Officieel Nieuws- en Advertentieblad V F voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. 15de Jaargang. Woensdag 7 April 1915. No. 21 „VOORUIT!" Bommel. my tirksland Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, 'b-GBAYEMUGE. Prijs der Advertentiënvan 1 —6 regels f 0,60 Iedere regel meer„0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureau* nemen Advertentiën aan. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te middelharnis. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Aan den strijkstok blijven hangen. Toen de leening van 62Va millioen voor Indië geteekend was, verscheen Minister Cort van der Linden in de zit ting der Tweede Kamer om mededeeling van het resultaat der inschrijvingen te doen. De Kamer applaudiseerde, toen de Ministerzijne mededeelingdeed.Zij zou dit zeker niet hebben gedaan, als zij had geweten, wat thans door het antwoord van Minister Pleyte op vragen van den heer Van Vuuren bekend is geworden. Wij zullen nog niet dadelijk zeggen, dat de Kamer bij de neus is genomen, doch het lijkt er toch heel veel op. Wat is het geval? De leening is aan de markt gebracht tegen 97%. Thans is gebleken dat de vaderlandslievende groep, die zoo welwillend was de leening o^er te nemen, zijnde de Nederlandsche Handel-Maat schappij de Nederlandsche Indische-Han delsbank en de Nederlandsche Indische Escompto-Maatschappij de leening reeds geheel had genomen voor 95%. Toen het leeningsontwerp in de Kamer kwam, vroeg de heer Bogaerdt of het waar was, dat ae leening reeds was genomen. Hij had ook gevraagd „of de regeering zich verzekerd had van den steun van een consortium van bankiers die zich voor- loopig verbonden hadden tegen een vas ten koers garant te wezen van deze lee ning. De N. R. Ct. herinnert er aan dat Minister Pleyte antwoordde: „Dit is niet het geval" „Ik heb mij met verschillende personen, vooraan staande op fioancieel gebied, in relatie gesteld verschillende afspraken zijn ge maakt, maar daarbij zijn steeds verschil lende resolutoireconditiesgemaakt.Zeker heid is er dus niet, dat de geheele (wij spatieeren) leening van 62Va millioen zal worden genomen." En iets later: pdeze leening is niet gegarandeerd; er is geen consortium hetwelk de geheele leening overneemt." En wat blijkt nu uit het antwoord van den heer Pleyte op de vragen van den heer Van Vuuren? FEUILLETON. GANZEN-LIZE. Naar het Duitsch van NATALY VON ESCHSTRUTU. 43) Ange was een allerliefste gastvrouw, die met verwonderljiken tact een voorname bevalligheid aan de zjjae van hare moeders de honneurs waarnam. Z'g verscheen overal ter rechter tgd, zorgde voor de balkockjes der jonge meisjes, onderhield zich met de andere dames, dirigeerde met een enkelen blik de verschillende lakeien, die bedienden, wist zeer behendig de vijandige elementen te scheiden en de ietwat schuchtere toenadering der jongelui ter hulpe te komen; kortom, zfl had den naam ecne vol maakte gastvrouw te zijn. Slechts heden was z\j zeer verstrooid, over hare geheele verschoning lag een waas van melancholie en alles wat zy deed geschiedde werktuigelijk of uit gewoonte. Slechts eenmaal, toen prins DetlelT haar over baron d'Ouchy gesproken had, hadden zich hare wangen hooger gekleurd. Sedert acht dagen was d'Ouchy op reis naar Bretagne; een telegram had hem verwittigd van den dood van zfjn oom. Met een vroolfjk gelaal WM hy in den coupé gesprongen en bad erop Wij geven het woord aan de N. R. G. „Uit s ministers antwoord van giste ren blijkt nu, dat er met eene „groep bankiers" (die dan geen consortium mogen heeten„afspraken" gemaakt waren dat „die groep" zich „verbonden" had, resolutoirlijk of te wel „onder voor behoud" wij komen hierop aanstonds terug „een deel" der leening fe nemen tot den koers van 95 pet. d.i. dus niet minder dan 5 pet. beneden den pari-koers terwijl was „overeenge komen", dat de koers van uitgifte aan het publiek zou zijn 97 pet. nog 3 pet. beneden den pari-koers dat die groep tevens zich „het recht bedongen" had, ook het andere deel van de leening tegen den koers 95 te nemen, „teneinde de uitgifte voor eigen rekening te doen geschieden". „De groep" heelt van dit recht gebruik gemaakt. En zuo is dus voor „de groep'', met inbegrip van de provisie aan commissionairs enz. een en een kwart miljoen aan den strijkstok blijven hangen." Terecht dringt de N.R. Ct. er op aan, dat nadere inlichtingen omtrent de „af spraken" met de „resolutoire conditie's" en het „voorbehoud" van de „Groep" noodig zijn. De N. R. Ct. gaat