Sank koude! ff Officieel Nieuws- en Advertentieblad PRINS, 3ELEN, potheekbank gbaar bij runelsdijk. voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. nstaandeel I3de Jaargang. Woensdag 21 Mei 1913. No. 27 BANK „OUDDORP." Middelharnis. nder-, keuvel- iwhoeden. _iE VELD, ILIIARNIS. - en Boomkweekerij. LPEROORD, MtanL TuU prljMi. rantiën, enz» t gelden aan leden tegen en op tegen 3 's jaars,. ien. kunnen dagelijks wor- i bij een der leden van Donderdag 1, 15 en ags van 24 uur ten iassier !tf Pk., Ouddorp. gegarneerde en onge- a Contant. DT AAN: im APPEL- en PEREN- IIDEN, STRUIKVORM, aande SNOER, in meer ABRIKOZEN, PRUIMEN JAMBOZEN, ROODE en SSEN, KRUISBESSEN, itOZEN, in mooie soorten DROZEN, CONIFEREN, ■DENDRON, AZALIA's, Verschillende BLOEM- SERINGEN. SNEEUW EN, BLAUWE REGEN, iz. svolen voor het /AN BOOMGAARD, UCHTENTUINEN. i* niime kenzs belmagazijn van L - Middelharms. Noten- Duitselie Styl- ide en modern beslag. Kabinetten vanaf f 48, - Kabinetten, Kasten en ende grootten en prijzen,, en Weener Biet- er- «fan- en Schuiftafels leardoek en tryp naar Vouwstoelen, Yoltairw Hendrikstoei, zeldzaam I te voorraad Spiegels, dssegena, Verder allee» >te Meubelzaak behoord, loemen. toren. VARDEN, MIDDEL- ,081.500,—. .tkken van f 100,-,. November. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Stateu-fieueraal, VORAVEKHAGË. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Sociaaldemocratische verdacht makingen. Verschillende sociaaldemocratische woordvoerders schijnen het noodig te achten op het voorbeeld van hun partij leider, mr. Troelstra, de Vrijzinnigen verdacht te maken ten opzichte van hun liefde voor de openbare school. Herhaal delijk hoort men van sociaaldemocrati sche debaters b.v. de bewering, dat dr. Bos en mr. Goeman Borgesius bij de be handeling der Schoolwetwijziging van dr. Kuyper in 1905 gestemd hebben tegen den eisch, dat het leerplan der bijzondere school door den school opziener goedgekeurd moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Deze onzin is door mr. Troelstra in zijn rede op het sociaaldemocratieche Paaschcon- gres aan zijn „bewuste" toehoorders voor goede munt aangeboden. Wat was het geval Bij de behandeling der wet-Kuyper waren omtrent de goedkeuring van het leerplan twee amendementen voorge steld, één door den heer Ter Laan, en één door dr. Bos met mr. Borgesius, Ketelaar en anderen. In het amendement- Bos werd o.a. ook bepaald, dat een ver leend [subsidie weer kon worden inge trokken, wanneer het leerplan niet be hoorlijk werd nagevolgd. In den loop der debatten trok Ter Laan zijn amen dement in, ter wille van het amendement- Bos. Dit laatste ,werd verworpen met rechts tegen links. Van de geheele bewering van mr. Troeistra, nagepraat door zijn volgelin gen, is geen woord waar. Een tweede, even onjuiste bewering, eveneens van mr. Troelstra afkomstig, is dat Bos en Roëll het godsdienston derwijs op de openbare school hebben willen brengen. Volgens de bestaande Schoolwet moeten de lokalen der open bare school, behoorlijk verlicht en ver warmd beschikbaar gesteld worden voor FEUILLETON. ANTONETTA CZERNA Geauthoriseerde overdrnk van bet gelijknamig boek, ver schenen bij de Firma I). BOLLE te Rotterdam. 