Officiéél Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Uoedereede. EERSTE BLAD. 13de Jaargang. Woensdag 26 Maart 1913. No. 19 „VOORUIT!" Dit blad verschijnt eiken W0EHSDA6. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Hamer Staten-Generaal, 's-G RA VEN'HA GE. Uitgave iler Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën ia adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Verstandig beleid? Eeu en andermaal hebben wij reeds geschreven over de houding, die de regee ring o.i. moest aannemen tegenover de militaire bonden. Wij meenen, dat men de propaganda dier organ isatie's het best kan tegengaan, wanneer men van over heidswege misstanden wegneemt, grieven onderzoekt en de rechtspositie verbeterd. Doch als men meent door de onderdruk king der militaire organisatie's zijn zaak gewonnen te hebben, lijdt het geen twijfel ot de ontevredenheid onder het marinepersoneel zal nog toenemen inplaats van verminderen. Wij hadden minister Colijn te verstandig geacht op deze wijze tegen het personeel op te treden. Dat een generaal Van Vlijmen zuo'n slechten raad geeft, is verschoon baar. Hij is nu juist niet één dier man nen, die zich op de hoogte gesteld heb ben van hetgeen onder het volk leeft. Het is hem niet euvel te duiden, dat hij buiten de Kamer in een kwarteeuw tijds opgeklommen tot generaal, omtrent leger en vloot nog leeft in een gedachtensfeer van 25 jaren terug. Doch dat de heer Colijn tegen de militaire organisatie's optreedt en een anderen geest op de vloot zoekt te brengen, doch door schrik aanjaging, massa-ontslag en dergelijke middelen, die even onpraktisch als min derwaardig zijD, hadden wij van dezen bewindman niet verwacht. De bladen hebben reeds een paar maal het bericht gebracht van ontslag uit den marinedienst wegens gebrek aan militaire eigenschap pen. Heel toevallig bleek telkens dat de ontslagenen mannen waren, die zich met de organisatie bezighielden. Wat het Volk thans meldt uit Helvoetsluis, is zoo mogelijk nog ergelijker. Het blad drukt de brieven af, waarin de adminis trateur der marinemachinistenschool en de commandant de klandizie opzeggen aan den barbier. De commandant schrijft ronduit, dat dit geschiedt, omdat de bar bier zich zou bemoeien met de organi- FEUILLETON. ANTONETTA CZERNA Geantlioriseerde overdruk van liet, gelijknamig boek, ver schenen hij de Firma D. BOLLE te Rotterdam. 4) „Zooals ik zeide," besloot hij, .dacht ik vruclr teloos na wie de raadselachtige persoon was, die mij kende en mijn naam riep I Wel scheen mij de stem niet vreemd, ik moet ze reeds elders gehoord hehben, maar de razende haast, waar mede ik de vlucht nam, om mijn leven te red den. wischt elk spoor van de in mij verrijzende herinnering uit. De enkele gedachten beheersch- te mij van zoo schielijk mogelijk uit het bereik dezer duivels te komen, van welke ik niet wist of ik mannen of vrouwen voor mij had." „Vrouwen! vrouwen!" bromde de graaf„het was waarschijnlijk de heillooze Czerna, die in het land omzerft, rooft en moordt en zich gaarne de koningin der wildernis laat noemen." „Zoo nu slechts de uitgezondenen terugkwa men, ten einde bericht nopens mjjn lieden te erlangen," zei Ernst. „Uw lieden, Ernst, zullen waarschijnlijk nooit terugkomen," antwoordde Arthur de schouders ophalende, „want is het werkelijk Czerna ge weest, dan was hun lot de dood." „Naar men zegt," voegde Karei er bij, „moeten de mannen dit satansche wijf veel leed hebben satie van het marinepersoneel. Het „Volk" verklaart dit laatste voor geheel onjuist. Men vraagt zich toch met verbazing af, of dit nu de manier is om de geest onder bet marinepersoneel te verbeteren. Onder minister Ellis heeft men het met soortgelijke middelen geprobeerd. Natuurlijk zonder succes. Het kon ook niet anders. Overal heeft de geschiedenis steeds geleerd, dat door dwangwetten en onderdrukkingsmaatregelen de onder drukten slechts werden gesterkt in hun verzet. Bismarck trachtte door zijn socia listenwet, die tal van Duitsche sociaal democraten in de gevangenis bracht of hen noopte buitenlands als balling te zwerven, het socialisme te onderdrukken. Zijn wet werkte uit, wat hij wenschle tegen te gaande sociaaldemocraten namen eiken dag in aantal toe. Rusland onderdrukt de vrije uiting van het woord met knoet en kozakken, voor één die sterft om zijn overtuiging, staan tien nieuwe strijders op. Meent men dan nu waarlijk, dat de heer Colijn iets zal bereiken als hij of zijn schouten bij