iv
Binnenland.
Ingezonden Stukken.
het verschaffen van correspondentie-midde
len, onderdak of plaatsen van samenkomst
aan misdadigers.
Het proces zal geleid worden door rechter
Cournaud, terwijl de procureur-generaal,
mr. Pabre, als vertegenwoordiger van het
openbaar ministerie zal fungeeren,bijgestaan
door Mr. Block Laroque.
Een leeuw in een schouwburgzaal.
Gedurende de voorstelling van een zeer
realistisch drama „Dévorée" getiteld, in het
Théhtre de Belleville, te Parijs, ontsnapte
Zaterdagavond een „medespelende" leeuw
uit zijn kooi. Bij de wilde vlucht van de toe
schouwers naar de uitgangen, werden er
vijf licht gewond.
In het laatste bedrijf van het stuk wordt
een leeuw in een kooi op het tooneel ge
bracht. Op dien Zaterdagavond echter was
de deur van de kooi door een noodlottig
verzuim niet goed gesloten. Het wilde dier
liep ongehinderd zijn kooi uit, en wandelde
langzaam het tooneel over, tot bij de voet
lichten.
Het publiek holde naar de uitgangen en
uitte zulke snerpende angstkreten, dat de
ontstelde leeuw, verschrikt door het lawaai,
over het voetlicht in een zijloge sprong,
waar zjjn bewaker hem opving en zonder
verdere ongelukken weer in zijn kooi terug
bracht. (Tel).
Een opzienbarend millioenen-proces te Parijs.
De Parijsche rechter van instructie. Drioux
instrueert thans reeds langer dan een jaar
de zaak van de „Landbouwcredietbank voor
het Zuiden van Spanje", "die eenige mil-
lioenen frs. heeft gekost aan de Pransche
spaarbanken en waardoor een aantal man
nen van aanzien in Spanje zoowel als in
Frankrijk gecompromitteerd zijn.
De feiten hebben zich aldus toegedragen
In 1911 werd te Parijs de bovengenoemde
credietbank opgericht met een kapitaal van
5 millioen francs. Als president van de
vestuursraad trad de Spaansche ex-minister
ban Buitenlandsche Zaken, groot-officier
van het Legioen van Eer, Perez Caballero,
op, die toen reeds Spaansch gezant te Parijs
was. Zijn administrateurs waren Carrascossa
ex-senator, Natioco Rivae, een in Spanje
bekend politicus, Tirto Rodriguanez y Sa-
gasta, beheerder van de Banque d'Espagne,
en vier Franschen, die hooge posities be-
kleeden of bekleed hadden, n.l. de heeren
Poinsignon, Proment Neurice, deNolhacen
Gabriel Portin.
Al die administrateurs, uitgezonderd
Perez Caballero, die zich in zijn kwaliteit
van gezant in diplomatieke onaantastbaar
beid verheugt, zijn thans in staat van be
schuldiging gesteld. Het behoort nu tot de
taak van den rechter van instructie, uit
te maken in hoeverre ieder der beschuldig
den verantwoordelijk moet worden gesteld.
Reeds nu schijnt het vast te staan, dat
sommigen als onbewuste slachtoffers der
bedreven knoeierijen moeten worden be
schouwd, terwijl anderen slechts in lichten
graad schuldig zijn.
Bij de oprichting der maatschappij ont
ving de notaris, die met het opmaken der
statuten was belast, een certificaat van
den bankier Péquignot, waarin deze mede
deelde, dat het kwart gedeelte deraandee-
len bij hem was gestort. In waarheid echter
had slechts één enkelestorting plaats gehad
nl. die van den heer Alvarez, een Spaansch
importeur en gros, die te Parijs woonachtig
is, en een bedrag van 50.000 francs had
gestort, het kwart gedeelte van zijn inschrij
ving van 200.000 francs.
