iv Binnenland. Ingezonden Stukken. het verschaffen van correspondentie-midde len, onderdak of plaatsen van samenkomst aan misdadigers. Het proces zal geleid worden door rechter Cournaud, terwijl de procureur-generaal, mr. Pabre, als vertegenwoordiger van het openbaar ministerie zal fungeeren,bijgestaan door Mr. Block Laroque. Een leeuw in een schouwburgzaal. Gedurende de voorstelling van een zeer realistisch drama „Dévorée" getiteld, in het Théhtre de Belleville, te Parijs, ontsnapte Zaterdagavond een „medespelende" leeuw uit zijn kooi. Bij de wilde vlucht van de toe schouwers naar de uitgangen, werden er vijf licht gewond. In het laatste bedrijf van het stuk wordt een leeuw in een kooi op het tooneel ge bracht. Op dien Zaterdagavond echter was de deur van de kooi door een noodlottig verzuim niet goed gesloten. Het wilde dier liep ongehinderd zijn kooi uit, en wandelde langzaam het tooneel over, tot bij de voet lichten. Het publiek holde naar de uitgangen en uitte zulke snerpende angstkreten, dat de ontstelde leeuw, verschrikt door het lawaai, over het voetlicht in een zijloge sprong, waar zjjn bewaker hem opving en zonder verdere ongelukken weer in zijn kooi terug bracht. (Tel). Een opzienbarend millioenen-proces te Parijs. De Parijsche rechter van instructie. Drioux instrueert thans reeds langer dan een jaar de zaak van de „Landbouwcredietbank voor het Zuiden van Spanje", "die eenige mil- lioenen frs. heeft gekost aan de Pransche spaarbanken en waardoor een aantal man nen van aanzien in Spanje zoowel als in Frankrijk gecompromitteerd zijn. De feiten hebben zich aldus toegedragen In 1911 werd te Parijs de bovengenoemde credietbank opgericht met een kapitaal van 5 millioen francs. Als president van de vestuursraad trad de Spaansche ex-minister ban Buitenlandsche Zaken, groot-officier van het Legioen van Eer, Perez Caballero, op, die toen reeds Spaansch gezant te Parijs was. Zijn administrateurs waren Carrascossa ex-senator, Natioco Rivae, een in Spanje bekend politicus, Tirto Rodriguanez y Sa- gasta, beheerder van de Banque d'Espagne, en vier Franschen, die hooge posities be- kleeden of bekleed hadden, n.l. de heeren Poinsignon, Proment Neurice, deNolhacen Gabriel Portin. Al die administrateurs, uitgezonderd Perez Caballero, die zich in zijn kwaliteit van gezant in diplomatieke onaantastbaar beid verheugt, zijn thans in staat van be schuldiging gesteld. Het behoort nu tot de taak van den rechter van instructie, uit te maken in hoeverre ieder der beschuldig den verantwoordelijk moet worden gesteld. Reeds nu schijnt het vast te staan, dat sommigen als onbewuste slachtoffers der bedreven knoeierijen moeten worden be schouwd, terwijl anderen slechts in lichten graad schuldig zijn. Bij de oprichting der maatschappij ont ving de notaris, die met het opmaken der statuten was belast, een certificaat van den bankier Péquignot, waarin deze mede deelde, dat het kwart gedeelte deraandee- len bij hem was gestort. In waarheid echter had slechts één enkelestorting plaats gehad nl. die van den heer Alvarez, een Spaansch importeur en gros, die te Parijs woonachtig is, en een bedrag van 50.000 francs had gestort, het kwart gedeelte van zijn inschrij ving van 200.000 francs. Aldus opgericht, kon deze maatschappij met 50.000 francs in contanten als kapitaal, natuurlijk niet veel uitrichten. Zij had ten doel de exploitatie van terreinen, bij Almeira in het Zuiden van Spanje gelegen, tusschen de Sierra Nevada en de zee. welke gronden onder den naam Adara bekend staan. Er zouden bevloeiingswerken worden aange legd, waardoor deze gronden de vrucht baarste ter wereld heetten te zullen worden. Daar de aandeelhouders echter hun geld niet gestort hadden, besloot de raad van beheer een obligatieleening uit te schrijven met als onderpand de beroemde terreinen van Adara. Er werden prachtige prospecti gedrukt en rondgezonden, waarin wel werd gezegd,-dat de bewuste gronden als onder pand werden gesteld, maar niet, dat