Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede
EERSTE BLAD.
15a" Jaargang.
Woensdag 17 Februari 1915.
No. 14
„VOORUIT!"
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredactenr W- DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
's-GBA VEIYIIIGL.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te MIddelharnIs.
Prijs der Advertentiën van 1 6 regels f 0,60
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Overspannen sociaal-democraten.
Ons land verkeert te midden van den
Europeeschen chaos in buitengewoon
moeilijke omstandigheden, het moet zijn
onzijdigheid handhaven naar alle kant
en elke sympathiebetuiging in de een
of andere richting dient achterwege te
blijven. De regeering heeft op schitte
rende wijze de onzijdigheid weten te
handhaven. Zij, die in de eerste plaats
geroepen zijn de regeering en die hand
having der neutraliteit te steunen, zijn
wel de leden der volksvertegenwoordi
ging. Op hun uitlatingen wordt uit den
aard der zaak meer acht geslagen dan
op die van een vergeten staatsburger.
Ecu buitenlandsch blad is er als de kippen
bij om een uiting van sympathie of
antipathie van een lid van Eerste of
Tweede Kamer in zijn kolommen af te
drukken. De 150 leden van Senaat en
Parlement hebben dan ook slechts op 2
den plicht der neutraliteit uitnemend
verstaan. Het is wel opmerkelijk, dat
de twee, die het niet verstaan hebben,
voormannen der sociaal-democratische
partij zijn: de H.H. Vliegen en Van Kol,
Het orgaan der partij is daarover slecht
te spreken.
In zijn nummer van 12 Febr. schrijft
Het Volk: „Het zou bedenkelijk worden,
als het voorbeeld, door Vliegen en Van
Kol gegeven, weer door anderen werd
gevolgd; daarom waren ook do voorbeel
den beter achterwege gebleven." Het
blad geeft dan een betoog, boe uitingen
als Van Kol en Vliegen lieten hooren
licht een eventueele bemiddeling van
de regeering kunnen bemoeilijken. Daar
gelaten nu, dat het blad de invloed dezer
uitingen in dat opzicht wellicht te hoog
aanslaat, kunnen wij er ons slechts over
verheugen, dat het partij kiezen der
twee heeren wordt afgekeurd,
De sociaal-democraten hebben gestemd
tegen de wetsontwerpen, waarbij de
regeering gemachtigd werd de Landweer
en de Militie tot Juli a.s. onder de wape
nen te houden.
Die stern-tegen werd uitgebracht omdat
de regeering mededeelingen in comité-
generaal had geweigerd.
Zeer terecht begrepen alle andere par
tijen in de Kamer dat zij om die reden
hun stem niet mochten weigeren aan
de ontwerpen. Niemand heeft zonder het
te willen, die stem-tegeii krasser veroor
deeld dan de heer Albarda in het Volk
van 9 Febr. Hij schrijft daarin o.a.:
„De goedkeuring der mobilisatie-cre-
dieten (op 3 Aug.) was de erkenning
der noodzakelijkheid uit de zeer bijzon
dere omstandigheden voortgekomen
om de beschikbare weermiddelen te
benutten voor het zooveel mogelijk
verzekeren der onzijdigheid."
En verder:
„Zelfs een voorstander van ontwa
pening kan toegeven, dat aan de nood
zakelijkheid om de legermacht, die er
nu eenmaal was, te mobiliseeren, in
de gegeven omstandigheden niet was
te ontkomen.
De vraag is nu maar: „Is deze nood
zakelijkheid er thans nogv Het Volkvan
5 Febr. goelt daarop het antwoord. De
slotzin van een hoofdartikel over de aan
gekondigde maatregelen door Duitschland
op zee te nemen, luidt:
„Wij zijn van oordeel, dat het oor
logsgevaar opnieuw een meer dreigend
aanzien heelt gekregen."
