Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. I3de Jaargang. Woensdag 3 September 1913. No. 42 ANTONETTA CZERNA Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid rau de Tweede Kamer Staten-Generaal, 's-GBAVENHAGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van carrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Het einde der crisis. Twee maanden na de stembus-uit spraak heeft de ministerieele crisis haar oplossing gekregen. Het kan geen kwaad in onzen tijd van snel-leven nog even stil te staan bij de verschillende phases, die de crisis doorliep. Nadat Hare Majesteit spoedig na de stembus-uitspraak de heeren Troelstra, de Meester, Tydemen, Bos en Nolens over den politieken toestand had geraad pleegd, ontving dr. Bos de opdracht een kabinet te formeeren uit de geheele linkerzijde. De adviesen, die de politieke adviseurs aan de Koningin gaven, blijven geheim, doch waar de geheele concentra tie zich eenstemmig uitsprak voor een vrijzinnig-socialistisch kabinet is het advies der heeren de Meester en Tyde man zeer zeker in denzelfden geest geweest. Hoe mr .Troelstra er over denkt, weet men. Dr. Bos kon aan de koninklijke op dracht niet voldoen, doordat de sociaal democraten den onhandigsten politieken zet deden, die zij konden doen, door de aangeboden drie ministerzetels en het program-Bos te weigeren. Daarop volgde de vraag aan de concen tratie, of zij het bewind wilde aanvaarden. Hoewel, zooals de Vaderlander mede deelde, de overgroole meerderheid der concentaatie-vergaderiDg van oude en nieuwe Kamerleden, voor de aanvaarding was, moest een weigerend antwoord volgen, toen er geen eenstemmigheid was. Daarop volgde de opdracht aan mr. Cort van der Linden. Welke groote moeilijkheden hij te overwinnen had op financieel gebied, hebben wij voor enkele dagen uiteengezet. Dat hij ge slaagd is, is een pak van het hart laten we het maar ronduit erkennen voor de geheele linkerzijde, zoowel voor de sociaal-democraten als voor de con centratiemannen. Was de heer Cort van der Linden niet geslaagd, dan zou een opdracht aan rechts zijn gekomen en men stelle zich voor, welk een indruk dat in het land zou hebben gemaakt! Het clericalisme zou van de daken der huizen over de linksche onmacht geschetterd hebben. De heer v. d. Linden heeft dus den sociaal-democraten en de concentratie een grooten dienst bewezen. En wat nog meer tot tevredenheid stemt, men fluistert, dat de Troonrede, die 16 Sept. het werkplan van het kabinet bekend zal maken, zal gewagen van art. 369 en van het voornemen tot grondwetsher ziening. Omtrent den heer Bosboom bereikten ons goede berichten. Hij moet en de faam mag hier betrouwbare reporter blijken voor de bezuinigingen en verbeteringen als de twee rapporten der staatscommisise aangegeven, zeer veel gevoelen. De heer Rambonnet, zal, hopen wij, wel zoo wijs zijn, de Dreadnoughtellende der Indische defensiecommissie niet over het land uit te storten. Mr. Marchant zij het gegeven, zijn zwager in dezen in het rechte spoor te brengen. Gaat het kabinet, dat door zijn samen stelling vrij geprononceerd de signatuur Treub draagt, zich niet te buiten aan militairistiscbe excessen, dan zal de linkerzijde, concentratie zoowel als sociaaldemocraten het zeker steunen. Geleerd door de ervaring zal men niet doen als onder 't kabinet de Meester, toen Thomson, de sociaaldemocraten en vier vrijzinnigdemocraten van Rappard lieten vallen en .in het ergste kwaad vervielen door de komst van Sabron- Cool-Colijn. Men zal begrijpen, dat het clericalisme op den loer ligt. Wie leest, wat het Roomsche blad de Tijd durft neer kladden, zal begrijpen, wat de loyale oppositie in het schild voert. In een artikel: „het kabinet der Wanhoop" schrijft dit Roomsche hoofdorgaan in zijn nummer van 29 Augustus jl. het volgende moois „Bij de algemeene verkiezingen, had de concentratie de christelijke regee ring onder bedriegerijen en vermale- dijen overgeleverd aan de kwade materialistische instincten van het FEUILLETON. Geflathoriseerde overdruk van liet gelijknamig boek, ver schenen bij de Firma D. BOLLE te Rotterdam. 