Binnenland.
v. Schouwen stemden dhrn. Slis, Kosten
en Prince.
Aan de orde: Rpndvraag.
Dhr. Vreeswijk: er ligt een hoop mest op
de mestkaai, wat moet daar mee gedaan
worden?
Dhr. Van Schouwende bedoeling was,
om dat uit de hand te verkoopeu, maar op
het oogenblik is daar den tijd niet voor. De
Voorz. zal het ter sprake brengen bij B. en W.
Vreeswijk: is die verordening op het
straatschuren al in werking? Er wordt de
hand niet aangehouden.
Voorz.: Ik zal de politie streng laten toe
zien, opdat deze verordening worde uitge
voerd.
Dhr. Vreeswijk: in welken toestand be
vindt zich brandspuit no. 1?
Voorz. Ik heb zelf gezien, dat die spuit
beter voldaan heeft, dan B. en W. hebben
gerapporteerd. Bij het probeeren hebben de
spuitgasten niet goed gepompt; bij den brand
wel.
Dhr. v. Schelven heeft met iemand ge
sproken, die zei. dat de spuit goed was,
behalve een kleine hapering.
Dhr. Prince: Ik acht het raadzaam, bij
brand vlaggen op den toren te plaatsen, dan
kunnen de spuitgasten zien of hun spuit
uitrukt, b.v. een vlag, enkel No. 1 entwee
vlaggen, No. 1 en 2 enz.
Dhr. v. Schelven, wil flinke spuiten, maar
ook flink personeel. De houding van de
brandmeesters was op den brand niet in
orde. Ze hebben verkeerd gewerkt.
Hierin wordt Dhr. v. Schelven bestreden
door den Voorz. en een paar leden. Niets
meer te behandelen zijnde, en geen der leden
meer het woord verlangende, wordt de ver
gadering gesloten.
OOLTGENSPLAAT Bij de op 25 Juni j.l.
gehouden herstemming voor een Lid der
Tweede Kamer in het kiesdistrict Brielle
verkreeg hier de heer A. Rooahuijzen (aftr.
L.) 181 stemmen en de heer A. Golijn Jr.
285 stemmen.
Bij de stemming op 17 Juni was de uit
slag aldus: A. Coljjn Jr. 252, A. W. Heijkoop
31, A. Roodhuijzen 139 stemmen.
DEN BUJIMEL- Bij de herstemming voor
de 2e Kamer werden hier uitgebracht 229
geldige stemmen waarvan 131 op den heer
Colijn en 98 op den heer Roodhuijzen. Er
waren 41 kiezers weggebleven.
STAD AAN 'T HARINGVLIET- Donderdag
j.l. had W. D. alhier bij het hooisnyden
het ongeluk in prikkeldraad te grijpen,
waardoor de hand zoodanig bezeerd werd,
dat geneeskundige hulp moest worden in
geroepen, en W. D. gedurende geruimen
tijd werkeloos zal moeten blijven.
De vrouw van L. B. alhier had een
weinig beteekenend pukkeltje op den arm,
waarvan geen notitie werd genomen. Op
eens werd de arm rood en begon vreeseljjk
op te zwellen, zoodat de vrouw eindelijk
genoodzaakt was naar den dokter te gaan.
Deze verklaarde, dat het hoog tijd was, dat
zij kwam, want hij constateerde bloedver
giftiging. Men vermoedt, dat de vergiftiging
ontstaan is door het schrijnen van de
mouw van haar jak langs het pukkeltje.
Volgens het gevoelen van den dokter is
het gevaar thans geweken.
Vrijdag j.l. stond het paard van B. uit
Middelharnis, koopman in hoeden, enz. aan
de travaille van Nieuwland gebonden. Of
iemand het paard had losgemaakt of dit
zichzelf heeft losgewerkt, weet men niet;
maar toen een wagen meteen span paarden
voorbij kwam, ging het paard van B. erop
eens van door, holde den Achterdük over
en reed op den hoek by Smits een paal
stuk, waardoor paard en wagen naar rechts
zwenkte. Nu ging het de steile kaai af.
Op den hoek van de polderskamer kwam
een wiel weer tegen een paal, waardoor alles
tegen den grond sloeg. Met wat schade aan
tuig en wagen liep dit ongeval nog geluk
kig af.
De kostelooze inenting en herinenting
zal alhier plaats hebben op Zaterdag 5 Juli
a.s. op het gewone uur ten huize van den
plaatselijken geneesheer.
Onze dorpsgenoot de Heer Adr. Gou
mare Pz. s'aagde den 27sten Juni j.l. aan
de Zeevaartschool te Groningen voor het
eind-examen als stuurman voor de Kleine
Zeilvaart.