Aldus opgericht, kon deze maatschappij
met 50.000 francs in contanten als kapitaal,
natuurlijk niet veel uitrichten. Zij had ten
doel de exploitatie van terreinen, bij Almeira
in het Zuiden van Spanje gelegen, tusschen
de Sierra Nevada en de zee. welke gronden
onder den naam Adara bekend staan. Er
zouden bevloeiingswerken worden aange
legd, waardoor deze gronden de vrucht
baarste ter wereld heetten te zullen worden.
Daar de aandeelhouders echter hun geld
niet gestort hadden, besloot de raad van
beheer een obligatieleening uit te schrijven
met als onderpand de beroemde terreinen
van Adara. Er werden prachtige prospecti
gedrukt en rondgezonden, waarin wel werd
gezegd,-dat de bewuste gronden als onder
pand werden gesteld, maar niet, dat de
„Landbouwcredietbank voor het Zuiden
van Spanje" er niet de eigenaresse van was,
maar dat zij er slechts optie op had.
De uitgifte van de 10.000 aandeelen van
500 francs had tot resultaat, dat meer dan
8000 inschrijvers iets meer dan 4 millioen
francs in de brandkast der maatschappij
deden vloeien. Toen Perez Caballero, nog
vóór deze uitgifte, begon te begrijpen, dat
zijn plaats niet aan het hoofd eener maat
schappij was, die dergelijke uiterst gevaar
lijke manipulaties verrichtte, diende hij z'n
ontslag als voorzitter intoegevende aan
de beden zijner collega's, stemde hy er
echter in toe, dit onslag niet publiek te
maken, waarvan de aanneming hem pas
eenige maanden later werd beteekend. Hij
werd aan het hoofd der maatschappij
vervangen door den reeds genoemden
Poinsignon.
Op dal moment kwam de administrateur
gedelegeerde der maatschappij. Péquignot,
op een schitterende inval Aan de boorden
van de Guadalquiver, bij Villamanrique be
vonden zich, uitgesterkte moerassen, met
een oppervlakte van 40.000 Hectaren, die
men slechts had droog te leggen om er
zeer winstgevende terreinen van temaken.
Péquignot sloot een overeenkomst met M.
Coumbart, prins Canta Cuzéne, die een
syndicaat gevormd had voor den aankoop
dezer terreinen. Het syndicaat kocht het
zaakje voor 360.000 francs en verkocht het
dadelijk weer aan de genoemde credietbank
voor het sommotje van 4.00.000 francs, van
welk bedrag het syndicaat 840.000 francs
in geld en de rest in „obligaties" der maat-
schappy ontving.
Péquignot had niet veel moeite, om het
zaakje door de Landbouwcredietbank te laten
koopen. -De aandeelen waren bijna allen
in zijn handen gebleven, en het viel hem
gemakkelijk, een algemeene vergadering te
beleggen, die tot den aankoop der moeras
sen besloot.
Van dien dag af leidde Péquignot een
zeer weelderig leventje, hield jacht- en
renpaarden alles betaald door de Pransche
geldbeleggers, die waarschijnlijk geen
centime van hun aandeeltje zullen terugzien.
Een zonderlinge passagier.
Uit den sneltnein, die omstreeks half
twaalf 's middags komend uit de richting
Hilversum de Muiderpoort zonder stoppen
passeert, sprong Zaterdag uit een coupé
derde klasse een jongmensch in Adam's
costuum.
Met een flinken smak viel hij uit den
trein, die zooals men weet, bij het voorbij-
ryden van het Muiderpoortstation, bijna niet
zijn vaart verminderd. Bewusteloos bleef
hij op het platvorm liggen. De toegeschoten
beambten ontdekten, dat het grapje den
man bovendien een bloedende hoofdwonde
had opgeleverd.Ze droegen denbewustelooze
't kantoor binnen en telefoneerden om een
brancard, waarmede de man eenige oogen-
blikken later naar het Wilhelmina-gasthuis
werd vervoerd. De man, die zich in de coupé
geheel en al ontkleed had, bleek een zekere
R. uit Bussum te zjjn.
Vermoedt wordt, dat hij in een oogenblik
van ontoerekenbaarheid, die zonderlinge
grap uitgehaald heeft. (Tel)
Journalistieke kunst.
