A. 6. PUNNING, DIHKSLAMD
Koffiehuis met Verlof
Flaltasche Boek- e
Voor de Winteravonden.
Spreuken en Teksten
MEUBELEN,
T. SCHILPEROORD,
Assurantiën, Effecten en Coupons.
Tandarts REGENSBURG,
1. DE WINTER k ZONEN,
MODEMAGAZIJN
2
aldus tevens de hoogere belangen bij de
totstandkoming van de verschillende
werken betrokken, worden gediend."
Zeer juist, zou ik zeggen, maar als dat
waar is voor uitgaven, die het bouwfonds
betreffen, wat blijft dan van het finan
cieels argument van de Memorie van
Antwoord over, waar het hier immers
gaat over uitgaven van het bouwfonds?
Wanneer deze scholen gesticht worden
zullen de uitgaven daarvoor bestreden
worden niet uit hoofdstuk V, doch uit
het bouwfonds. Op hoofstuk V komt
slechts een memoriepost voorde uit
gaven zouden op het bouwfonds drukken.
Werd de post op hoofdstuk V hersteld,
dan zou in 1915 de Staatsbegrooting niet
met één gulden stijgen. Evenmin zou
dit het geval zijn in 1916. Wel zou men
in dat jaar op de begrooting moeten
brengen een afschrijying van 2 pet. over
de kosten in 1915 verwerkt en boven
dien, indien het mogelijk bleek die scho
len op 1 September 1916 te openen,
voor één derde van dat jaar de salarissen,
maar daartegenover zouden ten bate van
dat dienstjaar komen aanmerkelijke bij
dragen van de gemeenten, bedongen toen
de toezegging van den bouw is gedaan
en groote giften van particulieren, die
werden toegezegd indien de scholen tijdig
tot stand kwamen. Er zouden derhalve
tegenover de uitgaven in 1916 grootere
ontvangsten hebben gestaan. Eerst in
1917 zouden de jaarlijksche kosten dei-
scholen op het budget zijn gaan drukken.
Mijnheer de Voorzitter Ik heb zooeven
gehoord, dat er personen zijn, die zoo
pessimistisch zijn, dat zij een 80-jarigen
oorlog voorspellen, maar ik onderstel
dat de Regeering niet alleen niet zoover
gaat, doch ook niet als haar onderstelling
zal willen mededeelen, dal onze mobili
satie tot in 1917 zal moeten worden
volgehouden. Een dergelijke mededeeling
van de regeeringstafel zou inderdaad aan
de natie den moed in de schoenen doen
zakken.
De zaak ligr dus zoo, dat de Minister
en ik het au fond volkomen eens zijn.
Ook de Mmister acht deze scholen noodig
en gewenscht, maar het eenig argument,
dat de Minister in zijn Memorie van Ant
woord voor zijn uitstel aanvoert, wordt
door den Minister zelf inde Memorie vaD
Toelichting van het bouwfonds te niet
gedaan.
Leefden wij nu in gewone tijden, dan
zou ik geen oogenblik aarzelen ten aan
zien van hetgeen mij te doen stond. Ik
zou, zoodra ik de Memorie van Antwoord
gelezen had, onverwijld een amendement
hebben ingediend strekkende tot herstel
van dezen kredietpost, en dat zou den
heer Minister na de discussie die wij
verleden jaar over mijn amendement
voerden, waarschijnlijk allerminsthebben
verbaasd.
Intusschen, alles is anders dan anders
en de wereld staat nu eenmaal op haar
kop. Ik wil wel toegeven, dat ik er in
den tegenwoordigen tijd zeer tegen op
zie om zelfs in een zaak als deze,
waarbij geen principieel geschilpunt be
trokken is een poging te doen, iets
do»r te drijven tegen den zin der Regee
ring. En daarom weet ik nog niet, wat ik
bij het betrokken artikel zal doen. Ik
zou dat willen afhangen van bet antwoord
op een vraag, die ik den Minister wil
stellen, een vraag, die ongeveer reeds
Ro.
is door den heer Roodhuyzen,
maar die ik eenigszins scherper zou wil
len toespitsen.
Wij lezen in de Memorie van Ant
woord
„De ondergeteekende ziet zich op
grond van een en ander tot zijn leed
wezen genoodzaakt zijn standpunt, dat
op grond van de tegenwoordige om
standigheden ook de uitbreiding van
bestaande en de stichting van nieuwe
Rijksscholen voorloopig aangehouden
dient te worden, te handhaven. Zoodra
normale omstandigheden intreden, zal
hij ook deze aangelegenheid onverwijld
weder aanvatten.
