Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. [5de Jaargang. Woensdag 25 November I9i4. No. 2 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DB JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, 's-G BA VEN DAGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Prijs der Advertentiënran 1—6 regels 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Beek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De Godsvrede en het Leenings- ontwerp. Het is voor hem, die de Standaard geregeld leest, opmerkelijk, (als hij al thans niet behoort tot de volgelingen door dik en dun van den heer Kuyper), welk een wonderlijke uitleg door den antirevolutionairen leider aan den zoo- genaamden Godsvrede wordt gegeven. Voor den heer Kuyper beteekent deze Godsvrede„Ik geef mijn sanctie aan hetgeen de regeering doet, als het naar mijn zin is en er voordeel uit te trekken is en ik houw op de linkerzijde in, als deze het waagt een andere opvatting te hebben dan ik, dr. Kuyper, van het al- of niet geoorloofde tijdens den godsvrede heb. Een driestar in het nummer van 17 November is in dit opzicht teekenend. Daarin wordt de linkerzijde onderhouden over de critiek, die zij durft laten hooren over het leeningsontwerp. De heer Kuy per stelt het heel gemoedelijk voor. „Zegt het kabinetleenen, dan heet 't neen, maar belasting". Het komt in des heeren Kuyper's kraam te pas het voor te stellen alsof het hier gaat over kleinigheden. Och ja, wat verstoutten die vrijzinnigen zich toch wel dit leenings- plan met de voorgestelde dekking aan critiek te onderwerpen. Hoe durven zij den mond open te doen, als de heerTreub 275 millioen wil leenen, te betalen door verhooging van alle belastingbiljetten vijttien jaar lang met een vijfde deel, terwijl accijnzen en invoerrechten nog den tienden penning van de consumen ten zullen vragen. Het moet dan maar eens ronduit ge zegd „Het perspectief, dat zich bij deze wijze van dekking opent voorden man,die in 1913 den Meiboom niet in den kap kon plaatsen, lokt ons niet aan. Zoo zware opcenten als de heer Treub wil leggen, beteekenen, dat een stelsel van hooge invoerrechten maar al te gaarne in ae naaste toekomst zal worden aangegrepen om den belastingdruk in schijn te ver- FEUILLETON. GANZEN-LIZE. Naar het Duitsch van NATALY VON ESCUSTRUTH. 25) Hattenheim kwam veel bn de Lattdorfs; daar hfi het voorrecht had een bloedverwant tczjjn, zag men hem vaak ongenood in de ruime, ge zellige kamers der Villa Poraeliu,somljjds alleen, somtijds in gezelschap van een zijner vrienden, die gaarne met Ange musiceerde. Rei mar had met groote oogen freule Von Wet ter aangestaard, toen ze hem voor het eerst in haar nieuwe kleeding te gemoet tradhij was getroffen door zooveel lieftalligheid en schoon- heid, die zoo lang haar licht verborgen hadden onder de korenmaat. Josephine reikte bera de hand en vroeg met haar kinderlijk lachje, hoe „Ganzen-Lize" hem als stadsdame beviel, en of hjj haar ook zoo veran derd vond? Ze hoopte het, want het was wel noodig geweest I Daarop steeg hem het bloed naar de slapen en mompelde hij ecnige onverslaanbare woorden. Tot gravin Lattdorf zei hjj echter,Ik dank u, tante; nu zal zjj anders ontvangen worden in de minderen. De vogelaar met den lijmstok: „bevordering van de nationale industrie" en de pijper met het lied der „Heilige Orde" zien met vreugde den akker toe bereiden voor den door hen gewenschten Oogst. De heer Kuyper moge begrijpen, dat bet juisthet waarachtig belang der natie is, dat de „lieve vrienden der regeering" (stijl-Kuyper) er toe brengt zich schrap te zetten tegen het noodlottig leenings ontwerp. Wij weten wel, dat de heer Kuyper dat van zijn lieve vrienden kwalijk zou dulden. Daar was bij een regeeringspe- riode het slot op den mond de medaille van trouw aan den „man der kleine luijden." Links rekent het zich tot een eeretaak ook tegenover een bevriende regeering te bereiken, wat voor het land het beste is. Alleen uit die overweging spruit haal verzet tegen hel aanhangige wetsontwerp voort. Wij gelooven niet te boud te zijn in ons beweren, als wij zeggen, dat bij de vrijzinnigen voorzit, wat ar. Bos zoo vol komen terecht schreef „Hoezeer ook bereid tot overleg, zouden zij niet kunnen wijken van hun plaats en tot het laatst blijven volharden, bij hun wensch, dat deze groote zaak eerst delinitiel wordt ge regeld op een oogenblik, als de nor male verhoudingen weer zijn ingetre den en het gemeen overleg met de Staten