Men schrijft aan „Het Volk".
In een plaats ergens in Drenthe gebeurde
het volgende
Een der slagers begon voor het eerst
met den verkoop van Argentijnsch vleesch.
De andere slagers waren over deze nieuwe
concurrentie niet goed te spreken. Ze staken
de koppen bij elkaar en zouden trachten
met een ingezonden stuk in het plaatselijk
blad de ingezetenen voor het minderwaardi
ge ingevoerde vleesch te waarschuwen. Een
slager kan evenwel beter met het mes dan
met de pen omgaan. Daarom werd besloten
den „journalist" ter plaatse in den arm te
nemen. Uitvoerig werd deze met de kwestie
op de hoogte gebracht en spoedig waren de
heeren slagers in het bezit van een op pooten
staand artikel, een plechtige verdediging van
den Hollandschen veestapel en een harts-
tochtelijken aanval op het ondeugdelijke
Argentijnsche spul en op het slachtend indi
vidu, dat de menschen dezen rommel in de
maag wou stoppen.
Toen de redacteur het stukje tel plaatsing
ontving, stelde hij den aangevallen impor
teur van het Argentijnsch vleesch ermee
in kennis, om dezen gelegenheid te geven
in hetzelfde nummer zijn verweer te plaat
sen.
Deze wilde hier natuurlijk gaarne gebruik
van maken, had argumenten te over, maar-
dezelfde moeilijkheid met het hanteeren der
pen deed zich voor. Geen nood evenwel, hij
zou.... den „journalist" roepen. Uitvoerig
werd deze ingelicht en spoedig was de
aangevallenen slager in het bezit van een
hartstochtelijken aanval op zijn tegenstan
ders.
En zoo verschenen beide artikeltjes in
hetzelfde nummer der krant, tot groote
tevredenheid van beide partijen. En van den
„journalist", die bij het verorberen van de
uitstekende stukken inlandsch en Argen
tijnsch vleesch, die als inspiratie-materiaal
hadden moeten dieneD, meer dan ooit door
drongen was van de belangrijkheid der
journalistieke kunst.
ErgerlijkIn le de Weteringsdwars
straat no 61 te Amsterdam, woonde sinds
eenigen tijd, geheel alleen, zekere Krook,
een ongehuwde schippersknecht.
En vanwege zijn beroep dat hem dikwijls,
eenige dagen achtereen van huis hield, èn
omdat de man een beetje eenzelvig was,
bemoeiden de buren zich niet veel met hem
en wisten betrekkelijk weinig van zijn doen
en laten.
Zondag 12 Januari, 's morgens, was
Krook nog beneden in het Kelder winkeltje
op no. 61 geweest om wat in te koopen,
toen was hij weer naar zijn kamertje geklom
men en had verder niets meer van zich
laten hooren.
De eerste dagen van de- week verliepen
zooMaar ditmaal duurde de rust toch
wel wat erg lang.
De deur van het kamertje was op slot,
daar binnen werd niets gehoord, niemand
zag of merkte iets van Krook.
Toen werd het den buren toch een beetje
te geheimzinnigbovendien hing er in het
heele huis zoo'n vreemde lucht, die de
menschen eerst nog niet goed thuis konden
brengen, totdat er een uitsprak wat de
anderen alleen nog maar hadden durven
denken, dat het een lijkenlucht kon zijn.
Eindelijk, Dinsdag, werd hel te erg, een
buurman waarschuwde de politie, deze
brak met geweld de deur open en toen bleek
de geheimzinnige stilte werkelijk de stilte
des doods te zyn geweestop het bed
lag een lijk.
Dat was Dinsdag en, om nu maar eens
kort te gaan, Donderdag lag het lijk er
nog.
Met recht zijn de buren dan ook veront
waardigd.
Door persoonlijke tusschenkomst van den
betrokken wethouder, den heer Jitta, kwam
eindelijk de Gezondheidsdienst Woeusdag-
avond het Ujk kisten. Bij het echter.... de
rest laat zich raden.
