Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. I3de Jaargang. Woensdag 6 Augustus 1913. No. 38 Hun schuld. ANTONETTA CZERNA f" Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal, 'g-GBAVENHAGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Prijs der Advertentiën: van 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Het is opmerkelijk, hoe dag in dag uit in het sociaal-democratisch hoofdorgaan „Het Volk" betoogen en letterlijke smeekbeden tot de vrijzinnigen worden gericht, om toch vooral het bewind te aanvaarden. Vooral wordt er de nadruk op gelegd, dat de soc. democraten zoo verbazend gewillig zijn het kabinet te steunen, zelts voor militaire begrootin gen zullen stemmen, enz. enz. Nu de briefwisseling tusschen dr. Bos en mr. Troelstra vollediger is gepubliceerd en daarin uitvoerig staat vermeld op welke voorwaarden de S. D. A. P. haar stem zou willen verleenen, blijkt, dat heel de toezegging niets feitelijk inhoudt. De S. D. A. P. zal steun aan een oorlogsbe- grooting verleenen, mits deze geen hoo- ger eindcijfer dan de begrooting voor 1913 vertoont Men kan op duim en vin ger natellen, dat dit een dwaze eisch is. De begrooting toch voor 1914 zal reke ning moeten houden met de doorvoering van de mililiewet Colijn en de beruchte reorganisatie, waardoor de clericalen weer tonnen gouds aan het militairisme hebben verspild. Hoè ongaarne wij deze opdrijving zien, hoe noodlottig wij haar achten, aan de gevolgen der wet Colijn valt thans niet te ontkomen en op de begrooting van 1914 zal daarmee reke ning moeten worden gehouden. De eisch van mr. Troelstra is daar om een onmogelijke en de in dezen vorm toegezegde steun is schijn en niets meer dan dat. Bovendien dicteert dicta tor Troelstra aan het kabinet den tijd, dat de gestelde hervormingen moeten zijn voorgesteld! De man, die lafhartig voor de regeeringsverantwoordelijkheid uit den weg ging, treedt nota bene nog als eischer op tegenover heD, op wie hij de taak wil leggen. De vrijzinnigen zullen dit niet kunnen aanvaarden. Vormden zij op de genoemde voorwaarden een kabinet, zij zouden dan een bewind aan het roer brengen, dat aan de willekeur van den sociaal-demo- FEUILLETON Geanthorisecrdc overdruk van hot gelijknamig boek, ver schenen bij de Firma D. BOLLE te Rotterdam. 21) .Stil op uw leven!" waarschuwde zij. „Zou ik mij in u bedriegen Denk aan uw woord van eer!" Trentschi knikte. „Nu voorwaarts, graaf," herhaalde Antonetta ten derde male. „De zaak is eerst half ten einde." Maar de toegesprokene scheen niet gehoord te hebben, en verliet Antonetta's zijde niet. Nu y'lde met den stormpas een nieuw Hon- gaarsch bataillon ter hulp zijner uiteengedreven wapenbroeders; de Oostenrijkers trokken dichter naar hun vorige stelling terug, en het geschut begon weder te bulderen. Ook de magyaren trokken weder terug, nadat Antonetta reeds vroeger haar getrouwen naar een veilige plaats had gevoerd, waar zij, gedekt voor de rond- suizende kogels den verderen loop van het spel gerust kon aanschouwen. Doch dit spel scheen voor dezen dag zijn einde te naderen, want slechts de kanonnen donderden nog langs de geheele linie tegen elkander, en somwijlen gingen tirailleurs nog voorwaarts om eenige schoten te wisselen. De Oostenrijkers poogden nu, meer door te manoeuvreeren dan door storm te loopen, de cratischen dictator geheel zou zijn over geleverd. Tot de soc.-democraten kan slechts één antwoord worden gericht: „Wij onder handelen niet meer met u. Wij hebben u een program aangeboden zoo demo cratisch als gij het slechts zoudt wenschen. Wij hebben daarvoor uw deelname in de regeering gevraagd. Gij hebt door uwe weigering ons het bewind onmogelijk gemaakt. Gij alleen zijt de schuld, dat het algemeen kiesrecht niet aan de uitge- slotenen wordt verleend, aan u is het te wijten, dat het staatspensioen niet in de nooden van alle oude behoeftigen zal voorzien. Dat is uw schuld en niemand minder dan de heer Vliegen slingert u dit verwijt in het aangezicht". De concentratie is volkomen verant woord, dat zij in zoo onzekere omstan digheden het bewind niet heeft durven aanvaarden. Wij willen hierbij goed ver staan worden. Wij hadden het gaarne anders gezien. De eenige mogelijkheid, die nog kon leiden tot een concentratiekabinet, was, dat de 37 volkomen eensgezind hierover dachten. Wij wisten reeds, toen wij de vorige maal ons artikel schreven, dat er geen eenstemmigheid bestond. Dat tegen over de strooming, die