nacht langs den thans gevolgden weg iets zullen bereiken. Och, het zal den schijn trekken of men de organisaties heeft verzwakt, doch in het geheim zal de ontevredenheid voortwoe keren. Hen doet precies als de struisvogel, die den kop in de veeren steekt ais het gevaar nadert en meent, dat hij aldus veilig is. Nu men van regeeringswege op deze wijze gaat optreden lijkt het ons op den weg der Volksvertegenwoordiging te lig gen, te trachten een betere weg in te slaan. Een parlementaire enquête naai de toestanden bij de marine is thans urgenter dan ooit. Een onpartijdig rap port van een onbevooroordeelde commis sie dient aan te wijzen welke misstanden voorziening vereischen en in hoeverre de grieven gerechtvaardigd zijn. Daardoor zal men meer bereiken dan door de thans aangewende middelen. De geest onder het marinepeconeel, zal er heel wat meer op verbeteren door een ernstig parlementair onderzoek dan door maatregelen waarin het karakter van wraakneming niet vreemd lijkt te zijn. Er dreigt bovendien van deze maat regelen een ander niet minder groot gevaar. Worden de reeds gegeven ontslagen door een beduidend aantal gevolgd, dan is het een kleine moeite in de Kamer een meerderheid te vinden voor een zeemilitie. Dat zou voor het volk een enorme verzwarig van druk beteekenen Ook daarom is het hoogst gewenscht, dat een parlementaire enquête licht ver spreid over de toestanden bij de marine. Als iuni in 't zicht komt Wezen wij reeds voor enkele weken op de pamfletten, die van clericale zijde worden verspreid en waarin de vrij zinnigen op de lasterlijkste wijze worden verdacht gemaakt, wat na die publicatie's bekend is geworden, bewijst, dat die cle- ricalen voor niets zullen staan en de Belgische strijdmanieren maar al te gaar ne hebben overgenomen. Wat het ka merlid van Voort van Zijp durft zeggen in een politieke vergadering, natuurlijk zonder debat, toont opnieuw, dat deze politieke dominee voor geen klein gerucht vervaard is, wat we trouwens wisten, Aan zijn hoorders vertelde hij, dat de duizenden guldens van Mohammedanen en Chineezen zullen dienen om hem en zijn broeders te bestrijden. Zeker onge schreven verbod bestaat voor dezen ge wezen predikant blijkbaar niet. In een propagatidablaadje van de Katholieke schooi meenen eenige schrijver het nog wat erger te moeien maken. Onder een viertal plaatjes heeft het Haagsche gemeenteraadslid, de heer Wes- seling, onderschriften gemaakt. Deze heer, die soms een beetje democratisch probeert te doen, zegt o.a. dat de bij zondere school het zware werk moet doen „het vuil van ongeloof en anarchie buiten de deur te houden!" Deze clericale propagandist heeft blijk baar nooit gehoord, dat het clericale Spanje een broeinest van anarchie is! De bedoeling van dit. raadslid is in- tusschen duidelijk. De secteschoql moet worden voorge steld als het bolwerk tegen ongeloof en anarchie. berokkend, en nu haat zij geheel het geslacht en vermoordt wat haar arm bereiken kan. Maar zij mag zich hoeden van niet in de handen van mannen te vallen, deze zouden haar nog grooler leed berokkenen." „Ik had nooit kunnen gelooven," zei Maria, „dat een vrouw in staat was alle teedere ge voelens te verzaken en haar handen met bloed te bezoedelen. Mocht haar het bitterste leed wedervaren, vergeving is toch fraaier dan wraak." „Ach zuster," antwoordde Arthur, „allen den ken niet zoo. Maar," voegde hij er schertsend bij, „heil u, Ernst, als Maria aan deze grondstel ling trouw blijft." „Laat dat blijven," hernam Ernst, 't is mij alsof een ongeluk boven mjjn hoofd zweeft, richten wij dus liever den blik op dezen ernstigen toestand". „Ha!" voer de graaf toornig uit, terwijl hij met degebalde vuistop de tafel sloeg, „de toestand zal ook ernstig worden, ja vrecselijk voor die zinnelooze vrouwen, bovenal voor Czerna. want als deze duivelin in mjjn handen valt en ik hoop het bij God! zal zij den vreeselijksten dood ondergaan. Ik heb reeds al mijne naburen op geroepen om zich met hun lieden hij mij aan te sluiten, soldaten staan ook ter mijner beschik king, en zoodra zij vereenigd zijn, misschien reeds morgen, dan beginnen wij den veldtocht, om het gebergte eindelijk van dit gespuis te zuiveren. Wij zullen het wel met een handvol verworpene vrouwen kunnen wagen. Maar daar komt Andreas." Een gebaard man in jachtgewaad trad binnen. „Nu, Andreas," vroeg Arthur, ,.hebt gij iets gevonden „Ik moet, helaas, ja zeggen," antwoordde Andreas en begon nu zijn