Donderdag om 12 uur stond het er nog
maar altijd
En dat, terwijl op vier punten der stad
lijkenbewaarplaatsen worden gevonden
Is dat niet ergerlijk? vraagt het Nieuws
blad voor Nederland, waaraan we boven
staand relaas ontleenen.
Door roekeloosheid. Te Zaamdam had
een werkman, genaamd Binkhorst, werk
zaam aan de stoomwasscherü der firma
Latenstein en Van de Stadt, de onvoor
zichtigheid met een schuitje, zonder dat
dit van een waarschuwingslicht was voor
zien, het zijkanaal G tusschen de Bleeker-
straat en de Rangoonstraat over te steken,
wat tengevolge had, dat hij door de van
Amsterdam komende vrachtboot „Olievos",
die het schuitje niet had gezien, werd
overvaren. De onmiddellijk in het werk ge
stelde pogingen om den man te redden,
hadden geen resultaat. Zijn lijk werd eeni
gen tijd daarna opgehaald.
Gewoonlijk nam hij des avond ook nog
twee meisjes in zijn schuitje mede, die op
dezelfde fabriek werken. Deze waren juist
eenige dagen geleden verhuisd, zoodat zij
niet meer behoefden over te varen.
Wijl de eigenaar van het overzetveer
niet wilde, dat B. bij ruw weei overvoer,
had deze zonder zijn voorkennis bet schuitje
genomen. Vandaar ook, dat hij geen licht
aan boord had.
Arme kleine. Terwijl een moeder te
Roden (Drenthe), haar twee jeugdige kin
dereren, van 3 en van 5 jaar, een oogenblik
alleen thuis liet, had een der kinderen het
ongeluk een petroleumlamp om testooten,
waardoor brand ontstond.
Binnen enkele oogenblikken raakten de
kleertjes der stumpers in vlam, waarna
de kinderen in hulpeloozen toestand levend
verbrandden.
Toen de moeder thuis kwam, vond zy de
kinderen dood en hun lijkjes verkoold.
De dienstweigeraar.
De milicein Kaay, uit Winkel, die Zaterdag
uit de gevangenis ontslagen werd, waar
h(j drie maanden had doorgebracht wegens
dienstweigering, heeft Zaterdagmiddag en
hedenochtend wederom dienst geweigerd.
Hij wordt nu wederom voor den Krijgsraad
gebracht. (Tel.)
De voortvluchtige boekhouder der E. S. M.
Men meldt uit Haarlem:
De justitie gelastte een instructie tegen
den voortvluchtigen boekhouder der E. S.
M., J. W. Platteel, wegens verduistering van
gelden. (Tel.)
Mishandeling met doodelijk gevolg.
In het ziekenhuis te Rotterdam is over
leden de Zweedsche stoker S. U., die d6
vorige week bij een vechtpartij door een
Russischen zeeman met een mes in de linker
zijde gestoken werd. (Tel.)
Ongelukken.
Donderdag keerde de vrachtrijder H.
Mengerdorp met zyn voertuig huiswaarts,
zoo meldt de „L. K.". Kort aan zijn woon
huis te Groenstraat (L.) werden de paarden
schuw. M. kreeg een stoot van een boom
der kar tegen de borsth(j zonk al kermende
neer en werd in een café binnengedragen.
Geestelijke en geneeskundige hulp werd
ingeroepen en was spoedig aanwezig; de
ongelukkige ontving nog het H. Oliesel,
doch gaf spoedig den geest.
Eenigen tijd geleden werd eenschippers
knecht te Hattum, naar de „Zw. Ct." meldt,
vermist, zoodat het vermoeden ontstond,
dat hij 's avonds bij het gaan naar zijn
schip door de heerscbende duisternis mis
leid, van de plank in het water was ge-
loopen.
Door den vader werd toen f 10 uitgeloofd
aan degene, die inlichtingen kon geven
betreffende den jongen man.
Zaterdagmorgen is het Ujk bij de spoorbrug
op het grondgebied der gemeente Oldebroek
gevonden, zoodat het vermoeden waarheid
bleek.