dan over deze „vaderlandslievende" bankiers- groep (te weten de Nederlandsche Han delsmaatschappij en consorten) als volgt verder: „üf de Kamer erlusschen genomen is, durven wij nog niet uitmaken. Letter lijk genomen, en de uitdrukking „den parikoers naderen" wat heel ruim opge vat, is in 's ministers uiteenzetting van 2 Maart geen onjuislhetd vervat. Op dien dag had inderdaad de groep de geheele ïeening nog niet genomen. Maar de vraag rijst toch, of de minister, weten de dat een deel van de leening hoe gróót was dat deel en waren hier ook resolutoire of audere condities gesteld tegen den koers van 95 pet. was ge plaatst, en dat «Ie rest van de leeuing tegen denzelfden koers volgen kon, met zijne mededeelingcn geen verkeerde in drukken gevestigd heeft, die gemakke lijk te vermijden waren geweest. Ten slotte kan ook de minister erin zijn gevlogen, niet alleen wat de geheele gezinspeeld dat hem een aanzienlijke erfenis wachtte. Nu, DetlelT gunde het hem gaarne, want, niet waar, niets ontbrak hem dan geld en een vrouwI Nul het een zou wel bel ander met zich brengen! En met deze woorden zette DetlelTzijn monocle op en zag de koude schoone" spottend aan. Ongelukkig werd juist de thee gepresenteerd en Ange boog zich diep over haar kopje. Toen zjj het hoofd weer oprichte en met enkele woorden zeide, hoe ze zich verheugde over het geluk van den jongen diplomaat, waren hare trekken strak en onveranderd als altijd. „Hoe vervelend," dacht DetlelT, keerde 'zich naar links en ging tegenover gravin Aosta zitten om Ganzen-Line het hof te maken. Onder- tusschen sprak hij zeer luid over „Spannsche vendetta" en vroeg Susanna of zy een Philippine met hem wilde doen. Ilfl wilde lianr zoo gaarne een dolk schenken. Daarop had de jonge hofdame het hoofd in den nek geworpen en epoltend gevraagd „Om n met uw eigen wapenen tc kunnen slaan?" Vervolgens was zjj opgestaan cn had zich naar de andere zaal begeven. „Wee den sterveling, op wiens hoofd de mete- oorsleenen van haar loom zullen neervallen I" lachte DetlelT, terwijl hg zich omkeerde en haar nakeek, zoolang hg kon. Na eenige oogenblikken was hij haar echter gevolgd en had haar den waaier uit de hand genomen, ora zich daarmede te waaien. „Hebt ge u werkelijk kunnen losrukken?" vroeg Susanna bits, „Ik dacht, dat ge voor van operatie betreft, maar in bet bijzonder wat den aan „de groep" toegekenden koers van 95 pet. aangaat. Hierover zal het „voorbehoud", de resolutoire conditie door de groep voor de overneming ge maakt, opheldering geven. Ons kwam ter oore, dat dit voorbehoud de strekking zou hebben gehad, de groep van hel grootste risico, misschien beter gezegd: het eenige groote risico, dat aan de leening verbonden was, te ontheffen. Indien nl. Neder'and, onverhoopt, vóór de publieke inschrijving op de leening in den oorlog betrokken ware geworden, zou de groep krachtens dat voorbehoud niet gebonden geweest zijn, het door haar aanvaarde deel van de leening te nemen. Het lijkt iniusschen haast onbe grijpelijk, dat de minister onder zulk een voorbehoud misschien zijn er nog wel andere voorbehouden van dergelijke strekking geweest voor den Indischen staat niet beter voorwaarden zou hebben kunnen bedingen, dan voorwaarden, waarbij voor „de groep" een winstmarge van 1% pet. over 62 5 miljoen werd in het leven geroepen". Reeds het feit alleen, dat een zoo invloedrijk orgaan als de N. R. C. zich zoo kras over de manupulatie's, bij deze leening aangewend, uitlaat, geeft te denken. De kamerleden, die bij een andere gelegenheid als hun meening uitspraken, dat de Volksvertegenwoordiging recht had op volledige informatie, kregen des tijds heel wat te slikken in de de pers. Thaos blijkt, dat contróle der Volks vertegenwoordiging moet gaan boven een vertrouwen, dat bij de Indische leening werd gevraagd bij een minis- terieële verklaring, achteraf hoogstens als advocalcneerUjkheid kan wurden ge taxeerd. Onder de „groep" die de leeniüg nam, vindt mee do leden van de ver- eeniging „Onze Vloot", die ons land tien tallen millioenen wil doen offeren voor het watermilitairisme en de aanhangers van d c ultra's, die een leger van een millioen manschappen een peulschilletje achten. Men boude het ons ten goede als wij bij die propaganda herinnerd worden aan de 1 millioen 2Va ton, die bij de avond voorgoed wortel geschoten had in den Grosz-Staulfensclien bodem I" en roet een blik vol coquetterie richtte zg haar oogen op prins DetlelT, die den waaier tegen zijn hart drukte en op