mededeeling. De door den graaf onder de aanvoering van Andreas uitgezonden mannen hadden den hollen weg eindelijk bereikt en daar het vernielde rijtuig, alsmede de drie aan den eik hangende lijken gevonden, iets verder nog een vierde lijk onder het gebladerte ontdekt. Zij hadden de vier vermoorden in een gemeenschappelijk graf gelegd en waren teruggekeerd zonder verder eenig spoor der misdadigers gevonden te hebben Maria was niet in staat het verhaal tot het einde aan te hooren en vlood uit de kamer. Dalma zat als verstijfd en Arthur donderde woest: „Wee over deze moordzuchtige duivels!" „Geduld," bromde de graaf, „geduld, het uur der wraak nadert, zjj ontgaan mij niet. Andreas, ge blijft met de mannen goed gewapend in de nabijheid, want morgen trekken wij uit, zoodra de liondgenooten er zijn." Na deze woorden verliet de graaf de kamer om zijn maatregelen te nemen; ook zijn zoons volgden spoedig zijn voorbeeld. Dalma ging ernstig en somber naar den tuin, welks paden hij, in gedachten verdiept, bewandelde. Plotseling voelde hij zich door een zachte hand aanraken lijj zag op, en Maria stond voor hem. „Ge zjjt treurig, neef," sprak Maria met zachte stem, ge hebt een zwaar ongeluk gehad door het verlies uwer trouwe knechts." „Zij waren getrouwer dan ik," antwoordde Nu kan zoo'n tirade nog inslaan bij enkele luijden in het achterland van Brabant, zij die eenigszins op de hoogte zijn, zullen een dergelijke tirade nemen voor hetgeen zij is: holle bombast. Een Katholiek priester, de heer Ver heuvel uit Hengelo, doet voor den heer Wesseling niet onder. Deze eerwaarde heer, die de openbare school gansch niet kent, durft schrijven. „De school, die de orde moest waar- horgen, leidde vaak op tot wanorde, die de eenheid van de natie moest verhoogen, zaaide verdeeldheid, die alle godsdienstige overtuigingen moest bevredigen, kweekte godsdiensthaat; die dergelijke staatsburgers moest vor men, versterkte op schrikbarende wijze de rijen van socialisten en anarchisten." Deze laaghartige, lasterlijk insinuatie gevloeid uit de pen van een katholiek geestelijke, zul het meest voroordeeld worden door de duizenden katholieken die de openbare school bezochten. Zij zul len de eersten zijn om te getuigen, dat hetgeen de heer Verheuvel durft schrij ven, gelogen is. Weet deze geestelijke, dat voor enkele jaren de meerderheid van het partijbe stuur der sociaaldemocratische partij afkomstig was van de banken der bijzon dere school'? De eerwaarde heer Verheuvel infor- meere eens voor hij weer over de open bare school lastert, bij den katholieken heer Wesseling, hoofd eener openbare school te Scheveningen. De lezer kan zich voorstellen, waar reeds in Maart op zoo onwaardige wijze door de clericalen wordt gelasterd, wat er losgelaten zal worden als Juni in het zicht komt. Voor onze mannen zal dit ongetwijfeld een dubbele aansporing zijn onvermoeid voor betere voorlichting der kiezers zorg te dragen. Vrijhandel en protectie. Van de hand van den heer K. Reijne, oud-lid der Tweede Kamer, is dezer dagen het tweede deel verschenen van zijn be schouwingen over Vrijhandel en protec- Dalma bitter, „want zij sneefden voor mij en ik vluchtte." „Ge hadt ze toch niet kunnen redden." „Maar sterven." „Ernst,Ernst, denkt ge niet aan uw vrienden?" vroeg Maria verwijtend. „Vergeving," antwoordde Dalma, „maar deze raadselachtige gestalte, die mij mijn naam toe riep, staat steeds voor mijn oogen. Zij gelijkt een duivel der benedenwereld, en ik weet niet wat zij van mij wil, wie zij is. Ik hen sedert mijn jongeliugsschap niet hier geweest; wie kent mij hier „Harten, die u verkleefd zijn," antwoordde Maria innig, „die met liefde aan u denken. Hoe fraai waren de kinderjaren, welke wij tezamen beleefd hebben." „Ach, ware ik steeds hier gebleven," riep Ernst smartelijk, „het zou voor mij beter zijn geweest, ik zou minder ruw door de stormen der wereld aangegrepen zijn geworden. Mijn vader had mij als jongeling met de freule von Vac verloofd, zijn laatste wil dwong mij er toe, en zij liet mij niet los; ook uw vader was er voor,en al mijne vooruitzichten waren met haar verbonden. Maar ik kon haar niet beminnen. Toen leerde ik Antonetta kennen, zij betooverde mij en ik moest van haar afzien, daar alles op het spel stond, en uw vader ook tegen rajj optrad. Mij te zwak gevoelende om te strijden, vluchtte ik. Antonetta stierf, en ik verweet het my." Wordt verv.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1