beroofden hein van alles wat hy by zich
had; o.a. van een som van circa f100. De
politie doet alle moeite om de daders op te
sporen, tot heden zonder gevolg.
Kerkdief.
L.l. Vrijdag werd, naar de „Tijd" meldt,
gevankelijk naar Roermond overgebracht
en ter beschikking van de justitie aldaar
gesteld zekere J. K., 43 jaar oud, wonende
te Nijmegen, wegens het plegen van kerk
diefstallen. Onder bijzonder eigenaardige
omstandigheden werd hij gearresteerd. Dat
gebeurde aldus: des Woensdags trachtte
hij in de R. K. kerk te Swolgen-Meerlo
offerblokken te ledigen met behulp van
lijmstokjes. Toevallig kwam de eerw. beer
kapelaan in de kerk, en toen zette de dief
het op een loopeu, vluchtte, sprong op de
fiets, en verwijderde zich in de richting
Broekhuizenvorst. Ook de kapelaan sprong
op het rijwiel en rende den dief, die een
heelen voorsprong had, na. De kapelaan
kwam nog tijdig genoeg in Broekhuizenvorst
om te zien, dat de kerkdief zich begaf in
de R -K. kerk aldaar. Toen waarschuwde
de kapelaan van Swolgen den kapelaan
van Broekhuizenvorst en beiden begaven
zich in de kerk. De dief had zich nog niet
voldoende kunnen orienteeren: hy werd
aanstonds door beide kaplaans gegrepen,
die probeerden hun arrestant voor den
burgemeester te geleiden. De dief verzette
zich hevig; eenige personen schoten te hulp
en zoo werd de dief op transport gesteld.
Plots rukte de dief zich los, doch hy werd
weer achtervolgd, andermaal gearresteerd
en verder voor den hulpofficier van justitie
geleid. Later werd hy door de marechaussee
overgenomen. De gearresteerde, een Duit-
scher, was er op ingericht Diet alleen om
offerblokken te ledigen, doch ook om kas
ten, enz. te forceeren. Hy was nl. in het
bezit van lijm en tal van inbrekerswerk
tuigen.
De moord te Ukkel.
L.l. Vrijdagochtend zijn door de politie
te Amsterdam gearresteerd Jan Bestebroer,
25 jaar oud en de 23-jarige Annie Prins,
onder verdenking van te Ukkel, in Belgis,
een moord te hebben gepleegd.
Omtrent deze misdaad vernemen we het
volgende:
Ze is gepleegd Maandag 6 Januari j.l.
Toen werd geheel Ukkel in opschudding ge
bracht doordat een 70-jarige dame, mevrouw
Pelsef, in haar woning verworgd gevonden
werd.
Uit het onderzoek der Belgische justitie
is gebleken, dat de bovenverdieping van
het door de echtgenooten Pelsef, den zoon
en de schoondochter der vermoorde, be
woonde huis, gedurende eenigen tijd is
bewoond geweest door den Hollandsche
huisschilder Jan Bcstebroer en zijn minna
res, het Hollandsch meisje Anna Prins.
De echtgenooten Pelset woonde te Sint-
Joost-ten-Noode en kregen van hun moeder,
de vermoorde, een maandgeld van 75 fr.
Zij hadden dit verteld aan hun huisgenoo-
ten en spraken dan tevens over den welge
stelden toestand der oude weduwe, die een
jaarlijksche inkomen had van 5000 fr.
Dit deed in het brein van den Hollander
den lust opkomen, de vrouw te bestelen jen
desnoods te vermoorden.
En, om alle verdenking te weren, waren
zij een paar dagen vóór den moord vertrok
ken, zooal? zfj beweerden, naar Parijs, maar
in werkelijkheid naar Gent, waar zfj zich
tijdelijk onder den naam van Van D(jk
vestigden.
De twee Hollanders, Jan Bestebroer, 25
jaar oud, en Annie Prins, waren de anar
chistische denkbeelden toegedaan en staken
dit niet onder stoelen of banken. Aan hun
kind gaven zij den naam van Lucien Ferrer.