Generaal, niet alleen in vorm maar ook in wezen ten volle het karak ter draagt, dat in normale omstandig heden bezit." Wie oprecht den Godsvrede wil, zal moeten erkennen, dat juist de vrijzinni gen bij het uiten van dezen wensch, blijk geven, dat zij juist in deze abnor male tijden den strijd willen opschorten. De heer Kuyper heelde zich intusschen niet in, dat zij zich van de wijs zullen laten brengen door zijn prikkelende drie starren in de Standaard! Zeer juist. Wij lezen in de Vaderlander naar aan balzaal I" Doch z\jn woorden gingen vergezeld van een diepen zucht, en bjj zichzelf dacht hjj „Hoe lief was ze in die leeljjke jurk en mei die wilde krullende harendal is weg, voor altijd weg, ze zal nooit meer zoo lachen als vroeger; een wilde storm is over haar hoofd gegaan en heeft die plooien gegrift om haar lippendal alles heelt Gdother op znn geweten". Doch terwijl hij aan Gflnther dacht, fonkelde zijn oog. zjjn blik rustte weder op Phine's bevallige verschij ning en een trolsch gevoel van voldoening deed zijn borst zwellen. Na het eerste bal had freule Von Wetter nog geen groot feest bezochtze wilde tot Nieuwjaar wachten, om dan samen met Ange het seizoen te beginnen. Slechts eenmaal had ze Lehrbach vluchtig weergezien, toen ze Ange, die een visitie was gaan maken, door het park te gemoet ging. Drie zeer luid sprekende wandelaars bad ze toen ontmoetprinses Sylvia in een kort jacquet, met de beide banden in de zakken en een kleine karwats onder den arm, freule Von Dienheim en graaf Lehrbach. Alle drie waren plotseling verstomd en bedden haar strak aangezien Sylvia bediende zich zelfs ongegeneerd van haar lorgnet. Josephine had gegroet en al haar oplettendheid aan de prinses geschonken, terwijl zeGünthers blik ontweek. Ze had evenwel bemerkt, dat hij zich snel naar baar loe keerde, en hoorde nog, hoe Sylvia zeide: „Donnerwetlcr, Fortunatus, dat was jou vriendinnétje uit Stauffen I" Die tocht door het park had nog een naspel. Toen leiding van de 4 ton bezuiniging, die de heer Gort van der Linden op een be grooting van meer dan 40 millioen bijna uitsluitend op onderwijsuitgaven heeft getroffen, het volgende Het komt ons verkeerde zuinigheid voor, om ter wille van nog geen half millioen, ons onderwijs een knak te geven, die al is het natuurlijk niet zoo bedoeld, zeer gevoelig zal wezen, zoo niet onherstelbaar. Inderdaad hier kan men zeggen: Lejeu ne vaut pas la chan- delle. (Het is de moeite niet waard). Wij hebben hierbij in de eerste plaats op het oog de terugneming van den post voor de oprichting van Hoogere Burger scholen te Dokkum, Middelharnis, Oost- dongeradeel en Oud-Beijerland. Over de noodzakelijkheid van die oprichting, over de nijpende behoeite aan Middelbaar Onderwijs in die streken, bestaat tus- schen de Regeering en ons volkomen instemming; door den post op de oor spronkelijke begrooting te brengen, zijn beide toch door de Regeering erkend, maar die komt thans met het decreet „één jaar uitstel". Een jaar uitstel is echter slechts in schijn één jaar uitstel, het is wei degelijk: afstel. Dit wordt duidelijk, wanneer men zich behoorlijk rekenschap geeft van de wijze, waarop een post voor net oprichten van eene Hoogere Burgerschool op de begroo- ling komtdat gaat maar niet in een vloek en een zucht. Daaraan gaan lang durige onderhandelingen vooraf met de gemeentebesturen van de gemeenten, waarin die scholen worden gevestigd, om tot overeenkomst te geraken over de offers, die de gemeenten zelve zich heb ben te getroosten voor de oprichling. Offers die ook niet gebracht zouden kun nen worden, wanneer particulieren, die voor hunne kinderen eeDe dergelijke school noodig hebben, zich niet verbin den een aandeel in de oprichtingskosten te dragen maar die particulieren hebben dat dan ook gedaan, nadat ze de zeker heid hadden verkregen, dat de betrokken scholen in 4915 zouden worden gebouwd, om op 1 Sept. 1916 te worden geopend, en zoodra die zekerheid wegvalt, is voor hen elke reden vervallen om de toezeg ging, die op eene bepaalde voorwaarde Josephine bij bet Paviljoen kwam, was ze een oogenblik bljjven staan om den fraaien bouw van het kleine kasteel te bewonderentoen ze echter het front wilde omgaan en den weg over liep, week ze onwillekeurig achter een der kleine boschjes terug. Aan een der geopende vensters stond hertogin Maria Christina; een donkere pelsmantel hing om haar schouders, terwjjl een zwarte, kanten doek het hoofd omhulde en het