99 Officieel Nieuws- en Advertentieblad P. ROOIJ, ■Ulsters, voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. 13de Jaargang. Woensdag 12 November 1913. No. 52 1NMEEL 'inningen >f Liet! Stoomen van Belden. en Wollen Ondergoederen. fLEENBANK en Kin- |rmantels, Rokken, derhoed- roederen, ELHARNIS. alines ™-SlpAsï mgzamerhand [JK. ANTONETTA CZERNA MIDDELHARNIS. coneurreerende prijzen EN KAPOKBEDDEN, iSSEN, DEKENS, 'REIEN enz. :ant, franco door geheel beleefd aan voor het Igesorteerd in INTSCHAP DEE Stoomververü en Chem. )E LELIE" te Dordrecht. |NISSOM31ELSDIJK. lelden aan leden tegen y/2% |elden op tegen 3,36 's jaars, Voorschotten kunnen dage rorden bjj een der leden van J inbrengen en terugbetaling landagavond enVrijdagavond mize van den kassier p., te Sommelsdyk. tn een nit- |de, als: id, lond, loozen f 7, UVEL, Heflevoetsluis, Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG-, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, 'B-GRAVENBAGE. Dltgave der Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Ad verten tie-Bureaux_ nemen Advertentiën aan. Berichten van carrespindenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De onverzoenlijken. In da Troonrede werd, zooals de lezer weet, melding gemaakt van het voor nemen van het kabinet, om een commis sie te benoemen, die zou hebben te onder zoeken, op welke wijze de subsidieering van het bijzonder onderwijs het best kan geschieden. Wij hebben de instelling van zoodanige Staatscommissie van meet aan toegejuicht. Jarenlang heeft de school strijd de politieke verhoudingen vertroe beld. Kon deze commissie, waarin natuur lijk mannen van rechts en links zouden zijn benoemd, het eens worden over een regeling, die den schoolstrijd beëindigde, dan zou zij uitnemend werk hebben verricht. Voorwaarde voor het welslagen van haren arbeid was wel in de eerste plaats, dat van weerszijden wat werd toegegeven. Bleet elk stokstijf op zijn standpunt staan, dan zou van het ontwer pen eener beëindigende regeling geen sprake kunnen zijn. Wij zagen en wij zien nog in het voornemen van het kabinet Cort van der Linden een ernstig bedoelde poging om den schoolstrijd te beëindi gen en geenszins konden wij in de aan gekondigde Commissie een middel zien om een kapstok voor de schoolkwestie te vinden. Nauwelijks had de Troonrede van deze nieuwe Staatscommissie gerept, of de heer Kuyper liet de loyale oppositie booren, waarvan de antirevolutionaire leider steeds den mond vol heeft. De zaak was reeds genoeg besproken, heette het; de staatscommissie, door den heer Heemskerk ingesteld, had precies aange geven, hoe rechts de kwestie geregeld wilde hebben en nooit zou de antirevo lutionaire partij in een grondwetsherzie ning voor het kiesrecht toestemmen, als het onderwijsartikel (192) niet tevens gewijzigd werd. De heer Kuyper wist zeer wel, dat het Kabinet Cort van der Linden zich in dezen de wet niet door de Kanaalstraat zal laten voorschrijven. De heer Kuyper is nadien nog verder gegaan. In de Standaard stelde hij de voorwaarden op, die zijn volgelingen hadden te stellen tot oplossing der schoolkwestie. Hij vertelt er bij, dat dit nog niet eens alle eischen zijn. De heer Kuyper vraagt dan le. De secteschool zal ook uit do ge meentekas evenveel moeten tiekken als de openbare school. 