Zaterdagavond 10 uur hoorde een agent
van den politiepost Rijnkade te Arnhem
hulpgeroep. Met een dreg naar buiten
snellend, merkte hij, dat een man in den
Rijn lag. Met behulp van eenige brugknecbts
werd de drenkeling op het droge gebracht.
Het bleek te zijn zekere H. v. d. M. uit
Ede, die in dronkenschap te water was
geraakt. Hij is overgebracht naar het stede
lijk ziekenhuis.
Vermist.
Een Haarlemsche berichtgever meldt:
Sedert Zondagmorgen wordt hier ter stede
vermist de 16-jarige zoon van den beer
Clausing. Hij ging des ochtends om 9 uur
van huis en zou naar het H. F. C.-terrein
gaan, om daar in een wedstrijd van het
zesde elftal mee te spelen. Hij zou dan des
middags naar de match H.F.C.-V.O.C. gaan
en had daarom zyn boterhammen meege
nomen. Opmerkelijk is echter, dat hij geen
voetbalingrediSnten bü zich had, toen hij
het huis verliet. Van dit oogenblik af heeft
men geen spoor meer van den jongen be
merkt. Heden zocht de politie, in gezelschap
van den vader, de omstreken af met een
politiehond. (Tel.
Zakkenrollen.
In een café aan den Schiedamschendijk
te Rotterdam is de hofmeester A. P. van
het Engelse he st. Drantwood een portemo-
naie ontrold met f 700. (Tel.)
Aangehouden.
Een paar maanden geleden had te Dene
kamp overdag een brutale inbraak met
diefstal plaats bij den landbouwer N. De
dief, door de huisvrouw van N. op heeter-
daad betrapt, wist te ontkomen met ver
schillende gouden sieraden en wat geld.
Thans heeft de politie te Enschedé aange
houden een zekeren Wilhelm P., ontsnapt
uit de gevangenis te Harderwijk, als de
vermoedelijke dader. Een der gestolen ringen
met den naam van N.'s huisvrouw er in
gegraveerd, droeg hij nog aan zijn vinger.
Een gedeelte van hel overige gestolen goud
werk is bij een goudsmid teruggevonden,
alsmede een gestolen zijden halsdoek. De
aangehoudene schijnt nog meer op zijn
kerfstok te hebben. (Zw. Ct.)
Een arbeider, die Zaterdagavond aan het
station te Arnhem bezig was goederen van
een handwagen over te laden in een goe
derenwagen, had het ongeluk doordien een
locomotief den goederenwagen „opduwde",
tusschen den waggon en den handwagen
bekneld te raken. Zijn rechterbeen werd
ernstig gewond. Hij is opgenomen in het
Diaconessenhuis. (Tel.)
Veelbelovende jongens.
De zadelmaker Loomans, te Breda, zond
een leerjongen A. S. verblijvend in het Wil-
lebrordusgesticht, met een bedrag van f240
naar een kassier, ten einde daarvoor een
chèque te halen. De leerjongen ging echter
naar smid H. en vroeg dezen of diens leer
jongen v. H., eveneens in bovengenoemd
verblijvend, met hem mee mocht gaan,
aangezien ei volgens zijn beweren, familie
uit Duitschland over was. In plaats van
naar het gesticht te gaan, zijn de knapen
er met het geld vandoor. De politie stelt
een onderzoek naar hen in. (Tel.)
Onverantwoordelijke kunstenmakerij.
In het circus „Scandinavië", dat te Rotter
dam in het circus Variété speelt, zou ook
optreden de kunstenmaker Joseph Cokes uit
Praag, die onder den naam van Gadbin Ileen
sprong van 30 Meter zou doen. Hij plaatste
zich daartoe in den nok van het circus op een
platform, duikelde b(j het nemen van zijn
sprong om, moest dan met zijn handen op
een plank, liggende met een hoek van 45
graden, te land komen en verder langs die
plank glijden, aan het einde waarvan hij
door 10 man moest worden opgevangen. Er
was geen net onder de verschillende toe
stellen. Zondagavond nam hij zyn sprong
verkeerd, kwam, in plaats vaD met zijn
handen, met zijn voeten op de plank terecht,
sloeg om en werd bewusteloos opgevangen
en weggedragen. Dr. Thomee, wiens hulp
werd ingeroepen, constateerde een ernstige
schedelbreuk, zoodat zijn toestand zorgelijk
is. Zijn vrouw was getuige van het ongeval
en ook in de stampvolle zaal verwekte het
groote consternatie. Zijn voorganger heeft
onlangs te Berlijn dit waagstuk met zijn
leven moeten betalen. (Tel.)