het concentratie bewind wenschte, hoe groot ook de moeilijkheden waren, een andere stond, die het bewind niet wenschte te aan vaarden. Zoodra dat vaststond, was een kabinet, geformeerd uit de geheele con centratie, niet meer mogelijk. Dat het de concentratie ernst was met de hervormingen, getuigt het aanbod van dr. Bos, namens de geheele concen tratie gedaan. Dat thans de rijpe vrucht aan de politieleen boom niet kan worden geplukt, komt uitsluitend op rekening van de sociaal domocraten. De eenige mogelijkheid is thans een extra-parlementair kabinet. Natuurlijk zal dit alleen op steun der concentratie kunnen rekenen, als het de terugslag op den stembusuitslag is. Hoe naif een groot staatsman als de heer Troelstra in zijn correspondentie met dr. Bos kon redeneeren blijkt wel het best uit het volgende. Mr. Troelstra verklaart, de reactie van de Eerste Kamer magyaren uit hun voordeelige stellingen te verdrijven, doch zonder gevolg. TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Een sluipmoord. Voorbij was het strijdgewoel van dezen Moe digen dag, en de nacht bedekte zwart, stormend en onvriendelijk reeds lang het veld, voor weinige uren het schouwtooneel van een bloedig worste len en moorden, waarbij de dood een rijken oogst behaalde. De strijders van beide par tijen hadden zich, vermoeid van het bloedige dagwerk, teruggetrokken, en ontelbare wacht vuren viamden op, ter bescherming tegen den guren winternacht, laugs de zich ver uitbreidende vlammende linien, die als festoenen van den eenen naar den anderen heuvel flikkerden en de stelling van beide legers verrieden. In bonte groepen tagen de krijgslieden om de vuren, en terwijl het grootste, gedeelte hunner in mantels gehuld, den ransel of het zadel tot hoofdkussen, op den kouden harden grond sliep, waren anderen bezig vlammen te voeden, opdat zij licht en warmte zouden schenken. Twee in mantels gehulde onkenbare gestalten, de hoeden diep op de oogen gedrukt, gingen sprakeloos voorhij de wachtvuren door de lig gende groepen, de richting naar eenige lage hutten nemende, die door het vuur beschenen, door verwerping van voorstellen, die in de Tweede Kamer zijn aangenomen, niet te vreezen: „De agitatie, daardoor tegen dit instituut gewekt, zou voor zijn bestaan zeer gevaarlijk kunnen zijn en de Provinciale Stalen zouden genoeg te rade gaan met de stemming onder hunne kiezers, om na ontbinding der Eerste Kamer om de genoemde redenen de noodige wijziging in hare samenstelling te kunnen wachten". Wij zouden ons nog kunnen voor steilen, dat een dergelijke onnoozelheid werd neergeschreven door iemand als bijvoorbeeld de heer Ankersmit, die in „De Toorts" het beruchte artikeltje over den vrijzinnigen candidaat schreef. Doch dat de heer Troelstra in een officieel advies de verwachting neerschrijft, dat een tegenstrevende clericale meerderheid in de Eerste Kamer, onder leiding van Dr. Kuyper, door in meerderheid cleri cale staten zou worden gewipt, doet aan den ernst van den socialistischen staats man twijfelen. Men staat thans voor groote moeilijk heden, door de houding der soc.-demo craten teweeggebracht. Aan een voorspelling, hoe de crisis thans zal worden opgelost, wagen wij ons niet. De vooruitstrevenden zullen de positie ernstig onder oogen hebben te zien om daarna hun houding te bepalen. Onze persoonlijke meening is, dat, hoe dan ook, tot het uiterste gevochten zal moeten worden om staatspensioen en algemeen kiesrecht. Er rest thans niets, dan gelaten den loop der zaken af te wachten. Wat Rotterdam I leert. Doordat de heer Spiekman, gekozen in Rotterdam I en Hoogezand voor het laatste district zitting nam moest voor Rotterdam I een nieuwe kamerverkie zing plaats hebben. De uitslag is voor de Sociaaldemocraten weinig bemoedi gend. Op 47 Juni behaalde hun candi daat 3739 stemmen, terwijl jongstleden Vrijdag de sociaaldemocraat met slechts 2531 stemmen uit de bus kwam en ter- inet haar besneeuwde daken in den nacht helder uitkwamen. Zonder een woord te wisselen, sloegen de iu mantels gehulde opmerkzaam hun blikken in de rondte zonder gadegeslagen te worden,schenen zij alles te bespieden, gluurden heimelijk, maar scherp, door iedere opening en bleven plotseling voor een der bouwvalligste hutten staan. Een oogenblik wierp het paar onderzoekende blik ken naar alle zijden, vervolgens trad het in de schaduw bij den muur, dicht bjj een klein open venster, dat de bespieders vergunde een vrjjeu