de „Landbouwcredietbank voor het Zuiden van Spanje" er niet de eigenaresse van was, maar dat zij er slechts optie op had. De uitgifte van de 10.000 aandeelen van 500 francs had tot resultaat, dat meer dan 8000 inschrijvers iets meer dan 4 millioen francs in de brandkast der maatschappij deden vloeien. Toen Perez Caballero, nog vóór deze uitgifte, begon te begrijpen, dat zijn plaats niet aan het hoofd eener maat schappij was, die dergelijke uiterst gevaar lijke manipulaties verrichtte, diende hij z'n ontslag als voorzitter intoegevende aan de beden zijner collega's, stemde hy er echter in toe, dit onslag niet publiek te maken, waarvan de aanneming hem pas eenige maanden later werd beteekend. Hij werd aan het hoofd der maatschappij vervangen door den reeds genoemden Poinsignon. Op dal moment kwam de administrateur gedelegeerde der maatschappij. Péquignot, op een schitterende inval Aan de boorden van de Guadalquiver, bij Villamanrique be vonden zich, uitgesterkte moerassen, met een oppervlakte van 40.000 Hectaren, die men slechts had droog te leggen om er zeer winstgevende terreinen van temaken. Péquignot sloot een overeenkomst met M. Coumbart, prins Canta Cuzéne, die een syndicaat gevormd had voor den aankoop dezer terreinen. Het syndicaat kocht het zaakje voor 360.000 francs en verkocht het dadelijk weer aan de genoemde credietbank voor het sommotje van 4.00.000 francs, van welk bedrag het syndicaat 840.000 francs in geld en de rest in „obligaties" der maat- schappy ontving. Péquignot had niet veel moeite, om het zaakje door de Landbouwcredietbank te laten koopen. -De aandeelen waren bijna allen in zijn handen gebleven, en het viel hem gemakkelijk, een algemeene vergadering te beleggen, die tot den aankoop der moeras sen besloot. Van dien dag af leidde Péquignot een zeer weelderig leventje, hield jacht- en renpaarden alles betaald door de Pransche geldbeleggers, die waarschijnlijk geen centime van hun aandeeltje zullen terugzien. Een zonderlinge passagier. Uit den sneltnein, die omstreeks half twaalf 's middags komend uit de richting Hilversum de Muiderpoort zonder stoppen passeert, sprong Zaterdag uit een coupé derde klasse een jongmensch in Adam's costuum. Met een flinken smak viel hij uit den trein, die zooals men weet, bij het voorbij- ryden van het Muiderpoortstation, bijna niet zijn vaart verminderd. Bewusteloos bleef hij op het platvorm liggen. De toegeschoten beambten ontdekten, dat het grapje den man bovendien een bloedende hoofdwonde had opgeleverd.Ze droegen denbewustelooze 't kantoor binnen en telefoneerden om een brancard, waarmede de man eenige oogen- blikken later naar het Wilhelmina-gasthuis werd vervoerd. De man, die zich in de coupé geheel en al ontkleed had, bleek een zekere R. uit Bussum te zjjn. Vermoedt wordt, dat hij in een oogenblik van ontoerekenbaarheid, die zonderlinge grap uitgehaald heeft. (Tel) Journalistieke kunst. Men schrijft aan „Het Volk". In een plaats ergens in Drenthe gebeurde het volgende Een der slagers begon voor het eerst met den verkoop van Argentijnsch vleesch. De andere slagers waren over deze nieuwe concurrentie niet goed te spreken. Ze staken de koppen bij elkaar en zouden trachten met een ingezonden stuk in het plaatselijk blad de ingezetenen voor het minderwaardi ge ingevoerde vleesch te waarschuwen. Een slager kan evenwel beter met het mes dan met de pen omgaan. Daarom werd besloten den „journalist" ter plaatse in den arm te nemen. Uitvoerig werd deze met de kwestie op de hoogte gebracht en spoedig waren de heeren slagers in het bezit van een op pooten staand artikel, een plechtige verdediging van den Hollandschen veestapel en een harts- tochtelijken aanval op het ondeugdelijke Argentijnsche spul en op het slachtend indi vidu, dat de menschen dezen rommel in de maag wou stoppen. Toen de redacteur het stukje tel plaatsing ontving, stelde hij den aangevallen impor teur van het Argentijnsch vleesch ermee in kennis, om dezen gelegenheid