25) Langer dan een uur was de troep zoo voort gereden. Nu daalde de weg afwaarts op een begroeiden bodem; men hoorde toen een zacht kletteren als van wapens en het gedruisch van voetstappen en hoefslagen. Lina hief zich in den zadel op, luisterde naar het gedruisch en onderzocht nauwkeurig het oord. „Daar zijn zij,"zeide zfj eindelijk. „De soldaten breken juist op, dunkt mjj." Zij wees op een rookwolkje, dat boven het dichte geboomte langzaam opsteeg en een leger plaats aanduidde. „Nu, dan voorzichtig, opdat wij niet vroeger gezien worden dan als het tijd is, vermaande Antonetta. Zoo voorzichtig mogelijk trokken de amazonen voort naar het dal, en aan een onbegroeide plek gekomen, zagen zjj werkelijk een lange linie infanterie in het dal marcheeren en wel op korten afstand van haar. Toen Antonetta zekerheid had erlangd nopens de richting, welke de infanterie-afdeeling nam, jjlde zjj met haar getrouwen des te schielijker voorwaarts, opdat zij de gekozen offers, niet uit het oog zou verliezen. Plotseling hield Jella haar paard stil. „Halt, haltriep zij zacht. „Wat is dat?" Zijwaars ruischte het in het bosch als hoefsla- slagen van snel dravende paarden. Hinneken, somwijlen wapengekletter, werd hoorbaar. „Wat zal het zijn?" antwoordde Lina. „Een huzaren patrouille, waarom te wachten? Voor waarts, voorwaarts!" „Zoo het huzaren zijn, zullen wij in verlegen heid komen, daar wij onder orde hier zijn," zei Rosa. „Wat iser aan gelegen," antwoordde Antonetta glimlachend. „Wij zijn eenvoudig verdwaald, en willen door het dal trekken." Nader kwam het geruisch, en plotseling glin sterden lanspunten buiten het struikgewas. In het volgende oogenblik drong met luid hoera een bende kozakken op hun kleine, rappe paarden voorwaarts en wierp zich woedend op de ont stelde amazonen. Antonetta's gezellinnen waren evenmin als haar aanvoerster op zulk een stoutmoedigen overval verdacht; de meesten wendden in de eerste ontsteltenis diaar paarden achteruit, ter wijl anderen zijwaarts in het bosch renden, om de dreigende lansen der kozakken te ontgaan. Slechts weinigen behielden haar tegenwoordig heid van geest; dezen schaarden zich haastig om da aanvoerster en grepen de wapens. „Dood en hel! schreeuwde Antonetta toornig, plebs, aan de partij driften der tarief leugenaars, aan het antipapistisch volkje van haat en onverstand aan de heele avontuurlijke bent, die in opge wonden tijden aan den zelfkant eener hartstochtelijke politiek komt specu- leeren op de gistingen van het socialis- tenbloed en het geuzenbloed." Uit dergelijke straattaal, die men in een der beruchte Brabantsche schend blaadjes kan verwachten, doch kwalijk in een blad als de Tijd, blijkt wel, hoe geducht het de clericale heeren spijt, dat de heer Gort van der Linden in de samenstelling van een kabinet slaagde. Er valt eveneens uit af te leiden, wat dit kabinet van de ,,loyale"(l!) oppositie in het genre van de Tijd en de Maasbode te wachten zal hebben. Dat moet de lin kerzijde, in de eerste plaats de sociaal democraten, tot behoedzaamheid manen. Nu zijn we daarvoor niet bevreesd. De sociaaldemocratische partij zal tegenover het kabinet Gort v. d. Linden, als het de uitbreiding van art 369 en de grond wetsherziening in het vooruitzicht stelt, de houding hebben aan te nemen, die het tegenover een concentratiebewind vaststelde in de briefwisseling tusschen dr. Bos en mr. Troelstra. Dat de concentratie haar steun tot de grens van het uiterst mogelijke zal ver- leenen, behoeft wel geen betoog. Het gevaarlijke punt is, wij herhalen het, ongetwijfeld het militairisme. Waar de woordvoerders der concentratie en wel die, welke het propagandistische werk verrichten, zich daaromtrent onomwon den hebben uitgesproken, zal de over- groote meerderheid links onverbiddelijk tegen laten hooren bij elke poging om de schatkist nog meer te aderlaten voor Dreadnoughts en zoodanig ontuig. Laten wij hopen, dat staatsmanswijs heid den nieuwen bewindslieden zal ge schonken worden, om deze gevaarlijke klip te ontzeilen. Wij wachten met de belangstelling de daden van het nieuwe kabinet af en we willen er bijvoegen: niet zonder vertrouwen. Weet de heer Cort v. d. Linden zijn kabinet tot de verpersoonlijking der Junitriomf te m>ken, dan zal het land hem dankbaar zijn voor de hervormin gen, waaraan zijn naam verbonden zal blijven. „wij ziju verraden. Lina, verraadster, waarheen voert ge ons?" Zij trok de sabel uit de scheede, scheen in haar plotselinge woede het hoofd harer vertrouw de te willen klooven; maar reeds dreigden de lansen der steppenbewoners in haar nabijheid en dwongen de toornige