Officieel Nieuws- en Advertentieblad Menwijn voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. traan, ber ;he )EDEB ANK ZOON 13de Jaargang. Woensdag J7 September 1913. No. 44 Berger die bij 0*C niet ltend ijs vloeibaar -en aanbevolen. ehtig middel tegen i een oud beproefd [gevolgen daarvan ereapsulea, Borsthooig, Mjp BS». d bij QirksKnl ««ment lom m olindJL) Ss Ma 'i itff#ai««a. a 3 r.nt# 'sjaju-a i terugbetaling ru Woensdag en Doo- "taandagavond Tas i Theaaoriei^Boet dtoltuai*. rn. ndbrieven uit li °/o, plus van ƒ2500, en ƒ100,-. re der Bank en 01 •IJK. TAN DEN )SMOS Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50, Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid tad de Tweede Kamer Staten-Qeneraal, 's-GRAVENHAGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Sllddelharnls. Prijs der Advertentiën: van 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Gtroote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De taak der Concentratie. Het behoeft wel geen betoog, dat wij met genoegen melding maken van elke poging om de vrijzinnigen tot grooter actie en meerdere propaganda te bewe gen. De artikelen, die wij daaraan hebben gewijd, zijn in meerdere vrijzinnigen organen overgenomen. Provinciale bla den hebben in eigen artikelen de nood zakelijkheid van organisatie aangetoond. Thans komt het groote Haagsche orgaan, „Het Vaderland", in een uitnemend hoofdartikel betoogen, dat de taak der concentratie met de stembus van 25 Juni niet is afgeloopen, doch dat haar integen deel nog gewichtige arbeid wacht. Die taak is, zoo zegt het Vaderland „de organisatie van de vrijzinnigen in den lande, die nog op vele plaat sen nog zoo alles te wenschen over laat, dat men haast niet begrijpt, dat bij zoo ordeloos leger de veldtocht nog gewonnen kon worden." Om de vrijzinnige zaak zelve zou men wenschen het Vaderland te kunnen ver wijten, dat de geciteerde uitspraak niet vrij is van overdrijving. Laten we nu ronduit erkennen Het Vaderland over drijft niet, het schetst den toestand juist zooals die is. Zij, die in de Junipropaganda een werkzaam aandeel namen en wier erva ring zich over meerdere districten uit strekt, weten maar al te goed, dat in meer dan één district het abc van organisatie nog moet worden geleerd. De overwin ning in sommige districten bracht het heele land en het heele vrijzinnige kamp in verbazing. Dit bewijst al voldoende, dat de leiders absoluut niet op de hoogte zijn van de sterkte hunner strijdkrachten, dat zij niets wisten van de verhoudin gen in vele districten. Er zijn districten verloren, omdat de organisatie slechts een parodie op orga nisatie was; er zijn er gewonnen, die men voor het uitbreken van organisatie als vaste bolwerken van het clericalisme beschouwde. Het moet voor ieder duidelijk zijn, dat de concentratie,waarvan de leiders steeds hebben gezegd, dat zij verder reikte dan de stembus, als haar eerste taak zal heb ben te aanvaarden organisatie voor het geheele land. Zij is feitelijk reeds in gebreke, door dat zij de maanden na Juni heeft laten voorbijgaan zonder de voorbereidende maatregelen te treffen. We schrijven reeds September. October is reeds een geschikte maand voor avondbijeenkomsten. Wij durven de hoop niet uitspreken, dat deconcentra tie dan reeds haar propaganda-plannen klaar zal hebben. Ms men van stonde aan de zaak ter hand neemt, zal het mooi zijn, als we November kunnen benutten. De leiders der concentratie zullen on getwijfeld niet onkundig zijn gebleven van de vele artikelen, waarin op organi satie wordt aangedrongen. Dat zij dan ook spoedig toonen, te beseffen, boe dit het eerst noodige is, wat zij hebben te doen. Steun aan de Nederlandsche nijverheid. Wij hebben in de Junidagen de tarief- wet-Kolkman zonder ophouden bestre den, omdat wij haar voor het geheele volk een ramp achtten en de nijverheid het zonder de krukken der protectie kan stel len Steun in den averechtschen vorm van hooge invoerrechten wenschen wij niet. Doch wel dient het koopend publiek veel meer te beseffen, dat het de vaderlandsche nijverheid kan steunen door zijn dwaze voorkeur voor een buitenlandsch artikel te laten varen. 'tls toch heusch wel Engelsch fabri kaat? 't Is dus werkelijk een hoed uit Parijs? Honderden malen krijgt een winkelier zoo'n vraag te hooren en de door niets gebillijkte voorkeur van zijn klanten kennend, versiert bij zijn uitstal ling met Fransche opschriften en Engel- sche uithangbordenMevrouw, die zicb tooit met haar Parijseh snufje, weet na tuurlijk niet, dat het beelderig „chapeau- tje", waarmede zij haar vriendinnen de FEUILLETON ANTONETTA CZERNA Ge&athoriseerde overdruk van het gelijknamig hoek, ver- schonen bij de Firma D, BOLLE te Botterdam. 