De Heer Abr. Koppenaal alhier is be
noemd tot onderwijzer aan de Christelijke
School te Klundert.
Tegen M. K. alhier is procesverbaal op
gemaakt wegens het tappen van bier zonder
verlof.
Op het telefoonkantoor alhier zijn de
vorige maand behandeld 47 telegrammen,
107 gesprekken en 11 telefoonoproepbe
richten.
De vorige week werd by den land
bouwer J. Koert alhier uit nood een varken
geslacht, dat door den veearts voor de
consumptie werd goedgekeurd.
De Kabinetscrisis.
„Het Volk" deelt mede, dat mr. Troelstra
door de Koningin tot een onderhoud is
uitgenoodigd op een der laatste dagen dezer
week.
H. M. de Koningin heeft gister op 't Loo
in conferentie ontvangen baron Schimmel-
penninck v. d. Ooye, voorzitter van de Eerste
Kamer.
Twee Utrechtsche luchtvaarders in Duitsch-
land gevangen genomen.
De heeren Dehlia Mouton en luitenant
Van Heijst, beiden ballon-commandant van
de Mjj. voor Luchtvaart, zyn Vrijdagavond
jl. te Cassel, in Duitschland „eingesperrt"
geworden, onder verdenking van spionnage.
Zy kwamen Zaterdag weder in Nederland
terug en deden van hun wedervaren verslag
aan een der redacteuren van het „U. D,",
aan wie zy omtrent hun arrestatie door de
Duitsche politie mededeelden
Na het verhoor in de stations-politiewacht
werden we overgebracht naar het hoofd
commissariaat, of, zooals de Duitschers dat
noemen, naar „das Haupt-Polizeiambt." Dat
overbrengen geschiedde met de noodige
voorzorgsmaatregelen, om onze ontsnapping
te voorkomtn; men gaf de noodige recher
cheurs mede, als escorte en dat escorte was
naar echt Duitsch modelsecuur en streng.
Aan het hoofdbureau werden we voor den
commissaris geleid, ieder afzonderlijk, terwijl
de ander dan onder bewaking achterbleef.
En ook hier weer dezelfde vertooning als
aan het station'n ondervraging waar het
eind van weg was, 'n vragen naar alles en
nog wat. Tydens de nachtelijke vaart van
Zeist naar Duitschland,- hadden we in ons
aanteekeningenboek tal van byzonderheden
genoteerd, de plaatsen, die we passeerden,
de hoogten, de wind, de weersgesteldheid,
het uitlaten van het sleeptouw, de landing,
enz., enz. Dat notitieboek weid onmiddelyk
in beslag genomen als een document van
hooge waarde, vermoedelijk om wat wij
hadden opgeschreven, door een tolk te laten
vertalen. Trouwens alles wat we bij ons
hadden, werd ons afgenomen, geld, boekjes,
papieren, potlooden, vulpenhouder, etc.
De politie was uitermate hoffelijk, zeer
correct, maar ook in zeldzame mate streng;
toen we om drinken vroegen, werd ons
gezegd, dat we niet anders konden krijgen
dan water, bier of wijn moest worden ge
weigerd. Alleen eten konden we doen naar
verkiezing; op ons verzoek werd een souper
besteld in een hotel, vanwaar het bezorgd
werd by de politie. Maar een onafgebroken,
zorgvuldige bewaking. Na ons souper werden
we „ingesloten", elk in een cachot, gevan
genen in optima forma. De cipier smeet,
zoodra we binnen waren, de zware ijzeren
deur achter ons dicht, die met dikke gren
dels alweer uiterst secuur werd gesloten.
Wij stonden in het pikke duister, en konden
geen hand voor oogen zien; nu hebben de
Duitsche gevangeniscellen een electrische
bel en ons eerste werk was dus te schellen
en den bewaarder aan z'n verstand te bren
gen, dat we ons toch eerst eens behoorlijk
wenschten uit te kleeden en poolshoogte
te nemen van het interieur van hetchochot.
Waarom men ons als gevangenen behan
delde en voor een gansche nacht als mis
dadigers in een cel opsloot we konden
er niet achter komen en kregen op desbe
treffende vragen aldoor een ontwijkend
antwoord. Er zat niets op, dan maar kalm
te gaan slapen op de brits, die ons als
rustplaats was aangewezen. En geslapen
hebben we dan ook, tot Zaterdagmorgen 7
uur; toen klopte de cipier weer op de ijzeren
deur, om te wekken en ons mee te deelen,
dat we kiezen mochten tusschen het gevan-
genisontbyt of een ontbijt uit het hotel, voor
onze eigen rekening. We deden natuurlijk
weer het laatste, inmiddels eens informee-
rende, wanneer men nu eindelijk van zins
zou zyn ons vry te laten. Daar kon niemand
ons iets van zeggen.... en de celdeur klapte
weer in het slot met z'n grendels.
