toude!
99
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
baar bij
ielsdijk.
pillen*
WEES.
EN
;aden
tiek,
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
idermeel
Ldermeel
icao
ïwe Tonge
HARNIS.
3.
13de Jaargang.
Woensdag 5 Februari 1913.
No. 12
tenen Huiduitslag-
kinderen en aan
hinderen en vol-
dnderen, zwakke
reidt van de beste
celijk verteerbaar.
het bij kinderen
n, Tropon enz.
[delharnis.
1REN.
icht bij deze heeren
vers, dat hij zich een
heeft aangeschaft,
men wenscht te
Iterpassen.
puizen met of zonder
■vering verzekert te
,'ewenscht.
pnschte inlichtingen.
\0mj22 elsdiJK
?ES VOOR
g 71/» nur.
.AKK. BOEK-
|ramelsdijk.
IV23 uur.
Brielle.
Dit blad verschijnt eiken W0ENSDA6.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredactenr W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaa
VGRAVËNHAGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60.
Iedere regel meer0,10
G-roote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Hoe word ik kiezer?
De eerste voorwaarde om op de kie
zerslijst geplaatst te worden, is dat men
voor of op 15 Mei 1913 den leef
tijd van 25 jaar bereikt heeft.
Wie in dat gelukkige geval verkeert
kan kiezer worden op vijf manieren.
Ten eerste als belasting kiezer, alleen
zij die in de vermogens-, bedrijfs- of
personeele belasting zijn aangeslagen of
minstens één gulden in de grondbelas
ting betalen, komen vanzelf op de lijst,
als zij in het laatst verloopen belasting,
jaar waren aangeslagen, en voor 1 Febr-
i913 hun aanslag ten volle hebben
voldaan.
Wie pas in Februari betaalt, moet
met zijn voldaan geteekend biljet voor
1 Maart naar het gemeentehuis gaan.
Wie in 1912 is verhuisd naar een
andere gemeente, moet met zijn voor
voldaan geteekend biljet voor 15 Febr.
naar het gemeentehuis in zijn nieuwe
woonplaats gaan om zich aan te geven.
Een aangeslagene, die niet ten volle
beeft betaald, kan geen andere aanspraak
op het kiesrecht doen gelden. Betaling
na 1 Maart geeft geen aanspraak meer
op kiesrecht.
Aanslagen in de belasting van de vrouw
gelden voor den man.
Allen, die niet door belastingbetaling
kiezer zijn, moeten zich op het gemeen
tehuis gaan aanmelden of hun aangifte
formulier daar laten bezorgen.
Dat is een uiterst belangrijke taak voor
onze vrijzinnige kiesvereeniging
Ten tweede als woningkiezer. Deze
mogen tusschen Augustus 1912 en 31
Januari 1913 niet meer dan eenmaal,
binnen de grenzen derzelfde gemeente,
zijn verhuisd. Zij moeten sedert Augus
tus een zekere, voor iedere gemeente
afzonderlijk vastgestelden huurprijs heb
ben verwoond. Hebben zij een stuk grond
gehuurd, dan telt dat bij den huurprijs
mee, ook al ligt het niet vast aan het huis.
De vereiscnte huurprijs bedraagt voor
alle gemeenten van ons eiland één gul
den per week. Juist dit zeer lage bedrag
maakt, dat op het platteland de kieswet
van Houten tengevolge heeft, dat in een
district als Zierikzee algemeen kiesrecht
bestaat.
Bijna al onze ardbeiers kunnen als
woningkiezers op de kiezerslijst komen
Bij de woningkiezers behooren zij, die
schepen bewonen van tenminste 24 M®
inhoud of 24000 K.G. laadvermogen.
Contributie aan een coöperatieve
bouwvereeniging wordt als huurprijs ge
rekend. Is in den huurprijs gas of water
leiding begrepen, dan behoeft dit bedrag
niet van de huur worden afgetrokken.
Wie het vorig jaar al woningkiezer
was en in hetzelfde huis is blijven wonen
behoeft zich ditmaal niet meer aan te
geven.
Maar men ga vooral einde Maart of
begin April eens nakijken op het gemeen
tehuis, of men wel op de lijst staat. Is
dat niet zoo, dan kan men reclameeren.
Ten derde als loonkiezer. Een loon kie
zer mag tusschen 1 Januari 1912 en 31
Januari 1913 niet meer dan eenmaal zijn
verwisseld van patroon en moet in 1912
een bedrag verdiend hebben, dat wisselt
naar de gemeente.
Dat loon moet minstens in een jaar
bedragen voor:
Middelharnis (kom) 325
Sommelsdijk (kom) f 325
Middelharnis (overig deel) f 300
Sommelsdijk (overig deel) f 300
Voor alle andere gemeenten van Flak-
kee geldt een minimuminkomen van
f 300 Ook deze bepaling stelt tal van
arbeiders in staat bet kiesrecht te ver
krijgen. Op ons eiland zullen b.v. alle
landarbeiders, die nog geen eigen gezin
hebben, loonkiezer kunnen worden. Een
gemiddeld loon toch van f 300 per jaar,
dat is 6 per week verdienen op bun
25ste jaar alle arbeiders wel.
