OPRUIMING- A. C. BAKKER. Buitenland. Advertentiën. dames-, kinder- en keuvel- hoeden Zandpad, Middelharnis. WITTERMANS DRAINEERBUIZEN. meer kosten dan zeven jaren geleden. Rekent men langer terug, dan blijkt, dat over de laatste 16 jaar de verhooging 25°/0 bedraagt De sterkste prijsstijging hebben de voedingsmiddelen ondergaan,zij bedraagt voor aardappelen en spek zelfs 46 en 32 procent. Rekent men van af 1900 en stelt men den prijs van zekere hoeveelheid voe dingsmiddelen op een gulden, dan blijkt, dat men voor dezelfde hoeveelheid in 1912 noodig had in Engeland 115 cent. Holland. 123 Oostenrijk135 België 132 Frankrijk 115 Hongarije 137 i cijfers Duitschland 121 over Amerika 139 1911. Heeft met die prijsstijging de loon stijging gelijken tred gehouden? Het Engelsche rapport stelt voor Engeland de gemiddelde loonstijging op nog geen 4 pCt.Ons land zal in dit opzicht waarschijnlijk niet gunstiger bij Engeland afsteken. Van 1900 tot 1912 bedraagt de gemid delde prijsstijging ten onzent een vierde der prijzen van eerstgenoemd jaar. Met een vierde zijn de loonen zeker niet verhoogd en allerminst de salarissen van werklieden in rijks- of gemeentedienst en van ambtenaren. Het is ons zeer begrijpelijk, dat de organisatie's krach tige pogingen om tot lotsverbetering te komen, aanwenden. Zal het levenspeil van duizenden niet dalen, dan kan een grondige herziening hunner jaarwedden niet uitblijven. De parelsnoer-affaire voor het politiegerecht. Woensdagochtend kwam voor het politie gerecht van Bowstraat de zaak der vijf juweelhandelaren voor, die gearresteerd waren, in verband met den diefstal van het bekende parelsnoer. Het publiek was in groote getale aanwezig. De procureur- generaal deelde mede. dat Gutwirth begin Augustus in België zijn neef, een zekeren Brandstatter, ontmoette en hem aanbood, voor anderhalf millioen fr. het collier te verkoopen. Brandstatter wilde over dit aan bod nadenken en besloot tenslotte, de Pa- rijsche politie in te lichten, opdat deze op de dieven de hand zou leggen. Verscheidene brieven en telegrammen zijn daarop tus- schen Gutwirth en Brandstatter gewisseld midden Augustus begaf B. zich naar Lon den, waar hij zich met G. en Silvermann, welke laatste de rol van tusschenpersoon en expert in parelen vervulde, in betrekking stelde. Later had B. ook een onderhoud met Grizzart en Lockett. Er werd geruimen tijd onderhandeld, o.a. in een restaurant van Hatton-Garden, totdat Brandstatter den tijd gekomen achtte, om den vertegen woordiger van Lloyd, den heer Price te waarschuwen, waarop deze een juwelier uit Parijs ontbood, die zich met de be klaagden in verbinding stelde. Na eenige voorloopige bijeenkomsten had een onder houd plaats in het hotel van Brandstatter, waar de arrestanten de parels van het col lier toonde. De Parijsehe juwelier beproef de voor 100.000 fr. drie parels te koopen men wilde hem echter slechts twee afstaan. Waarschijnlijk zou hij zijn aankoopen heb ben voortgezet, indien Grizzard, die achter docht gekregen had, hem niet had voorge steld, na onderhandelingen voor een maand uit te stellen. Einde Augustus schreef B. daarop opnieuw aan G. en meldde hem, dat hü een kooper had, ook voor de overi ge parels. Een nieuwe bijeenkomst zou den 2den September bij het station van den on- dergrondschen spoorweg plaats hebben. De Londensche politie meende, dat zij nu Plotseling bleef de zoekende met vrooljjke verrassing voor een man staan. „Andreas, trouwe ziel, zijt ge hier?" vroeg zij. De toegesprokene bleef geheel verbluft staan en zag de vragende met groote oogen aan. „Hé, mijnheer, kent ge mij?" vroeg Andreas. „Ik weet niet van waar?" „En toch ken ik u zeer goed, Andreas," ant woordde Rosa. „Maar zeg mij eens, waar vind ik uw jongen meester, graaf Arthur?" „Kent