2e. De gelijkstelling moet niet alleen gelden voor de onderwijzerssalarissen, doch ook voor den scholenbouw en de kweekscholen. Se. De eischen voor het verkrijgen dei- onderwijzersakte zullen niet gelijk be hoeven te zijn. 4e. De Staat mag zich niet bemoeien met de paedagogische methode. Dat wil dus zeggen niet met het leerplan, enz. Uit deze houding van den heer Kuyper is maar ééne conclusie te trekken "Hij wil de beëindiging van den schoolstrijd niet. Hij doet alle moeite den strijd te doen voortduren. Hij weet zeer wel, dat de door hem gestelde eischen elke schikking onmogelijk maken. Zijn poli tiek is de non-possumus politiek, de politiek vanik wil niet. Van Room- scbe zijde is tegen deze Kuypertactiek reeds dadelijk front gemaakt. Zoo zeide o. a. de heer Wesseling, redacteur van de Tijd, in een lezing te Bolsward „In de kamer voere men loyale oppositie. Spreker vraagt zich' af, of men het wel loyale oppositie zal kunnen noemen, als ter wille van het schoolvraagstuk een non-possu- mus-politiek bij de Grondwetsher ziening gevoerd wordt. Spreker aar zelt met te zeggen, dat een eventu- eele Staatscommissie met weder- zijdsch geven en nemen best een afdoende oplossing zal kunnen vin den. En het algemeen kiesrecht, mits vergezeld van evenredige ver tegenwoordiging kan de politieke atmosfeer slechts doen opklaren." Intusschen heeft de Roomsche Kamer club besloten dat geen harer leden in de Staatscommissie zal zitting nemen, als niet kiesrecht en onderwijs tegelijk bij de Grondwetsherziening aan de orde komen. Ook deze partij wenscht dus de non- possumus-politiek te aanvaarden. Men legt het er van rechts dus op toe het voornemen der regeering te verijdelen FEUILLETON Geaothoriseerde overdruk van hot gelijknamig boek, ver schenen bij de FLrma D, BOLLE te Rotterdam. orn voor een Staatscommissie een voor stel omtrent de subsidieregeling te doen ontwerpen. Dat moeten de heeren natuurlijk zelf weten. Wenschen zij de goedbedoelde poging onmogelijk te maken, dan bewijst dit, dat zij de schoolkwestie, cement der clericale coalitie genoemd, op het politie ke terrein wenschen te houden. De vrijzinnige partijen dienen in hun propaganda duidelijk en voortdurend te wijzen op deze non-possumus-politiek, door den heer Wesseling in strijd geacht met loyale oppositie. De Kanaalstraat zal juichen. De hou ding, die de rechterzijde thans aanneemt, is zijn triomf, hij heeft weten te drijven tot het standpunt der onverzoenlijk heid. Tegen het drijven van den antirevolu tionairen leider, waar hij zijn eischen stelt, past van links maar één antwoord. Ut de heer Kuyper van zijn politiek pleizier zal hebben, is nog de vraag. Aan hns, vrijzinnigen te zorgen,dat het antwoord der natie even duidelijk zal zijn, als haar de vraag wordt voorgelegd, als op 25 Juni jl. 35) Een luid dreigend schreeuwen klonk, in het geboomte werden mensehen zichtbaar, die op de legerplaats der amazonen aanstormden. Door het schot en het geschreeuw gewekt, sprongen de amazonen overeind en grepen half tuimelend naar hun wapens. Antonetta alsmede Rosa, Jella en Katscha hadden schielijk haar buksen gegre pen en zich uit het licht van het vuur achter boomstammen geplaatst, om den aanvallers geen mikpunt te geven. „Op, opt" schreeuwde Antonetta tot de haren. „Houdt u goed en staat pal." „Wij zijn verraden," krjjschte Jella. Naar de hel met dat volk!" Nu knalden weder schoten van de zijde der aanvallers, en eenige kogels der amazonen be antwoordden deze begroeting. „Voorwaats, in duivelsnaam," schreeuwde een wildgillende stem achter de boomen. „Laat dat vrouwvolk je mannenvuisten