Het parket van Brussel heeft het signale
ment der beide vermoedelijke daders aan
de justitie van ons land gezonden.
Het is onze politie gelukt het tweetal te
arresteeren. Het zal naar het huis van be
waring worden overgebracht, in afwachting
eener regatoire commissie van het Brussel
sche gerecht, die bij de te voeren instructie
tegenwoordig zal zijn.
Indien de justitie hier voldoende termen
aanwezig acht om het tweetal te vervolgen,
zal het hier worden gestraft, wijl Hollanders
niet aan een vreemde justitie worden uit
geleverd.
Nader vernemen we, dat de arrestatie van
van de jonge vrouwVrüdagmorgen geschied
de in een woning aan de Buiten-Brouwer
straat 21. Daar werd Annie Prins, met haar
kind, een jongentje van nog geen jaar, door
eenige rechercheurs in hechtenis genomen
en naar het hoofdbureau van politie over
gebracht. Annie Prins had, Donderdag a.s.
negen weken geleden, bij de vrouw, die de
eerste verdieping van het perceel Buiten-
Brouwerstraat 21 bewoont, haar intrekgeno-
men, zonder dat de bewoonster wist, van
welke erustige misdaad Annie werd ver
dacht. Wel deed ze bijzonder vreemd, had
herhaaldelijk huilbuien en drukte dan haar
kind onstuimig aan het hart.
Door de vrouw des huizes gevraagd, wat
haar toch scheelde, of Jan haar soms slecht
behandelde, of wat het was, kwam zfj er
niet toe, eenige nadere uitlegging te geven.
De beide vrouwen kenden elkaarsedertjaren,
ook Jan Bestebroer was bij de vrouw des
huizes bekend. Hij kwam er den laatsten
tjjd ook over den vloer en deed niet min
der geheimzinnig. Zoo zelfs, dat dit de
aandacht trok der andere huisgenooten, en
dezen tegen elkaar zeiden„Die hebben
beiden wat op het geweten,"
Annle bleef met haar kind in de Buiten-
Brouwerstraat, Jan Bestebroer weigerde
echter beslist, daar eveneens zijn intrek te
nemen. Hy kwam zijn vrouw nu en dan
opzoeken en logeerde dan hier dan daar,
zonder dit aan de bewoners van het huis,
waar zijn vrouw was, op te geven.
Twee jaren geleden was hij naar het
buitenland vertrokken en gaf voor, den
laatsten tyd in Gent te hebben gewoond.
De jeugdige Annie Prins was het meest
zenuwachtig in hetuur waarop „DeCourant"
werd verwacht. Toen jdeze nu eenige dagèn
geleden bezorgd werd, had zy het blad weer
het eerst te pakken.
Na even een blik er in te hebben geslagen,
dreigde zy flauw te vallen.
Do huisgenooten wisten nog niet wat het
was. Toen zij evenwel ook „De Courant"
hadden gelezen, waarin bijzonderheden van
den moord te Ukkel bij Brussel stonden,
met de namen van de vermoedelijke daders,
begrepen zfj er alles van. Het jonge vrouwtje
verwachtte nu ieder oogenblik te worden
gearresteerd. Ook Jan Bestebroer begreep
wat hem te wachten stond, doch hield
zich, oogenscbynlyk, kalmer. Toen nu gis
termorgen de recherche Annie Prins arri-
steerde, riep zij de vrouw toe, waarbij zy
logeerde „Ik heb een kaart voor het raam
gezet; dan kan Jan, als hy in de straat
komt, zien, dat ik gearresteerd ben en nog
vluchten".
De vrouw des huizes, er niet toe willende
medewerken, dat de hoofdschuldige den
dans ontsprong, heeft die kaart van het
raam verwijderd.
Op het Haarlemmerplein, waar Annie
gistermorgen Jan zou ontmoeten, heeft de
politie hem gearresteerd en naar het bureau
Warmoesstraat overgebracht.