aan haar zelfverdediging te denken. Schoten knalden, sabels knetterden, en steeds luider en triumfeerender klonk het. hoera der kozakken. Een lans doorboorde nu Lina's borst en ster vend zonk zij nevens Antonetta van haar paard neder; een amazone stormde toe, om haar ge zellin te wreken, maar met verbrijzelden schedel zonk zij neder. Een lanssteek trof Antonetta's paard; het steigerde woedend en viel toen dood neder. De ruiteres lag onder het stuiptrekkende dier. „Hemel en aarde!" schreeuwde Antonetta met vertwijfelende woede, „zou ik hier reeds mjjn graf vinden Neen, dat zou te vroeg zijn. Wraak goden bescherm mij. Later word ik immers nog uw offer, slechts heden niet." En met woedende inspanning wrong Antonetta zich onder het paard los en greep haar ontvallen wapen. Het scherpe ijzer van een lans doorboorde haar arm, de getroffene ontstelde doch spoedig zich vermannende, beantwoordde zij den steek met een pistoolschot' dat den kozak oogenblikke- lijk dood nederwierp. „'t Zijn voorwaar vrouwen!" riep plotseling een stem in de hongaarsche taal. „Leeft niet te ruw met die lieve kinderen. Neem ze gevangen." De toestand onzer nijverheid. li. Meermalen is er op gewezen, dat de vergelijking, van protectionistiche zijde gemaakt tusscben de Duitsche en Neder- landsche statistiek betreffende de toe passing van stoom in de nijverheid (uit welke vergelijking de protectionist con cludeert, dat ons land bij Duitschland achterstaat), niet opgaat, omdat de beide statistieken geheel verschillend van ka rakter zijn. Terwijl immers de Neder- landsche het totale verwarmingsopper vlak aangeeft, vermeldt de Duitsche de kubieke inhoud der ketels. In de ge schriften van het Vrije Ruilverkeer is reeds vroeger aangetoond, dat vergelijk bare cijfers, n.l. die voor het koninkrijk Saksen, aantoonen, dal sedert 1895 de vermeerdering van de capaciteit der stoomketels in Saksen 58.7 pet. bedroeg en in Nederland 82 pet. Uit de statistie ken blijkt, dat van 1907 af het aantal stoomketels vermeerderde van 7226 tot 7455 en het verwarmingsoppervlak van 358,236 M.2 tot 347.876 M.J Doch deze cijfers geven slechts een zeer onvolledig beeld van de gebruikte drijfkracht in de nijverheid. De electrische energie en de gasmotoren worden daarin niet vermeld. Als men bedenkt, dat in 1911 reeds 4932 inrichlingen werkten met electriciteit, zal men inzien, dat een zeer belangrijk deel der nijverheid buiten de statistiek blijft. Hoe onze nijverheid vooruitgaat, lee- ren de cijfers, hoe dor ze lijken, het best. Leverden we in 1907 ruim 5'/2 mil- lioen K.G. chocolade aan het buitenland, in 1911 ging bijna het dubbele over de grens. Dat ons glaswerk gezocht is, blijkt uit een stijging van den uitvoer van f 8,979,000 in 1907 tot f 19,337,000 in 1911! In de genoemde 4 jaar klom de invoer van manufacturen van f 46,100,000 tot f48,404,000, doch de uitvoer steeg van f71,998,000 tot f91,617,000. Dat wil dus zeggen, dat het saldo uitvoer van bijna Deze toeroeping scheen den strijdlust dei- soldaten te bedwingen, die nu zich gereed maakten, om de overvallenen te omsingelen en te ontwapenen. „Pardon!" riep men uit den kozakkentroep. Een schot van Antonetta was het antwoord, en de aanvoerder der kozakken viel van zjjn paard. Zijn val vervulde zijn manschappen met woede en met dubbele grimmigheid vielen zij nu d e vermetelde vijandinnen aan. Maar de kozak, die de amazone had nederge- worpen, stortte in het volgende oogenblik reeds met een vreeselijken kreet uit den zadel. Een geweerschot had hem nedergelegd. Vervolgens werd het in het kreupelhout en achter de boomstammen en rotsblokken levendig. Geweervuur werd op de kozakken gelost en in den kruitdamp renden Dalma en Arthur, ge volgd door een aantal soldaten, voorwaarts. Dalma herkende de ter aarde liggende aan voerster der amazonen en plaatste zich bescher mend voor haar. In hetzelfde oogenblik stortte ook Rosa's paard over een steen neder; Arthur zag het, ijlde toe en voor dat de amazone wist wat haar gebeurde, lag zjj reeds in Arthurs forsche armen en Ar thur drukte het bloeiende, slanke gestalte vast tegen zich. Doch spoedig kwam Rosa tot bewustheid en sterk blozende wrong zij zich uit de armeu van den jongen man. „Laat mjj, laat mjj, Arthur," bad zjj, terwjjl zjj haastig haar hoed diep op de oogen drukte.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1