smalle, doorschijnend bleeke gelaat scherp deed uitkomen. Met de blanke haDden strooide ze broodkruimels en graankorrels neder op den besneeuwden grond, en zag met baar vriendelijk, geduldig lachje naar het gevederde volkje fa- santen, pauwen, duiven en overwinterende vo gels, die tjilpend, piepend en kirrend kwamen aanvliegen om hun doel te halen. Nauweljjks had ze den tjjd gehad de gestalte boven aan het raam gade te slaan, of ze schrikte plotseling op en spoedde zich met een luiden kreet naar Maria Christina's gevederde gasten. Haar kreet vond boven aan het venster een echo. Prins Alexander's patrijshond kwam mei wilde iprongen de balkonfrap af, was in een oogwenk te midden der schaar en greep een kleinen fa zant, welken hq in een spel op leven en dood tusschcn de pooten hield. Angstig krjjschend vloog het bonte volkje uit elkaar, doch tegel jjkertjjd trof een groote sneeuw bal uit Phines hand den hond, welke ter zjjde sprong en zjjn slachtoffer vrjj liet. Freule Von Wetter school toe, en nam het was gedaan, gestand te blijven doende gemeentebesturen zullen dus volgend jaar van meet af aan opnieuw kunnen beginnen met naar toezeggingen van finantieele hulp uit te zien, en die zullen niet makkelijk verkregen worden, nu den vermogenden in de eeiste plaats zwaar dere belastingheffing tegengrijnst, en niemand wellicht nog in staat is, om met zekerheid te zeggen wat hij bezit. En deze stand van zaken zal wel degelijk tot „afstel" leiden, en dat is door onzen Minister van Binnenland- sche Zaken naar onze bescheiden mee ning niet genoeg in het oog gehouden. Daarbij komt, datdit om misver stand te voorkomendie geschrapte Hoogere Burgerscholen al bitter weinig bijdragen tot het half millioen, dat op Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken wordt bezuinigd. Immers de slichtiDg van deze scholen zou in 1915 geen geld ten laste van de begrooting brengen, daar de bouwkosten uit het Bouwfonds zouden worden betaald. En zelfs voor 1916 zou den de uitgaven in quaestie slechts tot een onbeduidend bedrag op de Staats begroting drukken, n.l. slechts voor 2 percent over de in 1915 aan den bouw besteede som, na aftrek van de bijdragen van gemeenten en particulieren in de stichtingskosten. De uitgaven voor sala rissen zouden in 1916 nog slechts over 4 maanden behoeven te worden uitge trokken. Herstel van den geschrapten post zou derhalve eerst in 1917 tot uit gaven van eenige beteekenis leiden. Neen de bezuiniging op onderwijs zit hem in hoofdzaak in het schrappen van allerlei subsidies, eerst toegezegd, voor het vakonderwijs, en de terugname van het voorstel om een paar gemeentelijke H, B. S. door het Rijk te doen overnemen. Ook over deze beide zaken een enkel woord. Het is uit een onderwijsoogpunl ver keerd begrip dat men zonder groote schade aan een vakschool toe te brengen, eene toegezegde verhooging van subsidie zou kunnen terugnemen op het oogen blik, dat aan die school het onderwijs zoo uitgebreid is, als met de verhoogde subsidie mogelijk is. En, nu is het zeker dier op, dat klageljjk piepende met devleugel9 sloeg. „Dank u zeer, freule," riep Maria Christina, „g\j komt als een redder in den nood! Kom toch boven met den armen, kleinen patiënt, dan kunnen wjj zien of hij veel geleden heeft 1" Zeer verlegen, eerst nu baar positie begrij pend, groette Josephine eerbiedig. De hertogin knikte en wenkte nogmaals, trad van het ven ster terug, en het jonge meisje hoorde een helder schellen weerklinken. Zonder aarzelen steeg ze de trap naar den zuilengang op; het gelaat van den portier ver scheen voor de glazen deur, beschouwde de vreemde een oogenblik scherp en opende dan zwijgend met een onderdanige buiging. „De Hertogin vroeg freule Von Wetter en keek besluiteloos de groote vestibule rond. „Deze trap als ik u verzoeken magDe kamerdienaar is boven, doch Hare Hoogheid ontvangt niemand op dit uur," voegde hjj er bjj „Wanneer u je echter wilt laten aandienen bjj de hofdame, freule Von Sacken Op hetzelfde oogenblik kwam echter de ka merdienaar aanloopen en boog zich met een uit- noodigende beweging„Hare Hoogheid verwacht de freule 1" Phine volgde hem door een lange, met schil derijen behangen gang en trad een tameljjk groot, gezellig vertrek binnen, dat meer eenvoudig dan smaakvol was ingericht. Wollen portiéres be dekten de deuren en dempten het licht, dal door de vensters vieleen groote canapé, hooge stoe-

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1914 | | pagina 1