De aanklacht luidt, als zouden beide ver
dachten zich door inbraak toegang hebben
verschaft tot do woning van mevrouw Claire
Pelsef, daar een bedrag van 6000 b, 7000
frs. hebben gestolen, en daarna, om een
lastige getuige uit den weg te ruimen,
mevrouw gezamenlijk hebben gewurgd.
Personen, die Annie vroeger hadden ge
kend, viel het op, dat zy, die voorheen
zulke prachtige blauwe oogen had, thans
aan één oog was gewond, een wonde, die
blijkbaar niet wilde heelen.
Ze was doodsbenauwd, om er mee naar
een geneesheer te gaan en vermoed wordt,
dat de vrouw deze wonde bij de worsteling
met het slachtoffer heeft opgeloopen.
Na de arrestatie heeft de politie het
kamertje doorzocht, aat Annie bewoonde.
In een matras zyn by die huiszoeking
inbrekerswerktuigen gevonden.
De vrouw des huizes wist niets van de
aanwezigheid dezer werktuigen in haar
woning.
Het kindje deelt voorloopig het lot van
zijn moeder, die zich in den loop der laatste
weken herhaaldelijk aldus moet hebben
uitgelaten: „Als ik in de gevangenis kom,
vermoord ik mijn kind".
De politie doet moeite pleegouders voor
den ongelukkigen kleine te vinden.
(Tel.)
Aanslag op een auto.
In de onmiddellijke nabijheid van Nijme
gen heeft een aanslag plaats gehad op den
auto van den heer L. uit Nijmegen. Deze
was Zaterdagavond, naar de „Nijm. Ct."
mededeelt, omstreeks kwart over negenen
met zijn auto, waarin behalve hy zelf, zes
dames en heeren gezeten waren, van den
Plaschmolen in de richting Nijmegen ver
trokken, toen hy tusschen den Piasmolen
en Mook plotseling een boom dwars over den
weg zag liggen. De voortreffelijke lantaarns,
waarvan de auto voorzien is, hadden den heer
L. in staat gesteld dit dreigende gevaar op
vrij grooten afstand te zien en door de rem
men krachtig aan te zetten, gelukte het
hem, enkele centimeters vóór den boomstam
op zij te trekken. Tegelijkertijd kwam een
met een groote revolver gewapend individu
uit de struiken, terwijl op een 50 meter
afstands een paar maDnen kwamen toeloo-
pen.
De met de revolver gewapende deed echter
niets dan brutaal toezien en in enkele oogen-
blikken kon de auto weer doorrijden. In
Mook werd de veldwachter gewaarschuwd en
terwijl de dames hier zoolang achterbleven,
gingen de heeren met den veldwachter terug
om een nader onderzoek in te stellen. Ook
de marechaussee is gewaarschuwd. Het is
niet onwaarschijnlijk, dat deze auto-aanslag
door dezelfde individuen is bedreven als die
te Kaldenkirchen. De heer L. zal zich dan
ook naar laatstgenoemde plaats begeven,
opdat de daar aangehouden autobandiet met
hem geconfronteerd kan worden.
Opgelicht.
Naar de „Etoile Beige" meldt, is een
Hollandsche vrouw, Marie Migrot genaamd,
sedert korten tijd te Parijs woonachtig, door
een vrouw van de zelfden naam opgelicht
voor 4000 francs, doordat laatstgenoemde
de brieven, welke post restante voor haar
naamgenoote kwamen, afhaalde en zich
toeeigende. Op deze wijze maakte zij zich
meester van ongeveer 4000 francs, die tij
gedeeltelijk afstond aan haar beminde, een
geniesoldaat. Er is een vervolging tegen
het tweetal ingesteld.
Kerkdiefstal.
Een dezer dagen kwam men in de R.-K.
kerk te Gemert tot de ontdekking, dat eeD
prachtig antiek Christenbeeld van een der
zijaltaren was gestolen. Men veronderste't
te doen te hebben met denzelfden persoon,
die ongeveer een maand geleden een antiek
Madonnabeeld in de naburige bedevaart
plaats Handel heeft gestolen. (Tel.)