voelen, opdat zjj nederkruipen. Er op, er op!" Dadelijk hierop sprong de roode Peter te voor schijn; door het vuur beschenen gloeide zijn rood haar, en zijn oogen glinsterden en vonkelden akelig wild en verradelijk in het donker gezicht de grillige versletene kleeding, welkePeterdroeg, voltooide het duivelachtige van zijn voorkomen „Voorwaarts, kerels, voorwaarts," schreeuwde hij weder. „Waar blijft ge? Moet ik dan alles doen?" „Dood en hel!" krijschte nu Jella, met van woede schier gesmooorde stem, „'t is de rood harige satan uit de kroeg. Dus van daar komt alles? maak je voor je laatste reis gereed, hellebrand!" Als een furie sprong de woedende vrouw uit de schaduw der boomen naar het vuur, op Peter toe. Karscha volgde haar gezellin. „Wilt ge mannenvuisten voelen, oude heks!" schreeuwde Peter Jella toe. „Hier is vuur, ik wil je dadelijk voor Satans tanden gaan braden." Schielijk sprong hij op Jella toe, om ze niet zjjn gespierde hand te grijpen. „Verdedig je eigen ljjf," schreeuwde de ama zone terug. Zonder aan andere wapens te denken, greep Jella, van woede schuimbekkende, een groot helder brandend stuk hout uit het vuur en wierp het met alle inspanning van kracht Peter naar het hoofd. „Daar hond en zoon van een hond," schreeuw de zij tegelijk, „ge zult eerst zelf gebraden wor den." Peter tuimelde achteruit en zijn handen voeren in zijn geschroeid haar. Maar schielijk herstelde hij zich, haalde een pistool uit zjjn gordel en mikte op Jella. Propaganda. Kort na de stembusuitspraak van 25 Juni wezen wij op de noodzakelijkheid voor de vrijzinnigen hun organisatie grondig te herzien en de propaganda krachtig ter hand le nemen. Wij hebben die opwekking ettelijke malen herhaald. Wij hebben met vreugde elke uiting van komende organisatie begroet. Wij hebben niet afgelaten er op aan te dringen, dat de hoofdbesturen der vrijzinnige partijen de zaak ter hand zouden nemen. Wij be grijpen, dat dit niet ging in Juni en Juli. Men moest bekomen van de inspanning der verkiezingen. Wij hebben in Augus lus onzen aandrang herhaald. We heb ben in September opnieuw aangedron gen. October is voorbijgegaan.We schrij ven half November en nog schijnt men te beraadslagen en te vergaderen, doch de spijkers met koppen zijn nog steeds niet geslagen. Binnenkort houdt de Vrijz. Dem.Bond een algemeene vergadering. Van de libe ralen hooren we hetzelfde voornemen. Daar zal de urgente kwestie dus zeker ter sprake komen. Van de Liberale Unie hoort men niets. Wordt het niet hoog tijd, dat ook dit Hoofdbestuur een alge meene vergadering belegt? Dient ook in deze organisatie niet ten spoedigste de zaak aan de orde te worden gesteld? We schrijven bijna halt November. We gaan grondig onze organisatie herzien," „roept Dr. Kuyper in de Standaard zijn volgelingen toe. Waar blijft die grondige herziening van de organisatie in de Libe rale Unie? Die moet komen, het kan niet uitblij ven. Vergeleken bij sociaaldemocraten en antirevolutionairen lijkt de organisa tie der L. U. naar niets. En toch is een deugdelijke organisatie eerst voorwaarde voor het welslagen der propaganda. Van uit de afdeelingen zal de aandrang moe ten komen om de zaak op een algemeene vergadering der Unie ter sprake te bren gen, als het Hoofdbestuur de zaak niet ter hand neemt. En men drale niet te lang. Overal in den lande moet ten spoe digste de vrijzinnige idee worden ver breid, in woord en geschrift. Daartoe zijn we verplicht, als