Waar nu bij de legerontwerpen de
regeering ook zonder nadere verklaring
vertrouwen vroeg en het absoluut onver
mijdelijk achtte, dat de geheele leger
macht onder de wapenen bleef, was ook
in het licht van het bovenstaande be
schouwd, de stem legen der sociaal-de
mocraten ongemotiveerd.
Men hoore nu eens de taal, die de
geachte afgevaardigde van Zaandam, de
neer Duys, gelieft uit te slaan in zijn
gerenommeerd orgaan: „De Voorpost":
.Vorsten, diplomatenkliek enz. enz.
gij kunt rustig doorgaan met uw vol-
kerenspel. Geen nood, zoolang het volk
zelf bij verkiezingen zijn nvertrou-
wen"(l) blijft schenken aan afgevaar
digden, die de rechten des volles met
voeten treden. Kunt gij uw roekeloos,
FEUILLETON.
GANZEN-LIZE.
Naar bet Duitsch van
NATALY VON ESCHSTRUTH.
86)
Hendrik begon boos te wordenzjjn verwende,
verfijnde smaak zag met verontwaardiging neer
op het minder aangename voorkomen van de
talrijke bezoekers, op de jurkjes, hesjes en
manteltjes, welker snit den practischen geest
van de domineescho niet kon verloochenen, op
de uitstaande, stjjf gevlochten vlechtjes, aan
welker omgebogen punten een elegant sigaren-
lintje een schitterend effect maakte; opdevan
koude blauwe handjes, die zelfs in den droom
geen handschoenen gezien hadden. Doch het
weinig indrukwekkende résumé zijner beschou
wingen werd aan hel wankelen gebracht door het
zelfbewuste optreden der ondeugden, die zich
zoo ongegeneerd gedroegen, nis hy slechts aan
getroffen had bij de meest arrogante, geblaseerde
aristocraten. Hij waagde het dus niet een gezicht
„tweede kIa«#V te zetten, maar kon zich toch
niet onthnuddn een der bengets, die trachtte op
te klauteren langs de bronzen trapleuning, in
den kraag te pakken en op den grond neer te
zetten met het bepaalde verbod: „Hierdoenze
niet aan klimmen, mannetje."
Ue kleinen nameu dit op als een alleraardigste
grap en bestormden den nieuwen vriend met be-
wnzen van hun teederheid.
Uenaatje hing zich als een slinger aan de
lange rokspanden van den bjjna wanhopigen
bediende, Liesje en Gottlicld bewonderen de
fluweelen pantalon, het roode vest en dc glim
mende knoopen.
„Hjj is net zoo aangekleed als het kleine aapje
op den hond in het apenspel I Heb je ook een
hoed met pluimen vroeg een vierde vleiend
en herinnerde zich de kermis van het vorige
jaar. Weer een andere porde hem ongeduldig
in de zijde en vroeg met een doordringende
stem-Zeg eens. hen je ook een graat Nu
was het gedaan met Hendriks geduldhaastig
schudde hji de kwelgeesten van zich af. keek
echter tegelijkertijd verlegen naar boven, waar
gravin Angc en Josephine verschenen waren
en luidkeels lachten.
„Phincl Hoera, daar is Phine!" klonk het
in koor. Wild en joelend klonterden zjj de trap
op, hingen zich aan Phines hals en armen en
waren niet moede haar de bewijzen te geven
van hun genegenheid. Zelfs Angc kreeg haar
deel van de. liefkootingen
Grctchen wischte zich het zweet van het voor
hoofd en herademde bjj het zien van haar vrien
din, als was ze nu bevrijd van een centenaars-
last. Eindelijk waren ze binnen, en men be
merkte het gedachter was zooveel te bewon-
reeds tot zooveel ellende aanleiding
gevende gewetenlooze spel voort blij
ven drijven. Voor democratische woor
den zorgt de vrijzinnige concentratie
pers wel en zorgen de verschillende
5e en 6e rangssprekertjes wel op ver
gaderingen."