te geven in hetzelfde nummer zijn verweer te plaat sen. Deze wilde hier natuurlijk gaarne gebruik van maken, had argumenten te over, maar- dezelfde moeilijkheid met het hanteeren der pen deed zich voor. Geen nood evenwel, hij zou.... den „journalist" roepen. Uitvoerig werd deze ingelicht en spoedig was de aangevallenen slager in het bezit van een hartstochtelijken aanval op zijn tegenstan ders. En zoo verschenen beide artikeltjes in hetzelfde nummer der krant, tot groote tevredenheid van beide partijen. En van den „journalist", die bij het verorberen van de uitstekende stukken inlandsch en Argen tijnsch vleesch, die als inspiratie-materiaal hadden moeten dieneD, meer dan ooit door drongen was van de belangrijkheid der journalistieke kunst. ErgerlijkIn le de Weteringsdwars straat no 61 te Amsterdam, woonde sinds eenigen tijd, geheel alleen, zekere Krook, een ongehuwde schippersknecht. En vanwege zijn beroep dat hem dikwijls, eenige dagen achtereen van huis hield, èn omdat de man een beetje eenzelvig was, bemoeiden de buren zich niet veel met hem en wisten betrekkelijk weinig van zijn doen en laten. Zondag 12 Januari, 's morgens, was Krook nog beneden in het Kelder winkeltje op no. 61 geweest om wat in te koopen, toen was hij weer naar zijn kamertje geklom men en had verder niets meer van zich laten hooren. De eerste dagen van de- week verliepen zooMaar ditmaal duurde de rust toch wel wat erg lang. De deur van het kamertje was op slot, daar binnen werd niets gehoord, niemand zag of merkte iets van Krook. Toen werd het den buren toch een beetje te geheimzinnigbovendien hing er in het heele huis zoo'n vreemde lucht, die de menschen eerst nog niet goed thuis konden brengen, totdat er een uitsprak wat de anderen alleen nog maar hadden durven denken, dat het een lijkenlucht kon zijn. Eindelijk, Dinsdag, werd hel te erg, een buurman waarschuwde de politie, deze brak met geweld de deur open en toen bleek de geheimzinnige stilte werkelijk de stilte des doods te zyn geweestop het bed lag een lijk. Dat was Dinsdag en, om nu maar eens kort te gaan, Donderdag lag het lijk er nog. Met recht zijn de buren dan ook veront waardigd. Door persoonlijke tusschenkomst van den betrokken wethouder, den heer Jitta, kwam eindelijk de Gezondheidsdienst Woeusdag- avond het Ujk kisten. Bij het echter.... de rest laat zich raden. Donderdag om 12 uur stond het er nog maar altijd En dat, terwijl op vier punten der stad lijkenbewaarplaatsen worden gevonden Is dat niet ergerlijk? vraagt het Nieuws blad voor Nederland, waaraan we boven staand relaas ontleenen. Door roekeloosheid. Te Zaamdam had een werkman, genaamd Binkhorst, werk zaam aan de stoomwasscherü der firma Latenstein en Van de Stadt, de onvoor zichtigheid met een schuitje, zonder dat dit van een waarschuwingslicht was voor zien, het zijkanaal G tusschen de Bleeker- straat en de Rangoonstraat over te steken, wat tengevolge had, dat hij door de van Amsterdam komende vrachtboot „Olievos", die het schuitje niet had gezien, werd overvaren. De onmiddellijk in het werk ge stelde pogingen om den man te redden, hadden geen resultaat. Zijn lijk werd eeni gen tijd daarna opgehaald. Gewoonlijk nam hij des avond ook nog twee meisjes in zijn schuitje mede, die op dezelfde fabriek werken. Deze waren juist eenige dagen geleden verhuisd, zoodat zij niet meer behoefden over te varen. Wijl de eigenaar van het overzetveer niet wilde, dat B. bij ruw weei overvoer, had deze zonder zijn voorkennis bet schuitje genomen. Vandaar ook, dat hij geen licht aan boord had. Arme kleine. Terwijl een moeder te Roden (Drenthe), haar twee jeugdige kin dereren, van 3 en van 5 jaar, een oogenblik alleen thuis liet, had een der kinderen het ongeluk een petroleumlamp om testooten, waardoor brand ontstond. Binnen enkele oogenblikken raakten de kleertjes der stumpers in vlam, waarna de kinderen in hulpeloozen toestand levend verbrandden. Toen de moeder thuis kwam, vond zy de kinderen dood en hun