dweependen toon zcide: „Mgn hart zou breken, als het zich voorgoed moest scheiden van mgn geboorteland!" „Is dat de residentie hier?" DetlelT schudde het hoofd, boog zich naar haar toe en (luisterde: „Ver in het zuiden ligt mgn Spanje, Spanje is inyn vaderland 1" En daarmee was de vrede weder voor korlen t(jd gesloten. Haltcnheiin was heden avond ook stiller dan gewoonlijk. Vrijwillig had hg zich teruggetrok ken naast een groot chineesch vuurscherra.dat zjjne hooge gestalte bjjna tot op de helfl bedekte, en liet den blik varen over de beide zalen, die b(j van uit zgn hoekje gemakkelijk geheel over zien kon. Günther en Josephine hield hg steeds in het oog. en toen de laatste in gesprek met Zyne Exellentie de lange rjj kamers doorwandelde, voelde ook hg plotseling de grootste belangstel ling voor de schilderijen der Latldorfs,schreed met een peinzend gelaat van hel eene naar het andere om het korter of langer te beschouwen, al naar gelang het vóór hem uit tredende paar dit deed. Hij had het onbestemde gevoel, nis moest er heden avond iets beslissends gebeuren. Günther en Josephine hadden geen woord ge wisseld, De begroeting had „in het algemeen" plaats gevonden, slechts door een «wygend bui Indische leening aan den strijkstok bleven hangen. De man met de twee tongen. Op den avond voor hetPaaschcongres derS. D. A. P.is te Arnhem een feestelijke bijeenkomst gehouden, waar de heer Duys de feestrede hield. Met de vrien delijkheid, die dit Kamerlid steeds aan den dag legt tegenover zijn tegenstan ders, vertelde hij de „bewuste" toehoor ders, dat de „bourgeoisie" hoopte op verdeeldheid in de partij,dat het op een congres van tegenstanders was als op een kerkhof, waar alleen de doodgraver iets te zeggen heeft, dat na liet Arn- hemsche congres het proletariaat „eens gezind zou optrekken enz. enz." De heer L)uys is ook redacteur van het befaamde blaadje „De Voorpost". In het nummer van Zaterdag 3 April, den dag op welken de Zaandamsche deputaat zijn Arnhemsche feestrede hield, schreef hij o. a Wat hebben we nu al niet zien geheel ot gedeeltelijk overboord gooien van de geestelijke bagage der S. D. A. P. tot voor den oorlog door de partijleiding en voor enkelen daarvan Dat de oorlog 't onvermijdelijk gevolg is van het kapitalisme weg er mee. Zenuwlijder is men en een halve idioot, als men dit ook thans Dog aanneemt en er naar handelt. Het historisch materialisme staat al op de verschansing om door en kelen ook al in zee gesmeten te worden. De „Vaderlandsliefde" heeft, in een nieuw maskeradepakje gestoken, bij enkelen al de plaats ingenomen van hun vroegere overtuiging. Ja zelfs de verdediging van het vader land met wapengeweld, wordt straks nog een officieel programpunt 111" De heer Duys vertelt verder nog, dat „Hugenholtz het land rondtrekt met een redevoering, die de meest chauvinistische liberaal hem niet zal verbeteren," „dat Schaper een verwaande min achting toont te bezitten voor de gen, een omstandigheid, die niet in hel oog liep, daar de jonge graaf sedert zgn korte ongesteld heid bijzonder teruggetrokken was en weinig sprak; ternauwernood kwam hg de verplichte beleefdheidsvormen na. Hg scheen verstrooid, ontstemd, en zag daarby zeer bleek, van de vroe gere opgewektheid en geestigheid, van de anec dotes en bon-mots, die vaak het geheele gezel schap deden lachen, was geen sprake. Men vond dit natuurlijk. De arme jonge man was nog geheel invalide: stellig was by weder veel te vroeg uitgegaan. Wat had hem eigenlijk gescheeld? Men zeide: een soort van zenuwkoorts, veroor zaakt door zware gevatte koude; de manége was ook zoo tochtig en koud; reeds verscheidene officieren hadden zich daar een ziekte op den hals gehaald. Men kon het den graaf aanzien, dat hg nog niet geheel hersteld was: zgn donkere gelaatskleur scheen geweken, zijn oogen lagen diep eo schillerden meer dan anders. Men was hel er over eens: Günther von Lehrbach zag er slecht uit, maar het stond hem uitmuntend en maakte hem interessanter, dan het onbezonnen lachje en de uitdagende blik het deden. Prinses Sylvia nam hem geheel in beslag; ze was zelfs zoo attent, dat ze met den „armen Lazarus" slechts eenmaal de rondte van de zaal wilden dansen. Doch Lehrbach verzekerde, dat zulk een stiefmoederlijke behandeling hem meer zou schaden, dan de wildste galop: nij was vol komen hersteld; als er iels ziek was. was het zyn hart en daarvoor was dansen het beste ge neesmiddel,

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1915 | | pagina 1