Inbrekers gesnapt.
Te Zwolle zyn een drietal jonge kerels
gesnapt, die het bedrijf van inbreker uit
oefenden. Een oud-agent van politie meende
licht te zien in den wijnkelder van de firma
C. Ganzeboom. Hy zelf posteerde zich voor
den keldet en vroeg een voorbijganger even
aan de politie te telefoneeren. Toen deze
kwam werden inderdaad 8 jonge inbrekers
gearresteerd, voorzien van inbrekerswerk
tuigen. (Tel.)
Een zoon door zijn vader gedood.
Een diep treurig familiedrama werd gis
teren voor de Bossche rechtbank nagespeeld,
waarbij als beklaagde terechtstond de 47
jarige metselaar J. de Groot uit Gennep.
Het gezin van bekl., dat zich voor 5 h 6
jaren te Gennep vestigde, bestond uit man,
vrouw, een volwassen dochter en den ver
slagen circa 26-jarigen zoon Henri.
Deze stond zeer ongunstig bekend, was
wegens wangedrag na 2i/j jaar diensttijd
uit het Ned.-Indische leger verwijderd en
maakte meermalen kennis met de politie
wegens gepleegde mishandeling Hü maakte
veel misbruik van drank, eischte dan geld
van zyn ouders en maakte met iedereen
ruzie.
Verleden jaar verwondde hij zijn vader
met een mes, waardoor hij eenige maanden
gevangenisstraf onderging. Met de kermis in
Oct. 1.1. stak hy een arbeider te Gennep met
een mes in den arm, tengevolge waarvan
deze in levensgevaar heeft verkeerd
De beestachtige hoedanigheden van den
zoon bleken nog meer uit de verschillende
in het dossier omschreven mishandelingen
en men beschouwde te Gennep vry algemeen
den zoon als een voortdurend gevaar voor
zyn omgeving. De vader, wiens leven door
den zoon steeds werd bedreigd, vermeed elk
treffen en als het zoontje weer beschonken
thuis kwam, keerde de vader eerst dan in
zijn gezin terug als de woesteling zyn roes
lag uit te slapen.
Den 2Sen Januari van dit jaar gebeurde
voor de zooveelste maal hetzelfde, de vader
verliet de woning en om voor goed zich aan
de immer meer dreigende uitingen van zijn
eenigen zoon te onttrekken, vormde hü het
plan om des anderen daags naar Amsterdam
te gaan en daar werk te zoeken.
Natuurlijk viel dit offer den armen vader
zwaar en ondereen gedruktegemoedsstem
ming keerde by 's avonds half elf naar huis
In de Zandstraat ontmoette hij zijn vrouw
en dochter, die hem vertelden dat Henri
thuis was geweest, natuurlijk smoordronken
en nu met minder goede bedoelingdn op
zoek was naar zijn vader. Wetende, dat de
snoodaard niet thuis was, zocht het drietal
een veilig onderdak in hunne woning. Doch
nauwelijks had de man de deur achter zich
gesloten of er werd met geweld tegen de
deur gebonsd en getrapt, de ruiten van het
bovenlicht werden vernield en hoorde men
ook glasscherven rinkelen bij den buur
man. „Ik steek ze gelijk kapot", brulde het
gevreesde ondier en weer beukte hy op de
deur en moesten de ruiten het ontgelden.
De moeder in haar wanhoop riep, terwyl
de dochter naar boven vluchtte: „Maak er
in Godsnaam maar een eind aan, 't is zoo
geen leven, ik ga liever zelf de kast in 1"
En de voortdurend tot het uiterst gesarde
vader is toen onder een door hem niet aan
te duiden gemoedstoestand met een groote
bijl naar buiten gegaan, waar de zoon met
opgeheven rechterhand, waarin een lang
werpig voorwerp blonk, dreigend op hem
aankwam.
