Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede EERSTE BLAD. L5de Jaargang. Woensdag 18 November 1914. No. 1 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DB JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, '•-6BAVGNHAGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te niddelharols. Prijs der Advertentiën van 1—6 regels f 0,60 Iedere regel meer 0,10 G-roote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekbandelaars eD Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van corresptndenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Bsek- en Handelsdrukkerij te MHde'harnis Leening is een ramp. De waarheid dezer bewering wordt wel zeer duidelijk aangetoond in een uit nemend artikel in het Handelsblad van 9 Nov. j.l. waarin dit invloedrijke orgaan zich krachtig aan de zijde der voorstan ders eener oorlogsbelasting schaart. Het Handelsblad beoogt, dat een 5 %-leeninE van 250 millioen noodzakelijk het peil van alle binnenlandsche beleggingswaar den eveneens minstens op een basis van 5 °/o moet brengen. Dit beteekent, dat met volkomen zekerheid eene verdere daling van minstens 10 *n a^e binnenland sche beleggingsfondsen is te voorzien. En het gaat daarbij niet om geringe bedragen. Het loopt over 1148 millioen gulden Ned. werke lijke schuld. 485 millioen gulden Binnenl. Pandbrieven. 415 millioen gulden gemeente- leeningen, (cijfers van 1910) 252 millioen gulden binnenl. Spoorwegobligatie's. totaal 2300 millioen gulden 1 De uitgifte van een 5°/0Staatsleening dreigt al deze fondsen met een daling, die het Handelsblad stelt op 230 millioen I Het gevolg zal zijn, dat de houders van al deze fondsen zware verliezen lijden door de Staatsleening en boven dien nog zware lasten voor de betaling dier leening te dragen krijgen. Maar er is nog erger. Het op 5 °/0 gestelde Staatskrediet zal het krediet in het algemeen duurder maken. Op gebouwde en ongebouwde eigen dommen zal de hypotheek duurder wor den. Handel en industrie zullen op duurder voorwaarden het geld te leen kunnen krijgen. Een leening van 275 millioen zal bijna 1 d, zoo niet uitsluitend, in ons land FEUILLETON. GANZEN-LIZE. Naar het Duilsch van NATALY VON ESCUSTRUTH. 24) Een donker smaakvol kleed vall in diepe plooi en over haar henpen, sluit zich nauw om de slanke, uiterst bevallige taille en eindigt hoog aan den hals in een fluweelen, met goud gebor- duurden kraag; hel laatste schijnsel van hel roode avondlicht valt op het blonde, modern gekapte hoofd. De sneeuw begint dichter en dichter te vallen, dorre wingerdranken worden door den wind ge heven over de balustrade van liet balkon, de schaduwen in het kleine salon worden scherper en grooter. Het jonge meisje laat hef boek zinken, strykt langzaam met de hand over het voorhoofd, keert het gelaat naar het venster en tuurt peinzend naar het wilde jagen der sneeuwvlokken. Het is Josephine Von Wetter, doch ternauwer nood te herkennen, zoo geheel is zy veranderd. Wel is het nog het blonde vriendelijke gezichtje, dat graaf Lehrbach eens te midden van het hooi in de StaufTensche velden uitteekende en den moeten worden geplaatst. Zij zal jaren de geldmarkt belasten. Zij zal daardoor de economische ont wikkeling des lands ernstig belemmeren. Aan al deze bezwaren kan men slechts ontkomen door een oorlogsbelasting te heffen, die ons op eenmaal uit de moei lijkheden helpt. Het tijdelijkverlies.dat het nationaal vermogen zou lijden, zal later dubbel en dwars ingehaald kunnen worden, als men niet thans door een leening een gezonde finantieele politiek onmogelijk maakt en de economische opleving na den krijg door zware opcen ten op alle belastingen tegenhoudt. De Regeering legge intijds het oor te luisteren bij het Nederlandsche volk De dekking der Oorlogslasten. Wij hebben in een onzer vorige arti kelen voorspeld, dat de publieke opinie zich ongetwijfeld voortdurend sterker zou uitspreken voor het denkbeeld eener oorlogsbelasting. Wij constateeren met vreugde, dat tal van bladen van ver schillende richting zich in deze richting uitlaten. Dar verheugt ons niet alleen om de zaak zelve, doen ook, omdat hier door den voorstanders eener leeniug een wapen uit de hand wordt geslagen, dat zij telkens weer trachten te hanteeren. Wij bedoeleu het verbreken van den zoogenaamden Godsvrede, dat is het stil zwijgend verbond om de