blik in het binnenste van de hut te werpen, zoodat zij alles hooren konden wat er gesproken werd. In het lage, op een stal gelijkende vertrek knapte op eenige, de plaats van een haard ver vangende, steenen, een vroolijk vuur, dat wel warmte en licht, maar ook een oudraagljjken walm in deze enge ruimte verspreidde, waarom dan ook niemand er aan dacht het open venster te sluiten; de tijdelijke bewoners er van hadden zelfs verkozen, in weerwil van den kouden tocht, bij deze opening plaats te nemen, om zoo den rook, die hun oogen pijnigde, te ontgaan. Op banken zaten om een ruwe planken tafel eenige officieren in een druk gesprek, voor hen stonden fiesschen met vurige hongaarschen wijn, die in zulk een kwartier heerlijk dienst deed. Het waren Dalma, graaf Arthur Ernaniy en de avontuurlijke Trentschi. „Zooals ik zeide," nam Trentschi het woord, „deze amazonen zjjn een raar volkje, zjj sloegen nauwernood de herstemming haalde. Die buitengewone terruggaDg van 1200 stemmen heeft de S. D. A. P. ongetwij feld te danken aan haar weigering van het loyale aanbod van dr. Bos. Bij de verkiezing in Juni deed zij zich voor als de eenig betrouwbare strijd ster voor staatspensioen en algemeen kiesrecht. De vrijzinnige candidaten werden als onbetrouwbaar verdacht ge maakt en duizenden lieten zich verleiden om „rood" te stemmen. De natie ver trouwde aan 55 vertrouwensmannen de vervulling der gestelde eischen toe en ziet, de partij der 48 ware strijders kiest het hazenpad en weigert onder allerlei uitvluchten het haar gedane aanbod. Een aanbod zoo loyaal, dat een man als Schaper in liet Volk schreef: „Wan neer ik de beschouwingen lees omtrent de handderweigeringder portefeuilles van de voorstanders van die weigering, wanneer ik herhaaldelijk lees van het gevangen geven aan Tydeman en opsluiten in een vrijzinnig ministerie van drie soc.-de- mocratische ministerswanneer ik kennis neem van de uitvallen van hen, die meenden het verbluffende aanbod van dr. Bos te moeten afslaan, dan jeuken mij wel eens de viDgers om op al die m.i. zonderlinge en absoluut onjuiste redenaties in te gaan. Het was dezelfde afgevaardigde, die verklaarde, dat hij in Duitschland tot alle vrienden die hij in den Rijksdag ontmoette, als zijn meening te kennen gaf, dat van den kant der S.D.A.P. van aanvaarding der portefeuil les geen sprake kon zijn, doch die in het land teruggekeerd en toen volledig ken nis van zaken kreeg, met warmte daar voor heeft gepleit. Duizenden die rood stemden op 17 Junizagen,hoedeS.D.A.P. de rijpe vrucht aan den politieken boom kon plukken, als zij met dr. Bos samen in den politieken boomgaard ging. Toen de S. D. A. P. weigerde, dach ten de duizenden wellicht terug aan de meetings, die zij bijwoonden en zij dach ten aau Vliegen's woord: Uw schuld, S. D. A. P., zal het zijn als staatspen sioen en algemeen kiesrecht er niet komen. Zij kregen spijt, dat zij op 17 Juni op de beloften van „rood" hadden ver- er als duivels op in, hetgeen ik trouwens niet verwacht had. Zoo zij steeds hetzelfde willen doen, dan zij God hun toekomstigen mannen genadig!" „Ge weet het," schertste Arthur, „en evenwel schijnt ge niet ongenegen onder het juk der overste dezer zoogenaamde duivels te bukken." „Nu," gaf Trentschi toe, „onder vrienden kan men wel erkennen, dat ik op den besten weg er toe ben, want de zaak is zeer romantisch, en op alle regels zijn uitzonderingen. Maar gij, Arthur, hebt ook uw deel. De fraaie vrouwelijke adjudant, of wat z\j anders zijn mogen, scheen heden bijzonder veel belang in u te stellen. Waarlijk, vriend, ge zjjt om dezen verovering te benijden." „Scherts niet altoos, denk liever aan haar met de zwarte lokken, die u het hoofd op hol maakt," antwoordde Arthur. „Hiervan later, maar de donkerblonde is u ook niet onverschillig," hernam Trentschi. „Ik kan 't niet loochenen,deze kleine heldin trekt mij wonderbaar aan, zei Arthur. Uit oogen,mond, uit iederen trek van het fraaie gelaat, met de, van een geheim ljjden sprekende, schaduw, komt mij een vroeger zoo geliefd, lang verloren beeld voor den geest, zoodat ik schier geloof, dat ik de dame reeds vroeger heb gezien; maar dit is misleiding, want die ik meen kan 't niet zjjn. Ook scheen zij mij eenige gelijkenis te hebben met een dame, welke ik op het hal van Posth zag; doch gene was grooter en slanker. Zoo smelt het eene beeld in het andere en tot een resultaat

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1