dr. Kuyper zijn lagen gaat leggen in de Eerste Kamer om het Kabinet Cort van der Linden te dwars- boomen. Dan moet op honderdvoudige wijs het volk voor oogen zijn gesteld, wat op bet binnenhof gebeurd. De taak kan niet op de schouders van enkelen wonien gelegd. Haar richtige vervulling vraagt de sa menwerking van allen, overleg van district tot district, arbeidsverdeeling over het geheele land. Reeds halt November. Vooruit, een schep kolen op de vrijzinnige locomo tieven. Welke afdeeling der L. U. zal de drang naar de algemeene vergadering laten hooren, als het hoofdbestuur niet spoe dig met een oproep komt? Uit de Tweede Kamer. In de eerste openbare vergadering der Kamer kwam allereerst aan de orde de agenda voor het afdeelingsonderzoek waar mee de Kamer Woensdag zal beginnen. „Vaar ter hel, Satans wijf!" riep hij met don derende stem. Hij drukte los. Jella was reeds bij den aanblik van hetdrei gende pistool ter zijde gesprongen, en Peter's kogel, die Jella gold, doorboorde Kalscha's borst. Met een jammerkreet zonk de getroffene ter aarde. Nu voer Jella weder woedend op. „Hond!" krijschte zij, „onder mijn handen moet ge sterven." En wederom sprong de wilde als een tijgerin op Peter toe; doch deze vluchtte schielijk naar zijn bloohartige gezellen terug. Schoten volgden den vluchtende, doch Peter scheen onkwetsbaar, en de vrouwen hoorden hoe hij in het kreupelhout woedend zijn gezellen vervloekte. „Hazeharten, lafaards, groot sprekende schur ken, waarom helpt ge mij niet?" schreeuwde Peter's stem woedend. „Is dat je moed? Blyft liever tehuis, als ge voor je huid vreest." „De dood voor den rooden duivel," riep Jella tot haar gezellinnen. „Hij heeft Katscha door schoten. Ziet hier?" „Wraak voor Katscha," riepen de amazonen en drongen voorwaarts. Voorwaarts!" donderde Peter zijnerzijds. En andermaal sprong de moedige knaap van achter de beschermende boomen te voorschijn,, om zjjn gezellen een goed voorbeeld te geven Om de hem tegenstarende, den dood dreigende wapens der amazonen bekommerde hg zich niet. Langzaam volgden zijn moedigste gezellen den wilden aanvoerder. Nu knalde het weder.De aanvallers luisterden niet naar Peter's stem, maar vluchten luid schreeuwende weder in het kreupelhout, vanwaar zij eenige schoten op de vrouwen losten. Om andermaal een aanval te wagen, hiertoe betoon den de mannen geen lust, en ook de vrouwen verkozen zich by de verdediging te bepalen. „Katscha is dood," zei Antonetta, „onze arme trouwe gezellin, en zoo hondsch nedergeschoten te zijn." „En wel door den roodharigen duivel," schreeuwde Jella, wier woede telkens scheen te stijgen zoodra Peter's scherpe stem zich in het geboomte liet hooren. „Kon ik dien hond het hart met mijn tanden uit de borst scheuren!" Toen naderde een amazone het oor der aan voerster en fluisterde haar iets in. Antonetta's blik verhelderde zich. „Goed, Julie, voer de grap uit," zeide zij. Julie verdween. Tusschen de amazonen en haar besluitelooze vijanden scheen nu een soort van wapenstilstand te zijn begonnen, die slechts nu en dan gestoord werd door eenige gewisselde onschadelijke scho ten, die niets anders teweegbrachten dan de oplettendheid van beide partijen wakker te houden. Dus verstreek eenige tijd. Nu werd het plotse ling in den rug der mannen levendig; schoten knaldeD, gillend fluiten, schreeuwen en roepen dat als uit honderd kelen klonk, wapens kletter-

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1