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Waarom is de handel niet vrij 2
Ik (Th. v. d. Made) was in de Oude Tonge
aan het venten, toen de Gemeente veldwach
ter b(j _mjj kwam en vroeg of ik vergunning
had. Ik antwoorde neen. Waarop ik mijn
kist open deed en antwoorde, ik heb vol
doenden handel om te venten. (Daar zat
ongeveer voor vijftig h zestig gulden iD.)
Waarop wij samen naar den burgemeester
gingen om vergunning te vragen Toen ik
geklopt had en de deur open deed wou h(j
m(j oogenblikkelijk met handgebaar doen
verwijderen. Ik voldeed daaraan niet want
de burgemeester zit toch voor iedereen;
dus voor mij ook.
Ik vroeg om vergunning maar het werd
mij geweigerd.
Ik antwoordde dat ik toch doorging met
venten wat ik ook gedaan heb.
De vrouw van C. Nolf is Donderdag 1.1.
ook om vergunning geweest maar hij stond
ze nog niet eens te spraak want ze wou
de papieren voor haar man uit het ooglijders
gesticht van Utrecht laten zien maar bij wou
nergens vau hooren. Nu vraag ik nogmaals
waarom is de handel voor een ieder fat
soenlijk mensch niet vrü
Th. v. d. MADE.
Aan
Dr. W. J. Arends, te Oude Tonge.
Geachte Dokter.
Geen weldenkend mensch zal na lezing
van uw ingezonden stuk „Groene Kruis"
nog twijfelen aan uwe goede bedoelingen
■om het lijden der menschheid te willen
helpen verzachten, ja beter nog, trachten
het te voorkomen.
U geeft om ziekten te voorkomen ver
schillende middelen aan, o.a„het ver
spreiden van geschriften waarin gewezen
wordt hoe men ziekten en kwalen kan
leeren voorkomen, hoe de zuigeling moet
behandeld worden, hoe de schooljeugd, enz.
enz." Aanbeveling verdient het dit enz.
aan te vullen met: hoe de onvoldoend ge-
voedde, slecht gehuisveste, overwerkte, vóór
den tijd oud geworden werkman of arbeiders
vrouw moeten behandeld worden, hoe hunne
op fabriek en werkplaats afgebeulde kin
deren, hoe de werklooze, hoe de niet meer
werken kunnende, enz. Verder zegt U
„ook door bet houden van cursussen voor
jonge moeders en bakers, voor errsteuulp
bij ongevallen en het aandringen bij de
bevoegde macht op 't beter afvoeren van
faecalién, 't dempen van stinkende slooten
en poelen, de keuring van levensmiddelen,
*t oprichten van badaangelegenheden enz,
enz."
Ook dit enz. aan te vullen methet
houden van cursussen over het bekomen
van goed en voldoende voeding, idem
kleeding, idem huisvesting, idem onderwijs,
idem ontspanning, enz.
Niemand beter dan een geneesheer kan
weten wat de oorzaken zijn van ziekten
en bekend zijn met de middelen om ze te
genezen of te voorkomen. En het moet
voor een consciëntieus medicus een hard
gelag wezen, wanneer hij aan een ziekbed
staat en tegenover de oorzaken der ziekte,
als: Krotwoningen, slechte en onvoldoende
voeding en kleeding, ongezonde en over
matige arbeid, machteloos is.
Evenzoo als hij den zieke voorschrijft
versterkende middelen, frissche lucht- en
waterbaden en meer andere hygiënische
middelen, wetende dat zijn patient dit
alles niet kan bekomen.