Met dergelijk fraais vult de heer Duys
wekelijks ettelijke kolommen van zijn
blad. Een redevoering van dr. Bos is
volgens dezen buitengewoon fijngevoe-
ligen en hoflelijken sociaal-democraat
democratische woorden-rimram, opeen
politieke vergadering."
De heer Duys is wellicht een trouwe
klant van de vischmarkt en misschien is
dit niet zonder invloed gebleven op zijn
woordenkeus Wij vermoeden, dat de
heer Duys door hetgeen hij in de buiten-
landsche" sociaal-democratische partijen
heeft zien gebeuren, in zoodanig over
spannen toestand is geraakt, dat hij de
kluts wat kwijt is. Het is intusschen
geen wonder, dat de beer Duys hoe lan
ger hoe minder ernstig wordt genomen.
Als hij weer tot zichzelf is gekomen,
zal hij met Tijl Uilenspiegel erkennen:
Ik heb het er naar gemaakt!
Al te dwaas.
In die deelen van ons land waar de
staat van beleg of die van oorlog is afge
kondigd is het woord thans aan het
militaire gezag. Het militaire is op het
oogenblik no. 1 en wij zijn de eersten
om te erkennen, dat het niet anders
kan. Men mag verwachten, dat de mili
taire autoriteiten zooveel mogelijk reke-
ning houden met hetgeen het burgerlijk
leven vraagt. En niet minder billijk is
de eisch, dat in dezen tijd niet veigeten
wordt, dat er een Grondwet is, die het
recht van vereeniging en van vergade
ring van den Nederlandschen burger
heeft gewaarborgd. Met hel bestaan dier
burgerrechten schijnt bij tijd en wijle
niet ieder gezaghebber bekend. De bla
den brachten ons deze week het bericht,
dat de militaire autoriteit te Sneek een
vergadering, waar een mejuffrouw Min-
nema uit Amsterdam zou spreken over
vrouwenkiesrecht, had verboden. Wij
hebben nog eens gekeken of dit bericht
soms kwam uit een bekende plaats onder
den rook van Haarlem, doch neen, er
staat duidelijkin de Lemmer is het ver
bod uitgevaardigd. Misschien is de ver-
bodgevende commandant een verstokt
vrijgezel of wellicht een fel tegenstander
van vrouwenkiesrecht, 't Kan ook zijn
dat hij door buitenlandsche spionnen
was ingelicht, dat de kiesrechtdames
bommen onder haar rokken hadden ver
borgen Hoe komt zoo'n commandant er
anders toe een dergelijke vergadering
te verbieden? Of zouden we hier mis
schien te doen kunnen hebben meteen
over de schreef gaande aanmatiging? In
het laatste geval zal een nog hoogere
autoriteit dan de legerautoriteit van Sneek
deze laatste onder het oog dienen te
brengen, dat er in Nederland nog altijd
een Grondwet is, waarvan art. 9 luidt:
„Het regt der ingezetenen tot ver
eeniging en vergadering wordt erkend.
De wet regelt en beperkt de uitoefe
ning van aat regt in het belang der
openbare orde."
Wij zijn benieuwd of tijdens den staat
van beleg te Sneek een vergadering over
vrouwenkiesrecht in strijd met de open
bare orde werd geacht!
Gemengd Nieuws.
deren, te bezien, te vertellen en te lacbcn, dat
de jonge meisjes het hoofd omliep. Hendrik
stond zeer slecht geluimd in de vestibule en
borstelde zich af. «Ondeugende rekels 1" broinde
hjj. -Als een aap zag ik er uit. zei dat kleine
monstert" en verontwaardigd bezag hij zichzelf
in den spiegel.