lijkjes verkoold. De dienstweigeraar. De milicein Kaay, uit Winkel, die Zaterdag uit de gevangenis ontslagen werd, waar h(j drie maanden had doorgebracht wegens dienstweigering, heeft Zaterdagmiddag en hedenochtend wederom dienst geweigerd. Hij wordt nu wederom voor den Krijgsraad gebracht. (Tel.) De voortvluchtige boekhouder der E. S. M. Men meldt uit Haarlem: De justitie gelastte een instructie tegen den voortvluchtigen boekhouder der E. S. M., J. W. Platteel, wegens verduistering van gelden. (Tel.) Mishandeling met doodelijk gevolg. In het ziekenhuis te Rotterdam is over leden de Zweedsche stoker S. U., die d6 vorige week bij een vechtpartij door een Russischen zeeman met een mes in de linker zijde gestoken werd. (Tel.) Ongelukken. Donderdag keerde de vrachtrijder H. Mengerdorp met zyn voertuig huiswaarts, zoo meldt de „L. K.". Kort aan zijn woon huis te Groenstraat (L.) werden de paarden schuw. M. kreeg een stoot van een boom der kar tegen de borsth(j zonk al kermende neer en werd in een café binnengedragen. Geestelijke en geneeskundige hulp werd ingeroepen en was spoedig aanwezig; de ongelukkige ontving nog het H. Oliesel, doch gaf spoedig den geest. Eenigen tijd geleden werd eenschippers knecht te Hattum, naar de „Zw. Ct." meldt, vermist, zoodat het vermoeden ontstond, dat hij 's avonds bij het gaan naar zijn schip door de heerscbende duisternis mis leid, van de plank in het water was ge- loopen. Door den vader werd toen f 10 uitgeloofd aan degene, die inlichtingen kon geven betreffende den jongen man. Zaterdagmorgen is het Ujk bij de spoorbrug op het grondgebied der gemeente Oldebroek gevonden, zoodat het vermoeden waarheid bleek. Zaterdagavond 10 uur hoorde een agent van den politiepost Rijnkade te Arnhem hulpgeroep. Met een dreg naar buiten snellend, merkte hij, dat een man in den Rijn lag. Met behulp van eenige brugknecbts werd de drenkeling op het droge gebracht. Het bleek te zijn zekere H. v. d. M. uit Ede, die in dronkenschap te water was geraakt. Hij is overgebracht naar het stede lijk ziekenhuis. Vermist. Een Haarlemsche berichtgever meldt: Sedert Zondagmorgen wordt hier ter stede vermist de 16-jarige zoon van den beer Clausing. Hij ging des ochtends om 9 uur van huis en zou naar het H. F. C.-terrein gaan, om daar in een wedstrijd van het zesde elftal mee te spelen. Hij zou dan des middags naar de match H.F.C.-V.O.C. gaan en had daarom zyn boterhammen meege nomen. Opmerkelijk is echter, dat hij geen voetbalingrediSnten bü zich had, toen hij het huis verliet. Van dit oogenblik af heeft men geen spoor meer van den jongen be merkt. Heden zocht de politie, in gezelschap van den vader, de omstreken af met een politiehond. (Tel. Zakkenrollen. In een café aan den Schiedamschendijk te Rotterdam is de hofmeester A. P. van het Engelse he st. Drantwood een portemo- naie ontrold met f 700. (Tel.) Aangehouden. Een paar maanden geleden had te Dene kamp overdag een brutale inbraak met diefstal plaats bij den landbouwer N. De dief, door de huisvrouw van N. op heeter- daad betrapt, wist te ontkomen met ver schillende gouden sieraden en wat geld. Thans heeft de politie te Enschedé aange houden een zekeren Wilhelm P., ontsnapt uit de gevangenis te Harderwijk, als de vermoedelijke dader. Een der gestolen ringen met den naam van N.'s huisvrouw er in gegraveerd, droeg hij nog aan zijn vinger. Een gedeelte van hel overige gestolen goud werk is bij een goudsmid teruggevonden, alsmede een gestolen zijden halsdoek. De aangehoudene schijnt nog meer op zijn kerfstok te hebben. (Zw. Ct.) Een arbeider, die Zaterdagavond aan het station te Arnhem bezig was goederen van een handwagen over te laden in een goe derenwagen, had het ongeluk doordien een locomotief den goederenwagen „opduwde", tusschen den waggon en den handwagen bekneld te raken. Zijn rechterbeen werd ernstig gewond. Hij is opgenomen in het Diaconessenhuis. (Tel.) Veelbelovende jongens. De zadelmaker Loomans, te Breda, zond een leerjongen