12) Allen zagen naar de aangewezene richtingen bespeurden een sierlijk gekleede vrouwelijke ge stalte, die met nedergebogen hoofd en nederhan- gende armen als gebroken zat en strak in de schuimende golven staarde, waarin zij nu en dan een ontbladerde boschbloem wierp. Deze behoort toch niet tot de onzen vroeg Jagellona zacht. „Neen," antwoordde Antonetta, „maar het is zonderling, zjj schijnt niet bij haar verstand te zijn. Laat ons stil naderen." Voorzichtig slopen nu de amazonen voorwaarts. Het meisje zag de naderenden niet en begon zacht een lied te zingen. Toen zij gezongen had stond zij op en scheen gereed zich in den bruisenden stroom te werpen; maar Antonetta, die haar nu dicht genaderd was, greep haar haastig bjj den arm en trok haar terug. Verbaasd aanschouwde de jonge vrouw de groep amazonen, die haar omgaf. „Wat wilt ge doen?" vroeg Antonetta zoo vriendelijk mogelijk. „Wat wilt ge van mij vroeg het meisje. de godsdienstleeraren, die dit wenschen, om de leerlingen, wier ouders dit ver langen, godsdienstonderwijs te geven. Van deze uitnemende bepaling hebben de predikanten, pastoors e.a. zelden of nooit gebruik gemaakt. Hadden zij het wel gedaan, zij zouden de bekende las terpraatjes omtrent de openbare school niet zoo gemakkelijk hebben kunnen rondstrooien 't Ware immers voor politieke domi- nee's, als we in 1905 in het strijdperk zagen tieden, een hittere pil geweest, als ze hun hoorders naar waarheid hadden moeten vertellen „Zie, in de openbare school krijgt ge het maatschappelijk on derwijs van den onderwijzer en daarop ziet de overheid toe. Dat onderwijs eer biedigt ieders godsdienstige gevoelens en kweekt op tot christelijke en maat schappelijke deugden. Na den schooltijd staat volgens de wet het schoollokaal ten dienste van ons, godsdienstleeraren, om elk kind te onderwijzen naar zijn geloof en voor dit onderwijs zijn wij, godsdienstleeraren, alleen verantwoor delijk." Dit hebben deze predikanten op hun politieke vergaderingen het volk nooit verteld Een amendement-Bos-Roëll nu tracht te in 1905 deze goede bepaling nog te verbe teren door te bepalen, dat de school lokalen voor het godsdienstonderwijs gratis beschikbaar moeten worden gesteld en omtrent de uren, waarin dit gods dienstonderwijs zal worden gegeven,over leg met de verschillende godsdienst leeraren moet worden gepleegd. Dit amendement werd echter door de clericale meerderhetd niet toelaatbaar verklaard en kwam dus niet in stemming. Het lijdt geen twijfel of het zou, indien het in stemming ware gebracht, links algemeen instemming hebben gevonden, ook bij de sociaaldemocraten. Men vergelijke met deze uiteenzetting nu eens de volkomen onjuiste voorstel ling, die mr. Troelstra in zijn Paaschrede gaf, welke met recht een laffe verdacht making genoemd kan worden De sociaaldemocraten zijn in dit op zicht ziende blind. Zij schijnen niet te „U van een dwaasheid weerhouden, welke u te laat berouwd zoudt hebben, zoo ge daar on der water laagt te spartelenantwoordde Jella lachend. „Ach, zoo ge mij niet weerhouden hadt zou nu reeds alles ten einde zijn," zuchtte de jonge vrouw. „En nu dit, ik zou den moed niet hebben dezen stap ten tweede male te doen." „Wat bewoog er u toe?" vroeg Antonetta. „Ongeluk," was het antwoord van het meisje. „Voor elke kwaal is een geneesmiddel," zei Antonetta bemoedigend. „Kom begeleid ons; wij zullen u wel tot andere gedachten brengen." Zonder te vragen, waarheen, volgde het meisje gewillig, en de troep ging verder. Na een kort gesprek gelukte het Antonetta de vreemde vrouw tot het verhalen harer geschiedenis te bewegen, De troep legerde zich in de schaduw van een grooten eik, en het meisje begon haar verhaal: „Ik heet Rosa. Mijn ouders wier eenig kiud ik was, bezaten een fraai landgoed en een aan zienlijk vermogen; zij woonden meer in de stad dan op hun landgoed, en wel met het oogmerk dat mij een goede opvoeding zou gegeven worden. „Mijn ouders stierven, helaas, voor mij veel te vroeg