ge ook hem?" antwoordde de verwon derde. „In het huisje ginder bij de beek heeft hij met andere officieren zijn kwartier." „Ook majoor Dalma?" „Ook hij." In het gezelschap van Andreas sloeg Rosa den weg in naar het aangewezen huisje; doch beiden kwamen niet ver. Een vreeseljjke knal schudde de lucht: de aarde beefde onder de voeten, dikke, witte dampwol ken, door welke hier en daar een bleek gele straal schoot, waarop nieuwe donders volgden, hielden het geheele legerkamp in een dichten kleurloozen sluier. Nogmaals knalde het en wederom schoot een bleekgele straal op, de damp vermeerderde en een derde, vierde losbarsting volgde in korte oogenblikken Granaten sisten door de lucht, houtbrokken, ijzeren hoepen, kogels, afgerukte leden van menscheljjke lichamen vlogen naar alle zij den en vielen ge deeltelijk voor Rosa's voeten neder. Eenige oogenblikken na deze uitbarsting scheen alles verstijfd, geen geluid werd"gehoord, maar niet langer de arrestatie der verdachten moest uitstellen, daar deze van groot wan trouwen blijk begonnen te geven. Men ar resteerde daarop de vier personen, met wie B. onderhandeld had, nl. Gutwirth, Silver mann, Grizzard en Lockett, terwyl ook de oude Mac Oarthy, hoewel de procureur toe gaf, dat hij niet kon aantoonen in hoeverre deze met de vier genoemde arrestanten in betrekking stond in verzekerde bewaring werd gesteld. De bankbiljetten, welke in het bezit van een der beklaagden gevonden werden, bleken afkomstig te zijn van den Paryschen juwelier, die van G. en züd medeplichtigen de twee groote parels ge kocht had. Beweerd wordt, dat de instructie gedu rende de laatste acht dagen niet de gering ste vordering heeft gemaakt. De Londen sche politie wacht op nadere gegevens uit andere Europeesche hoofdsteden. Men vreest dat op de nu nog vermiste parels niet ge makkelijk beslag kan worden gelegd, tenzij een der beklaagden, om verlichting van straf te verkrijgen, tot bekentenis wordt gebracht. (Tel.) Vier personen door een vliegmachine gedood. BüCHENBEUREN (Hundsrückgebergte.) 11 September. Bij het opstijgen der mili taire vliegers op het manoevre-terrein van het 16de legerkorps, stortte hedenochtend vroeg een vliegmachine omlaag en viel te midden van een menschenmenigte. Vier personen werden gedood, onder wie een wachtmeester der gendarmeme, genaamd Schmidt, terwijl verscheidene anderen ge wond werden. De vliegmachine bevond zich slechts eeni ge meters boven den begane grond toen de motor weigerde, het toestel kantelde en vervolgens onder de toeschouwers viel. (Tel.) De schade hij den brand te Hot Springs. Volgens een verklaring, gepubliceerd door de Arkansas verzekering-maatschappij, be draagt de schade b(j den brand, die onlangs te Hot Springs woedde, 2.250.000, terwijl de verzekering tot een bedrag van 1.500.000 gesloten was. Slechte bouw-constructie, on voldoende watertoevoer, een slecht georga niseerde brandweer en de hevige wind wor den als oorzaken genoemd voor de snelle verbreiding van de vlammen. Geheimzinnige moord te Chicago. Maandag is in het Michigan-meer het lyk gevonden van mrs. Walter B. Smith, een bekende persoonlijkheid uit de hooge krin gen van Chicago. De hals van het lijk zat in een vastaangetrokken strik. Op den oever in de nabijheid van de plek, waar het lichaam opgehaald werd, was een zandheu veltje opgeworpen, dat met bloemen versierd was. De overledene, wier meisjesnaam Florence MacCullough was, huwde in 1905 met Walter Smith. Het huwelijk was destijds een der meest besproken gebeurtenissen in hoogere kringen. Haar echtgenoot en familieleden zeggen geen verklaring te kunnen vinden voor deze tragedie. Een zelfmoord houden zij voor buitengesloten en de heer Smith is van plan de beste detectives in dienst te nemen, om het geheim op te lossen. De