En nu heeft men gemeend in het „Groene
Kruis" een middel te vinden, om dit alles
zooveel mogelijk te kunnen bereiken. Zou
men nu werkelijk meenen hier in het mid
del te hebben gevonden Zoo ja, dan be
driegt men zich zelf en anderen. Neen,
beste dokter, het is, hoe goed misschien
ook bedoeld, een lapmiddel, omdat men
niet doordringt tot de grondoorzaken. De
resultaten kunnen niet anders zijn dat wat
de schrijver van de brochure: „De tuber
culose en haar bestrijding" o.m. zegt„het
is steeds dezelfde geschiedenis: gasthuis,
aangesterkt, instorting, opkweeking, weer
terugval, en eindelijk niet meer opstaan"....
Wat geeft het uitzenden van vacantieko-
lonies, als de kinderen nh terugkeer weer
komen in dezelfde omstandigheden als waar
door hun ziekte ontstond?
Maar, zegt u misschien, ge hebt toch
gelezen dat we juist die oorzaken willen
trachten op te heffen door aan te dringen
bij de bevoegde macht op dit en dat en
nog wat. Alweer, beste dokter, dan is men
aan een verkeerd kantoor 1
Die „bevoegde macht" geeft liever milli-
oenen uit voor oorlogstuig, waarmede men
niets anders bereikt dan de wreedheden en
■ellenden van het oorlogsveld men leze
fie Balkangruwelen dan dat zy zich druk
.zou maken over de nooden des volks; daar
voor is immers nooit geld!
Op de staatsbegrooting van Nederland is
-dit jaar het oorlogsbudget vermeerderd met
3 millioen gulden en de post „Volksgezond
heid" verminderd met 150,000 gulden, niet
tegenstaande de Centrale Vereeniging voor
Tuberculose betoogt, dat er groote behoefte
is aan meer steun; wilt u nog beter bewijs?
Toen ik te Bergen op Zoom in garnizoen
was, heb ik eens een pater in een preek
hooren uitroepenweg met die mannekes
met glimmende kneupkens"; ZjjnEerwaarde
had het toen meer speciaal tegen „de jonge
meiskes". Maar ik herhaal dezen uitroep
in eenigszins anderen toon, en tegen ieder
een Weg met het militairisme in al zijn
vormen, wij kunnen de millioenen daaraan
vermorst vrij wat nuttiger besteden.
Dan moet men behalve de reeds ge
noemde ook cursussen organtseeren, om
4en menschen den zin en wijde strekking
te doen begrijpen van het gebod: „Gij zult
niet stelen" en daarbij stellingen verduide
lijken als bijv.: „Evenals de oorzaak met
het gevolg, zoo nauw behoort de vrucht
van den arbeid als ïechtvaardig eigendom
verbonden te zijn met hem, die den arbeid
verriebt heeft." (Encycliek Rerum Novarum
van Paus Leo XIII.)
Niet dus de vruchten van den arbeid voor
het leeuwendeel aan hen die niet arbeiden,
waardoor de geneesheeren thans in hoofd
zaak slechts twee categoriön van patiënten
te behandelen hebben, nl. eene die zich heeft
overeten, en de andere die niet genoeg heeft
te eten.
En hierin moeten dominee's en andere
geestelijken flink mede helpen door b.v. te
preeken over Mattheus 23Marcus 1017
23Lukas 3:11; Handelingen 432 en 34
Jacobus 5:1—7, enz. enz.
Laat het Groene Kruis (voorloopig) leni
gen waar te lenigen is, als men het maar
niet gebruikt als zoethouwertje en de men
schen er door tracht af te houden van de
opsporing en bestrijding der werkelijke oor
zaken van vele misères in het leven, gelijk
men een kind een fopspeentje in den mond
stopt inplaats van de gevulde moederborst.
Alle philantropie is voor de bezitloozen
slechts uitstel van executie.
Radicale middelen dus dokter,,geen pleis
ters op stinkende wonden, dit is in strijd
inet een verstandige geneeskunde.