en ik 'stond alleen. Ik nam mijn intrek in het huis van mijn voogd, waar het mjj echter niet lang bevielik werd er met de grootste vriendelijkheid behandeld, inaar de wezenlijke oorzaak dezer behandeling bleef mij niet verborgen; ik was bestemd om de gade van den zoon des huizes te worden, en met mijn besetien, dat zij in de kaart der clerica- len spelen, door voorstanders der open bare school op deze wijze te gaan bestrij den. En welk doel heeft het? Geen ander dan om in vrijzinnige districten het zittend lid te wippen en een sociaaldemocraat te doen zegevieren. De sociaaldemocraten, die altijd zooveel te zeggen hebben over de lage strijdwijze der elericalen (en volkomen terecht) dienen zich in de eerste plaats te spenen van verdachtmakingen, als wij signa leerden. Het is wel zeer opmerkelijk, dat de zelfde mr. Troelstra, die in zijn Paasch rede er voor waarschuwde de onderwijs kwestie te veel op den voorgrond te brengen, omdat daardoor de aandacht licht werd atgeleid van belangrijke vraag punten als de tariefwet, de schriele dwangverzekering enz. wat de clericale coalitie van harte wenscht, zelf de oor zaak is, dat zijn volgelingen het verkeerde wapen gaan hanteeren. Het is de zuivere succespolitiek van laag gehalte en verdacht allooi; Zorgen wij er voor, dat op onze vergaderingen de verdachtmakingen in zake hel onder wijs telkens weer worden weergelegd. De Junistrijd. Wij willen in de dagen, die ons nog resten voor 17 Juni in het kort de hoofd punten van den Junistrijd in eenige artikelen voor de lezers uiteenzetten. Op 24 April kwam het vaste accoord van katholieken, Anti revolutionairen en Chr.- Historischen tot stand. Het omvat slechts twee punten. Om de leden der Nederl. Hervormde kerk te winnen voor de coalitie is men overeengekomen, dat art. 171 voorloopig ongewijzigd zal blijven, als de elericalen de Grondwets herziening ter band zullen moeten ne men. De uitkeeringen uit de Staatskas aan de Kerkgenootschappen zal men onveranderd laten, uit vrees dat de Nederl. Herv. predikanten en de leden dier kerk anders niet rechts zullen stem men. De Cbristelijk-Historisclien hebben zich daardoor niet laten verleiden. vermogen de in den hoogsten graad verwarde omstandigheden der familie een nieuwen glans te verleenen. Maar de voor mij bestemde was het afschuwelijkste mensch ter wereld! Ruw, heerscluuchtig, losbandig, aan alle ondeugden overg» geven en te meer aanmatigend daar hij de geheel bedorven lieveling zjjner ouders was, bezat hij zelfs niet ééne beminninswaardige hoedanigheid, en ik huiverde ten laatste voor de nadering van dezen mensch als voor het naderen eener slang. Hij behandelde mij overi gens ook zonder veel achting en als ware ik reeds zijn eigendom, terwijl hij opzettelijk liet gerucht verspreidde, dat ik met hem verloofd was; hierdoor verkreeg hij middelen voor zijn verteringen, want mijn vermogen werd voor aanzienlijk gehouden, zoodat men mijn vermeen den verloofde gaarne leende. Mijn voogd zocht de ruwheid van zijn zoon door dubbele vrien delijkheid goed te maken; doch alles was .hui chelarij. Iiij drong er eindelijk op aan dat ik een besluit zou nemen, doch ik sloeg het stand vastig af, dezen gehaten mensch toe te behooren. „Om dezen tijd leerde ik een jongeling van voorname familie kennen en beminde hem; mijn liefde voor hem was spoedig even sterk als mijn haat tegen den wilden Frans. Arthur was vurig en vol eergevoel, en zijn gedrag was even teeder, fijn en achtenswaardig, als dat van den andere ruw genoemd kon worden. Met stjjgende liefde zetten ik en Arthur onze verkeering voort; maar niet