partijpolitiek te laten rusten. Wie voor een oorlogs belasting ageert, verbreekt dit verbond. Zoo heet het. Welnu, al ware het zoo, wij zouden voor zoo gewichtige zaak die verbreking volkomen voor onze verant woordelijkheid nemcD. Wij wenschen dien zoogenaamden vrede niette koopeD ten koste van een plan, dat een ramp voor de ontwikkeling der staatsfinanciën zal blijken. Doch het is niet zoo. Van de meest verschillende zijden is het verzet tegen een oorlogsleening gekomen. Ook van de rechterzijde. Wij zuilen dit door een aantal citaten uit rechtsche bladen aantoonen. Patrimoniumhet antirevolutionaire werkliedenorgaan schrijft naam Tan „Ganzen-Lizc" gaf, doch al het kin derlijke is uit de trekken verdwenen. Overhel geheele gelaat li^t een waas van ernst, die vooral spreekt uit de pijnlijke lynen om den mondhet voorhoofd schynt hoekig geworden te zyn en een kleine rimpel plooit zich scherp tusschcn de donkere wenkbrauwen; zy heeft bet karakteristieke kenmerk der familie gekre gen, waarnaar men de vryheeren Von Wetter zoo dikwyls .de slyfhoofdcn" noemde. Ook haar blik is veranderd; wel is hem de zonnige glans nog eigen, doch deze toont zich niet zoo vaak meer als vroeger; hy schynt zielvoller, denken- der, en meer in zichzelf gekeerd; dikwylszclfs leekent hy fierheid en onbuigzame trots. De kunstige hand der modiste heeft elke gelijkenis met het „HaiderOslein" uit Grosz-Stauffen doen verdwynenwanneer Josephine haar oogen vestigt in den grooten spiegel op het beeld, met het sierlyke, lokkige hoofd, het elegante kleed en de fraai hooggehakte schoentjes, en dan terugdenkt aan de styve katoenen jurken en de bespijkerde laarzen van vroeger, dan drukt ze onwillekeurig de kleine hand tegen de kloppende slapen, en alles is haar als een droom. Ver achterover geleund ligt ze in den grooten stoel en staart droomerig naar de dwarrelende vlokken daarbuiten; zoo had ook de snerpende wind de stuivende SDeeuw in dolle vaart voort- gezweept op den avond, die het keerpunt in haar leven zou worden. Als schaduwbeelden trekken de uren, de ge stalten van dat bal haar voorbijbaar hart krimpt „Het stemt tot blijdschap, dat ook in den kring der vermogenden de bil lijkheid van een speciale oorlogsbelas ting wordt erkeud. Zoo pleit via de heer D. W. Stork in de „Nieuwe Cou rant" voor een belasting ineens van de vermogens. Daarbij wijst hij op het belang, dat alle bezitters van vermo gens hebben bij de handhaving van onze neutraliteit. Blijven wij tot het einde toe buiten den krijg, dan is dit stellig een groot stoffelijk voordeel voor allen, die kapitaal bezitten. Dat de billijkheid van een extraheffing algemeen beseft wordt, doet ons hopen, dat wij voor drukkende indirecte be lastingen bewaard zullen blijven". Het antirevolutionaire Arnhemsch Dagblad" oordeelt „De „Standaard", die zoo sterk voor een leening pleit, zou ook aan moeten geven, op welke wijze zij de, zeg twin tig millioen voor jaarlijksche rente en aflossing, gedekt wil zien. Daarop komt het toch maar vooral aan. Moet dit bedrag er komen door indirecte be lastingen, die vooral op de breede volksklassen toch reeds zoo zwaar door de crisis getroften, zullen drukken Twintig millioen per jaar „Oorlogs lasten" beteekent natuurlijk ook, dat geen enkele hervorming van beteeke- nis binnen afzienbaren tijd tot stand komen kan. Gaat de groote leening tegen 5 °/0 door, dan zal een man van middel baren leeftijd wel kunnen zeggen Zie zoo, nu beleef ik waarschijnlijk den gelukkigen dag niet meer, waarop de finantieele gelijkstelling tusschen bij zonder en openbaar onderwijs een feit is geworden. Minsteüs twintig jaar zet de oorlogs crisis ons achteruit- Ook elke sociale hervorming zal dan in de komende jaren worden afgewezen, met de woorden er is geen geld. Wij moeten eerst van onze oorlogslasten bevrijd zijn, voor en aleer we aan der gelijke hervormingen kunnen denken 11 Het blad bepleit een extra oorlogs belasting van hen, die een halve ton rijk zijn. ineen by de gedachte aan ai het bittere leed, dal haar jonge vertrouwende ziel zoo meedoo- genloos werd aangedaan de wond, die valsch- heid en spot haar sloegen, bloedt nog voort, ofschoon ze uiterlijk kalm geworden is, evenals de waterspiegel, waaronder veel bloeiende levens begraven liggen, die storm en vloed naar de diepte sleurde. De herinnering aan het eerste bal vervloeit in