De Duitsche politie was zeker nog steeds
aan het onderzoeken, had naar Müblheim
geseind oin onze ballonmand te doen inspec
t.eeren en was in afwachting van het re
sultaat daarvan ijverig aan het studeeren
op onze brevettan en in ons aanteekenin
genboek. Je laat spionen maar niet zoo
aanstonds weer los. Dat onderzoek duurde
nog tot half twaalf 's morgenseen inspec
teur kwam ons toen mededeelen, dat we
vertrekken kondenmen, was tot de we
tenschap gekomen, dat we geen spionnen
waren, dat men er althans niet het minste
bewijs voor had. Dat moest hun ook wel
uit ons reisboek gebleken zijn, waar geen
enkele stad in opgenomen was, waar wy
op onzen tocht een fort of vesting hadden
gepasseerd. De commssaris zei, „dat het
hem erg speet, maar" waarop verder
natuurlijk volgde dat men zich vergist had.
Heel gemakkelijk voor de Duitsche politie,
maar minder aangenaam voor ons, Hollan
ders, die 'n aardigen tijd gevangen hadden
gezeten. Eenvoudig, omdat een Duitsche
luitenant ons zonder eenigen grond daartoe,
voor spionnen had willen aanzien. De poli
tie liet onze bagage naar het spoor brengen
en's avonds te 10 uur (Zaterdag!) arriveer
den wy weer in Utrecht. Met 'n ervaring
rijker
Merkwaardig is, dat dergelijke dingen
altijd gebeuren in Duitschland. Het komt
herhaaldelijk voor, dat Duitsche ballonvaar-
ders in een onzer provincies landen, maar
nog nooit is het iemand in zyn hoofd ge
komen, die Duitschers te arresteeren, omdat
deze of gene „meende" dat het spionnen
zouden kunnen zyn. Zoo iets moet natuurlijk
wèl een Hollander in Duitschland passeeren.
Als we ons niet vergissen is van het
gebeurde kennis gegeven aan het departe
ment van Buitenlandsche Zaken te 's-Gra-
venhage. Tel.
Inbraak.
Toen gistermorgen juffrouw N. E. Z.,
huisvrouw van M. B., thuis kwam in haar
woning aan de Nieuwe Markt, te Rotterdam,
welke zij Zondagmorgen had verlaten, kwam
zy tot de ontdekking, dat inbrekers aan
het werk waren geweest. Het slot vond zij
geforceerd uit de linnenkast in de kamer
bleken gestolen een bankbiljet van f200 en
een van f 300.
Zaterdagavond werd J. van Krieken te
Herwynen, terwijl hi) rijdende een paard
naar de wei bracht, door het dier gewipt,
waarbij hy levensgevaarlijk door een trap
op de borst werd verwond.
Op het westelijk handelsterrein aan de
Van Vollenhovenstraat te Rotterdam heeft
gistermiddag een ernstig ongeluk plaats
gehad. De sleeper J. Broersen, 40 jaar, in
dienst van de firma J. en A. v. d. Schuyt,
wilde op het terrein een wagen, bespannen
met twee paarden, doen keeren. De paarden
liepen door, waardoor de man met den
langen boom tegen den muur werd gedrukt.
De borstkas werd hem ingedrukt, zoodat
hy onmiddellijk dood was. De ongelukkige
laat een weduwe met zeven kinderen achter.
Het portret van Carnegie.
De heer Blommers is met het levensgroot
portret van Carnegie gereed.
Van Dinsdag 2 Juli tot en met Dinsdag
15 Juli zal het in de zalen van den Laren-
schen Kunsthandel te Amsterdam geëxpo
seerd worden, daarna van Donderdag 17
Juli tot en met Dinsdag 22 Juli in Den Haag
in Pulchri, om begin Augustus ter plaatsing
in het Vredespaleis te worden aangeboden.
De bekende lystenfabiiek A. J. Heijdeu-
rijk hier ter stede heeft als bijdrage in het
huldeblijk gratis een prachtige Pransche
Louis XV-lyst. voor het portret gemaakt,
waarmede de schilder Blommers zeer
ingenomen is.
Onder op de lijst in een schild zijn de
volgende woorden aangebracht„Hulde aan
den stichter van het Vredespaleis door zijn
Nederlandsche vereerders."