Wat bedoelt de heer Minister met di
mededeeling Hebben wij daarin slechts
te zien de verklaring, dat de Minister
op zijn standpunt blijft, dat de bedoelde
scholen gewenscht zijn en dat bij hoopt
als de crisis voorbij is te eeniger tijd in
verband met andere belangen, door hem
te behartigen, nog eens de gelegenheid
te hebben er op terug te komen? Geldt
het hier dus slechts een van die mede-
deelingen omtrent ietwat vage voorne
mens der Regeeriug ten aanzien van de
toekomst, als waarvan de Handelingen
en de Gedrukte Stukken der Staten-
Generaal wemelen Zegt de Minister ons
eigenlijk met andere woorden: zeker, ik
hoop en neem mij ook voor, wind en
weder dienende, te eeniger tijd nog eens
met dit voorstel terug te komen? Mocht
dit slechts de bedoeling zijn van de mede
deeling van den Minister, dan zou ik
daarin zoozeer zien een wissel op de
toekomst zonder vervaltermijn, dan zou
m. i. het gevaar zoo groot zijn, dat de
verschuiving wordt een verschuiving ad
calendas Graecas, dat ik, hoe noode ook,
zou besluiten bij bet betrokken artikel
een amendement voor te stellen strek
kende om den post te herstellen.
Maar men kan de Memorie van Ant
woord ook anders lezen men kan er
ook in lezen een bepaalde toezegging,
nl. deze, dat de Minister verklaart, dat
zoodra de oorlogstoestand, om dit ruime
woord te bezigen, voor ons land voorbij
zal zijn, onverschillig wat over onze
grenzen gebeurt, mits dit menschelijker-
wijs gesproken geen rechtstreeksch na
deel voor ons land meer kan opleveren
de Minister onverwijld, kan het zijn bij
suppletoire begrooting voor 1915, alsnog
zal voorstellen om eenen post te herstel
len.
Indien de Minister nu bij zijn antwoord
mocht willen verklaren, dat dit laatste
zijn bedoeling is, dan zal ik afzien van
het voorstellen van een amendement.
Ik vraag den Minister dus om zijn be
doeling ten aanzien van den door mij
voorgelezen passus van de Memorie van
Antwoord zoo duidelijk te willen om
schrijven, dat ik bij de behandeling van
het artikel mijn gedragslijn daarnaar
kan regelen.
Het antwoord van den Minister luidde
als volgt:
Het is mijn voornemen, om, zoodra
ten gevolge van het intreden van rneei
normale omstandigheden redelijkerwijzi-
is te voorzien, dat het buitengewoon
tekort op onze staats-inkomsten,dat het
gevolg is van den oorlogstoestand, zal
opboudeD, de aanvraag van een crediet
voor nieuwe H.B.S., welke nu is terug
genomen, weer op de begrooting te bren
gen. Het is te voorzien, dat dit geschie
den zal zoodra de vrede is geteekend.
Het kan zelfs zijn, dat, indien eerder
onzerzijds tot demobilisatie zal kunnen
worden overgegaan, de toestand zoozeer
zal zijn opgehelderd, dat de strikte zui
nigheid, die thans geboden is, zal kun
nen plaats maken voor het begin van
meerdere activiteit. Het zal niet aan mij
liggen, dat een oogenblik langer dan
noodig is, dat tijdstip zal worden ver
schoven.
Ad vertentiën.
Wil .nen DEGELIJK en GOEDKOOP
LOGIES, ONTBIJT en MIDDAGMAAL
ga dan naar het
„Harmonie"
LAN GE WEG - SOMMELSDIJK
(6 min. vanaf het Station Middelharnis).
Waar tevens verkrijgbaar is een heerlijk
glas BIER h vijf cent. En blijft verder
voortgaan met de verkoop van alle soor
ten ALCOHOLVRIJE DRANKEN, vooral
niet te vergeten de versterkende koude
of warme FOSCO-DRANK.
Het Koifiehuis is ook iederen Zondag
na twee uur geopend.
En tevens ZAAL te huur voor alle
doeleinden geschikt.
Aanbevelend,
S. v. LEEUWEN.
BINDERIJ EN ADVERTENTIE BUREAU
WESTOIJK B 280 - MIDDELHARNIS
ONTVANGEN een keurige sorteering
om zelf te borduren.
Met of zonder lijst ruim voorhanden.
Aanbevelend,
W.VAN DER SCHENK.
Agent der PATHÉFOON
KOMT en ZIET de ruime keuze
in het Meubel magazijn van
WESTOIJK B 261 - MIDDELHARNIS.
Prima Muhonio- en Noten- Duitsche Styl-
kasten met plintlade en modern beslag.
Kurkdroogs Eiken Kabinetten vanaf f48,—
dito geschilderde Kabinetten, Kasten en
Tafels, in verschillende grootten en prijzen.