politie van Chicago verklaart echter, dat zij berichten heeft ontvangen, dat men een dame, over eenkomend in gestalte met de verdronkene, op zonderlinge wijze langs den oever heeft zien loopen. Het lichaam was nog warm toen het uit het water werd opgevischt en op het oeverzand waren geen andere sporen van voetstappen zichtbaar dan die van haar zelf. Burgemeester Gaynor. t Als een donderslag aan 'n helderen hemel kwam Donderdagmorgen te New-York het bericht, dat Burgemeester Gaynor overleden was. Wel wist men dat zijn physieke toe stand het een en ander te wenschen overliet, doch aan zooiets ernstigs had men nimmer gedacht. Aanvankelijk wilde men het dan ook niet gelooven tot nadere berichten de droeve tijding bevestigden. Bil duizenden en vervolgens begon het des te levendiger te wor den. Geschreeuw, kreten, commandowoorden klonken naar alle zijden, hoefslagen donderden, trommels roffelden en trompetten schalden. „Het kruit I het kruit!" riep men hier. „Vluchte, die kan I" klonk het in de verwar ring van een andere zjjde. Van de schouwplaats der ramp stormden enkele soldaten, met verschroeide gezichten en kleederen, en bloedende leden, angstkreten slakende, door de dringende menschenmassa. Eenige kruitwagens waren midden in het legerkamp in de lucht gevlogen. Rosa en Andreas werden door den menschen- stroom schier willoos medegesleurd en naderden de met brokstukken van wagens en verscheurde lichamen van menschen en paarden bedekte plaats der ramp, waar moedige mannen reeds bezig waren met het wegvoeren van gekwetsten en het bergen van eenige kruitwagens om grootere rampen te verhoeden. Twee soldaten kwamen hen tegenzij droegen een gebranden bloedenden man. Rosa wierp een blik op het vreeseljjk gelaat en het kwam haar wonderbaar bekend voor Zonder zelve te weten waarom volgde zy de dragers; Andreas bleef aan haar zijde. De soldaten ijlden met hun last naar een onbeschadigd geblevene hut, leg den den gekwetste er neder en (jlden voort om hulp te balen. Rosa bleef alleen bjj den kermende. „Water, water," smeekte de gekwetste. Rosa knielde medelijdend nevens den ongeluk duizenden werden de extra-edities der dag bladen, die eenige bijzonderheden over den dood van den populairen burgemeester bevatten, op de straten verkocht, terwijl tallooze condoleantie-telegrammen naar de woning van Gayuor te Brooklyn gezonden werden. De groote vraag is thans, welke politieke gevolgen zal het overlijden van Gaynor hebben? De „New-York Herald" voorspelt een heeten strijd, voornamelijk tusschen Edward E. Mc. Call, den candidaat van T'ammanv Hall en den democraat Mitchel, die tevens door de republikeinen gesteund wordt, een strijd dus tusschen de Tammany en de anti-Tammany strijdkrachten. Tot 1 Januari 1914 berust het burgemees- schap thans in handen van Adolph Kline, voorzitter van het collegia van Wethouders van Brooklyn. Hij behoort tot de republi- keinsche party en is een man van liberale beginselen. Hij is kolonel van 't 14e regiment nationale garde geweest en heeft deelgeno men aan den Spaansch—Amerikaanschen oorlog, Zoodra Kline den dood van Burgemeester Gaynor vernam, zond hy een schrijven aan mevrouw Gaynor, waarin hij haar zyn deelneming betuigde met het geleden ver lies. Vervolgens begaf hy zich naar het stadhuis, waar hij de functie van burge meester op zich nam. Zyn eerste bevel was, dat op alle openbare gebouwen in de stad de vlag half stok zou geheschen worden. In den krater van den Vesuvius. De Italiaansche correspondent van de Telegraaf schrijft dd. 10 September uit Venetië Dezer dagen hebben twee universiteits professoren uit München Stoltz en Jacob, onder leiding van den directeur van het Osservatorio del Vesuvio, prof. Malladra, een tocht van drie uren ondernomen inden krater van den