Wie een pensioen oi lijfrente geniet
mag dat als loon beschouwen. Bij het
loon mag dus een pensioen, dat men
geniet worden opgeteld.
Kost en inwoning worden door de wet
op een bepaald bedrag gesteld en mogen
bij het loon worden geteld. Door deze
bepaling kan dus ook een inwonende
zoon, die in het bedrijf van zijn ouders
werkt, kiezer worden.
Ongevallenrente geldt ook als loon. In
komen, pensioen of lijfrente van de
vrouw geldt als het loon voor den man.
Van het inkomen, dat kinderen genieten,
mag echter maar de helft worden mee
geteld.
Wie een vast loon geniet en door ziek
te of verwonding dit gedurendehoogstens
twee maanden niet of niet ten volle kreeg,
mag zijn loon berekenen, alsof het was
doorgegaan.
Loonkiezers moeten zich ieder jaar op
nieuw tusschen i en 15 Februari opgeven.
Men behoeft niet op te geven, hoeveel
loon men verdient. Het is voldoende, als
men opgeeft, dat men het minimum, dat
de wet eischt, verdient. Weekinkomen
wordt tot jaarinkomen herleid door ver
menigvuldiging met 50.
ten vierde als spaarbankkiezer. Wie
op 1 Februari 1913 sedert een jaar een
bedrag van minstens f 100 od het Groot
boek heelt staan of minstens 50 op de
Rijkspostspaarbank, een gemeentelijke of
een andere erkende spaarbank, kan daar
door kiezer worden.
Wie al spaarbankkiezer was in 1912
behoeft zich niet opnieuw aan te melden.
Maar hij moet vooral einde Maart of be
gin April gaan controleeren, dat hij niet
vergeten is.
En ten vijfde kan men examenkiezer
worden
Wie met goed gevolg een examen heeft
afgelegd, dat in de wet wordt genoemd
b.v. voor onderwijzer, muziekonderwij
zers, belastingcommies, voor een betrek
king bij de Staatsspoor of de H. IJ. S. M.
bij de koopvaardij enz. enz. kan kiezer
worden. Op een kiesrechtformulier vult
hij in, welk examen hij gedaan heeft en
wanneer hij dat examen heeft afgelegd.
Wie in 1912 al examenkiezer was, be
hoeft zich niet ieder jaar opnieuw aan
te geven. Hij bedenke echter, dat hij
kiezer-af kan zijn geworden, doordat hij
zijne belasting niet op tijd betaalde.
Men ga dus weer controleeren of men
wel op de kiezerslijst geplaatst isl
Ai deze bepalingen gelden het kies
recht voor de Tweede Kamer. Voor de
Provinciale F*alen gelden dezelfde be
palingen, doch bovendien moet men
ingezetene van de provincie zijn.
De belastingkiezers voor de Kamer
hebben ook het kiesrecht voor een Ge
meenteraad, doch de vier andere groe
pen van kiezers krijgen het gemeente
kiesrecht alleen, als zij in de gemeente
belasting zijn aangeslagen voor een be
drag, dat minstens gelijk is aan de
huursom per week, die iemand kiezer
voor de Kamer maakt. Ook deze belas
ting moet op 1 Maart ten volle zijn
betaald.
Ziedaar de voorwaarde, waarop men
kiezer wordt. Onze kiesvereenigingen
hebben tot 15 Februari een gewichtige
taak, drukken arbeid.
Op onze organisatie's rust de plicht
te zorgen, dat geen enkele onzer strijders
op de lijst ontbreekt.
Wij kennen de energie, den grooten
ijver onzer Flakkeesche vrijzinnigen. Wij
weten dat zij de aansporing onzerzijds
niet noodig hadden om voor de kiezers-
kweek te zorgen
Al de onzen- echter moeten de orga
nisatie's steunen.
Daar mag geen vrijzinnige zijn op
Flakkee, die niet het zijne er toe bijge
dragen heeft ons verkiezingsleger zoo
sterk mogelijk te maken. Vinde ieder in
ons artikel daartoe een krachtige aan
sporing
Uit het onderwijsdebat.
De Tweede Kamer heeft de vorige
week ongeveer al baar tijd besteed aan
het debat over het lager onderwijs. Dat
dit gebeuren zou, was te verwachten.
Aan het eind der regeeringsperiode van
het kabinet-Heemskerk diende te worden
nagegaan wat door minister Heemskerk,
die in de gunstigste omstandigheden ver
keerde, tot verhooging van het peil van
ons onderwijs was gedaan. Het resul
taat blijkt bitter teleurstellend, in de
vijl jaren van het ciericaal bewind is tot
verhooging van bet peil van het volks
onderwijs onder dit kabinet niets gedaan.