Beklaagde betwist, met de byl de deur te
zijn uitgegaan, met het doel om zijn zoon
te dooden. Dit voornemen is niet in hem
opgekomen. Op het gedreig van den zoon
bief de vader met twee handen de bul op
en sloeg met ingehouden slag met het scherp
naar zijn kind en raakte hem in de kin. De
zoon liep weg en onder het geroep van hulp!
politie 1 liep de vader hem achterna - vol
gens een getuige met opgeheven bijl.
Na eenige passen draaide de zoon zich
om, kwam weer dreigend met opgeheven
hand, waarin nog steeds het blinkende
voorwerp op zijn vader aan. Deze sloeg
twee malen met den rug van de bijl naar
zyn zoon, die met gespleten aangezicht ter
aarde stortte.
De kostganger N. J. Vermeulen, die reeds
te bed lag, had zich vlug enkele kleeding-
stukken aangeschoten en met bloote voeten
den straatweg opgeloopen, waar by den
vader tegen kwam, die zeide„Klaas, 'tis
gebeurd 1 't Is gebeurd 1En toen Klaas vroeg
wat er gebeurd was, antwoordde de volgens
getuige waanzinnige vader: „Daar ligt ie,
Harri 1"
De kostganger ging toen op verzoek van
den vader den deken halen, terwijl de vader
zich met de bijl ging aanmelden b(j den
veldwachter. Teekenend voor de weinig
gunstige hoedanigheden van den zoon is
wel 't feit, dat de veldwachter het eerst
noodig oordeelde, om zich met zijn revolver
te wapenen. Doch de vader stelde den veld
wachter gerust met de verklaring, dat zijn
zoon misschien al wel dood zou zijn.
Nadat het slachtoffer geestelijke hulp was
verleend, is hij overgebracht naar het gast
huis, waar dr. Hermans de eerste genees
kundige hulp verleende. De zwaar gewonde,
die erg naar sterken drank rook, was zoo
dronken, dat hü rijdens de behandeling van
den dokter al zingende gevoelloos met de
armen zwaaide,
Den volgenden morgen is hy aan de be
komen verwondingen in het hospitaal over
leden.
Beklaagden toont zich zeer zenuwachtig
en aangedaan.
Na het verhoor der getuigen, waaronder
de doktoren Stiemens, Hermans en Caspari.
neemt de officier van justitie, mr. K. Sas
sen zyn requisitoir, waarin hij begint met
de vele slechte hoedanigheden van den
weggejaagden koloniaal te schilderen, die
tot gevolg hadden, dat de gemoedstoestand
van den vader zeer overprikkeld was.
Het O. M. legt daarna, op grond van enkele
bekentenissen van beklaagde, doodslag ten
laste.
Gaarne zou hy hier zelfverdediging willen
aanhalen, doch waar er absoluut geen mes
gevonden is in de onmiddellijke nabijheid
van de plaats des onheils, en hij kan niet
aannemen, dat een zwaar verwonde nog
kracht en bewustzyn heeft, om een mes
weg te werpen, sluit hij zelfverdediging uit.
By het bepalen der strafmaat wil het O. M.
rekening houden met het feit, dat bij den
vader de grenzen van het geduld waren
overschreden, doch dat deze aan het gesar
van zijn kind op wat al te krachtdadige
wijze een einde gemaakt had. De vader
heeft daarom nog niet het recht, aan het
kind het leven te ontnemen, dat hy zelf
gegeven heeft.
Het O. M. eischte ten slotte 2'/a jaar ge
vangenisstraf, onder aftrek van het voor
arrest.
De verdediger, mr. E. van Zinnicq Berg-
mann, wijst in zijn pleidooi op de beest
achtigheid van den zoon, schildert de
blijdschap van heel de buurt, die zich door
den dood van Henri nu eindelijk bevrijd
gevoelt van datgevaarlyk individu. En waar
de moeder zelve getuigt (en een moeder
getuigt zoo iets niet spoedig van haar eenigen
zoon): „Wat ben ik blij, dat hij dood isl",
is 'tniet vreemd, dat de vader, het slacht
offer steeds der sarreryen van den zoon, dat
ook roept.