27) „Antonetta, ik begrijp u niet meer," riep Bosa huiverend. „Begrijpen of niet, om 't eren," antwoordde Antonetta. „Maar mjjn wonden branden I Breng hulp, want ik wil, ik mag nog niet sterven, eerst moet mjjn taak vervuld zijn." Rosa kon niet langer den schier helsch gloeien- den blik der gekwetste verdragen en wendde zich om. „Hulp, hulp," kermde Antonetta. „Wilt ge mjj hier onder dubbele folteringen laten sterven, voordat ik mijn doel bereikt heb?" Jella trad nu met den arts de hut binnen en Rosa vlood, diep ademend naar buiten. „God!" zuchtte zij, „hoe kan de haat zoolang duren, zulk een graad bereiken. Was ik toch nooit in deze heillooze gemeenschap gekomen, want ik gevoel het duidelijk wat deze vrouw verlangt gaat boven mjjn krachten. Maar wat zal ik doen? Zal ik de bloedgierige in de handen harer vijanden overleveren en alles ontdekken, de wereld de oogen openen ten aan zien der wezenlijke gestalte dezer verschijning, die wellicht velen als een halve heilige, als een oogen uitsteekt, evenmin Parijs ooit ge zien heeft als 99 pCt. van de reclamehoe- den, die er voor worden uitgegeven en smaakvol vervaardigd zijn in een Hol- landsch atelier. O, wee, als mevrouw het wist! Dan vond plotseling.het beeldig „chapeautje" geen genade meer in haar oogen, 't was dan immers maar een Hol- landsche hoed! Meneer, die vol trots zijn sierlijke En- gelsche of Amerikaansche schoenen be wondert, zou zich geneeren er zich mee te tooien, als hij te weten kwam, dat ze afkomstig zijn uit een zending Holland- sche schoenen, die naar Londen werden gezonden en vandaar als Engelsch fa- bricaat de terugreis naar Holland maak ten. Het koopend publiek met zijn mis plaatste voorkeur voor hetgeen uit den vreemde komt, is de schuld van zulke dingen. Hoe onze nijverheid vaak door onbe kendheid niet den steun krijgt, dien zij verdient, bleek ons dezer dagen toeval lig. Een Haagsche begrafenisonderneming betrok sinds jaren metalen doodkisten uit Duitschland. Zij krijgt kwestie met den Duitschen leverancier en vraagt een Hollandsche firma dezelfde kisten te leveren tegen den prijs van den Duitscher. De firma gooit de kist uit elkaar, zet de prijsberekening op en verklaart te kun nen leveren tegen denzelfden prijs bij een bestelling van 12 kisten. Dit geschiedt. En thans? Thans levert deze firma door het geheele land haar kisten, goedkooper dan de Duitscher en de begrafenisonder neming houdt bovendien de inkomende rechten in haar zak. Het gaat met menig artikel zoo. Zonder protectie kan hef, koopend publiek zijn steun aan de Nederlandsche nijverheid krachtig schenken, als het zijn dwaze voorkeur laat varen. Is het voor de mid denstandsbeweging niet de overweging waard daarop in woord en geschrift veel meer te wijzen van tot dusverre ge schiedde? De winkeliers moeslen overeenkomen alle Fransche en Engelsche opschriften te vervangen door onze eigen taal. Op geen enkele manier moet voedsel gegeven worden aan misplaatste voor keur. Dat een internationaal congres een we reldtaal kiest voor de besprekingen, is zeer begrijpelijk. Dat de winkelstand zijn moedertaal stelt beneden een vreemde spraak, is even verkeerd als de dwaasheid, dat het Nederlandsche hof, voor hofbals, gala diners enz. vermeldt, dat „le Maréchal de la Cour a 1' honneur d' inviter d' après les ordres de Sa Majesté la Reine et de Son Altesse Royale le Prince des Pays-JBas" enz. enz. Stelt de uitnoodigingen voor de vreem de gasten desnoods in hun eigen taal, maar een Hollandsch hof kan toch Holland sche genoodigden even goed in het Hol landsch uitnoodigen. De dwaze voorkeur voor de vreemde taal, en de onbillijke voorkeur voor buitenlandsche fabrikaten zijn verschijnselen van denzelfden aard. Het is geenszins een eng nationalitisch standpunt, als we dergelijke uitingen zeer afkeuren. martelares voor het vaderland voorkomt. Neen, neen, ook dit kan ik niet, mijn eed bindt mjj aan deze duivelin, en ik heb immers ook een moord te boetenHet mag dus gaan gel jjk het wil; ontrouw kan ik haar, die mij vertrouwt, niet worden, maar verijdelen moet ik haar plan nen, haar offers redden en haar misschien zelve uit den poel der zonde redden. De hemel is barmhartig en zal mijn werk laten gelukken, al mocht ik er b\j ten ondergaan. Het zal de boete zijn voor het bloed van den ongelukkige, dat ik van mjjn hand niet verwijderen kan. God geve, dat alles een goed einde neemt," ZE VEN-EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Bekentenissen. De winter was voorbjj, de lente was met al zijn