A. S. verblijvend in het Wil- lebrordusgesticht, met een bedrag van f240 naar een kassier, ten einde daarvoor een chèque te halen. De leerjongen ging echter naar smid H. en vroeg dezen of diens leer jongen v. H., eveneens in bovengenoemd verblijvend, met hem mee mocht gaan, aangezien ei volgens zijn beweren, familie uit Duitschland over was. In plaats van naar het gesticht te gaan, zijn de knapen er met het geld vandoor. De politie stelt een onderzoek naar hen in. (Tel.) Onverantwoordelijke kunstenmakerij. In het circus „Scandinavië", dat te Rotter dam in het circus Variété speelt, zou ook optreden de kunstenmaker Joseph Cokes uit Praag, die onder den naam van Gadbin Ileen sprong van 30 Meter zou doen. Hij plaatste zich daartoe in den nok van het circus op een platform, duikelde b(j het nemen van zijn sprong om, moest dan met zijn handen op een plank, liggende met een hoek van 45 graden, te land komen en verder langs die plank glijden, aan het einde waarvan hij door 10 man moest worden opgevangen. Er was geen net onder de verschillende toe stellen. Zondagavond nam hij zyn sprong verkeerd, kwam, in plaats vaD met zijn handen, met zijn voeten op de plank terecht, sloeg om en werd bewusteloos opgevangen en weggedragen. Dr. Thomee, wiens hulp werd ingeroepen, constateerde een ernstige schedelbreuk, zoodat zijn toestand zorgelijk is. Zijn vrouw was getuige van het ongeval en ook in de stampvolle zaal verwekte het groote consternatie. Zijn voorganger heeft onlangs te Berlijn dit waagstuk met zijn leven moeten betalen. (Tel.) (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Waarom is de handel niet vrij 2 Ik (Th. v. d. Made) was in de Oude Tonge aan het venten, toen de Gemeente veldwach ter b(j _mjj kwam en vroeg of ik vergunning had. Ik antwoorde neen. Waarop ik mijn kist open deed en antwoorde, ik heb vol doenden handel om te venten. (Daar zat ongeveer voor vijftig h zestig gulden iD.) Waarop wij samen naar den burgemeester gingen om vergunning te vragen Toen ik geklopt had en de deur open deed wou h(j m(j oogenblikkelijk met handgebaar doen verwijderen. Ik voldeed daaraan niet want de burgemeester zit toch voor iedereen; dus voor mij ook. Ik vroeg om vergunning maar het werd mij geweigerd. Ik antwoordde dat ik toch doorging met venten wat ik ook gedaan heb. De vrouw van C. Nolf is Donderdag 1.1. ook om vergunning geweest maar hij stond ze nog niet eens te spraak want ze wou de papieren voor haar man uit het ooglijders gesticht van Utrecht laten zien maar bij wou nergens vau hooren. Nu vraag ik nogmaals waarom is de handel voor een ieder fat soenlijk mensch niet vrü Th. v. d. MADE. Aan Dr. W. J. Arends, te Oude Tonge. Geachte Dokter. Geen weldenkend mensch zal na lezing van uw ingezonden stuk „Groene Kruis" nog twijfelen aan uwe goede bedoelingen ■om het lijden der menschheid te willen helpen verzachten, ja beter nog, trachten het te voorkomen. U geeft om ziekten te voorkomen ver schillende middelen aan, o.a„het ver spreiden van geschriften waarin gewezen wordt hoe men ziekten en kwalen kan leeren voorkomen, hoe de zuigeling moet behandeld worden, hoe de schooljeugd, enz. enz." Aanbeveling verdient het dit enz. aan te vullen met: hoe de onvoldoend ge- voedde, slecht gehuisveste, overwerkte, vóór den tijd oud geworden werkman of arbeiders vrouw moeten behandeld worden, hoe hunne op fabriek en werkplaats afgebeulde kin deren, hoe de werklooze, hoe de niet meer werken kunnende, enz. Verder zegt U „ook door bet houden van cursussen voor jonge moeders en bakers, voor errsteuulp bij ongevallen en het aandringen bij de bevoegde macht op 't beter afvoeren van faecalién, 't dempen van stinkende slooten en poelen, de keuring van levensmiddelen, *t oprichten van badaangelegenheden enz, enz." Ook dit enz. aan te vullen methet houden van cursussen over het bekomen van goed en voldoende voeding, idem kleeding, idem huisvesting, idem onderwijs, idem ontspanning, enz. Niemand beter dan een