Fransche, Duitscbe en Weener Riet- en
Stroomatstoelen, Salon- en Schuiftafels.
Kussonstoelon met leerdoek en tryp naar
keuze. Fauteuils en Vouwstoelen, Voltaires
van f 7,50. Prins Hendrikstoel, zeldzaam
gemakkelijk. Groote voorraad Spiegels,
Schilderijen en Huiszegens. Verder alles
wat tot een complete Meubelzaak behoord.
Te veel om op te noemen.
Levering franco a contant. Taste prijzen.
Wed. P. ROOIJ,
WESTDIJK, MIDDELHARNIS
RUIME SORTEERING IN
MANUFACTUREN EN 'WOLLEN
ONDERGOEDEREN, REDDEN,
DEKENS, SPREIEN EN MATRASSEN.
Raim Siaalcollectie ter inzage.
zich beleefd aan voor het
Machiniaal Stoomen
van Bedden.
Alles contant, franco door geheel
Flakkee.
AGENTSCHAP DER
Koninklijke Stoomvervorij en Chom.
Wasselierjj „DE LELIE" te Dordrecht.
TELEGRAM-ADRES „PEYMYG". IYTERCOMMEYAAL TELEPHOOSI
Sluit prolongatie en beleening op effecten.
-VALKENBURG'S-'l
LEVERTRAAN
v orarygDartr te numia.trituyk uy i'. IvaöTE-
LEINte Mlddclharnl* bjj A. WATERMAN;
Itlrkftland bU A. van OOSTENBRÜQOE Czn.;
Mcllasnnt bij A. van der SPAAN Tzn.;
Nieuwe Tonge bü A. van EESTEREN Bzn.;
Oude Tongc by O. F. van PEER: onlt-
gen«pfant by J. L. db 70S; Ouddorp by
Wed. J. KURVINK »«ad aan I Haringvliet
bij A. BRABER Pzn.
Machinale zuivering en bereiding van
BEDVEEREN en KAPOK.
GROOTE VOORRAAD
Sedveereo, Kapok, Zeegras, Bedtjjken, Matrassen, enz.
DigoUJka to ontbieden door het gehoelo olland. Bedden
des morgens ontvangen, worden nog denseifden dtg
bezorgd.
8CHKBP C05CCRRKERK5DE PRIJZEN
Halve tramkoaton worden vorgoed.
Aanbevelend,
Oude Tonic VlolrndUW A
Laan van Meerdervoort 180, Den Haag,
TELL. 3913,
zal voortaan den EERSTEN DONDEH-
HAG van iedere maand in het Hotel
MEIJER to consultceren zijn voor alle
mondziekten en kunsttanden enz. van
12 tot 5 uur.
Zandpad B 208 - MIDDELHARNIS
UITVERKOOP
van alle voorradige
Dames-, Kinder- en
Keuvelhoeden
en verdere winter artikefen.
Wegens tijdsomstandigheden extra
lage prijzen.
Beleefd aanbevelend
A. C. BAKKER.
als ze hem met verwonderden, koelen blik aan
ziet. ,En nietwaar", voegt bjj er meteenlicbte
aandiening in zjjn stem by, .nietwaar, even
min als ik verdragen kan een gevoel van schuld
tegenover u op myn hart le hebben, evenmin
zult gy in het vervolg dien kouden, koelen toon
aanslaan Ge behandelt my als ware ik een
vreemde! Goeden nacht, tot weerziens 1"
Ange en Hattenheim zjjn met den mantel van
Josephine uit de kleedkamer teruggekeerd en
roepen freule Von Wetter; Gflnther neemt af
scheid met een beleefden groet, doch reikt Hat-
tenlieim voor de eerste maal in zjjn leven niet
de band; deze glimlacht echter stil voor zich
been en vergeeft zjjn vriend de booze luim.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Met het groote nieuwjaarsbal had het seizoen
de rjj zjjner schitterende feesten geopend. Prins
Carneval begon zjjn troon uit goud, bloemen,
paarten en wiegende walstonen te bouwen, liet
met vrooljjke dartelheid zjjn banier wapperen,
waarop hij met schuimend druivensap zjjn
devies, het juichende „Halnarrogeschreven
had. Wie vraagt naar de toekomst, als het
stralend heden ons toeroept.Leeft en geniet I"
als jong en oud de narrenkap over de ooren trekt
en zingt en juicht en zich overgeeftaan de godin
vrooljjicheid, die zich het bonte gewaad om de
leden slaat en Daar masker en waaier grjjpt
Onstuimig vliegt ze voort ia wilden daas over
rozen en doornen, dagen en nachten lang, totdat
zjj op het eind half bedwelmd de gonden schoe
nen van de voeten werpt en het hoofd bestrooit
met asch. Dan legt prins Carneval deemoedig
zjjn rinkelende kroon neer, en de machtige
dwingeland, de tijd, teekent hem een kruis op
het voorhoofd en ontsteekt vuren op de altaren,
welker vlammen masker en zotskap verslinden.