Vesuvius, met het doel de tegenwoordige werking van den vulkaan van zeer nabij te bestudeeren. De onderne ming, die natuurlijk hoogst gevaarlijk was, is door de drie mannen der wetenschap, met een moed en een doodsverachting ondernomen, welke indruk maken. Het doel scheen vooral, den laatstelijk gevonden krater (dien van 5 Juli 1.1.) te bereiken, en inderdaad voerden ze dat plan uit, onder een temperatuur van 300 graden. In 't geheel heeft de tocht naar en door de onderwereld 8 uren in beslag genomen en de drie geleerden zyn tot de conclusie gekomen, dat een ontwaking van den Ve suvius aanstaande is. Een menigte mate riaal verzamelden ze onderweg en namen dat mee naar boven om het nader te be studeeren. Voor prof. Malladra was 't niet de eerste maal, dat hy in den krater af daalde, maar nimmer had hy dien tocht in gezelschap van eminente collega's kunnen volbrengen. De haven van 't oude Pompei' teruggevonden. De Italiaansche correspondent van de Telegraaf schrijft d.d. 11 Sept. uit Venetië: Uit Napels is hier't bericht gekomen, dat men eindelijk de haven van het Oude Pom pei heeft teruggevonden, waarnaar in de vorige eeuw zoolang tevergeefs werd ge zocht. „De Pompejaansche haven" stond niet op het huidige uitgravingsprogramma van prof. Vittorio Spinazzola, den bekenden lei der van de „Scavi" te Pompei, Pesto, Cuma, en directeur van 'tNapelsche Museum van Oudheden, maar dankt men aan den onver- moeiden ijver, waarmee de Romeinsche beeldhouwer Lorenzo Cozza, het door zyn vader, graaf Adolf Oozza (die een bekend archeloog was) opgevatte plan uitwerkte, na daartoe permissie te hebben gekregen van het ministerie van Openbaar Onderwijs, onder welk departement „Schoone Kunsten en Oudheden" staan. Zooals bekend is, strekt het tegenwoor dige Pompei zich ver van de zee uit, maar we weten dat het oude Pompei- aan de kust lag. Titus Livius immers vertelt, dat in 308 v. Chr. Romeinsche vloot in de Pom pejaansche haven ankerde. Graaf Adolf Cozza meende dus, dat de m o 1 o (reede) zich moest bevinden in de kigen neder en hield haar veldflesch aan zyn verschroeide lippen. Hij dronk gulzig. „Stefaan Brani", zei Rosa, „moet ik u hier ontmoetten". De gewonde ontstelde. „Wie noemt hier mijn naam vroeg hy. „Iemand, die u zeer goed kent", antwoordde Rosa. „Stefaan, Stefaan, ge staat aan de poorten des doods, wilt ge uw geweten niet verlichten Ik geloof dat ge dit ten zeerste behoeft". „Wat weet ge er van?" schreeuwde Stefaan. „Ik weet allesantwoordde Rosa. „Ha, alles wilt ge weten schreeuwde Stefaan. Hoe weet ge wie zijt ge „Iemand die wel reden heeft rekenschap van u te vorderen", gaf Rosa ernstig ten antwoord. „Zoudt ge nu de waarheid niet willen zeggen en vorige vergrijpen goed maken?" „Wat bedoelt ge vroeg Stefaan van pyn zich wringende. „Ach God, ik wil, indien hier door slechts mijn last verlicht wordt en myn sterfuur gerust zij. Ach, ik gevoel het, spoe dig is myn einde er". „Ge moet veel op nw geweten hebben, Stefaan", riep Rosa. „Herinnert ge u een dame, in wier dienst ge geweest zijt?" „Ge bedoelt iuejuflVouwEmma?"vroegStefaan. „Het geweten spreekt in u", riep Rosa. „Ik bedoel dezelfde, haar, welke gy zoo schandelijk gelasterd hebt". Stefaan slaakte een luiden angstkreet en vouw de toen zyn bloedende handen samen. „Dat is juist de doorn, die my dag en nacht richting van de Porta Marina. Indien men daarom de uitgravingen op die plek begon en van daaruit vervolgde, meende Cozza, moest men noodwendig de oude haven vin den. Hem was het niet gegeven dat plan uit te voeren, maar z'n zoon deed het, in z'n werk gesteund door Oorrado Ricci, direc teur-generaal van Schoone Kunsten en Oud heden en met raad bijgestaan door prof. Vittorio Spinazzola en door het Kamerlid Barnabei. Men zocht en zocht, eindelijk