geneesheer kan weten wat de oorzaken zijn van ziekten en bekend zijn met de middelen om ze te genezen of te voorkomen. En het moet voor een consciëntieus medicus een hard gelag wezen, wanneer hij aan een ziekbed staat en tegenover de oorzaken der ziekte, als: Krotwoningen, slechte en onvoldoende voeding en kleeding, ongezonde en over matige arbeid, machteloos is. Evenzoo als hij den zieke voorschrijft versterkende middelen, frissche lucht- en waterbaden en meer andere hygiënische middelen, wetende dat zijn patient dit alles niet kan bekomen. En nu heeft men gemeend in het „Groene Kruis" een middel te vinden, om dit alles zooveel mogelijk te kunnen bereiken. Zou men nu werkelijk meenen hier in het mid del te hebben gevonden Zoo ja, dan be driegt men zich zelf en anderen. Neen, beste dokter, het is, hoe goed misschien ook bedoeld, een lapmiddel, omdat men niet doordringt tot de grondoorzaken. De resultaten kunnen niet anders zijn dat wat de schrijver van de brochure: „De tuber culose en haar bestrijding" o.m. zegt„het is steeds dezelfde geschiedenis: gasthuis, aangesterkt, instorting, opkweeking, weer terugval, en eindelijk niet meer opstaan".... Wat geeft het uitzenden van vacantieko- lonies, als de kinderen nh terugkeer weer komen in dezelfde omstandigheden als waar door hun ziekte ontstond? Maar, zegt u misschien, ge hebt toch gelezen dat we juist die oorzaken willen trachten op te heffen door aan te dringen bij de bevoegde macht op dit en dat en nog wat. Alweer, beste dokter, dan is men aan een verkeerd kantoor 1 Die „bevoegde macht" geeft liever milli- oenen uit voor oorlogstuig, waarmede men niets anders bereikt dan de wreedheden en ■ellenden van het oorlogsveld men leze fie Balkangruwelen dan dat zy zich druk .zou maken over de nooden des volks; daar voor is immers nooit geld! Op de staatsbegrooting van Nederland is -dit jaar het oorlogsbudget vermeerderd met 3 millioen gulden en de post „Volksgezond heid" verminderd met 150,000 gulden, niet tegenstaande de Centrale Vereeniging voor Tuberculose betoogt, dat er groote behoefte is aan meer steun; wilt u nog beter bewijs? Toen ik te Bergen op Zoom in garnizoen was, heb ik eens een pater in een preek hooren uitroepenweg met die mannekes met glimmende kneupkens"; ZjjnEerwaarde had het toen meer speciaal tegen „de jonge meiskes". Maar ik herhaal dezen uitroep in eenigszins anderen toon, en tegen ieder een Weg met het militairisme in al zijn vormen, wij kunnen de millioenen daaraan vermorst vrij wat nuttiger besteden. Dan moet men behalve de reeds ge noemde ook cursussen organtseeren, om 4en menschen den zin en wijde strekking te doen begrijpen van het gebod: „Gij zult niet stelen" en daarbij stellingen verduide lijken als bijv.: „Evenals de oorzaak met het gevolg, zoo nauw behoort de vrucht van den arbeid als ïechtvaardig eigendom verbonden te zijn met hem, die den arbeid verriebt heeft." (Encycliek Rerum Novarum van Paus Leo XIII.) Niet dus de vruchten van den arbeid voor het leeuwendeel aan hen die niet arbeiden, waardoor de geneesheeren thans in hoofd zaak slechts twee categoriön van patiënten te behandelen hebben, nl. eene die zich heeft overeten, en de andere die niet genoeg heeft te eten. En hierin moeten dominee's en andere geestelijken flink mede helpen door b.v. te preeken over Mattheus 23Marcus 1017 23Lukas 3:11; Handelingen 432 en 34 Jacobus 5:1—7, enz. enz. Laat het Groene Kruis (voorloopig) leni gen waar te lenigen is, als men het maar niet gebruikt als zoethouwertje en de men schen er door tracht af te houden van de opsporing en bestrijding der werkelijke oor zaken van vele misères in het leven, gelijk men een kind een fopspeentje in den mond stopt inplaats van de gevulde moederborst. Alle philantropie is voor de bezitloozen slechts uitstel van executie. Radicale middelen dus dokter,,geen pleis ters op stinkende wonden, dit is in strijd inet een verstandige geneeskunde.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 6