Niets bljjft over van al die vluchtige heerljjkheid,
ternauwernood de herinnering: het regent asch
die alles dekt, totdat de maanden haar keten
gesmeed hebben en opnieuw de juichtonen lok
kend en verleidelijk weerklinken.
Het was Josephine als leefde ze in een droom.
Elke avond bracht haar midden in hel gewoel
van alle vreugd en genot: verwonderlijk snel
had zjj zich gewend aan het leven in die haar
vroeger zoo vreemde wereldzij zelve begreep
niet, dat zjj zich jaren lang in een geheel andere
omgeving bewogen had.
De groote goedheid, met welke de hertogin
moeder haar begunstigdede openljjke hulde,
die prins DetlelT"haar bracht, was van invloed
op geheel het hof. Men zwom men den grooten
stroom mede en haastte zich den weg in te
slaan, die zoo duidelijk door Hunne Hoogheden
aangewezen werd. Men dacht er niet meer aan,
dat men eens aan den naam „Ganzen-Lize" iets
spottends gehecht had, integendeel men be
schouwde het als den bjjnaam die de triomf aan
duidde, welke de schoonheid van frenle Von Wet
ter op graaf Lehrbach behaald bad; hjj had zjjn
schets slechts gemaakt om een mooi gezichtje
voor de vergetelheid te bewaren.
Waar het leven bjj andere jonge meisjes som-
tjjds jaren toe noodig heeft, dit had hef noodlot
in een paar korte weken bjj Josephine doen
rjjpen, de menschenkennis nameljjk en de onver
schillige minachting, welke meestal met haar
hand aan hand gaat. Zjj had de menschen dier
jjdele wereld doorzien, had het gif gevoeld.dat
zjj spuwen en dal als kille rjjm gevallen was op
haar jong hart, welks wonden niet door vleiende
huichelarjj geheeld konden worden.
Ze was ook niet om de menschen, doch ter
wille van haar Irots gebleven, die zou haar ten
minste baar hoofd doen oprichten hoog boven baar
hart, dat eenmaal zoo meedoogenloos in het stol
getreden was. Daarbjj kwam het plotselinge
bewustzijn, dat zjj een rol in de wereld speelde
haar vlugge geest overzag snel den toestand der
zaken: zjj zag zich omringd, gevierd en uit
verkoren boven anderen, ze gevoelde, dat men
haar schoon vond.eo ze deed haar best beminne-
Ijjk te zjjn en in den smaak te vallen. Ja, de
mengeling harer oorspronkeljjke naïveteit met
den vrooljjken humor, die haar eigen was, ge-
Saard aan haar weinigje aangeleerde kennis en
aar natuurlijken aanleg voor een geestige en
makkelijkeconversatie vormden een zoo eigenaar
dig geheel, dat het haar niet moei Ijjk viel steeds
opnieuw te betooveren en elk voor zich in te
nemen.
Meer dan iemand ondervond graaf Lehrbach
de betoovering van haar origineele persoonlijk
heid. Zonder dat Josephine het vermoedde, of
hot zich bewust was, ja. zonder dat ze het zich
ten doel stelde, oefende zij een onweerstaan-
baren invfoed op hem uit. Zjj deed haar hest
zjjn trouweloosheid door onverschilligheid en
koelheid le bestraffen, zonder evenwel haar
vurig hart in die male te beheerscben dal niet
somtjjds eene blik uil haar oogen hel verraadde.
Dit weifelen tnsscben koude gelatenheid en
plotseling opflikkerenden hartstocht, die strjjd
tusschen haat en liefde versmolten onbewust
tot een spel der volleerdste coquetterie, welke
al het betooverende van natuurlijkheid tot schild
had.
Hetgeen GOnther eersf vrjjwillig van zicb ge
worpen had, werd hem nu een voorwerp van
onweerstaanbaar verlangen, waaraan hij met de
laaie eigenzinnigheid van alle verwende men
schen vasthield. Hjj was gewend alles wat een
rol in zjjne wereld speelde, aan zjjn voeten te
hebben, hjj zocht er zijn roem in. overal de
bevoorrechte te zjjn en beschouwde het als een
privilege van zjjn schoonheid overal open harten
te vinden, en nu stuitte hjj voor de eerste maal
in zjjn leven op weerstand.
Wordt vmofld,