunnen den vrijen liberalen van harte hun an dere meening, al heelt 't ons altijd voor gekomen, dat het verschil tusschen hen en ons opgeblazen is tot veel grooter afmeting, dan het in werkelijkheid heeft. En voor het opblazen daarvan is thans door de» anonymus in „De Fakkel" wel het slechtst denkbare tijdstip gekozen de bekende Fransche staatsman zou zeg gen Het was erger dan eene misdaad, het was eene domheid. De lezer zal het met ons eens zijn, dat de Fakkel deze ongezouten terecht wijzing ten volle beeft verdiend. Het is te hopen, dat het blad zal inzien, dat het als concentratie-orgaan een andere houding heeft aan te nemen. De partij, die het vertegenwoordigt en die in 1913 dank zij de concentratie van vier op 10 kamerzetels kwam, moge eens overden ken, of haar belang die andere houding van de Fakkel niet eischtl Uit de Tweede Kamer. lief had Hoe bad hy dat kunnen raden, wat zy verborgen hield in het diepst van haar hart wat buiten Hattenheim geen sterveling wist 1 Was hy Lehrbachs vriend Sedert wanneer Nooit te voren bad zy dit bemerkt of er iets van gehoord, en nu op eenmaal viel haar een sluier van de oogen en onthulde haar zoo iets ongeloofelyks I Ook toen met die bloem had hy in Günthers belang besproken, en nu nam hy weer zyn partij op. Hoe vele onverwachte dingen bestormden haar vandaag? Angst en geluk snoerden baar keel toe, zy kon niet spreken. De muziek was ondertusschen verstomd. Ilse von Dienheim stond op en riep luide haar na .Josephine, uw antwoord!" klonk bet gejaagd van d'Ouchy's lippen. Zy zag hem gelukkig, vol vertrouwen aan, knikte hem zwygend toe en legde haar hand op Ilses arm. Zy zag niet de uitwerking van haar antwoordmet vlugge schreden trad ze naar de concertzaal, waar Sylvia tot slot nog twee liederen ten beste zou geven. Weldra trad Güntber aan haar zydeom haar te vertellen, dat gravin Lattdorf hem ver lof bad gegeven als niet werkend lid op de muziek avonden te komen; hy zou nu dikwijls een gast zyn op Villa Carolina. Sylvia was haar lied begonnen, doch op het voorhoofd van Karl Theodoor lag een schaduw, die men er te voren niet bemerkt had hy scheen eenigszins ontstemd van af het oogenblik, dat Sylvia hem het verhaal had gedaan van den wedren. Misschien ook was het hem te warm in de zaal. Toen wij Vrijdag tot een bekend jurist- kamerlid schertsend zeiden naar aan leiding van het ontwerp Voorwaardelijke veroordeeling: „Dat wordt voor de ju risten een malsche kluif," antwoordde hij„Och, er zal zooveel niet over gezegd worden, de zaak is immers al zooveel jaren van alle kanten bekeken." Jawel, maar onze jurist had een te goed vertrouwen in zijn collega's in de kamer. Meent men dat een jurist, een echte, een ras-jurist nu zoo'n ontwerp zou laten passeeren zonder een juridische bespreking van respectabele lengte? Ze kwamen los. Vrijdag, in al de kracht hunner advocatelijke welsprekelijkheid. Eerst twee katholieken, die niet in de eerste plaats gewoon zijn als juristen op te treden; de H.H. de Wijckersloolh en Janssen, die beiden van hun sympa thie voor het ontwerp getuigden. Toen mr. Lohman, die zich als fel tegenstander ontpopte. Daarna ras-juristen als mr. Rink en prof. Van Hamel, die de wet ten zeerste prezen. De geheele Vrijdag ging met de redevoeringen dezer heeren Met ingehouden adem luisterden allen. In den wintertuin echter zat Léon d'Oucby onder de wuivende varens en de bloeiende gardenia'shy hield het hoofd op beide banden geleund en 6taarde peinzend voor zich uitdoor zyn ziel klonken de oude, wilde Zigeunerliederen, voor zyn oogen schitterde het als eenmaal het roode goud op Almaciata's boezem. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Josephine had gevolg gegeven aan een uit- noodiging van Maria Christina en was in het paviljoen thee gaan drinken, om met Hare Hoog heid te spreken over een verloting, welke deze gearrangeerd had ten bate van het stedelijk armenhuis. Freule Von Wetter verheugde zich in hooge mate over de genegenheid welke de Katholieke haar toedroeg, tot groote verwondering der tegen- party, die dadelyk gezien had, dat bet jonge meisje niet overvroom was of neiging toonde diakones te worden. Integendeel, Ganzen-Lize was byzonder levenslustig, bezocht de kerk vol strekt niet geregeld en verheelde het voornie mand, dat zy er absoluut geen genoegen in vond, behulpzaam te zyn in debreischolen of hospitalen. Men zag haar nooit in de liefdadigheidsgestichten der hertogin. .Hoe is dat mogelyk Hoe kunnen die beiden harmonieeren vroeg men zich af.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1