een stroom van tranen Ternauwernood weel Josephine zich te herinneren, hoe het gekomen is, dat zjj hierop Villa Carolina een tweede thuis heeft gevonden. Ze weet nog, dat oom Bernd den volgenden morgen met een opgetogen gelaat heel veel te vertellen had gehad van het uit muntende souper en van de ontelbare oude en nieuwe vrienden, die hem aanhoudend omringd hadden, om zich zijn .ontmoetingen" met den Keizer te laten verhalen .Hel was spot, bittere hoon, een nietswaardig spel. dat ze met u speelden," had ze willen uit roepen, doch ze drukte de lippen vast op elkaar en zweegdaarna waren ze begonnen hun kof fers te pakken. Ze herinnert zich nog, hoe een lakei een brief hrachl van do hofdame, gravin Aosta, welke de verrassende mededeeling bevatte, dat Hare Hoogheid, de hertogin-moeder, barones Von Wetter ter audiënte uitnoodigde. Tante Renate zette met veel voldoening den paarsfiuweelen hoed op en trok zulk een vastberaden gezicht, als gold het, met het zwaard in de hand voor haar goed recht te gaan strijden. Zy was weg- Het Roomsch-Katholieke Huisgezin schrijft „Met een oorlogsschatting waren we er in eens door, van een leening zullen we de naweeën Dog jaren ge voelen, al neemt men den termijn ook nog zoo kort. Een oorlogsschatting zou enkel de vermogenden hebben getroften. Een nieuwe belasting om de oorlogsleening te delgen zal allicht den kring niet zoo eng nemen. Doet ze 't niet, dan worden belast, wie niet belast hadden mogen worden. Doet ze 't wel, dan zullen de vermogen den daarin een vrijbrief zien om van verdere belastingverzwaring te worden vrijgesteld. Dit laatste kan niet, omdat voor onderwijs, sociale wetgeving en defensie in de naaste toekomst nog tien tallen millioenen noodig zullen zijn. Vooral hierom had het maken van schoon schip met de extra oorlogsbe lasting zoozeer aanbeveling verdiend. Het bezwaren der gewone begrooting met een twintig millioen vijftien jaar lang zal belemmerend werken voor den hervormingsarbeid op meer dan één gebied." Het Christelijk Volksblad „de Amster dammer" schrijft Hoe onaangenaam het ook zijn moge voor de kapitaalbezitters, het is toch voor alles beter, dat de groote vermo gens wat ingekort worden en het maat schappelijke leven zich na den vrede weer met volle energie kan inrichten op den nieuwen toestand, dan dat de geheele natie nog jaren zuchten zou onder drukkende belastingen." Wij zullen het hierbij laten. Waar van zoo verschillenden kant een oorlogs belasting wordt verdedigd, kan er geen sprake zijn van een politieke kwestie of van een verbreken van een politiek be stand. De strijd over leening of belasting is geen politiek. De zeer talrijke voorstan ders eener oorlogsbelasting behooren tot de meest verschillende politieke partijen. De voorstanders van leening staan al zeer zwak, als zij argumenten als wij hier boven noemden, moeten aanvoeren tot verdediging hunner zaak. gereden, langen tjjd uitgebleven en eindeljjk teruggekeerd met een scbeeve coiffure en eeD hoogrood gelaat. Haar oogen fonkelden en aan baar energieken tred en haar bewegingen zag men, dat ze innerljjk bevredigd was. Oom Bernd brandde van nieuwsgierigheid en had duizend vragen voor eenzyn gestrenge vrouw zei echter lakoniek „Ziezoo Inu heb ik mjjn hart eens lucht gegeven en de hertogin even verteld, hoe ik over haar residentie en die hooggeroemde bewoners dcok! Zy wasechter heel vriendelijk het speet haar, dat onze Phine zich gisteren zoo slecht geamuseerd had het kwam zeker omdat zij nog vreemd was. Maar dat zou wel anders worden I" Ze ging vlak voor het jonge meisje staan, legde beide handen op haar schouders eu vroeg kortaf „Zeg Phine, zou je hier wel willen bljj ven Hel bleeke gezichtje zag op en voor het eerst sprak de karaktertrek der Von Wetters's uit de ontdane trekken. „Ja. tante, ik zie op tegen de eenzaamheid thuis!" zei ze. ,De oogen der oude vrouw zagen haar door dringend aan. „Ook alleen zonder oom en my als logée by de Lattdorfa?" voer ze voort met ietwat bevende stem. .Want my krijgen ze met geen stok meer naar zoo'n bal." Wanneer mevrouw Von Wetter eenheftigen tegenstand tegen zulk een scheiding had ver wacht, zoo vergiste ze zich; Josephine zag haar kalm aan en antwoordde vastbesloten„Ook alleen, als het niet anders kan, en liefst by de

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1914 | | pagina 1