Treffend schetst de verdediger de zelfbe
schuldiging van den vader, die meermalen
den zoon gesmeekt had, den drank vaarwel
te zeggen en goed op te passen, en zich na
het gebeurde niet kan voorstellen, dat hfj
zyn eigen kind zoo wreed heeft gedood.
Daarna toont pleiter breedvoerig aan, dat
hier wel degelyk sprake is van noodweer
of exces van noodweer, schildert de ge
moedsaandoening, waarin de vader ver
keerde, toen het feit gepleegd werd, en
noemt 't een noodlot, waarin deze beklaagde
gevallen is.
Aan het slot van zijn pleidooi zegt de
verdediger, dat het in de macht der recht
bank ligt om noodweer aan te nemen en
aan het verzoek van het O. M. te voldoen, en
verzoekt verder ontslag van rechtsvervolging
of tot de minimum straf te veroordeelen
van het tijdperk van voorarrest.
Hierop begeeft de rechtbank zich in
raadkamer. Na hervatting der openbare
zitting gelast de president aanvulling der
gevoerde instructie, onmiddellijk onderzoek
of er een mes gevonden is in de aangren
zende tuinen, en onmiddellyke invrijheid
stelling van beklaagde, aangezien de recht
bank geen termen aanwezig acht, om be
klaagde nog langer in voorarrest te houden.
Kloppartij tusschen politie en voagenbeivoners.
Volgens de „Utr. Ct." heeft er Dinsdag
avond te Jutphaas een hevige kloppartij
plaats gehad tusschen de bewoners van een
17-tal aldaar gestationeerde woonwagens en
de politie, zoo zelfs, dat men zich genood
zaakt zag de hulp der Utrechtsche politie
in te roepen, die spoedig ter plaatse ver
scheen, onder leiding van een inspecteur.
Woensdagochtend had er wederom een
vechtpartijtje plaats, daar eenige wagenbe
woners weigerden tol te betalen. Met moeite
gelukte het aan de politie de lastige gasten
terug te dryven.
De kachel als vergif en remedie.
Een dame te Rotterdam, die altijd gezond
geweest was, schrijft de „L. Ct.'', begon in
het begin van den winter te sukkelen. Steeds
had ze hoofdpyn, steeds voelde zy zich
misselyk en kreeg last van benauwdheden,
zonder dat ze er 6en redelijke oorzaak voor
vinden kon. Eindelijk liet ze den dokter
komen en toen ze hem haar kwaal had
uitgeduid en hy boven in de kamer rond
keek, wees hy de kachel als de schuldige
aan. Die moest zy direct opruimen, dat
soort kachels had de geneesheer in zyn
groote praktijk leeren kennen als een lang
zaam maar zeker vergif. Maar mevrouw
had de kachel pas, ze was lang niet goed
koop geweest. Om ze dus maar zoo in den
hoek te zetten, was niet zonder bezwaar.
Doch de dokter wist raad. Voor de helft
van den prys wilde hü de gevaarlyke kachel
overnemen, hy wist er tegen dat geld wel
iemand voor.
De koop werd gesloten, mevrouw schafte
zich een vulhaard aan en raakte haar kwa
len kwüt. Maar wat overkwam haar nu
dezer dagen? Ze wil in Mei gaan verhuizen
en zoekt dus een nieuwe woniDg. Op haar
omzwervingen bevindt ze op een boven
huis, waar ze tot haar verwondering haar
oude kachel ziet staan. Geen vergissing is
mogelijk, een kleine beschadiging aan een
der deurtjes overtuigd baar daarvan. Ze
informeert dus met eenige belangstelling
naar de bewoonster van het bovenhuis, en
wie blijkt het te wezen de schoonmama
van den welwillenden dokter,