kwamen werkelijk de reusachtige, vierkante haven- blokken voor den dag. Duidelijk moeten deze nog de sporen vertoonen, die de zee maakte, toen ze tot in Augustus van het noodlottig jaar '79 tegen de kade sloeg. De oude „molo" bevindt zich ongeveer 1250 meter van 't tegenwoordlhe strand verwijderd en ongeveer op 700 meter afstand van de Porta Marina. Het plan is, de haven, zoo gauw als het kan, vry te maken. Ook met het oog op de mogelyke verrassingen, die de aarde ons daar bereiden kan zooals men weet. vluchtte de bevolking tevergeefs naar zee, in de hoop zich op de oorlogs schepen te kunen redden, welke Plinius van Gapo Miseno uit naar de Pompejaansche kust had gezonden, doch die door de hevige steen-, puin- en aschregen en door de woe dende zee niet vermochten de haven te naderen, ziet men in Italië en ook in 't buitenland het resultaat van deze uitgravingen met groote belangstelling tege moet. Het Panama-kanaal. Op 1 October zal met het repatrieering der uit West-Indië afkomstige kleurlingen, die bij den aanleg van het Panama-kanaal werkzaam zijn geweest, begonnen worden. Twee schepen, de „Ancon" en de „Christo- bal", elk met een inhoud van 10.000 ton, zullen voor dezen dienst gebruikt worden. Tienduizend arbeiders, van wie de meesten uit Barbados afkomstig zijn, moeten gedu rende October naar hun vaderland terugge bracht worden. Een drama op een locomotief. Toen Donderdagnamiddag de sneltrein van Puyos naar Montrejeau op het punt van ver trekken stond, geraakten de machinist, Lacoste en de stoker Hirigayen met elkaar in twist. Niettemin vertrok de trein op het vastgestelde oogenblik, doch op delocomo tief ontstond tusschen stoker en machinist een nieuwe woordenwisseling, die weldra tot handtastelijkheden leidde. Lacoste wierp zich op Hirigayen en beet hem in den vin ger. Laatstgenoemde greep hierop een mes en bracht daarmede den machinist verschei dene steken toe. Niettegenstaande het bloed hem over het gelaat stroomde, wist deze den trein tot stilstand te brengen, waarop hij van de locomotief steegduidelijk bleek, dat hjj de reis onmogelijk zou kunnen voort zetten. De chef van dienst te Pyos, werd gewaar schuwd, waarop deze de plaats van den machinist innam, en in gezelschap van Hiri gayen, den trein veilig naar Montrejeau bracht. van alle gegarneerde en ongegarneerde tot ZEER LAGE PRIJZEN. H.H. LANDBOUWERS, GEBRUIKT Agent L. NELISSE Az. te Nieuwe Tonge. Belast zich met uitvoering van drainages. steekt", kermde hy. „Ik gevoel het, myn leven loopt af en gaarne zou ik dezen last van mij geworpen hebben Kent ge die dame?" „Hiervan later. Eerstens deze vraag, wilt ge alles oprecht en onbewimpeld zeggen nu het nog tyd is?" vroeg de amazone. „Ja, ja", kermde de lijder. „Ook in de tegenwoordigheid van graaf Ernaniy vroeg Rosa. „Hal" riep Stefaan, „is de graaf bier? Dan smeek ik, breng mij tot hem of roep hem hier, opdat de onschuldige Emma voor zijn oogen gerechtvaardigd sta". „Deze rechtvaardiging zal voor Emma te laat komen", zuchtte Rosa. „Draal niet, om aller heiligen wil, draal niet", smeekte Stefaan zich wringende- „Roep den graaf, deze last moet van mijn hart" Rosa ijlde uit de huthier stond nog Andreas, die haar wachtte, „Andreas, lieve Andreas", riep Rosa in de heftigste opgewondenheid, „ik bid u, zoek uw meester en iireng hem hier, bet kostte wat het wil. Zaken van het grootste gewicht eischen zyn tegenwoordigheid, die binnen ligt een stervende, die voor zijn einde uw meester nog veel te ont sluieren heeft. Het geldt dood en leven. Spoed u, verlies geen oogenblik. Hoewel verbaasd over deze woorden, vroeg Andreas niet verder, maar ijlde voort om zijn meester te zoekenen geen gemakkelijke taak in de heerscbende verwarring. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 2