De uitbreiding van den leerplichtigen
leeftijd, waarvan zelfs dr. de Visser ver
klaarde, dat zijn ervaring in arbeiders
kringen hem van de noodzakelijkheid van
dien maatregel had overtuigd, bleef
achterwege.
Van betere bepalingen, die de werking
van de bestaande Leerplichtwet nog ten
goede zouden zijn gekomen, kwam niets.
Een verbeterde opleiding der onderwij
zers, waarvan alle partijen om strijd de
wenschelijkheid betoogen, bleef achter
wege.
En als dan de heer Ketelaar al deze
urgente zaken in de Kamer bepleit, roept
de minister uit, dat hij in de rede van
den geachten afgevaardigde geen woord
over de verbetering van het onderwijs
heeft gehoord Geen wonder, dat deze
ministerieële interruptie tot de scherpe
conclusie van den heer Ketelaar leidde:
„Deze minister is absoluut ongeschikt
voor minister van onderwijs." Hoe kan
het ook anders? Toen eenmaal in Rot
terdam de clericale meerderheid een
wethouder van onderwijs moest benoe
men en de keuze der meerderheid op
een liberaal viel, verdedigde het Katho
lieke raadslid, de heer P. G. Buskens
deze keuze in de N. R. Gt. van 13 Sept.
1911 aldus:
„Waar nu de rechterzijde unaniem
van meening was, dat het gemeente
belang medebracht het departement on
derwijs onder beheer van een liberaal
wethouder te stellen
Wat is, zoo zouden wij op onze beurt
willen vragen, voor de verhooging van
het peil van ons volksonderwijs te wach
ten van een minister, die eenmaal in
de Eerste Kamer verklaarde, dat hij het
een schoone dag zou vinden, als de
laatste openbare school van den Neder-
landschen bodem verdwenen was? Wie
zich daarnevens de uitspraak van den
heer Lohman herinnert, dat de openbare
school zal moeten blijven bestaan als de
wachters voor het peil van het onder
wijs, begrijpt, dat van een minister, die
er over denkt als de heer Heemskerk,
niet anders te wachten was, dan dat
hij de zaken liet, zooals zij waren. Men
zou den heer Heemskerk de Exellentie
van „overweging" en „vergelijking" kun
nen noemen. Het eerste woord hoort
men uit zijn mond ettelijke malen in
elke kamerzitting en welke waarde daar
aan gehecht moet worden, blijkt wel
uit de verklaring van zijn coalitievriend,
den heer de Stuers, „dat hij zich om
trent dat overwegen van den minister
geen illusie's schepte."
Worden den minister krasse staaltjes
van verwaarloozing tegemoet gevoerd,
steeds wordt de handelwijs van een be
krompen gemeentebestuur, de toeleg van
een clericalen raad om pen openbare
school te vernietigen, vergoelijkt. Worden
de ergerlijkste teiten vermeld omtrent
onbehoorlijke vragen, die een sollicitant
onderwijzer worden gedaan, dan luidt
het ministerieële antwoord, dat de vra
gende wethouder zich bij zijn keuze
wel niet zal hebben laten leiden door
de antwoorden van den sollicitant.
Wordt er op gewezen, dat in den Haag
een „christelijke" school die een school
geld heft van f 100, dit splitst in school
geld en contributie om de sudsidie uit de
staatskas te bemachtigen, dan zegt de
minister, dat hieruit wel blijkt, dat de
school niet gehouden wordt als winst
gevend bedrijf! En dat wordt dan gezegd
van achter de regeeringstafel, waar de
handhavers der wet plaats nemen!
Is het dus niet te verwonderen, dat
de vrienden van goed volksonderwijs zich
teleurgesteld toonden door het bewind
van dezen minister, even verklaarbaar
is het, dat subsidiejagers als de heeren
van Wijnbergen en van der Molen bun
tevredenheid betoonden. Het beruchte
bouwwetteke, dat de staatskas wijd open
zette voor de sectescholen en het M. U.
L. O. wetje, dat minder nauwgezette
besturen van sectescholen een gereede
aanleiding was om meergeld te trekken,
geven deze kamerleden reden tot ver
heugenis. Toen het bouwwetje bij de
Eerste Kamer kwam, voegde de minister
bij zijn Memorie van Antwoord een staat,
waarin de bouwkosten worden vermeld
met inbegrip van de kosten van grond
aankoop van openbare scholen in enkele
gemeenten ter vergelijking met. wat aan
het bijzonder onderwijs volgens bet bouw
wetje werd toegestaan. Uit den staat
blijkt, dat in tal van gemeenten de fic
tieve bouwsom door de heeren v. d. Molen
en anderen gesteld, de werkelijke kosten
overtreft. Terwijl deze clericale heeren
voor de kleinere gemeenten rekenden op
f80 per leerling, kwam Barneveld toe met
f 57. Terwijl voor grootere gemeenten
op f 120 per leerling werd gerekend,
waren de werkelijke kosten te Dordrecht