lang duurde het of de ijverzuchtige oogen van Frans hadden onze betrekking ont Dominé van Hoogenhuize heelt be dankt voor de Christelijk-Historische Unie, Dominé Wagenaar is hem gevolgd. Verschillende kiesvereenigingen zijn uit de Unie getreden. Bij de meeste was het de overtuiging, dat de clericale coalitie de groote versterking van Rome beduidt, die hen tot heengaan bracht. Het is waarlijk geen wonder. Wie leest, hoe Roomsche propagandisten als de heeren Van Wijnbergen en van Best durven optreden, vraagt zich af, hoe de Cbris- telijk-Historischen zich op hun plaats kunnen achten in een partij verband, als dat der clericale coalitie. Het onveranderd laten van Art. 171 beteekent niet, dat dr. Kuyper is terug gekomen van zijn haat tegen de Ned. Herv. Kerk. Duidelijk heelt hij het in zijn „Standaard" gezegd „Art. 171 blijft de etterende plek". Eenmaal zullen hij en de zijnen nemen, met rentebetaling, als men bijtijds toetast en zonder dat, als men aarzelt en treuzelt. Dominé Slotemaker de Bruine heeft op deze quaestie nog een en ander licht laten vallen. Dr. Kuyper beschouwt de Geref. Kerk als de ware voortzetting der vroegere Volkskerk (lees Staatskerk). Als zoodanig beschouwt hij niet de Nederl. Herv. Kerk onder het synodale verband. De synode schold hij immers vroeger uit voor „synodale doggen". Wie de Staatssubsidie moet hebben, zal willicht eenmaal de Hooge Raad uitmaken. Een omzetting van dien raad door partijbenoemingen als onlangs, toen no. 1 der voordracht door de coalitie werd gepasseerd om den katholieken heer Savelberg te benoemen, brengt dien raad mogelijk eenmaal tot een uitspraak ten gunste van dr. Kuyper's opvattiDg. Aldus het betoog van ds. Slotemaker. Wanneer de verdedigers der coalitie zich beroepen op het onveranderd laten van art. 171 om de leden der Nederl. Herv. Kerk te winnen, zullen zij zich daardoor niet laten meesleepen. Want zij weten, dat een vrijzinnig kabinet in geen geval er aan denken zou art. 171 te wijzigen, zooals de grondwetscommissie op aan drang van Mr. Lohman wenschte. dekt en hij zocht op allerlei wijze die te storen, terwjjl zijn ouders er met geweld bij mij op aandrongen den gehaten zoon mijn hand tegeven, en toen ik standvastig bij mijn weigering vol hardde. viel eindelijk het masker de geveinsde vriendelijkheid verdween, zij toonden hun waar karakter en zochten mij met geweld te dwingen hun wit te doen." „Dat is immer zoo," viel Antonetta haar in de rede. „Het masker moet bij een zekere klasse van menschen altoos vallen, opdat men het ware gezicht kunne zien. Heil hem, voor wien dat masker tijdig genoeg valt, om te weten wien men voor zich heeft. Maar spreek voort." „Om dien tijd moest Arthur een lange reis ondernemen en ik was in zijn afwezendheid aan een dubbele verdrukking blootgesteld, waaraan ik mij ten minste gedeeltelijk onttrekken wilde. Ik begaf mij derhalve gelijk ik reeds meer malen had gedaan, voor eenigen tijd naar mijn landgoed; hoezeer mijn verblijf aldaar steeds door den intendant verbitterd werd, want deze persoon was een kreatuur van mijn voogd en een trouw gezel van Frans, die hij reeds als den meester van mijn bezittingen beschouwde." Als een laaghartig, gemeen mensch werkte hij ten voordeele der plannen zijner begunstigers en viel mij niet zelden lastig met zijn aanzoe ken. Maar ik was liever daar dan in het huis van mijn voogd, wijl ik van den dageljjkschen aanblik van den hatelijken Frans verlost was. „In de nabijheid van het landgoed woonde een mijner voormalige speelgenooten, wier ouders

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1