De stand der partyen.
Wanneer wy de ontwikkeling onzer par
tijen in 't parlement nagaan, dan ontdekken
wy eenige feiten, waarop hier de aandacht
gevestigd mag worden. Het is niet zonder
waarde den staiid der partijen na de jongste
stembus-uitslagen te vergelijken met die,
welke na vroegere verkiezingen verkregen
werd. Daartoe echter kunnen wij niet vorder
teruggaan dan tot 1897. Immers, vóór dien
tyd teekende zich de tegenwoordige scheids
lijn rechts-links niet zoo scherp af. En de
stemming van 1894 werd bovendien geheel
beheerscht door de kieswet-Tak. We vinden
dus het eerste vaste aanknoopingspunt voor
vergelijking In 1897, toen de linkerzijde
overwon, en het Kabmet-Pierson-Borgesius
optrad. Welnu, in dat jaar, en na de daarop
gevolgde periodieke verkiezingen, stonden
de linker- en de rechterzijde als volgt tegen
over elkander
Verkiezingsjaar.
Rechts.
Links
1897
45
55
1901
58
42
1905
48
52
1909
60
40
1913
45
55
We zien dus, dat thans juist de toestand
van 1897 is teruggekeerd. Althans: wat de
totaalcijfers betreft. Want, terwijl er in
1897 bij de 55 mannen van links slechts 3
socialisten waren (2 S.D.A.P.-ers en de heer
Van der Zwaag) is dat aantal thans tot 18
aangegroeid. Dat maakt dus voor hét karak
ter van het linksche cijfer wel eenig verschil-
Waar tegenover staat, dat op 't oogenblik.
ook 't rechtsche cijfer van 45 niet geheel
zuiver is, want de heeren Schimmelpenninck
en Bichon van IJsselmonde zyn tegen 't
electoraal accoord in gekozen. Dr. Kuyper
spreekt in „De Standaard" dan ook van een
rechterzijde van 48 man. Laat ons dat echter
verwaarloozen. Men ziet uit bovenstaande
cijfers, dat de nederlaag der coalitie dit
maal wel kras is geweest, gevoeliger dan
er ooit één geleden werd.
Wanneer we de cijfers voor iedere party
afzonderlijk beschouwen dan kunnen we ge
voeglijk die van de Katholieken overslaan.
Want die staan vast.
De Zuidelijke provincies zorgen er voor,
dat de Katholieke partij altyd over een flink
aantal zetels beschikt. Sinds 1888 hebben
de Roomschen dan ook vrijwel steeds het
zelfde aantal gehouden. Een enkele maal,
zooals in 1897, kwam het er eens onder
(22), maar in 1901 stonden ze weer op 25.
Hiervan zitten er 21 in Brabant en Limburg
vastgeworteld. Voorts levert Zeeland er 1
(Hontenisse), en worden er 3 boven den
Moerdijk verkregen (Almelo, Wyk-by-Duur-
stede, Haarlemmermeer). De Katholieken
kunnen voorloopig gerust zijn.
De geweldige nederlaag der rechterzijde
toont zich echter 't best in de cijfers der
antirevolutionairen. Deze hebben sinds 1877
nog nooit zoo weinig zetels gehad als thans.
Zelfs hadden-zij in 1854, toen het aantal
Kamerleden nog geringer was dan nu, méér
zetels, n.l 14. In 1873 stegen ze op 16. In
1877 daalden ze op 9. En sintsdien ging het
aldus
1888anti-revolutionairen 27 zetels
189121
1894: 15
189717
190123 'n
190515
1909: 24
1913: 11
Sinds 1909 gingen deanti revolutionnairen,
enkele tusschentydsche verkiezingen mede-
gerekend, dus niet minder dan 13 zetels
achteruit I Meer dan de helft dus verloren
zij er. De beteekenis van deze treilende
daling moet men niet onder maar ook niet
overschatten. De anti-revolutionnairen zyn
nu eenmaal de meest kwetsbaren in de
coalitie. De Katholieken zyn schier niet te
treffen; het is al een feit van belang, wan
neer ze, gelijk thans, één zetel verliezen,
boven den Moerdijk natuurlijk. De christelyk-
historischen zijn de kleinste fractie. Zoo
vellen de kogels als vanzelf allereerst de
anti's neer, al is het ditmaal al bijzonder
erg geweest. Het aantal doet terugdenken
aan de eerste dagen na 1848, toen ze pas
terrein begonnen te winnen. Onrustbarend
is bovendien zeer zeker het gehalte van
hun fractie. Wie wijst onder de elf leden een
éérste- of zelfs maar een tweede-rangs-
kracht aan? De indruk, dien een fractie
maakt, hangt niet aan het getal. De vrij
liberalen hebben dat in de nu afgeloopen
periode bewezen. Maar, wanneer dr. Kuyper
niet zorgt, dat er een figuur bij z'n fractie
komt, 'dan kon de reputatie er van in de
komende jaren wel eens de reputatie van
het cyfer naderen1
En de christelyk-historischen
Over hen valt weinig te zeggen. Ze hebben
thans 9 zetels, en verloren er enkele. Vóór
1909 hadden ze als vrij anti-revolutionnairen
er 7 of 8.