Ondcrtusschcn hadden de kleinen Gretchen
een groole doos uit de handen genomen. .Kijk
eens. Phine, een tulband!" riep Benaatje,
brandend van verlangen of hjj dadelijk „veror
berd" zou zijn? Proef eens!" en onderzoekend
streken de v'iogertjes over de suiker. Hoe lief
van Phineze deelde den tulband heiisch zoo
maar dadeljjk uit!
Liesje scheen reeds duchtig van ooms verjaar
dag geproefd te hebben. -Neen, ik wil geen tul
band meer; maar ik peuter er de rozijnen uit,"
besloot zij en Gottheld dacht zelfs aan -meneer
Lebrbach en -den dikke met zijn roode gezicht";
die moesten toch ook wat hebbenOm één
uur moesten ze weer naar huis,doch Angcnoodig-
de allen 's avonds by zich, opdat ook Hattenheim
liet genot zou smaken hen weer te zien. Ze schreef
hem een briefje en maande hem toch vooral te
komen, want .ze had zich uitmuntend geamu
seerd met haar kleine gasten."
Hattenheim kwam zeer vroeg, doch niet
alleen. Graaf Lehrbach, die toevallig by hem
geweest was, toen de uitnoodiging kwam, ver
gezelde hem, „natuurlijk met het risico om als
een ongenoodc gast onder de tafel te komen!"
Villa Carolina was als geheel veranderdtol
JOURE. In het plaatsje Broek onder de
ze gemeente is de 20-jarige A. v.d.Feerte
water gevallen. Nadat men haar met veel
moeite gered had, stierf zy kort daarop aan
de gevolgen.
UTRECHT. Donderdagavond is in het ge
bouw van het Leger des Heils aan de Wet
straat. alhier een man gevonden, die plotse
ling dood was gebleven. Gedurende de laat
ste dagen was de man reeds een weinig
ongesteld.
's GRAVENHAGE. Een bewoner van de
Laan van Meerdervoort werd in het begin
dezer week opmerkzaam gemaakt, dat al
het lood van het dak van zyn museum
was verdwenen. Dit was al eenige malen
geschied. De dader werd niet ontdekt en
het aanbrengen van een hekwerk hielp
evenmin, evenals hetaansluiten by de Nacht
veiligheidsdienst.
Door den eigenaar werd deze week de
op straat hoorde men het gejoel en getier der
kleine gasten. GQnlher was de beminnelykheid
zelve, hy scheen verrukt over hel bezoek der
„landplagen" en deed alles om zyn vriendschap
voor de Stauffensche gasten te toonen.
Daar de sneeuw nog hoog lag, noodigde hij
alle aanwezigen uit om den volgenden dag een
sledevaart door de stad te maken, ten einde de
kinderen de merkwaardigheden te laten zien.
's Avonds zou hy eeD loge nemen in den schouw
burg.
Hy scheen er niel aan te denken, dat de
wereld hare schouders over hem zou ophalen
en dat het wel wat gewaagd was zich in het
publiek met die wildzangen te vertoonenhy
was gewoon, dat men zyn grillen steeds comme-
il-faut vond en ze toejuichte. En al ware dit zoo
niel geweest, ditmaal zou hy toch zyn wil door
gedreven hebben. Wunderljjk I Het oordeel der
raenschen was Günlher eensklaps onverschillig
gewordenhet was alsof by een gelegenheid
gezocht had zyn onrecht aan Grosz-Stauffen
weder goed te maken en om Ganzen-Lize zyn
schuld op de meest in het oog vallende wjjze
te betalen.
Josephine was getroffen over zyn gedrag. Zjj
bedankte hem voor zjjn goedheid uit naam van
haar beschermelingen. „Hy gaf zich zooveel
moeite voor de kleinen," had zjj gezegd, daarop
had hjj haar lang in de oogen gezien en gezegd:
„Als gjj tevreden ent is bet goed I"
Ofschoon Hattenheim zich druk bezighield
met de kinderen, had hjj bet gehoord en glim-