pracht en heerlijkheid weder in het van zijn sneeuwkleed bevrijd land gekomen en had de boomen met sappig groen loof en geurige, rjjke vruchten belovende, bloesems opgeschikt, op het veld een met duizende kleuren prijkend bloemtapijt gespreid, door hetwelk van de boeien van ijs bevrijd, een beek vroolijk murmelend kronkelde; de vlinders fladderden om de kelken en klokjes der bloemen, kevers gonsden en de vogels zongen vroolijk in haag en veld. Maar de menschen schenen van al deze lentelust en lentevreugd niets te gevoelen, want nog woedde de oorlog met al zijn vreeselijkheden op de velden, het strijdpaard vertrapte de bloemen over het hopelooze gras rolden alles vernietigen de kanonnen, dorpen zonken in asch, en menig edel leven verbloedde in het wilde vurige ge vecht. In een gedeelte van Zevenbergen had het leger van Bern een stelling ingenomen; de paarden weidden grazend op het frissche gras, en de krijgslieden hadden zich onder schieljjk opge richte loofhutten gelegerd, verheugd dat zij na een lange reeks dagen van strijd en vermoeienis eindelijk het uitzicht hadden eenige dagen in een zoo mogelijk ongestoorde rust nieuwe krach ten voor waarschijnlijk weder te beginnen strijd en vermoeienissen te zamelen. Van al de heuvels en audere hoog gelegene punten glinsterden in de zonnestralen de wapens der voorposten, die oplettend het oord gadesloegen, opdat de om zwervende vijand hoofdzakelijk Kozakken niet de rustenden zoude kunnen overvallen. In dat legerkamp wandelde nu een jong, slank man in half militaire kleeding, een lichte sabel op zijde en fraai bewerkte pistolen in den gordel. De wandelaar zag oplettend zoekende om zich heen, vroeg hier en ginds, en men kon op zjjn gezicht eenige ongerustheid waarnemen, als naar het scheen zijn vragen zonder voldoend antwoord bleven. Nu bleef de jongeling weder bij een officier staan, „kunt ge mij zeggen, waar ik majoor Dalma kan vinden?" vroeg hij. „Er zjjn vele majoors hier, wie zou ze allen kennen," krjjschte de ijzegrim den vrager aan en ging zjjn weg. De levensstandaard. In verschillende plaatsen zijn in de laatste dagen door organisatie's van werk lieden en ambtenaren landelijke bijeen komsten belegd om de noodzakelijkheid van verbetering hunner positie in het licht te stellen. Wanneer men nagaat, hoe de prijzen van tal van levensbehoef ten in de laatste jaren zijn gestegen, komt men tot de overtuiging, dat inder daad de loonen vaak den werknemer niet meer in staat stellen zich hetzelfde voor zijn onderhoud aan te schaffen, wat hij tien jaar geleden van zijn loon kon be talen. Het lijvige „blauwboek", dat het Engelsche ministerie van den handel, bekend om zijn nauwgezette onderzoe kingen, onlangs heeft uitgegeven, biedt bewijsstof te over voor de noodzakelijk heid van salarisverbetering. Genoemd ministerie stelde over 88 steden met ge zamenlijk 19 millioen inwoners een onderzoek betreffende huurprijzen van arbeiderswoningen en de prijzen der levensbehoeften in den kleinhandel in. Het Engelsch rapport komt tot het besluit, dat huishuur, voeding en brand stof den arbeider heden ongeveer 10% De jongeling zuchtte, vroeg weder, maar zon der gevolg. „De hemel geve, dat ik den gezochte eindelijk vind," zei de jonge man, „er hangt zeer veel van af. Beter was het echter zoo zjj weg, verre weg waren Deze jonge man was Rosa. In manskleeding onkenbaar kwam zij in het leger der Hongaren, op last van de herstelde maar onwrikbaar haar wraakdoel in het oog houdende Antonetta. Zjj moest Dalma en Arthur in de handen der on verzoenlijke lokken. Inwendig huiverend had Rosa het beraadslagen vaD een helsch plan, dal ten verderf van beide vrienden ontworpen was, bijgewoond, evenwel nam zjj gaarna den last op zich, doch slechts om de bedreigden te waar- schuwen, hun voor altoos wenken te geven. Het stond vast bij Rosa, dat noch Dalma, noch Arthur, noch wie het zjj in Antonetla's handen mocht vallen, terwijl zij bovendien niet moede was geworden aan de verandering van Anfonet- ta's denkwjjze te werken, hoezeer ook zonder gevolg. Maar Rosa liet zich hierdoor niet afschrikken; zjj had het zich tot taak gesteld door alle mogelijke middelen de diep gezonkene op den goeden weg terug te brengen en mis daden te verhoeden. Maar door het aanraken van deze snaar, door Rosa's zachte woorden, was de wilde schier nog wilder geworden en mei dubbelen ijver ging zjj op haar doel toe, zoodra haar wonden geheeld waren; in plaats van door haar lang ziekbed zachter gestemd te zjjn, scheen de woede der vreeseljjke hierdoor nog meer gestegen te zjjn.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1