Wat de linkerzijde aangaat, kwam de
Liberale Unie thans op 't zelfde cijfer, dat
ze na de stembus van 1909 behaalde: 20.
Dit cijfer wist ze in 1910 tot 21 op te voeren
(Rotterdam V), zoodat ze thans een zetel
verloor. Van beteekenis is dit dus niet. Wel
had ze in 1897 35 Kamer-zetels, maar daarna
had de splitsing plaats, werd de Vrijzinnig-
Democratische Bond opgericht, zoodat de
ontwikkeling aldus werd:
Liberale Unie Vrfiz. Dem. Bond.
1901: 18 zetels 9 zetels
1905: 25 11
1909: 20 9
1913: 20 7
Van een erge schommeling by de Unie
kan dus niet gesproken worden. Zij is en
blijft de sterkste partij. Voor de vrijzinnig-
democraten is het echter niet aangenaam,
dat zy in dit jaar van een linksche meer
derheid nog 2 zetels blijven beneden hun
cijfer van 1901, toen de linkerzijde zulk een
gevoeligen klap kreeg. Daartegenover kan
de vrij-lïberale fractie op een beduidend
succes startn. In de Kamer zaten in
1897: 13 vrij liberalen.
1901: 8
1905: 9
19094
1913: 10
Voor de vry liberalen zélf zal dit succes
wel wat onverwacht gekomen zyn.
Zit er dieper beteekenis in?
Wy gelooven het niet. Het feit valt niet
te loochenen, dat de positie der vrij-liberalen
van karakter veranderd is. Zy zijn in veel
democratischer richting gegaan, dan eigen
lijk ooit iemand had vermoed. Wel kan
niet ontkend worden, dat bun beginsel op
sociaal-wetgevend terrein in de Kamer door
een scherpzinnig, taai en welsprekend man
als mr. Tydeman, met energie verdedigd,
op de andere groepen eenigszins veld won
(Bakkerswet, Verzekering), maar eenerzyds
waren de omstandigheden hun hier zéér
gunstig (Lloyd George met z'n ouderdoms
voorziening!) en anderzijds hebben zy' zélf
de lyn van hun politiek omgebogen naar
de democratie: algemeen kiesrecht, staats
pensioen, het laten vallen van 't amende-
ments-recht voor de Eerste Kamer. Ook dit
laatste telle men niet te licht! Jaren lang
hebben vele vry-liberalen er aan gehangen:
thans zyn ze er vrijwel allen finaal af. Dit
verzekerde hun den steun der socialisten.
Zoo is deze duidelijke zwenking naar de
vooruitstrevende beginselen allereerst van
invloed geweest op hun succes: wanneer zy
in 1909 op een zelfde standpunt hadden
gestaan, zouden zy toen stellig méér dan
4 zetels gekregen hebben. Waar nog by
komt, dat nu nergens een vrij-liberaal in
herstemming kwam met een sociaal-demo
craat. De vry liberalen werden aldus door
't herstemmingsadvies der rechterzijde niet
getroffen, zooals de andere vryzinnige-frac-
ties. De situatie was hun zoodoende gunstig.
We mogen aannemen, dat na al deze ge
beurtenissen de sympathie, die er wel eens
tusschen vry-liberalen en christelyk-histo
rischen bestond, is verdwenen. De toekomst
van mr. Tydeman en de zijnen ligt elders!
En van mr. Tydeman gesproken: de vrij
liberalen mogen hem wel in eere houden,
want in de afgeloopen vijf jaren heeft hij,
hoewel min of meer „veldheer zonder leger",
in 't parlement met ouverwoestbaren ij vel
en groote bekwaamheid gestreden.
Tenslottede sociaal-democraten.
Hun groei is feit van deze verkiezingen.
Zy bezaten in
18972 zetels (èn Van der Zwaag).
19016 zetels (èn Van der Zwaag),
1905 6 zetels (én Van der Zwaag).
19097 zetels.
1918: 18 zetels.
Een waarschuwing: men schatte dit feit